VOORWOORD
Een beetje geschiedenis
Nu vinden wij bij de bakker tientallen soorten brood met verschillende smaken. Dit is niet altijd zo geweest. De eerste broden bestonden enkel uit meel en water.
De eerste mensen aten een papje van meel en water. Waarschijnlijk ontstond het eerste brood door een ongelukje. Misschien morste iemand wat van die pap op een hete steen die in het vuur lag. De pap bakte, kreeg een knapperige korst en smaakte bovendien niet onaardig. Het brood was uitgevonden.
Ongeveer 1.500 jaar voor onze jaartelling ontdekte een Egyptische slaaf dat brood kon rijzen. Deze slaaf had als taak ieder dag vers brood te bakken. Brood dat ouder was dan een dag was gewoon niet te eten. Op een dag merkte hij dat hij een restje broodpap van de vorige dag had laten staan. Dit restje was zuur geworden (zuurdesem). Om te voorkomen dat iemand dat merkte, deed hij het gauw bij de nieuwe broodpap. De broden die hij daarvan maakte, waren veel luchtiger en lekkerder dan de broden die hij eerst maakte. Voortaan bakte hij altijd brood met een restje deeg van de vorige dag.
Het brood werd gebruikt als offerande aan de goden of werd aan de doden meegegeven als proviand tijdens hun reis naar de onderwereld. Op die manier ging het brood langzamerhand een steeds meer belangrijke plaats innemen in het dagelijkse leven van de Egyptenaren. Zo werd het niet alleen een essentieel voedingsmiddel maar op de duur werd het brood zelfs gebruikt als betaalmiddel.
De Joden waren geen broodeters. Het waren nomaden die zich vooral voedden met het vlees van hun schapen. Zij hadden dan ook maar voor de eerste keer contact met brood toen zij slaven waren in het oude Egypte. Zij namen vlug de gewoonte over van de Egyptenaren om brood te maken en te eten. In zoverre zelfs dat men in hun geschriften kan lezen dat zij in het beloofde land overvloed van graan en brood zouden hebben. In die tijd ontstond ook het verschil tussen gerezen en ongerezen brood. Het gerezen brood werd gebruikt als dagelijks voedsel en het ongerezen brood als offerande aan de godheid.
In die tijd ontstond ook het verschil tussen brood voor de armen (gemaakt van gerst) en het brood voor de rijken (gemaakt van fijne witte bloem).
De Grieken slaagden erin om 72 soorten broden te bakken met niet alleen een andere smaak, maar ook met een andere vorm.
We zien brood verschijnen dat gemaakt was van rogge. Naast de traditionele ingrediënten gebruikten de Grieken ook melk, olijfolie, peper, kaas, kruiden, olijven, enz.
De Romeinen aten liever het witte tarwebrood. Het gerstebrood was voor de gladiatoren die sterk moesten staan. De Romeinen zijn ook de eerste ovenbouwers geweest.
In de middeleeuwen ontstond het beroep van bakker. De oven stond buiten op het erf en werd heet gestookt met takken.
Pas in de 19de eeuw werd gist ontdekt zoals wij die kennen.
De laatste honderd jaar is er in de bakkerij veel veranderd. Machines verlichten het werk en de oven werkt elektrisch.
Zelf bakken is in! Steeds meer mensen zijn gewonnen voor deze prettige bezigheid. Lekker brood, sandwiches of koeken uit de oven toveren is een creatief tijdverdrijf waarbij u uw fantasie kan gebruiken. Voor elk recept zijn er immers telkens tientallen variaties mogelijk naar vorm, kleur en smaak. Daarom geven wij bij verschillende recepten enkele variaties, zodat u zelf kunt ondervinden welk recept u het meeste bevalt.
Brood bakken is een kunst, maar eenmaal u de knepen kent, zijn er geen grote moeilijkheden meer.
Voor brood zou de voorkeur moeten uitgaan naar bruine en volkoren broodsoorten omdat zij naast de nodige energie in de vorm van complexe koolhydraten (zetmeel), meer voedingsvezels, vitaminen en mineralen leveren dan de meer geraffineerde witte soorten.
Een vezelrijke voeding, dankzij bruin brood, veel groenten en fruit, in combinatie met voldoende vocht (1,5 liter per dag) verbetert de darmtransit. Dit zorgt voor een goede stoelgang en vermindert de kans op colon- of darmkanker. Bovendien dragen vezels bij tot een groter verzadigingsgevoel zodat men minder trek heeft in snoep tussendoor.
|