Lyceum, jaren 60. Het kleine steegje vlak naast de school had een deftige naam: Gazometerstraat. Aan de ene kant kwam je bijna aan Van Veldeke uit - een standbeeld van de fiere dichter midden in een bronsgroen parkje - en aan het andere eind tuimelde je bijna in het gevaarlijke Albertkanaal.
Vroeger had het steegje een slechte reputatie, omdat verliefde koppeltjes er kwamen kussen en knuffelen en liefkozen. Niemand zei: Gazometerstraat, maar wel: 't cresseerstieëgske. Lezer, dit is rasecht Hasselts dialect. Hoor er het Franse woord 'caresser' in.
Dus een steegje om stiekem te vrijen. Het was omzoomd door bossen, bomen en struiken. En in de hagen bloeiden de kleurrijkste bloemen. De hele flora en het prachtigste onkruid was er te bewonderen. Als kind loerde Lieve soms bij valavond door het dichte struikgewas op zoek naar elfjes.
Op zwoele zomeravonden werd het sprookjesachtige steegje druk bezocht door verliefden die er ongezien elkaar wilden 'verkennen'. Ze keken elkaar in de ogen, vervuld van tedere wellust. Wat een zinnelijkheid! Het was als een aards paradijs, maar dan zonder appels en zonder slangen. Heerlijke dingen gebeurden er in die prachtige natuur. Ik was er getuige van tijdens mijn dagelijkse fietstochtjes doorheen het steegje.
Jaren later...
De onderhoudswerkmannen van het lyceum gingen elk voorjaar overijverig tekeer in het romantische oerwoud rondom de school, met houtzagen, snoeimessen, onkruidverdelgers, bijlen, en meer van die moordtuigen om de natuur te vernietigen. Pure vernielzucht, geen greintje respect voor de wilde natuur.
Zo verdween er elk jaar een kostbaar stukje natuur in het steegje... En wat blijft er nu over? Ga maar eenskijken naar de decadentie van het romantische steegje. Er staan alleen nog maar enkele onuitroeibare bomen als stille getuigen van het vroegere aards paradijs.
|