Ze zijn niet alleen lekker, kersen zijn ook gezond! Kersen bevatten veel koolhydraten, calcium en vitamine C (10 mg per 100 g). En ook kinderen eten ze net zo graag als snoep. Dan is de keuze niet moeilijk, toch?
Kersen bewaar je best in de groentelade van de koelkast. Liefst niet op elkaar gestouwd in een plastic zak maar uitgespreid op een bord of schoteltje. Zo voorkom je kneuzingen en voorkom je ook dat één rotte kers de andere kersen aansteekt. Maar, dit heerlijke fruit laat je toch geen dagen in de koelkast liggen?
Een gezonde geest in, een gezond lichaam, dat is wat deze kleine pimpernel voor jou in petto heeft. Pimpernel heeft inderdaad van oudsher de reputatie een typisch kruid te zijn voor de geest en het verstand. En wie wil er nu niet gelukkig én slim zijn? Dit kruid biedt je een brede waaier aan medicinale eigenschappen en is ook gewoon heel lekker. Kleine pimpernel is zo één van die ouderwetse kruiden waar onze voorhouders regelmatig beroep op deden om allerlei kwaaltjes te genezen. Het kruid bevat als actieve stoffen onder meer saponine, looistoffen en flavon. We weten dat het kruid vroeger regelmatig werd ingezet om bloedingen te stoppen. Het is dan ook een licht wondhelend middel en geneest eveneens inwendige wonden en bloedingen. Maak hiervoor een medicinale thee van kleine-pimpernelwortels door één theelepel van de versnipperde wortel tien minuten te laten koken in 20 cl water. Zoet met wat honing. Drink dit gezeefde afkooksel ook in geval van diarree, het verzacht de klachten. Verder drijft kleine pimpernel vocht af en is het aangewezen bij blaas- en nierproblemen. Het helpt tegen gasvorming en werkt stimulerend voor de eetlust. Maag en darmen varen er dus goed bij. Pimpernel wordt in de homeopathie wel eens gebruikt in een tinctuur tegen heesheid en keelpijn. Niet alleen het lichaam maar ook (en wel vooral) de geest ondervindt een positieve invloed van kleine pimpernel. Vroeger gebruikten de studenten pimpernel om zware studieperioden zonder kleerscheuren door te komen. En als het niet baat... het schaadt zeker niet.
Tip: Goed gemutst Heb je bezoek? Voeg wat pimpernelblaadjes bij de sla of in de wijn en heel het gezelschap is goed gemutst.
Brioche is een bijzonder bakproduct uit Frankrijk dat gemaakt wordt van gistdeeg. Het wordt ook wel apostel-, profeten- of zienerkoek genoemd. Niemand weet de verklaring van deze termen. De bereiding van het deeg vraagt grote vakkennis. Het deeg is zeer boterrijk. Grote brioches bestaan uit drie op elkaar gestapelde deegbollen van verschillende grootte die gebakken worden. Daarom wordt het ook wel 'torengebak' genoemd.
Peulvruchten zijn de rijp geoogste en gedroogde zaden van peulgewassen. De bekendste zijn erwten, bruine en witte bonen en kapucijners, maar er zijn ook bijzondere soorten zoals: rode nierbonen, linzen en kikkererwten. Rode nierbonen zijn niervormig en roodbruin van kleur. Na het koken hebben ze een zoete smaak. In het 'Wilde Westen' waren deze bonen zeer populair. Linzen worden veel gebruikt in de Indiase, Marokkaanse en Turkse keuken. Ze hebben een platte, discusachtige vorm en kunnen variëren in grootte en kleur. Kikkererwten lijken door hun onregelmatige vorm en lichtgeelbruine kleur op hazelnoten. Vooral in de Zuid-Europese en Aziatische keuken worden kikkererwten verwerkt in soepen en stoofschotels.
De weldoende werking van knoflook is al sinds de Oudheid bekend. In onze tijdwordt knoflook vooral aangeprezen voor zijn weldoende invloed op de bloedvaten en daarmee op de gezondheid van het hart. Wil men daar echter werkelijk baat bij hebben, dan dient men dagelijks een flinke portie knoflook te gebruiken. En dat lusten wij niet. Daarenboven zit daar het bekende geurtje aan. En zo wordt kussen wel zonde. Knoflookpreparaten van de derde generatie bieden hier de oplossing. Het zijnechte knoflookbommen. Zonder geurtje. En met nog veel meer, zo o.m. Omega 3.
Wetenschappelijk onderzoek
De laatste decennia werd enorm veel wetenschappelijk onderzoek naar knoflook verricht. Meer dan duizend studies bewijzen'de werkzaamheid van het witte knolgewas en zijn heilzame invloed op hart en vaten. Wetenschappelijk staat o.m. vast. Knoflook houdt de vaten schoon en soepel, reinigt en verstevigt de slagaders. Het heeft daarenboven ontstekingwerende eigenschappen. Aldus gaat het arteriosclerose oftewel slagaderverkalking tegen. Knoflook voorkomt bloedverdikking en het gevaarlijke aan een klitten van de bloedplaatjes en daarmee ook trombose en embolie. Knoflook heeft een licht bloedverdunnend effect en gaat verhoogde bloeddruk tegen. En het is geweten dat dik bloed en hoge druk risicofactoren zijn. Knoflook hindert de opname van ongezond vet, vermindert de lichaamseigen aanmaak van ongunstige vetsubstanties en haalt ongezond vet uit de weefsels om het vervolgensop transport naar buiten te zetten. Het doet het totaal cholesterol en het ongunstige LDL aanzienlijk dalen en doet het gunstige HDL-cholesterol stijgen. Knoflook doet de verhoogde glucose (bloedsuiker-)spiegel dalen, een vaak over het hoofd gezien risico.
Derde generatie
Knoflook eten is dus gezond. Dat doet men in het Middellandse Zeegebied, maar dat lust men bij ons niet. Wil men echt van zijngunstige werking genieten dan dient men er dagelijks tenminste twee-drie teentjes van te verorberen. En voor een gevoelige werking op hart en vaten zouden dat er tien-vijftien moeten zijn.Dat krijgt geen mens geslikt. Vandaar, dat werd overgeschakeld op tabletten en capsules. Nu zijn, wijaan de derde generatie knoflookpreparaten toe. Dank zij een nieuw Zwitsers maceratie procédé zitten de werkstoffen van een twaalftal teentjes- en niets:anders - in één enkele capsule geconcentreerd. Dank zijdit nieuw procédé hoeft men ook geen angst meer te hebben dat iemand het op een lopen zet als hij/zijaan uw adem voorbijkomt. Kussen is daarmee dus helemaal geen zonde (meer). . Kussen is daarmee dus helemaal geen zonde (meer).
Van kop tot teen
En doordat het dit nieuw maceratie procédé slechts de actieve bestanddelen uit de knoflook - allicine, alliïne en allinase worden gefilterd, blijft er in de;overigens niet te grote en makkelijk .te slikken capsules, nog voldoende plaats over om er een aantal andere, voor hart en vaten gunstige substanties bij te stoppen, Zo Omega 3, OPCs uit druivenpitten, extract van maretak en meidoorn, coënzym Q 10 en natuurlijk vitamine E. Met dergelijke combinatie beschikt men over een breed,werkend middel voor hart en vaten, dat de circulatie van kop tot teen verzorgt, met tevens een gunstige invloed op"bloeddruk en cholesterol. .Een ideaal preventief middel dat ook in een cholesterolverlagend dieet past. En zoals gezegd: er zit geen geurtje aan vast.
De kiwano houdt het midden tussen een vrucht en een groente en behoort tot de familie van de komkommerachtigen, waartoe ook de komkommer, courgette, pompoen en meloen behoren. De kiwano komt van oorsprong uit de Kalahari-woestijn in tropisch Afrika. Aan het begin van de jaren '80 werd deze vruchtgroente vanuit Nieuw-Zeeland op de markt gebracht. De kiwano is geen familie van de kiwi, wel zijn ze allebei vanuit Nieuw-Zeeland geintroduceerd. De kiwano wordt in het buitenland ook wel gehoornde meloen genoemd.
De decoratieve vruchtgroente ziet er dan ook uit als een ovale meloen met hoorntjes. De kiwano heeft een lengte van 10 tot 15 cm. en is oranje van kleur. Het groene, gelei-achtige vruchtvlees is verdeeld in vakjes. De vele pitjes zijn eetbaar.
De clementine-mandarijn heeft in de negentiende eeuw zijn weg naar Europa gevonden. Hij levert 30 milligram vitamine C per 100 gram en is daarmee een waar vitaminebommetje. Bovendien zit deze mandarijn boordevol mineralen zoals calcium en magnesium. Nóg een goede eigenschap van de clementine: het is een mandarijntje waar bijna geen pitten in zitten.
Het zelf bereiden van bladerdeeg vraagt veel geduld. Toch is het niet echt moeilijk. De basisbestanddelen zijn bloem, water en vet. De fijne structuur van het deeg ontstaat doordat twee deegsoorten, een boterdeeg en een bloem water mengsel, samen verwerkt worden. De boter zorgt ervoor dat het deeg 'bladert'. Voor iedereen die geen zin of tijd heeft om zelf bladerdeeg te maken, is er ook diepvriesbladerdeeg van goede kwaliteit te koop.
Eieren worden voor bewaring in de koelkast vaak uit het doosje genomen. Het probleem is echter dat je dan na een poosje niet meer weet hoe oud de eieren zijn. In de eierhandel wordt de versheid gecontroleerd door ze te lichten. Een ei is vers als het licht erdoor schijnt, de dooier niet duidelijk zichtbaar en niet beweeglijk is, en de luchtkamer nog klein is. Maar ook thuis kun je snel zien of een ei vers genoeg is voor consumptie.
De drijfproef: in een kom met zout water blijft een vers ei plat op de bodem liggen. Hoe ouder het ei, des te meer de stompe kant naar boven komt. Is de luchtkamer reeds groot (na ongeveer 6 weken), dan kan het ei zelfs beginnen drijven.
De breekproef: bij het breken zal een vers ei een bolronde, stevige dooier en veel stevig eiwit hebben dat weinig uitloopt.
Is je lichaam toe aan een interne grote schoonmaak? Dan is guldenroede of solidago precies wat je zoekt. Nieren en blaas krijgen door dit kruid een fikse spoeling, je bloed wordt gezuiverd en je lichaam ontgift. Guldenroede bevat onder meer looistoffen die maken dat een gekneusd vers blad een prima pleister op de wonde is. Wie geen verse solidago bij de hand heeft, kan ook een watje doordrenken met solidagotinctuur en dit op de wonde leggen. Maar nog meer dan een effectief wondkruid, is guldenroede bovenal het nierkruid bij uitstek. Met een guldenroedethee van jonge blaadjes en bloemhoofdjes kun je het urinezuur afdrijven en het bloed zuiveren. Maak deze thee door twee eetlepels fijngesneden kruid gedurende twee minuten te laten koken in één liter water. Daarna nog even laten rusten en vervolgens filteren. Denk er wel aan de nieren een rustpauze te gunnen en de solidagokuur regelmatig te onderbreken. Hou het op een kuur van maximum. drie weken. Als nierkruid heeft solidago ook een positief effect op reuma, jicht en artritis. Het helpt bij huidproblemen en is een uitstekend middel om prostaatontsteking te voorkomen. Solidago blijkt eveneens ontstekingsremmend te werken op de slijmvliezen en is dus een aanrader bij bronchitis. .
De bloemen van solidago worden drukbezocht door de bijen. De honing krijgt daardoor een sterk en aangenaam aroma en is bruin van kleur. Solidago is overigens een verfplant die vroeger frequent gebruikt werd om wol op een natuurlijke wijze een goudgeel kleurtje te geven. Verse solidagoblaadjes en -bloempjes hebben een aangenaam kruidige smaak. Zelfs rauw is dit kruid in beperkte mate te genieten. De heilzame werking op de nieren is dan het hoogst.
Tips: Zweetbanden en -voelen: Bij overmatige transpiratie, drink solidagothee. De giftige stoffen zullen het lichaam verlaten via de urine en niet meer zoveel via de huid.
Zo mooi, zo blond: Spoel je haar met het afkooksel van guldenroede voor een mooie keur en een gezonde glans.
Gember is een grillige wortel met een vrij indringende, wat citrusachtige smaak. Verse wortel wordt geschild en vervolgens in stukjes gesneden of geraspt. In de koelkast is het een paar weken houdbaar. Gedroogde gemberwortel smaakt sterker dan verse, een klein stukje is genoeg om een gerecht smaak te geven. Tot poeder vermalen gedroogde wortel (in strooibusjes) is dan weer zachter van smaak.
Het woord karamel komt van het Spaanse caramelo dat suikerriet betekent. Karamel is gebrande suiker. Voor sauzen en kleurstof wordt suiker verhit tot +/- 145°C. Zo ontstaat een donkerbruine kleur. Voor het maken van stroop hoeft nu alleen nog maar heet water toegevoegd te worden. Vooral in nagerechten en zoete sauzen komt de moutachtige smaak van gebrande suiker goed tot zijn recht. Voor het maken van karamel snoepjes wordt gebrande suiker vermengd met room of melk Voor noga worden noten, stijfgeklopt eiwit en boter aan de gebrande suiker toegevoegd.
Gelatine is een lijmstof verkregen door uitkoken van beenderen en visgraten. Gelatine heeft de eigenschap in warme vloeistof op te lossen en deze dan bij afkoeling tot gelei te doen stollen. Gelatine is reuk- en smaakloos en heeft zo goed als geen voedingswaarde. Opgeloste gelatine stijft niet als de temperatuur boven de 25°C. die wordt daarom in de tropen vaak vervangen door agaragar.
Verschillen met agaragar: Gelatine stijft minder snel op, maar laat de vloeistof minder snel los dan agaragar. Gelatine heeft de neiging te zakken in de vloeistof. Gelatine is te koop als blad-gelatine en als poeder-gelatine. Beide tegenwoordig rood of wit. Blad gelatine moet kraken en mag bij oprollen niet breken en geen verhoornde randen hebben. Bewaren: op een koele droge plaats. Toepassing: Gelatine wordt gebruikt voor het binden van puddingen, bij het bereiden van gelei e.d.
Werkwijze: Blad-gelatine voor het gebruik in koud water laten weken(of onder de kraan houden) uitknijpen en in de warme vloeistof oplossen. Gelatine nooit laten mee koken, dat geeft een onaangename smaak.
Poeder-gelatine met een scheutje koud water overgieten en enige tijd wegzetten om het water te laten opzuigen. Vervolgens de poedergelatine net als de blad-gelatine in de voor het gerecht gebruikte vloeistof oplossen. In de geleidelijk afkoelende massa zal de gelatine langzamerhand weer vast worden en deze binden. In sommige gevallen zal echter tijdens het afkoelen het gerecht af en toe worden geroerd, o.a. bij gelatinepudding om het zakken van de gelatine te voorkomen.
Grondverhouding voor gelatine
De verhouding tussen de hoeveelheden gelatine en de diverse voor pudding gebruikte vloeistof kan slechts bij benadering worden bepaald. Van invloed zijn hierbij o.a. de temperatuur in de omgeving(zomer of winter, koelkast of kamertemperatuur enz.)en het tijdsverloop tussen bereiding en gebruik(enkele uren of een etmaal). Globaal echter kan worden gerekend per liter vloeistof.
25 g gelatine in melk-
20 g gelatine voor half melk, half koffieroom
30 g gelatine voor karnemelk
35 g gelatine voor vruchtensap
30 g gelatine voor vruchtenmoes
40 g gelatine voor water, wijn, likeur enz.
10 g gelatine per 1/2 l slagroom, die stijfgeslagen zal ongeveer een liter worden
Wordt voor het gerecht gebruik gemaakt van de bindkracht van meeverhitte eierdooiers, dan kan per eierdooier een gram gelatine minder worden gebruikt. Komt in het gerecht stijfgeklopt eiwit voor, dan moet per eiwit een gram gelatine meer worden gebruikt.
Een 'hemels' kruid, die engelwortel. Met zo'n naam kan je ook niets naders dan goede eigenschappen bezitten. Eerst en vooral is angelica, zoals het plantje ook wordt genoemd, gezegend met een zeer typische en dankbare smaak. Zeker gekonfijt heeft het groen van deze plant zijn kunnen al bewezen. Bovendien zorgen de heilzame stoffen ervoor dat je maag alles probleemloos verteert.
Geniet, maar zoals altijd met mate.
Al van oudsher werden de gekonfijte stengels en wortels van de engelwortel aangeraden bij infecties, voornamelijk dan van de darmen en de maag. Vandaag beschouwt men angelica, dat tot de groep van de bitterkruiden behoort, als een typisch 'maagkruid'. Het stimuleert de spijsvertering, helpt bij buikpijn, krampen en voorkomtwinderigheid. Last van indigestie?
Met een kopje angelicathee (20 gram gedroogde wortel op één liter water) na elke maaltijd moet het weer beter gaan. Dit infuus doet het ook goed als eetlustopwekkend middel. Engelwortel stimuleert niet alleen de spijsvertering, ook de bloedcirculatie vaart er wel bij.
Het verhelpt koude handen en voeten en wordt aangeraden bij bloedarmoede. Voor de rest werkt engelwortel urineafdrijvend, zweetopwekkend en bevordert het kruid de slijmafscheiding. In de volksgeneeskunde gebruikt men het kruid ook bij lichamelijke of psychische zwakte. Let op: engelwortel is mild stimulerend voor de baarmoeder. Hoge doses dus vermijden tijdens de zwagerschap. Ook geen engelwortel gebruiken bij diabetes.
TIPS:
Jong van geest en lichaam: wie zich nog lang jong van lichaam wil voelen, moet regelmatig engelwortel eten. Het geheim van Catherina de Medici.
Pijnlijke maandstonden:met engelwortel geraken vrouwen pijnloos de moeilijke dagen van de maand door.
Gekonfijte engelwortel: zo maak je zelf gekonfijte engelwortel. Snij de verse stengel in stukjes, kook ze gaar en laat ze uitlekken. Doe de stukjes in suikersiroop (1/4 kg suiker op 1/4 liter water, 10 minuten koken) en laat ze 24 uur trekken. Giet af. Maak opnieuw suikerstroop en laat de engelwortelstukjes nog eens drie dagen rusten. Verwarm tot juist aan het kookpunt. Haal de stukjes uit de stroop, laat ze uitlekken en bestrooi ze met poedersuiker.
Over koffie doen de wildste verhalen de ronde. Maar wat is de echte geschiedenis van het pittige drankje?
Als we de overlevering mogen geloven, dan genas Gabriël de zieke profeet Mohammed met een zwart en heet brouwsel dat hij van
Allah had meegekregen. Mohammed vond het daaropvolgende uur de kracht om veertig ruiters uit hun zadel te lichten en evenveel vrouwen te bevredigen. Het zal je maar overkomen.
Deze anekdotische vertelling behoort tot het schier onuitputtelijke rijtje legendes over koffie. De geschiedschrijving vertelt een ander verhaal. De wieg van koffie stond vermoedelijk in de omgeving van het Afrikaanse Victoria meer, maar de eerste bronvermeldingen zijn Arabisch van oorsprong. Ze dateren uit de negende eeuwen beschrijven het gunstige effect van koffie op de spijsvertering en de bloedvaten. De moslims gebruikten koffie dan ook in eerste instantie als geneesmiddel maar lekker als het is, dronken ze het na verloop van tijd ook puur voor hun plezier.
Vreemd genoeg evolueerde het koffieverbruik in Europa volgens hetzelfde stramien. "De eerste signalen over het bestaan van het zwarte drankje bereiken het Europese continent rond 1580", zegt Professor Eddy Stols. Stols doceert aan de Katholieke Universiteit Leuven onder andere het keuzevak Voedingsgeschiedenis, een lijvige cursus die nogal wat studenten weet te boeien. "Medici of botanici die in het zog van hun politieke broodheren naar de Turkse wereld gereisd waren," vertelt hij, "maken bij hun terugkeer enthousiast melding van een resem nieuwe producten, waaronder koffie. Ze beschrijven de plant en wijzen op haar geneeskundige krachten, zonder er een smaakoordeel aan te geven. Maar het volstaat om de nieuwsgierigheid op te wekken.
In 1615 wordt dan de eerste lading ruwe koffie gelost in Venetië. Kooplui zien er een winstgevende handel in en andere havens zoals Marseille en Amsterdam weten vrij vlug een deel van de markt naar zich toe te trekken, waardoor het goedje zich zeer snel over het continent verspreidt. Toch moet het zeker tot in het midden van de achttiende eeuw in populariteit onderdoen voor andere exotische producten, zoals thee en chocolade. Koffie geniet zolang een vrij duur en elitair karakter. Koffiehuizen zijn vooral in trek bij mensen van een zekere stand. Ze zoeken er elkaars gezelschap op en converseren over literatuur en politiek. Bepaalde koffiehuizen krijgen daardoor niet alleen een intellectueel maar ook een oppositioneel karakter.
De gewone man zou volgens sommige historici pas in de negentiende eeuw gevallen zijn voor het drankje. Dat lijkt me een weinig genuanceerde voorstelling van de feiten. Zeker in Italië, maar ook in Frankrijk trokken vrij vroeg marskramers rond met een immense koffiepot op hun rug. Ze verkochten het drankje tegen een zachte prijs aan geïnteresseerde voorbijgangers. Zo raakte het bakje troost al in de late achttiende eeuw in volkskringen verspreid.
In de loop van de negentiende eeuw wordt koffie systematisch gepropageerd. Het wordt aangeprezen als een alternatief voor alcohol.
Arbeiders hadden vroeger de gewoonte om wat sterke jenever naar het werk mee te nemen en dat zorgde voor heel wat arbeidsongevallen. Via de mijnen en de fabrieken raakte het ook bij de boerenbevolking bekend. Maar de echte doorbraak kwam er met de algemene verspreiding van de kachel. Vanaf dan is koffie niet meer uit de huiskamers weg te denken. "
Artisjokken zijn de enige bloemen die officieel tot de groenten gerekend worden. De artisjok is de nog niet ontloken bloem van een distelsoort. De groente heeft een zachte bodem die bezet is met bladschubben en 'hooi'. Dit hooi is het niet-eetbare deel. De schubben bestaan uit harde punten die afgeknipt worden. Het vlezige onderstuk kan worden uitgezogen. Het lekkerste deel van de artisjok is de bodem. In het begin van de zomer zijn ze vers verkrijgbaar. Artisjokken zijn daarnaast het hele jaar in blik te koop.
De Amerikaanse lang korrel en de ronde dessertrijst van bij ons zijn bekend. Maar er is meer. Van alle soorten rijst geldt basmati als een van de meest aromatische. Het is Indiase rijst die wit of bruin kan zijn. Hij is altijd langkorrelig en beroemd om z'n losse, donzige korrel. Bruine basmati smaakt naar noten, witte basmati is ideaal bij curry's en pilafs (Turkse rijstgerechten waarbij je de korrels eerst glazig bakt in olie en dan kookt in water met kruiden of bouillon). Jasmijnrijst - of Thaise rijst is ook heel geurig. De lange korrels zijn licht kleverig en houden hun smaak zowel in warme als in koude bereidingen. Thaise rijst wordt gebruikt voor curry's en roerbakgerechten. Japanse rijst heeft een korte, ronde korrel die na de bereiding stevig kleeft. Vandaar dat het de perfecte soort is om sushi te maken. De korrels van risottorijst zijn kort en dik, ze nemen veel vocht op zonder uiteen te vallen. Door hun hoge zetmeelgehalte zijn ze na het koken zacht en tegelijk stevig. Eerste klas in zijn soort is de Italiaanse arborio. Rijst kan ook kleur hebben. Zwarte kleefrijst is eigenlijk granaatrood! Ook deze rijst wordt bij het koken kleverig. Hij wordt vaak gebruikt
in desserts. Van rode rijst is de soort uit de Camargue de bekendste. De middelgrote korrel is ovaal en bruinrood, de smaak subtiel. Voortreffelijk bij wilde en eend. Wilde rijst uit Noord-Amerika is eigenlijk
geen echte rijst, maar het zaad van een graansoort die tot de grassen behoort. De korrel is lang en donkerbruin tot purperachtig.
Zijn smaak is nootachtig en vrij pittig. Prima om te combineren met wild,gevogelte, schaal- en schelpdieren. Wilde rijst wordt ongepeld verkocht en moet aanzienlijk langer koken dan gewone rijst. Soms wordt hij vermengd met witte langkorrelrijst.
De Koningin van onze inlandse groenten? Dat zou wel eens de asperge kunnen zijn. Nieuwe teelttechnieken (containerteelt, serreteelt en teelt Onder folie) hebben ervoor gezorgd dat de Vlaamse asperge van oktober- november tot eind juni op de markt verkrijgbaar is. Maar toch vormt mei nog altijd dé aspergemaand bij uitstek. Tijd om u te laten verleiden door een absolute lekkernij van eigen bodem
Voor de oorsprong van de asperges moet je al teruggaan tot de Romeinse tijd. De naam asparagus zou te maken hebben met het Latijnse 'aspergere', wat staat voor besprenkelen, opsmukken. In het Frans worden asperges wel eens 'pointes d'amour' genoemd. In het Duits 'Liebesspitzen', wat een ondubbelzinnige erotische connotatie' oproept. Julius Caesar, Marcus Antonius en Cleopatra, en waarschijnlijk nog vele anderen, geloofden rotsvast in het afrodisiacum-effect van deze groente. Toch maar eens uitproberen...
In ons land situeert de aspergeteelt zich vooral in Klein- Brabant (Puurs, Bornem, Kalfort), de driehoek Leuven- Mechelen- Aarschot, de streek rond Kinrooi en Noord- Limburg. In West-Vlaanderen is de teelt van groene asperges in opmars.
Asperges telen is geen sinecure. De plant vormt korte en dikke ondergrondse wortelstokken die een heleboel kleine worteltjes en knoppen dragen. Uit die knoppen groeien in het voorjaar stengels naar de oppervlakte toe.
De eerste twee jaren vormt elke wortelstok maar enkele stengels. Die laat men helemaal uitgroeien tot een plant met een massa fijne blaadjes, waarna hij afsterft. Pas vanaf het derde jaar ontwikkelen zich meer en meer stengels per wortelstok. Na het zesde jaar gaat de productie weer achteruit.
Op het einde van de winter worden de rijen waarin de wortelstokken zitten, aangeaard tot langwerpige heuveltjes. Mede door de "scheurtjes" in de grond kan het geoefende oog van de teler precies zien wanneer de blanke stengel door de grond gaat breken en zijn 'topje' zal laten zien. Dan is het ogenblik aangebroken om ze één na één te oogsten met een speciale guts, een stuk gereedschap dat, langs de stengel, tot aan de wortelstok glijdt en aldaar de asperge afsnijdt. Wacht de teler iets te lang met het afsteken, dan breekt de aspergekop door de bovenste grondlaag heen en wordt hij aan het licht blootgesteld. Na enkele uren kleurt hij violet of zelfs purper.
Het arbeidsintensieve karakter maakt dat aan deze delicatesse een hoog prijskaartje hangt. Ook de vereiste investeringen spelen mee: het duurt immers drie jaar eer men nieuwe wortelstokken kan oogsten. Kwaliteit heeft nu eenmaal een prijs...
Witte asperges, dé asperge bij uitstek van de Belgische consument, kosten doorgaans meer dan de violette of groene asperges, omdat de teelt ervan arbeidsintensiever is. Witte asperges groeien in opgehoogde zandbedden die mooi geëffend moeten liggen, waardoor ze aan het licht onttrokken worden.
De groene asperge, die in tegenstelling tot de witte asperge niet geschild hoeft te worden, is dan weer afkomstig van de teelt boven de grond. Bij deze teelttechniek hoeven de asperges niet te worden aangeaard; bijgevolg komen ze in contact met het licht en kleuren ze groen aan. Overigens kan men van het pittige kleurcontrast tussen de verschillende aspergevarianten gebruik maken om een betoverend culinair schilderijtje klaar te stomen. Wij presenteren u hierna al een voorsmaakje...
Smultip:
Bij de aankoop: asperges worden meestal verkocht in bosjes. De beste zijn één vinger dik en wit. De stengels moeten gaaf en gelijkvormig zijn met een gesloten kop. Het onderste gedeelte mag niet houterig, hol of te droog zijn. Broosheid is een kenmerk van versheid.
Juist bewaren: gebruik asperges altijd zo vers mogelijk. In de koelkast kunt u zeenkele dagen bewaren wanneer u zein een goed vochtige doek wikkelt. Wilt u asperges invriezen, dan moet u zeeerst schillen en 2 minuten blancheren. Spoel zedan af onder koud stromend water, laat zeuitlekken, verpak zeen vries zein. Nog beter is het zein dozen te leggen, te overgieten met het afgekoelde kookvocht en zezoin te vriezen. Dan drogen zeminder uit.
De schoonmaak: breek eerst harde en houterige ondereindjes af. Bij groene en violette asperges moet u verder alleen het ondereinde van de stengels dun en voorzichtig schillen met een dunschiller. Witte asperges zijn wat meer vezelig, hun stengels moet u beginnen te schillen (eveneens met een dunschiller) vanaf 7 à 8 cm onder de kop. Naar onderen toe moet u zedikker schillen.
Het koken: een minder bekende maar goede kookmethode is de volgende. Breng een grote pan gezouten water aan de kook en leg er de asperges in. Laat ze15 minuten koken (10 minuten voor groene asperges). Zet dan de pan van het vuur en laat de asperges nog 30 minuten nagaren in het kookvocht en tenslotte goed uitlekken. Wenst u dat de fijne punten stevig blijven, bind de asperges dan met keukendraad in bundeltjes van gelijke dikte en hang deze met het uiteinde van hun draad vast aan het oor van de pan. Zoblijven de fijne punten boven het kokende water en worden zeniet tot moes gekookt.
Koken in de microgolfoven: op deze manier spaart u de helft van de tijd uit. Leg de asperges mooi naast elkaar (en nooit op elkaar) in een schaal van 30 cm diameter en met de punten allemaal in dezelfde richting (of in een stervorm met de punten naar het midden). Overgiet zemet 1 eetlepel water per 225 g en dek de schotel af. Laat ze8 à 10 minuten (volgens hun dikte) garen met de oven op maximaal vermogen (voor groene asperges 6 à 8 minuten volgens hun dikte). Laat zedan nog 3 à 5 minuten rusten, verwijder de bedekking en laat zeuitlekken.
Invriezen: de smakelijkste methode bestaat erin om de geschilde asperges 2 minuten te koken in gezouten water, zevervolgens in dozen te leggen, te overgieten met het afgekoelde kookvocht en zoin te vriezen. Op deze manier drogen zeminder uit.
Mousselinesaus: asperges serveer je liefst puur natuur en met een lichte garnituur. Bijvoorbeeld met gesmolten boter, op zijn Vlaams (een mengsel van gesmolten boter, fijngeprakt hardgekookt ei en peterselie) of met een lichte mousselinesaus.
Voor deze saus klopt u 3 eierdooiers samen met het sap van 1 citroen en 1 dl kookvocht van de asperges op tot een romige massa (peper en zout toevoegen). Zet de pan op een heel klein vuurtje (de saus mag beslist niet koken) en blijf kloppen tot het volume verdubbeld is. Roer er dan 100 g gesmolten boter (zonder het bezinksel) en 100 g licht opgeklopte room onder.