Verbrokkel de gist in een kommetje en meng met behulp van een vork 2 tls suiker doorheen.
Voeg er 2-3 els van de melk bij en roer alles tot een glad papje dooreen
Zet het kommetje op een warme tochtvrije plaats en laat het mengsel in ca 20 minuten schuimig worden.
Zeef 500 g van de bloem, de resterende suiker en het zout bij elkaar in een ruime mengkom.
Snijd hierin met behulp van een scherp mes 60 g van de harde boter fijn. Schud de kom af en toe even om en wrijf al te grote stukjes boter tussen uw vingertoppen fijn. Het is de bedoeling dat er een rul, kruimelig mengsel ontstaat.
Maak in het midden een kuiltje en giet hierin het gistmengsel, de resterende melk en de losgeklopte eieren.
Meng met uw vingers of een spatel geleidelijk aan de droge ingrediënten door het vocht en ga hiermee door tot de bloem geheel is opgenomen en er een zacht, vrij plakkerig deeg is ontstaan.
Bestuif het deeg met wat bloem en dek de kom af met een goed uitgewrongen doek en zet de kom 1 u in de koelkast.
Zeef de overgebleven bloem op een houten plank (of marmeren plaat) en leg het afgekoelde deeg erop.
Kneed het deeg 10 minuten lang door.
Rol het deeg uit tot een rechthoekige lap van 20 x30 cm.
Leg de resterende boter midden op de deeglap en sla de randen erover heen.
Rol het deegpakketje opnieuw uit tot een lange, rechte reep van ca 45 cm hoog.
Vouw de deeglap in drieën op.
Verpak dit deegpakketje in vetvrij papier en laat het gedurende 10 minuten tot rust komen in de koelkast.
Herhaal het uitrollen en het opvouwen nog drie keer.
Leg het deeg na elke behandeling voor 10 minuten in de koelkast en laat het na de laatste keer uitrollen 1 u lang afkoelen.
Maak 2 grote bakplaten met water vochtig.
Rol het koele deeg op een met bloem bestoven plank tot een vierkante lap met een dikte van ½ cm.
Snijd het deeg in vierkantjes van 12 x 12 cm en verdeeel elk vierkantje over de diagonaal in 2 driehoekjes.
Rol elk driehoekje op, beginnend bij de schuine zijde.
Plak telkens het puntje van de driehoek met wat losgeklopt ei vast.
Buig de opgerolde driehoekjes om tot halve maantjes.
Leg de croissants op enige afstand van elkaar op de vochtige bakplaten en laat ze op een warme plaats in ca 30 minuten tot dubbele volume rijzen.
Verwarm intussen de oven voor op 220°C.
Schuif de croissants die tegen elkaar aan gerezen zijn uit elkaar en bestrijk alle halve maantjes tot besluit met wat losgeklopt ei.
Bak de croissants in 15 minuten goudbruin en gaar.