Op het gemeentehuis, waarschijnlijk in Zutphen, waar ook tante Riek en oom Jaap woonden met hun gezin. Gé woonde net aan de overkant van de IJssel in de Hoven- spreek uit Høve op z'n Zuphens-. Opoe en opa Bijenhof zitten achter oom Jaap en tante Riek naast opa Harwig, door Wim nog steeds liefdevol opa Baard genoemd. Opoe ziet er hier niet op z'n voordeligst uit met haar ogen dicht. Als je goed kijkt zie je het koppie van Hennie wat verder naar achteren met links naast haar - denk ik- broer Jaap waarvan je alleen het voorhoofd ziet. Het is de tijd van de mantelpakjes. Wanneer je er netjes uit hoorde te zien kwam het mantelpakje uit de kast. Dus... tante Riek keurig in haar mantelpakje met naast haar... Gé's moeder misschien?
This has to be the wedding of nephew Jan Harwig and his Gé in the townhall of Zutphen where the family lived at that time. Gé lived at the opposite site of the river IJssel in De Hoven(_ spoken as Høven-) Opoe and opa Bijenhof are seated behind tante Riek and Ome Jaap next to opa Harwig, called opa with the beard by grandson Wim. Opoe did not look on her best with her eyes closed on this picture. It's the time of the skirt suits. When it was important to look neatly the skirt suit came out of the wardrobe. So tante Riek( r) is wearing it very neatly with Gé's mother next to her too( l)
Je kunt niet ontkennen dat onze opoe Bijenhof stijl heeft. Ze zorgde vroeger altijd dat haar deerns van de Haar er leuk uitzagen, maar zelf kon ze ook aardig voor de dag komen. Met deze hoed was ze bijna de koningin van de dag. Behalve de bruid Gé natuurlijk. Kijk ook eens naar dat jongetje rechts dat nieuwsgierig, met de handen in de zak, staat te kijken naar de mooie trouwstoet. Volgens mij lijkt hij onder de indruk van opoe's mooie hoed.
It's not to ignore that opoe Bijenhof had style. She also took care of the girls of de Haar looking good, but she also could look perfect herself. With this hat she's the queen of the day, except the bride of course. Look at that little boy on the right...so curious with his hand in his pocket looking at the wedding procession. I'm sure he's very impressed by opoe's beautiful hat.
Opoe Bijenhof was er niet alleen zéér bijzonder op gesteld om zèlf vernoemd te worden, maar wanneer opa vernoemd werd was dat helemaal wat. Ze heeft het gered, bij alle vier hun kinderen. Er is een Johan Harwig, nu 70 jaar oud, die op s Heerenloo woont. Er is een Hannie Bijenhof, nu van Asselt- Bijenhof, de derde dochter van oom Wim en tante Janna, getrouwd met Johan van Asselt- van de bakker uut Linde, waor noe et Praothuus zit- . Je gaat de moed opgeven dat er nog een jongen komt hè? Onze Johan, ie- wet wel- op De Boomgaard, heet Evert Johan. Een aantal familie leden konden tegelijk vernoemd worden. Niet alleen opa Bijenhof, maar ook tante Hanna, papas eerste vrouw. Ze heette Everdina Johanna Kornegoor. Dan was er nog een Evert Jan Eggink, een ongetrouwde broer van de vader van vader Hein. Totdat wij op De Boomgaard kwamen wonen woonde dit oompje bij pa op De Boomgaard. Het zou wat vol worden met opoe en opa Bijenhof en ome Jan, een sikkeneurig typje, verhuisde naar Mossel. Daar woonde ook opoe Eggink bij haar dochter Aaltje en ome Bertus Berenpas op De Prinsenhoeve. Kunnen jullie het nog volgen? Toen dan eindelijk een zoon werd geboren bij oom Sjoerd en tante Hermien Aartsen werd het een echte Johan Berend Willem, voluit naar opa Bijenhof. En opa was er trots op! Bij oom Wim en tante Janna werd uiteindelijk als vierde een zoon geboren. Ik heb me laten vertellen dat tante Janna nog van de hooi- of roggewagen af moest komen toen de weeën al begonnen waren. Dit werd een Gerrit Bijenhof, genoemd naar opa Bruins- van de bakker zoals ze daar in De Wildenborch genoemd werden. Hier dan een foto van de beide Johan Berend Willems en een trotse opoe Heintje Bijenhof- Barmentloo, in de tuin van de Aartsens aan de Stationsweg.
It wasnt only special for opa Bijenhof that hed got grandchildren with his name Johan. But I think it seemed more important for opoe. And she got it. There is a Johan Harwig, 70 years old who lives on s Heerenloo, an institution for handicapped people. And there is Hannie Bijenhof, the third daughter of oom Wim Bijenhof and tante Janna. Then our Johan as you know at The Boomgaard. Hes called Evert Johan and is named after a lot of family. Two opas Johan, pa Heins first wife was called Everdina Johanna and also a bachelor uncle of pa Hein: Evert Jan. He lived with dad Hein on the Boomgaard before we went to live there. It would be too much, since opa and opoe Bijenhof would come to live there too. That uncle Jan, a bit querulous person went to Mossel to live on The Prinsenhoeve with opoe Eggink and her daughter Aaltje and husband Bertus Berenpas. Are you able to understand all the family relations yet? And after 4 daughters at last a son was born for oom Sjoerd and tante Hermien Aartsen. That became the real Johan Berend Willem like opa Bijenhof. Opa was very proud and opoe too. Also in the family of oom Willem Bijenhof and tante Janna a son was born too. Its been told that tante Janna was helping with hauling the hay was at the top of a load hay when the labour pains came. This boy is called Gerrit after his opa Bruins. Here on this picture the both Johan Berend Willems are to be seen ànd a proud opoe Heintje Bijenhof- Barmentloo.
Het is maar goed dat het vroeger buurmeisje van de Boskamp, Jannie Klein Ikkink-Dinkelman, meekijkt met de fotos en verhaaltjes wat betreft de Egginks family. Hier had ik toch echt gedacht er Harry en Peeuw te herkennen, maar zoals je uit haar reactie kunt lezen waren er meer kinderen rondom de familie die graag op De Boskamp waren. Bedankt Jannie!
Hallo Hetty,
Even een reactie op de foto van gisteren. Die twee jongens zijn niet Harry en Peeuw van Tante Mies maar Hans Rothman en mijn broer Harrie. In de zomervakantie kwam Hans altijd bij Tante Jantje logeren, vaak de hele vakantie. De fam. Rothman woonde in Brabant in die tijd. Wij waren dan ook vaak bij Tante Jantje en Ome Jan te vinden. Hans is wat ouder dan Harrie en die mocht van Ome Jan al maaien met de motormaaier. De foto is van eind jaren 60, mijn broer is in 1960 geboren. We hebben deze foto zelf ook. Hans is de zoon van Tante Jantjes zus Marie. Wij trokken meer op met de neefjes en nichtjes van Tante Jantje omdat die van onze leeftijd waren. Eén neefje van Tante Jantje is zelfs nog familie geworden, hij is met mijn nicht getrouwd. En aangezien ik maar één nicht heb (mijn vader had geen broers of zussen en mijn moeder maar één zus) zie ik die nog regelmatig.
Groeten Jannie.
Ha, I'm so sorry. On this picture are not to be seen our nephews Harry and Peeuw but Hans on the left, a son from tante Jantje's sister, and neighbour boy Harrie Dinkelman. His sister Jannie knew this picture and gave this information. As you see lots of children were welcome at ome Jan and tante Jantje's home. Thanks to Jannie!
Nog één keer Harry en Peeuw, zoals Peder al heel snel genoemd werd, nu op de Boskamp. Zie je de mooie bloementuin hier voor het huis. In de verte de boerderij van Dinkelman. Ze zijn hier regelmatig met moeder Mies gaan kamperen met tent. Gijs kon zich moeilijk losrukken van zn jachtvelden. Hij zei:Ze ruiken het gewoon wanneer ik wegga. Dan komen er altijd stropers. Er was nog een probleem is me verteld toen Gijs zn tweede zoon wilde opgeven bij de Burgerlijke Stand. De naam Peder was onbekend en werd niet geaccepteerd. Maar Peder was de held in een Zweeds boek en Gijs heeft moeten bewijzen dat die naam bestond. Toch werd het later Peeuw. Misschien dat hij nu weer de oorspronkelijke naam heeft. Geen idee. Ze kregen nog een derde zoontje Siefertje. Verdrietig genoeg is hij vrij plotseling, aan ik meen hersenvliesontsteking, overleden. Ik herinner me nog dat pa en mama zo verdrietig thuiskwamen na de begrafenis, ergens begin jaren 50. Gijs en Mies waren in hun opvoeding heel onconventioneel. Het was in die tijd ondenkbaar om je ouders gewoon bij de naam te noemen. Meestal was het toch papa en mama, pap en mam, vader en moeder, va en moe, maar hier werden Gijs en Mies gewoon bij hun voornaam genoemd. Och, zeiden de tantes daarover: Mies hè! En nu ? Er is een tijd geweest dat Robin me oma Het noemde, een eretitel. Toen kwam Eva er bij en werd er vaak Wim en Hetty gezegd. En op dit moment is het weer opa en oma en: opa Wim en oma Hetty om onderscheid te kunnen maken met de andere opa en oma. Opa Bieënhof zol zeggen: As t beesjen maor een name hef.
Just once again Harry and Peeuw, as Peder is called soon, at the Boskamp. Do you remark the beautiful flower garden in front of the house? And the farm of neighbour Dinkelman is to be seen. They regularly went there with Mies and slept in a tent. Gijs didnt go away often from his animals in the woods. He said: It looks like they smell it when Im leaving. The poachers will come immediately. There also has been a problem when Gijs went to the village hall to give notice of the birth of his second son Peder. This name was unknown and unusual and was not accepted until Gijs could prove it was a name, that existed. Peder happened to be the hero in a Swedish book. Later on it became Peeuw. You never know he might use his original name again. Theyve got a third son Siefertje, but unfortunately the little boy died after an infection. I remember pa and mama coming home from the funeral, so sad!- early 50th- Gijs and Mies were unconventional in their bringing up. At that time it was not done to call your parents at their surname. Mostly papa and mama was used or pap and mam, va and moe, but in this family all were equal: Gijs , Mies, Harry and Peeuw. Och, the tantes said about it, Thats Mies hè! And yet?... There was a time Robin called me : Oma Het. I felt honoured. Then Eva came and often was said Wim and Hetty. No problem for us. Nowadays it is oma and opa again and for clearness sake: opa Wim and oma Hetty. Our opa Bijenhof would say: When the little animal just has a name. Or what you might say:--- Whats in the name?
Deze foto van Gijs en Mies met hun jongens is niet meer van deze tijd. Kinderen zijn vaak geobsedeerd door een sigaret of sigaartje dat aangestoken wordt en ja hoor Harry kreeg het voor elkaar en het werd een grappige foto. Mijn eerste kennismaking met vader Hein werd mede door dezelfde nieuwsgierigheid van mijn kant een succes. Toen hij voor het eerst bij ons kwam en in het gezellige keukentje op de Haar zijn sigaretje aanstak waren Diny en ik meteen in de ban. Ik wilde ook een trekje en die kreeg ik. Diny wilde ook en ja hoor. Zij mocht ook. Het bleef bij die ene keer. Tja wat wil je als je bij je nieuwe dochters in de smaak wilt vallen. Op de Haar werd door opa Bijenhof niet gerookt. Hij zei altijd:Als het noe de bedoeling van onzen Leeven Heer was dat wie-j zollen roken had e ons wel een schosteentjen met egeven. Die sigaretten werden door vader Hein later afgeschaft en er kwam de bolknak voor in de plaats gewoon voor bij een vergadering of visite. Er stond op De Boomgaard altijd een doos Willem 2 op de schoorsteenmantel in de voorkamer en voor pa naar zon vergadering van de Boerenleenbank, de Botterfabriek, Kerkeraod of de Huusholdschole ging, stak hij er één in het bovenste zakje van zijn colbert. De vergaderruimtes en woonkamers waren bij zulke gelegenheden vaak blauw van de rook. Alleen de vrouwen klaagden er over . Ie-j kriegt r zukke smerige gedienen van . ! Nu ik er aan denk ruik ik het weer. Nee ik vond het geen nare lucht, maar misschien is het de nostalgie die toeslaat.
This picture of Gijs and Mies is not done nowadays. Children often are obsessed when a cigar or cigaret has been lighted and yes Harry got it and it became a funny picture. My first acquaintance with father Hein has been a success out of my own curiosity. When we saw him that first time in that cosy kitchen at De Haar he was smoking a cigarette. Diny was 4 and I was 6 years old. We were put on his knee and saw the smoke coming and we also wanted to do so. He agreed, but only that first time. At our home De Haar opa Bijenhof did not smoke. I remember his explanation: When it was meant by our Lord we would be smokers he would have given us a little chimney. Later on the cigarettes has been changed in cigars , just only for meetings and visits. I remember the box with Willem 2 cigars on the mantel piece in the front room at De Boomgaard. When he left in the evening for a meeting of the farmers bank, the dairy factory, the church or the domestic science school, he always took one of his favourite cigars and put it in his chest pocket . Those meeting- and living rooms often were full of smoke, but only the women complained my curtains I have to wash them again.. However its strange when I remember those evenings with all the family ànd smell its just like I smell it again. No not an nasty smell, but that might be nostalgic feeling.
Ik heb het al eens eerder genoemd, maar ik vind het hier bij passen om het te vertellen. Gerald, je weet wel onze tuinadviseur, vertelde over het slimme en felle Jack Russelltje van Mies en Gijs, Het was ooit door een wild varken te pakken genomen en zn hele buik lag los. Gijs had toen in het bos die wond provisorisch weer genaaid. Het hondje overleefde de ingreep en was een perfecte hond wat betreft het opsporen van wild. Op een keer waren prins Bernard en consorten er om op wilde varkens te gaan jagen. Meestal werd vóór de jachtpartij de beer gevangen en apart gezet. Die was aangekocht en vrij kostbaar. Dan zou het beginnen. Gijs kon dit keer niet mee maar Gerald had zn hondje wel meegenomen. Bernard had zn eigen honden bij zich en het eerste wat hij zei was:Weg met die hond. Gerald hield het hondje achter zn jas en beloofde dat ze er geen last van zouden hebben. De honden van prins Bernard bakten er deze dag niets van. Geen varken kregen ze in het vizier. Zal dit hondje het eens proberen, stelde Gerald toen voor. Bernard zag er niets in, maar hij mocht het proberen met die kleine Jack Russell. In korte tijd kregen ze 10 varkens te zien en schoten er vier. Bernard was onder de indruk en bood 1500 voor de hond. Maar het was de hond van Gijs. Alle medewerkers, inclusief de hond, kregen de gebruikelijke 7,50 mee als vergoeding. Toen Gerald de hond plus de 7,50 terug bracht bij Gijs en Mies vertelde hij van het aanbod van de prins. Hoewel het lang geen vetpot was bij jachtopzieners in die tijd, keek Gijs Mies eens aan en wees het aanbod af:Deze week heeft die kleine opdonder ons nog wakker gemaakt bij een beginnende brand. Hij blafte net zo lang tot we wakker waren. Die hond gaat hier nooit weg.
Gerald, as you might know our garden adviser, told about that smart and sharp Jack Russell of Gijs and Mies. Once a wild boar had wounded that little dog and in the woods Gijs had sewed that large wound provisional. The dog survived that trauma and was a perfect dog to hunt up the wild boars. One time Prince Bernard and his friends came hunting. Gijs could not come this day and Gerald had to go. He took Gijs dog with him and kept him in his jacket. Prince Bernard had his own hunting dogs with him and said: That dog has to go. But Gerald promised him to keep that dog under his jacket. He wouldnt cause any trouble. So the hunting dogs didnt do their job well. No wild boar was to be seen. Than Gerald offered to do a try with Gijs dog. Prins Bernard agreed and in no time 10 boars were to be seen and they shoot four of them. Prins Bernard was very impressed and offered Gerald 1500 for that smart doggie. Gerald promised to ask Gijs. So all the men ànd the dog went home with 7,50 each for their service. When Gerald came to the house of Gijs and Mies he told about the good work of his dog and the offer of Bernard to buy the dog for 1500. A forest ranger did not earn much money, but Gijs looked at Mies and shaked his head. No no. Last week he saved us. He was barking until we waked up at night, because there was a begin of a fire in the house. Well never let him go!
Mies was de jongste zus van vader Hendrik Jan. Een sportief type volgens mama en wat nonchalant. Vooral door dat laatste vond ze dat ik op Mies leek. Mies ging op een gegeven moment ook naar De Steeg. Ik denk dat ze in die buurt een baan kreeg. Tante Heintje was in die tijd allang getrouwd met haar Koos en woonden daar in De Steeg op een boerderij van Natuurmonumenten. En ze hadden een kostganger: Gijs van Veldhuizen. "Nee", vertelde tante Heintje, "die Gijs daar zit geen vrouwenvlees aan". Die had blijkbaar nog nooit interesse getoond voor meisjes. Hij was jachtopziener op de Imbosch, in de buurt van de Posbank ten noorden van De Steeg. Maar tante Heintje vergiste zich. Mies kwam... zag... en overwon. Zo gauw Mies verscheen was Gijs' interesse gewekt. Hier zie je hem in zijn werktenue en beiden zien er jong en gelukkig uit. Ja toch? Vandaag kwam onze tuinadviseur Gerald net weer bij ons aan om met ons te kijken wat er veranderd, -lees: gemakkelijker in onderhoud gemaakt- kan worden. Hij kent Gijs en Mies uit de tijd dat hij in Velp woonde en ook werk als jachtopziener deed.
The youngest sister of dad Hendrik Jan was Mies. A sporty type and she had a bit of nonchalance about her. Especially by that last one mama had the idea I was like her. On a certain moment Mies went to the Steeg, I think that she went for work or to help Heintje. Heintje had already married her Koos and lived there in De Steeg on that beautiful farm from Natuurmonumenten. And they had a boarder: Gijs van Veldhuizen. O no, tante Heintje said, that Gijs isnt interested in women at all. He was a forest ranger in the Imbosch, just north of De Steeg. But tante Heintje was wrong. As soon as Mies made her appearance Gijs seemed to wake up. You see him on this picture in his ranger uniform and Mies and Gijs both are looking very young and happy, arent they?
De datum weet ik niet, maar het zal ergens in 1941 zijn geweest dat Coba en Hendrik Jan zich verloofden. En er werd een foto gemaakt. En meteen zie je wat duidelijker hun gezicht. Het bijzondere van deze foto is dat ik het pak van papa Hendrik Jan herken Wanneer opa later bij ons kwam met een verjaardag droeg hij vaak dit pak. Het kan niet missen. Ik wist dat het van Hendrik Jan was. Nu zie ik dat hij het op deze foto draagt.
Somewhere in 1941 Coba and Hendrik Jan got engaged. And a photo was taken. So their faces are more clear. Special is it to see Hendrik Jan's suit and of course that both are wearing a tie as it was usual at that time. I recognize it. Opa was wearing it when he came to the Boomgaard on birthdays of one of us. I knew he was wearing Hendrik Jan's suit and now I see it's this one.
Hendrik Jan en Coba op weg van het gemeentehuis, links op de foto, naar de N.H. Kerk. Volgens tante Hermien ging mama altijd kijken als er een trouwerij was in Vorden. Nu was ze zelf aan de beurt. Je moet wel goed kijken om de familie uit elkaar te houden, maar ik zie de opoe's en een aantal tantes en de neefjes en nichtjes. Rechts op de foto is het postkantoor te zien waar in later tijd ome Jaap Harwig zetelde als hemp, een troetelwoordje voor hoofdemployé. En ik altijd maar denken dat het hemd was,zoals mama zei, als aanduiding dat zijn functie net onder de directeur zat. Maar ja wie zich mama's verbasteringen, als sesycar voor stationcar en de Radsasa voor een restaurant dat De Radstake heette nog herinnert, kan zich indenken dat ik veel van haar kleurrijke woordenschat overgenomen heb.
Hendrik Jan and Coba on their way from the village hall to the church. Tante Hermien told us that mama went to every marriage in the village of Vorden to see the bride. This time it's her turn. You have to look carefully who is to be seen. I recognize the opoe's and a few tantes and of course the nephews and nieces and even Elly, the Jewish girl. On the right you can see the post office where oom Jaap later on had his job as hemp, the nickname for head emloyé. I always thought it was hemd (under shirt), so mama said, because this function was just beneath the director's. But who does remember mama's changed words, such as sesycar for a stationwagen and the Ratsasa for a restaurant, called the Radstake, will not be surprised that I used those colourful words a long time after I moved from home.
De dag van hun leven,.. daar in Vorden in september 1942. Volgens mij zitten ze op een hoek van de kippenren. Ze mogen er wel een stoel bij gezet hebben om er op te komen . En dan voor de foto de stoel gauw weer weghalen. Of zou Hendrik Jan zijn Coba er op getild en zelf met een hup er naast gesprongen zijn. Aan de bruidsjurk zelf is geen haaltje of scheurtje te zien. Die hangt nu nog bij ons in de kast. Prachtig donkerblauw kant. Er zou een soort roze onderjurk bij gehoord hebben. Kwam vast uit de kleermakerij van oom Sjoerd Aartsen.
The day of their life,... september 1942 in Vorden. They might been sitting on the chicken run. They had to use a chair to come on that roof. And than quickly remove that chair because of this picture. Or Hendrik Jan would have lifted his Coba on it and with a hup jumped on it too. No tear or rip is to be seen on that beautiful dark blue wedding dress. Until now it's in my wardrobe. Must have been made by tailer and dress maker Sjoerd Aartsen, I'm sure!
Onder t licht draaien schoot mij een gedichtje door t hoofd. Ik heb het steeds heel mooi gevonden. Het enigste wat er mij aan scheelt dat is dat ik er zo zelden wezenlijk in leef. En dan denk ik: kan ik dat niet of wil ik dat niet, dat is mezelf duister. Maar hier gaat het dan:
Ik schep niet als in vroeger dagen Mijzelf een toekomst meer, Maar leg mijn hopen en mijn trachten In Uwe handen, Heer. Naar grote dingen heeft mijn ziele Gehunkerd en gehaakt, Maar ach, in t grote was geen vrede, Gij hebt mij klein gemaakt. O, laat mij kleiner maar steeds worden, Maar mindren meer en meer, Mijzelf vergetend, U slechts volgen, Ik niets, Gij alles Heer!
Is dat niet mooi? Voor de dichter is het zeker levenservaring geweest.
Friday morning
While I was turning the light __ Ive not exactly an idea what that would be. Perhaps it had to do with something what was used during the war to generate electricity a little poem came into my mind. Its only that Im not living in it most of the time. Than Im thinking about it: Is it that I cannot live in it or is it I dont want to live in it?
So here it is:
I do not create as before A future any more, But lay my hope and trying In Your hands my Lord. My soul has always hankered After great things But ach, no peace I ve found in that, Youve made me small. O, let me become small and smaller, And lessen more and more, Forget myself, only You to follow, Nothing for me, for You its all.
Isnt that wonderful? It must have been life experience for the poet.
We hadden het even over die uitzending van 17 april. Toen zei je dat sommigen er wel anders over dachten. Maar meningen of het nu een dominee of een schooier is hebben niet de minste waarde, maar als het gaat om geloofservaringen, daar stel ik belang in, want ervaringen spreken elkaar nooit tegen maar vullen mekaar aan. Stuur zo iemand eens naar mij toe, dat zou ik fijn vinden, maar nog eens meningen hebben geen waarde.
Vriend Johan
Dear Friend Hendrik Jan, Last time we talked about that broadcasting from the 17th of April. You said that some people might think different about it. But opinions... wether from a reverent or a tramp, are of no value. However when it is about religious experiences, I'm interested, because experiences never contradict but supply each other. You might sent me such a person, I would be delighted, but again.... opinions are of no value.
Op deze foto zie je opoe en opa ergens eind dertiger jaren met juffrouw Ouwenaller in hun midden. Zij was directrice van de Rekkense Inrichtingen, een internaat voor jeugd met problemen. Ik heb begrepen dat een aantal van deze kinderen ook welkom zijn geweest op de Boskamp. Opa was een vrijdenker, christen èn socialist en bovendien tegen alle geweld, een echte pacifist. En hierdoor kreeg hij contacten door het hele land. Behalve met juffrouw Ouwenaller onderhielden ze ook een warme vriendschap met de fam. Boeke, van de school van Kees Boeke in Baarn waar ook de prinsessen naar school gingen. Ook de familie van Drimmelen uit Den Haag kwam vaak bij opa en opoe Eggink over de vloer. Zij hadden een boekhandel en veel van de boeken van opa hadden zon plakkertje voorin van deze boekhandel. En zelfs ds J.J. Buskes , die in één van zijn overdenkingen over opa zelfs het canapeetje beschreef waar opa vaak zat, moet er op bezoek geweest zijn om van gedachten te wisselen. Deze juffrouw Ouwenaller was het die gezorgd heeft dat er een bijzondere steen op het graf van Dina kwam te staan.
On this picture which has been taken end thirtys of the 20th century you recognize opa and opoe Eggink and miss Ouwenaller is standing between them. She was the director of the Rekkense Inrichtingen, an institution for children with problems. There might have been several of those children at the Boskamp too. Opa was a freethinker, Christian and socialist and against any form of violence, a real pacifist. By this hes got contacts in the whole country. Except miss Ouwenaller they found friends in the family Boeke, the founder of de Werkplaats, the school in Baarn where also the princesses went. And also the fam. Van Drimmelen became close friends. They owned a bookshop in The Hague and a lot of opas books contained a little label with the name of that bookshop. And even ds Buskes told in one of his books about a visit at the Boskamp where opa was sitting on his small sofa and exchanged views about faith. This miss Ouwenaller had paid for the memorial stone on Dinas grave.
Waar komt die uitdrukking toch vandaan: lid zijn van de blauwe knoop? In de 19e eeuw waren er al mensen die iets wilden doen aan het drankmisbruik door alle ellende die dat met zich meebracht. Ze lieten dat zien door een blauwe knoop op hun kleding te dragen. Bovendien kwam er een eerste Drankwet in 1881. Er moest een vergunning zijn voor er sterke drank geschonken mocht worden in openbare gelegenheden.De comsumptie van sterke drank was op dat moment 10 liter per hoofd van de bevolking, nonnetjes en baby's meegerekend, in Amsterdam zelfs 15 liter! In 1914 was het gemiddelde gedaald tot 7 liter, nog veel trouwens. Er ontstonden verschillende richtingen ter bestrijding van dat alcoholmisbruik. Ik heb geen idee of opa en Hendrik Jan officieel lid waren van één van deze bonden. De laatste is nog niet zo lang geleden opgeheven. Opa droeg wel een speldje, maar ik heb geen idee of dat iets met de blauwe knoop te maken had. Tante Jantje weet er vast wel meer van.
Een klein verhaaltje uit die tijd uit het propaganda materiaal tegen drankmisbruik: Een vrouw kwam in een herberg en liep kalm naar haar man die met drie vrienden zat te drinken. Ze zette een overdekte schaal op tafel en zei:Je zult het wel te druk hebben om thuis te komen eten, Jan. Daarom breng ik het maar hier. Toen ging de vrouw weg. De man was er werkelijk een beetje verslagen van. Hij lichtte de deksel op en vond een lege schaal! Er lag een papiertje bij met de woorden: Ik hoop dat je eten goed zal smaken. Je vrouw en kinderen eten thuis hetzelfde.
Why do we say: being a member of the blue button? In the 19th century already people wanted to do something against that drinking problem because of all that misery caused by alcohol and they went on to set up a temperance society. They showed it by wearing a blue button on their clothes. I have no idea if opa , Hendrik Jan or Herman ever have been official members of such a society. The last one of those temperance society's is abolished a few years ago. Opa was wearing a little badge, but I dont know that had to do with a membership of that blue button. Im sure tante Jantje will know more about it.
A little story from the time of making propaganda against this alcohol abuse: A woman went to the inn and walked calm to her husband who was sitting there drinking with three friends. She put a covered dish on the table and said:Im sure you are very busy so I bring you your dinner over here. The man looked a bit crushed. He removed the cover of the dish and found an empty dish with a piece of paper in it with the following words: I hope you will enjoy your meal. Your wife and children will have the same at home.
Deze foto is uit 1946. Zo te zien zijn ze met de buurt van De Boskamp aan het dorsen geweest en drinken ze er een op na het werk. Ikzelf herken niemand, maar wie weet.... iemand anders?
Het verbaast me dat er bij opa Eggink bier gedronken zou zijn. Opa was immers van de blauwe knoop? Ook onze vader Hendrik Jan was een tegenstander van alle soorten alcoholische dranken omdat er zoveel ellende van te zien is. Ik meen ook dat ome Herman er fel op tegen was. Hier zie ik toch flesjes die lijken bier te bevatten. Het kan ook dorsen bij een buurman geweest zijn natuurlijk.
1946- After treshing at the Boskamp the neighbours are very thirsty and have a drink together. I don't know anybody on this picture, but you never know who does.
It s a surprise to see the bottles. It looks like beer is in it and . Opa was a serious opponent of all kinds of alcoholic drinks, just like our father Hendrik Jan and uncle Herman, because of all misery it causes. So I really see such bottles. It might be at a neighbours farm.
Ach weer zo'n foto waarbij je bijna heimwee krijgt naar de geur van de deel en de koeien. Zo te zien is het een zondag, want ome Jan heeft te nette kleren aan voor een door de weekse dag. Maar ook op zondag moeten de koeien gevoerd. Vaak kregen de koeien 's winters na het melken nog een soort koek. Daar waren ze gek op! Ik vraag me alleen af wat dat voor groen spul is midden op de deel. Geen hooi of persvoer in elk geval. Het zouden knollen kunnen zijn. Ik voel meteen m'n handen koud worden. Die knollen werden eind oktober, begin november geplukt. Ja gewoon met de hand. Je nam een vierkant van bv 10x 10 m en begon ze uit de grond te trekken en in het midden op een hoop te gooien. Soms vroor het al en met handschoenen aan kon je niet plukken. Pa had de methode ontdekt om geen tè koude handen te krijgen door de armen eerst wijd te doen en dan met een flinke klap een keer of 6 om je eigen lichaam te slaan zodat het bloed goed naar je handen stroomde. Ach....
Again a picture at the Boskamp. You almost get nostalgia to smell the "deel", barn, with the cows. I think it has to be a sunday evening, because of Ome Jan's clothes, to nice for a weekly day. But... also on a Sunday the cows need their food. In winter the cows get their extra cooky after milking time. They were very fond of it. I'm just wondering what kind of food it is in the middle of the deel. No hay or silage I'm sure. It might be a kind of tubers(?) And I'm feeling my cold hands again. About the end of Oktober at de Boomgaard we had to take the tubers from a part of 10 x 10 m and pull them out and throw them on a pile. You couldn't do that with gloves and sometimes it was freezing already. Ach....
In het album van tante Jo vond ik deze foto van tante Heintje, waarschijnlijk uit haar tijd als kamermeisje op Rhederoord in De Steeg. Ze draagt hier nog keurige zwarte kousen. Een paar van onze tantes, in elk geval was Dina en Mies, gingen over op vleeskleurige. Dat veroorzaakte nogal wat gemor. Ome Gerrit Voortman heeft er nog erg tegen geageerd.
In tanta Jo's photo album I 've found this picture , probably at the time she worked at Rhederoord in De Steeg. She is wearing decent black stockings. A few of the sisters, Dina and Mies, started wearing nude stockings. That caused a lot of murmuring and letters by ome Gerrit Voortman
Hoera hoera . Tante Heintje is 100 jaar! Gefeliciteerd! De datum was me eerlijk gezegd ontgaan, maar voormalig buurmeisje van de Boskamp Jannie Dinkelman stuurde een mail met de link naar de Stentor die er een artikel aan gewijd heeft. En zo hoort het ook. Klik op de titel van dit stukje en je kunt het lezen. Alleen de foto die er bij stond is niet op de website te vinden. Daarom deze maar van het bezoekje aan haar een poosje terug. Met dank aan Jannie!
Laughing every day thats the medicin to get your 100 years. Positive in life is your guaranty to reach the 100.
In retirement home De Borkel where she celebrated her 100th birthday, Heintje Jansen- Eggink is telling about her strong family. More brothers and sisters reached a very high age.
When you are looking at her you wouldnt guess she is 100 yet. She is talking, very clearly and can understand another when its not too busy around her. She is reading her books and sometimes she listens with great pleasure to a spoken book.
She had to work hard with the farm and the care of her 10 children. Before she married she worked on the castle Rhederoord in De Steeg as a chambermaid. Her daughter Nel also mentions her positive character, while she has had times of sorrow too. Her first husband died when he was only 60. It felt like the walls of the house would fall on me. I asked my eldest daughter what to do. And she said: go swimming, So she did until she was about 75.
However she missed the company of a husband. And she did marry again. Her new husband didnt have any children. but with her 10 he was happy too.
She also had time for her passion: travelling and so she did. During her marriage with her first husband there was no time on their farm and the care of her 10 children and he also didnt want to go abroad. But now she went to Amerika and Australie to visit her family.
Both World Wars she saw. But that werent the most impressing moments. That was when the children came home and were sitting at the table telling about what has happened that day. She loved those moments so cosy all of them together. Her ten children and 19 grandchildren and 18 grand-grandcildren now.
As she has reached that number of 100, she would like to surpass the oldest inhabitant of the Borkel. The oldest one, a woman, will be 107 next month.
Waarschijnlijk een briefje van opa aan tante Jo aan het einde van zijn leven. Zijn AOW verdeelde hij telkens onder zijn kinderen en nu is Jo aan de beurt.
Van huis
Ik wilde tenminste deze maand de kinderen allemaal weer een geel papiertje sturen en dan Herman de volgende maand als ik dat beleef een 100 sturen.. Ik heb hem allang verwaarloosd. En Jo nu ben je dan de laatste. Dika kwam straks nog, anders had die de laatste geweest. De kinderen gaan zondag weer naar de kerk en dan ga ik naar Dika. Morgen is Coba jarig. Ze willen mij weer ophalen met Gerritje van de bakker. Verlopen zondag had Jantje een gewone werkdag door al die visites. Ik weet het niet precies meer, maar minstens 12. Bartje van de Jager ook nog. Jantje vond dat hadden ze over 4 zondagen moeten uitstrijken. Driekus en vrouw uit Beekbergen kwamen nog. Zo kregen wij verlopen zondag te veel van het goeie. En ja verder is hier geen bijzonder nieuws en stop maar. Hoop dat het nog te lezen is.
De groeten van ons drieën
Vader
ps Met Gerritje van de bakker wordt opoe Bruins bedoeld, de opoe van de Bijenhofjes uit de Wildenborch die ook altijd bij verjaardagen op De Boomgaard opgehaald werd. Bij Bruins was vroeger ook een bakkerij ... vandaar!
About a yellow paper
Probably a note from opa to tante Jo at the end of his life. His AOW he divided among his children again and now Jo is the last one.
From home
I wanted at least this month to give all the children a yellow paper (25) and then send Herman the next month, if I'm still there, a $ 100 mail .. I've neglected him too long. Jo and you are the last one yet. Dika just came, otherwise she would have been last. The children go to church Sunday and then I will go to Dika's place. Tomorrow it's Coba's birthday. They will come and collect me ànd Gerritje of the baker too by car. It seemed to be a normal day with lots of work last Sunday by all those visits. I do not quite remember, but at least 12 visitors came. Bartje of the Jager also. Jantje thought they could better have come on 4 Sundays. Driekus and his wife from Beekbergen did come too. So we've got too much for one Sunday. And yes... there is no special news any more and stop it. Hope you can read my handwriting.
Greetings of all the three of us.
Father
ps With Gerritje the baker is meand opoe Bruins, the grandma of the Bijenhofjes from the Wildenborch. As always they were collected on birthdays at De Boomgaard. At Bruins was formerly a bakery ... so!