xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Schokkend misschien, maar de realiteit in de Standaard !
200 000 jobs gaan naar buitenlanders
BRUSSEL - Dit jaar zijn al ruim 200.000 buitenlanders naar ons land gekomen om te werken. Zwartwerkers zijn daarbij niet meegeteld.
Volgens de federale regering-Leterme is er een actieve politiek van economische migratie nodig om het tekort aan kandidaat-werkenden op de Belgische arbeidsmarkt weg te werken. Dat staat in het regeerakkoord. De komst van nieuwe werknemers uit andere EU-landen en van buiten Europa moet de knelpuntberoepen helpen invullen.
Maar in realiteit bestaat er nu al een zeer grote instroom van buitenlandse arbeidskrachten. Dat blijkt uit de meest recente cijfers over het toegekende aantal arbeidskaarten aan buitenlanders en uit de databank Limosa, waar bedrijven moeten melden hoeveel (vanuit het buitenland) gedetacheerde werknemers ze in dienst hebben. SP.A-kamerlid Hans Bonte kreeg de cijfers in handen. 'Zelfs zonder de zwarte migratiestromen gaat het om indrukwekkende aantallen. Economische migratie naar België is geen toekomstbeeld, maar dagelijkse realiteit', aldus Bonte.
Het aantal uitgereikte arbeidskaarten is de voorbije jaren spectaculair gestegen. Tot in 2003 ging het om nauwelijks 6.000 vergunningen per jaar. Drie jaar geleden, in 2005, waren het er al 39.000. Vorig jaar werd een piek gehaald van 65.000, waarvan bijna xml:namespace prefix = st1 ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:smarttags" />44.000 in Vlaanderen.
Dit jaar gaan nieuwe records gehaald worden. In de eerste negen maanden van 2008 werden al 56.335 arbeidskaarten aan buitenlanders uitgereikt, waarvan 41.625 in Vlaanderen. Dat zijn er 6.260 per maand, of 15 procent meer dan het maandgemiddelde uit 2007.
Voor de grote meerderheid (64 procent) gaat het in Vlaanderen om seizoenarbeiders in de land- en tuinbouw. De anderen komen vooral terecht in de bouw (bijna 10 procent), de transport- en de voedingsnijverheid. Meer dan de helft (in Vlaanderen 26.788) is afkomstig uit de nieuwe EU-landen, zeg maar uit Polen.
Daarnaast hebben de Belgische bedrijven in de eerste negen maanden van dit jaar al 145.834 'gedetacheerde' buitenlanders in dienst gehad en werden bij de overheidsdienst Limosa 12.392 (vanuit het buitenland) gedetacheerde zelfstandigen aangemeld. Daarbij gaat het evenzeer om inwoners uit de buurlanden (Nederland, Frankrijk en Duitsland) als om personen uit Polen, Roemenië of Portugal (met vooral genaturaliseerde Brazilianen).
Volgens Hans Bonte is niet alleen de omvang van de economische migratie van belang, maar ook de kwaliteit van de tewerkstelling. 'Rapporten van de inspectiediensten tonen aan dat in 60 procent van de 1.750 bedrijven die in 2007 en 2008 gecontroleerd werden op hun buitenlandse werknemers, sprake is van kleine of grote sociale fraude.'
Bij specifieke controles door de sociale-inspectiediensten blijken zes bedrijven op de tien niet in orde met hun buitenlandse werknemers.
SP.A-kamerlid Hans Bonte kon de meest recente rapporten inkijken van de sociale-inspectiediensten die in ons land belast zijn met de controle op de tewerkstelling van buitenlandse werknemers.
'De verslagen van die inspectiediensten geven de geheimen prijs achter de almaar groeiende instroom van economische migranten. Ze tonen aan dat de bestaande economische migratie meer problemen geeft dan dat ze er oplost. Ze werkt concurrentievervalsend tegenover 'eerlijke' bedrijven die alle sociale, fiscale en arbeidswetgeving correct toepassen. Door een gebrek aan toezicht -te weinig inspecteurs, te weinig juridische armslag, geen Europese coördinatie-- werken veel van die nieuwkomers in onaanvaardbare omstandigheden.'
Van januari 2007 tot en met september 2008 werden 1.750 bedrijven met buitenlandse werknemers specifiek gecontroleerd. De inspectiediensten keken daarbij vooral naar de tewerkstelling van werknemers uit de nieuwe EU-landen, zoals Polen. Bij die controles waren ruim 18.000 werknemers betrokken. Voor 12.200 van die gecontroleerde werknemers, of 67procent, werden 'maatregelen' genomen, gaande van een waarschuwing (ruim 1.000) over regularisatie (bijna 5.000) tot proces-verbaal (ruim 6.000). Van de 1.750 gecontroleerde bedrijven kon men voor 720 gevallen (40procent) zeggen dat er niks aan de hand was. Voor de overige 60procent was er dus telkens wél iets aan de hand. 'Hier gaat het dan nog om bedrijven die hun buitenlandse arbeidskrachten officieel hebben aangemeld', zegt Bonte. 'Wie weet hoeveel tienduizenden zwartwerkers en hun werkgevers aan elke controle ontsnappen?' De inspectiediensten botsen op een brede waaier aan inbreuken op de sociale wetgeving. Hun verslagen reveleren tegelijk de onmacht van de controleurs om hier een einde aan te maken. Bij wijze van voorbeeld twee praktijkgevallen:
Een Belgische zaakvoerder richt met een Spaans-Belgische collega enkele (fictieve) vennootschappen op in Spanje, en later in Portugal. De bouwondernemingen werken verspreid over Vlaanderen in onderaanneming voor een firma met net dezelfde zaakvoerders. Er wordt telkens een beroep gedaan op 70 à 80Portugese bouwvakkers, maar officieel is er bijna geen personeel in dienst. De bedrijven werden al driemaal geverbaliseerd voor zaterdagwerk, het niet uitbetalen van het juiste loon en het niet uitbetalen van overuren. Maar de Belgische inspectiediensten vangen telkens bot bij hun Spaanse collega's met vragen tot informatie over de bedrijven en hun gedetacheerde werknemers. De Portugese overheid heeft wel al laten weten de betrokken Portugese firma 'niet voorkomt in het databestand'.
Twee aannemers uit Doornik geven een tiental Roemeense arbeiders de opdracht om asbestafval op een bouwplaats in Anderlecht te verwijderen. Een veiligheidsagent op een naburige werf ziet de arbeiders het bouwmateriaal in containers stoppen en slaat alarm. Het bouwmateriaal bevatte duidelijk asbest en de arbeiders droegen noch beschermende kledij noch een zuurstofmasker. Uit het verhoor van de betrokken arbeiders bleek dat zij niet op de hoogte waren van de aard van het materiaal. Zo kon het gevaarlijke goedje (4ton) weggehaald worden zonder te moeten investeren in dure, verplichte beschermingskledij.
'Een vergelijkende studie door het advocatenkantoor Laga heeft aangetoond dat België, en meer specifiek Vlaanderen, een zeer liberale regeling aanbiedt voor buitenlandse werknemers. Terwijl bijvoorbeeld een hooggeschoolde Amerikaan in Frankrijk, Duitsland of Nederland pas een arbeidsvergunning kan krijgen als hij minstens 60.000 euro bruto per jaar verdient, komt hij in België al in aanmerking voor een arbeidskaart met een jaarsalaris van 33.677 euro.'
Open grenzen in mei 2009
Binnen de Europese Unie geldt in principe het vrij verkeer van werknemers. Maar bij de toetreding van de tien nieuwe EU-landen, in 2004, en nadien met Roemenië en Bulgarije (in 2007), werd een overgangsregeling ingevoerd. Daardoor hebben inwoners uit bijvoorbeeld Polen of Letland toch nog een arbeidsvergunning nodig om in ons land te komen werken.
Sinds 2006 is de aanvraagprocedure wel versoepeld, om de invulling van knelpuntberoepen mogelijk te maken. Die overgangsregeling loopt in mei 2009 af. Dan staan de grenzen van onze arbeidsmarkt in principe open voor alle Europeanen, zoals dat bijvoorbeeld al jaren het geval is in Groot-Brittannië. De regering-Leterme zou in extremis nog een verlenging tot 2010 kunnen doorvoeren, maar zo'n beslissing zou niet erg consistent zijn met de passage in de regeerverklaring waarin voor een actieve politiek van economische migratie wordt gepleit.
De instroom van 'buitenlandse' werknemers, nu al goed voor meer dan 200.000 jobs per jaar, zal dus nog toenemen.
|