"Geen leeftijdsgrens voor jeugdcriminelen meer"
Britt Vreysen xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
27 OKTOBER 2008 - De jeugdrechters moeten alle minderjarige veelplegers naar de volwassenenrechter kunnen sturen, niet alleen die van boven de zestien jaar. De leeftijdsgrens voor uithandengeving moet weg uit de wet op de jeugdbescherming.
De wet op de gemeentelijke administratieve sancties zou best verdwijnen, zeker voor minderjarigen. En ook de bilocatiewet, waarbij kinderen van gescheiden ouders de ene week bij de vader en de andere bij de moeder logeren, functioneert niet.
Dat zijn enkele van de stellingen van de Antwerpse advocate Britt Vreysen, die ze ontwikkelde in een nieuw boek dat klaar en helder de wet op de jeugdbescherming uitlegt.
De advocate Britt Vreysen schreef zopas een heel bevattelijk boek over de wet op de jeugdbescherming. Niet alleen de criminele jongeren en de minderjarigen in gevaar komen uitvoerig aan bod, maar ook de financiële regeling bij misdrijven van kinderen en de overlastboetes worden behandeld. Het boek is onmisbaar voor wie wil weten hoe de wet in elkaar zit. Tegelijkertijd gaat het heikele discussiepunten, zoals de criminaliteit van allochtone jongeren, niet uit de weg. Het boek werd vorige week voorgesteld in het vredegerecht van Ekeren. Het werd daar ingeleid door de Antwerpse jeugdmagistraat Bart De Smet.
Vreysen wil de leeftijdsgrens om bepaalde criminele minderjarigen naar de rechter voor volwassenen te sturen (nu: 16 jaar) afschaffen, want door het huidige systeem blijven bepaalde geweldenaars straffeloos. Vreysen volgt daarin Kamerlid Carina Van Cauter (Open Vld).
Volgens haar kan de jeugdrechter zelf wel zien of iemand inzicht heeft in wat hij deed. Tijdens de voorstelling van het boek hekelde de Antwerpse jeugdmagistraat Bart De Smet het gemis aan logica in de wetten voor minderjarigen van boven de 16 jaar. "Voor gewone criminele feiten wordt zo'n minderjarige verondersteld schuldonbekwaam te zijn, maar voor verkeersmisdrijven niet. Voor een diefstal met geweld kan hij dus van de jeugdrechter een berisping krijgen, maar voor onverzekerd rijden met zijn brommertje krijgt hij allicht een zware boete van de politierechter."
Vreysen zelf meent dat de nieuwe wet van 2006 van minister Onkelinx de mogelijkheden van de jeugdrechter al te zeer beknot. "Eerst moet hij bemiddelen, dan huisarrest opleggen, hij kan niet meer zelf beslissen wat echt nodig is", zo luidt het. Voor Vreysen moet de jeugdrechter - zoals vroeger - meer mogelijkheden krijgen om de maatregel of straf op te leggen die hem gepast lijkt.
Vreysen, die ook criminologe en plaatsvervangend vrederechter in Ekeren is, is heel sceptisch over de bewering van het Nationaal Instituut voor Criminologie en Criminalistiek dat de jeugdcriminaliteit niet stijgt. Volgens haar gebeurt dat wel degelijk en worden de daders jonger en driester.
Jeugdrechters moeten in haar visie veelplegers met 20 diefstallen of geweldsfeiten op hun kerfstok kunnen straffen, omdat voor die groep de beschermingsfilosofie van de wet heeft gefaald. Ze wijst terzake op de problematiek van Oost-Europese bendes, die een heel speciale aanpak vergen, gezien hun gewelddadigheid en gezien hun werkwijze, waarbij meerderjarigen minderjarigen inschakelen om geweld te plegen.
Uit onderzoek blijkt volgens Vreysen dat de criminele minderjarigen zelf pleiten voor een hardere aanpak van de misdaad, omdat de huidige manier van werken door hen niet ernstig wordt genomen. Jeugdmagistraat Bart De Smet verheugde zich over een recent standpunt van de Antwerpse Unie van Moskeeën, die voor een hardere aanpak van criminele minderjarigen gewonnen is, maar hij waarschuwde er voor om alle criminaliteit cultureel te willen verklaren. "Culturele omstandigheden zijn geen verzachtende omstandigheden, er is maar één strafrecht en dat geldt voor iedereen".
Maar Vreysen sprak zich ook uit tegen boot camps, waar Lijst Dedecker voorstander van is, en ook tegen het Clinton-systeem van "Three strikes and you're out", waarbij iemand die voor de derde keer wordt veroordeeld voor een misdrijf automatisch levenslang krijgt. "Je kan iemand niet tot zijn pensioen opsluiten voor een misdrijf dat hij als jongere heeft gepleegd", zo stelt ze.
De advocate wil de beschermingsfilosofie van de wet op de jeugdbescherming behouden, omdat meer dan de helft van de cliënteel van de jeugdrechters kinderen zijn die helemaal niets misdeden, maar possen, kinderen in een problematische opvoedingssituatie, die slachtoffer zijn van huishoudelijk geweld of echtscheidingen.
"Die groep moet zeker geholpen worden, maar ook voor hen is er te weinig plaats. Dat geldt uiteraard nog sterker voor de criminele minderjarigen. Als men meer geld zou steken in het jeugdrecht, dan zou men zoveel geld niet nodig hebben voor het strafrecht", zo stelt ze.
Vreysen spreekt zich in het boek ook uit tegen de wet op de gemeentelijke administratieve sancties omdat een parallel vervolgingscircuit ontstaat waarin ambtenaren, zonder scholing in het (jeugd)recht, optreden. Voor jongeren komt daar nog eens bij dat de overlastboetes die worden opgelegd niet bekend zijn bij het parket, wat de vorming van een dossier bemoeilijkt.
Vreysen is ook tegen de bilocatiewet. Die wet maakt het mogelijk dat jongeren van gescheiden ouders de ene week bij de vader en de volgende week bij de moeder verblijven. "Ik ben tegen dat gesleur met kinderen. Soms hebben kinderen dan twee kleuterscholen: de ene week leren ze een liedje in kleuterschool A, maar de volgende week kunnen ze niet mee optreden want dan zitten ze in kleuterschool B en daar kunnen ze niet volgen want ze waren er de week voordien niet. Ik zou hier een gedragsstoornis van krijgen, kinderen moeten een vaste thuis hebben", zo zegde Vreysen bij de voorstelling in Ekeren.
VREYSEN, BRITT, Over de schreef.
Jeugdrecht en de aanpak van probleemjongeren, Standaard, 2008, 358 blz., 22,50 euro
|