- 1 wit van ei gemengd met 1 el water en sésamzaadjes of papaverzaadjes voor op de broodjes te doen
Werkwijze
- Meng in een grote kom het meel en de gist, het zout en de suiker.
- Maak een putje en giet daarin het ganse ei, het eigeel, de melk en de boter die u mals hebt gemaakt. Doe de boter er in stukjes bij.
- Begin te mengen en doe geleidelijk het water erbij tot er een bol ontstaat die loslaat van de wand.
- Kneed 10 minuten verder op een werkblad dat u licht met meel hebt bestrooid.
- Bedek met doek en plastic folie en laat 1 u rijzen.
- Duw het deeg plat en verdeel het deeg in 12 stukken van ca 120 g.
- Bedek met een doek en laat het deeg 5 minuten rusten.
- Vorm van de deegballen worstvormige broodjes van 10 à 12 cm (eigenlijk de lengte van de worst die u gaat gebruiken!).
- Plaats de broodjes op een bakplaat die u met bakpapier hebt belegd. Plaats ze ver genoeg van elkaar want ze worden veel groter bij het rijzen en het bakken.
- Bedek met doek en plastic folie en laat 15 minuten à 1 u rijzen.
- Verwarm de oven voor op 180°C.
- Smeer de broodjes in met een weinig eiwit gemengd met water en bestrooi met zaden naar smaak: sésam- of papaverzaadjes.