Foto
Zoeken in blog

Beoordeel dit blog
  Zeer goed
  Goed
  Voldoende
  Nog wat bijwerken
  Nog veel werk aan
 
Inhoud blog
  • praktisch
  • bloemen
  • vogel
  • de jonge
  • lied
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Altijd in beweging met van alles en nog wat...

    14-02-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.wereld

    Een gedicht van Aart de Leeuw 1876-1931

    DE WERELD

    Hij hield de handen voor 't gezicht,
    Hij dacht door tranen te verstaan,
    En in dit duister, diep en dicht,
    Zag hij de bonte wereld aan;

    Hoe blonk het goud, hoe rees de stad
    Gehorend opwaarts voor het blauw;
    Wie ooit gezocht had en bezat,
    Hoe maakte rook zijn vensters grauw.

    Hij nam de handen van 't gezicht,
    En Mei liep lieflijk langs het land,
    Er scheen een ander, reiner licht,
    En groen ook werd het naakte zand,

    Het leek eenvoudig wat hij zag,
    Dat het een kind bedenken kon,
    En toch, niet anders bleek de dag,
    En zo was God, en zo de zon.

    schrijver

    14-02-2018 om 22:32 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    13-02-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.kees

    Een gedicht van W.J. van Zeggelen 1811-1879

      

    Kees op reis.

    Kees spekt zijn beurs en koopt een pas,
    En wil de wereld zien: 
    En vliegt door 't ruim en maakt, per as,
    Van honderd uren - tien. 

    Kees kijkt in 't rond en suizebolt
    En veegt zijn bril eens af: 
    't Is of de wereld draait en tolt,
    De dommelaar tot straf. 

    Kees klaagt zijn nood en wrijft zijn neus;
    En ruikt slechts stank en stoom; 
    En 't woord ontvalt hem: had ik keus,
    Dan liever log en loom! 

    Kees krijgt wat moed en schikt zich wat
    En spreekt zijn reisbuur aan, 
    Deez gluurt hem toe, vrij stroef en prat,
    En kan hem niet verstaan. 

    Kees wikt zijn beurs en zucht er van
    En derft zijn lange pijp; 
    En ieder rood-gekraagde man
    Brengt Kees wát in de knijp! 

    Kees tuurt in 't rond door grote steên
    En mist nu dit dan dat, 
    En wordt verdrongen en vertreên
    Op 't druk belopen pad. 

    Kees zweet zich dood en loopt zich lam
    En eet wat hij niet lust, 
    En kruipt naar bed verstijfd en stram,
    En - vond hij dan nog rust! 

    Kees keert terug en snakt naar huis,
    Verwenst het vreemde land, 
    Roemt zedig eigen haard en kluis,
    Waar 't eigen vuurtje brandt.

    Kees eist bewond'ring voor zijn tocht;
    Men ziet het Kees wel aan, 
    Dat hij veel nieuws, veel schoons... bezocht?...
    Neen, is voorbijgegaan. 


    1846.

    De dichtwerken (1886)

    schrijver

    13-02-2018 om 22:30 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    12-02-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.gebed

    Een gedicht van Jacobus Revius 1586-1658

     

    Morgen-gebed

    In ‘t oosten klaar laat blozen
    De dageraad
    De liefelijke rozen
    Van haar gelaat.

    O helle morgensterre
    Gods eeuwig zoon
    Schiet op ons hert van verre
    Uw stralen schoon.

    Vermeer tot uwe love
    Het kranke licht
    Van onze klein gelove
    En toeverzicht.

    Maak wakker al ons leden
    En traag gemoed
    Om vlijtig in te treden
    Uw paden goed.

    Totdat wij eens in waarheid
    Verheven hoog
    Aanschouwen uwe klaarheid
    Van oog tot oog.

    Over-Ysselsche sangen en dichten (1630)

    schrijver

    12-02-2018 om 21:38 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    11-02-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.piet lut

    Een gedicht van Speenhoff 1869-1945

    Piet Lut

    Meneer Piet Lut kent iedereen, 't is een man van zaken
    Die zich zeer gewichtig voelt, als de schoenen kraken
    Zondags loopt 'ie langs de kerk, o, 't is zo'n fijne!
    Als 'ie op de dienstmeid vloekt, zegt 'ie 'Gossiemijne'

    Meneer Piet Lut, die rekent zich bij de brave mensen
    Die de prostitutiezaak vreselijk verwensen
    Hij is van dat fijne soort, die de schijn vermijden
    Maar de kat in 't donker knijpt, op de keukenmeiden

    Meneer Piet Lut, als vrijgezel, had een aardig meissie
    Daarmee deed 'ie in 't geniep menig boemelreissie
    Eens zei hij: "Vaarwel, lief kind, ik ga deftig trouwen
    Maar ik laat je niet alleen, jij mag ons kindje houen"

    Hij zit in een Duitse kroeg, 's avonds tegen tienen
    Knijpt 'ie stiekem in 't vlees van de kelnerienen.
    En die zeggen 'm aan z'n oor: "O, jou stoute blondje
    Ieder kneepie kost een fooi, of je geeft een rondje"

    Meneer Piet Lut z'n neus is rood, net zo rood als kroten
    Als een vlieg d'r lang op zit, is 'ie aangeschoten
    "Daar kan ik toch niks aan doen", hoor je hem steeds urmen
    "Dat komt niet van de rooie wijn, ik heb last van wurmen"

    Hij denkt dat 'ie om z'n geld overal gezien is
    De meisies schelden 'm op de straat uit voor uitgeholde Tinus
    En wanneer 'ie dan zo loopt, schijnt 'ie te vergeten
    Dat z'n opoe in een kroeg proppies heeft gesleten

    Meneer Piet Lut heeft de koetsier en een open koessie
    Ze rijden samen langs de straat, enkel voor 'n smoessie
    Dan zie je nooit wie van de twee, of toch de koetsier is
    't Enige wat je wel kan zien, is, wie de grootste klier is




    schrijver

    11-02-2018 om 15:38 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    10-02-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.voorspook

    Een gedicht van Jan Jacob Slauerhoff 1898-1936

    Voorspook

    Zij die dood zijn en die gauw moeten,
    Schijnen elkaar vooruit te ontmoeten;
    In 't laatst van hun leven hebben zij dromen
    Waarin reeds gestorvnen binnenkomen
    En rustig met hen zitten te praten
    En zeggen: ‘Je moet het leven laten
    Glijden, dan gaat het haast vanzelve...’
    Maar die nog leven plotseling haten
    Hen, die zo gemakkelijk praten,
    En verlangen hen weer te bedelven.

    Dan zeggen ze niets meer, zweven weg,
    Nog momplend: ‘Zo zijn wij doodgegaan.’
    En die nog leven informeren
    En horen dan van zware doodsstrijd
    En denken: ‘Dan zullen we 't wel niet leren,
    Al hebben we ook nog zoveel tijd.

    ‘Of zullen we ook rustig overgaan
    En later de nog levenden kwellen
    Door hun zeer mild en zacht te voorspellen,
    Dat zij foltringen zullen doorstaan,
    Waarbij al 't eerder lijden niets was,
    Dat het is een spitsroedenpad
    Van levend mens uit de drukke stad
    Naar die plek stil, diep onder gras?’

    Al dwalend (1929)

    schrijver

    10-02-2018 om 22:13 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    09-02-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vioolspel

    Een gedicht van Helene Swarth 1859-1941

    VADERS VIOOLSPEL

    Hij speelde viool, in de schemering ~
    En de weemoed doorbeefde mijn kinderziel.
    En ik voelde mij veilig als hij mij omving
    En 'k begrijp niet waarom hij zo vroeg mij ontviel.

    O ik danste aan zijn arm als hij bracht mij naar school!
    Zelfs in regen en storm leek de weg mij niet lang —
    Waarom moet ik nu dromen van die viool
    En verlangen zo droef naar zijn kus op mijn wang?

    Ik was nog zó jong, een zó argeloos kind!
    'k Had zózeer nog van node zijn liefde en zijn steun.
    'k Riep, toen 'k hém niet meer had: — ‘Is er géen, die mij mint?’
    En ik tastte, in het donker, naar d'arm, waar 'k op leun.

    Wel waren wij stil, voor elkaar wat schuw.
    Maar hij had mij gered, eer mijn vrede verging,
    Uit de greep van het leven, zó hard, zó ruw
    Met zijn zoete viool, in de schemering.

    Morgenrood (1929)

    schrijver

    09-02-2018 om 23:49 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    08-02-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.harmonicaspeler

    Een gedicht van Jan van Nijlen 1884-1965

    De harmonicaspeler 

    Gezeten op de drempel van een huis,
    speelt hij gewichtig, stoer en onbaatzuchtig
    voor iedereen. Zij, die het vaderhuis
    nimmer vergeten en zij, die voortvluchtig
    dolen van land tot land: de dichters, de matrozen,
    de reizigers, die zonder éne cent,
    het land ontdekken door hun droom verkozen,
    luistren naar 't schreien van zijn instrument.

    Hij weent, hij juicht, de goede goochelaar,
    en door zijn droomrig, langoureus gebaar
    voelt iedereen zich weer het dwaze kind:

    de rentenier vergeet zijn lieve renten,
    de filosoof zijn kostbaarste argumenten,
    de veertigjaarge dat hij heeft bemind.

    De vogel Phoenix (1928)

    schrijver

    08-02-2018 om 21:31 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    07-02-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.kind

    Een gedicht van P.C. Boutens 1870-1943

    Het geredde kind

    ‘Gij kunt niet raden met wat liefde wonderbaar
    De grote diepe zee ik minnen moet,
    Sinds, vader, gij met eigen lijfsgevaar
    Mij opbracht uit haar vloed.

    En dagen lag ik, niet, zo stil alsof ik sliep
    Achter gordijngedonkerd raam
    En hoorde niet of moeder riep
    Mij bij mijn eigen naam? -

    Hoe kan ik anders dan gelukkig zijn
    Bij dit geluk dat uit uw ogen lacht
    Zo teer dat nimmer zonder tranenschijn
    Het wordt herdacht?

    Maar o de zee en o de droom
    Waar ik mij nog niet op bezinnen kon,
    Maar waar ik weg uit kwam zo traag, zo loom,
    Juist toen het mooist begon!’

    Gegeven keur (1942)

    schrijver

    07-02-2018 om 21:52 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    06-02-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ouderdom

    Een gedicht van L,P Vooys 1875-1855

     

    Mijn ouderdom is rijp om uit te spreken

    Mijn ouderdom is rijp om uit te spreken
    het diepste wat mijn hart ervaren mocht, en toch -
    toen ik voor 't eerst naar rijmen zocht,
    was één uur rijker dan nu reeksen weken.

    De kracht, waarmee 'k als jongen dwalend vocht,
    is nu gestaald, en vaak vertrouwd gebleken; en toch -
    nu ik mijn hart wil openbreken, faalt mij de macht,
    die jeugdzang samenvlocht.

    Ik heb gewacht en mijn geduld beproefd,  
    van dag tot dag in onverzwakt vertrouwen,
    tot eens de zang - hoe lang zij in mij toeft
    zich als een rijpe bloei zal openvouwen.
    Hoe werd ik daaglijks meer en meer bedroefd
    dat week de lust om woorden op te bouwen.

    schrijver

    06-02-2018 om 22:03 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    05-02-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.rust

    Een gedicht van C.S. Adama van Scheltema 1877-1924

    De sprakeloze rust

    Gelukkig, die de stilte kent,
    Die, als de avond zinkt,
    De beker van vergeten drinkt
    En zich van 't leven wendt;

    Die mede met het licht bezwijkt
    In 't kleureloos verschiet,
    En kleureloze dingen ziet
    Waarin de wereld wijkt.

    Gelukkig, die geen luid gebed
    Meer op de lippen heeft,
    Die niet meer mee dit leven leeft,
    Doch, als een beeld op bed,

    Zijn vingers om zijn vingers vouwt
    En zich het harte blust,
    Waarop de eindeloze rust
    Haar piramide bouwt.

    Gelukkig, die geen licht of lied
    Of leven meer verbeidt,
    Die luistert naar de Eeuwigheid
    En in de hemel ziet!

    Uit stilte en strijd (1928)

    schrijver

    05-02-2018 om 21:39 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    04-02-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.kliniek

    Een gedicht van Frederik Schmidt-Degener 1881-1941

    Kliniek

    Die bleke wangen, levens laatste schans,
    'n vege strijd nog en 't is al gevloden.
    Vlucht dan dat éne ook, zo grif geboden,
    Schuchter aanvaard - slinkt dan voorgoed haar glans,


    als zonk van 't laatste rood de laatste vaan?
    Moet ook dat éne - eerst in schroom gemeden
    en toen gedeeld en fluisterend beleden -
    met het verwonnen leven ondergaan?


    Klinkt weer, ontroostbaar diep, verlangens-roep?
    Roffelt fluwelig-ver een spook-cadans?
    Wat wekt opnieuw de afgestreden troep?

    Verzet en aanval weten niet van wijken
    Nog krampt de hoop zich aan de laatste kans:
    Een ijle grens tussen twee koninkrijken.

    Silvedene - Liefde (1937)

    schrijver

    04-02-2018 om 19:19 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    03-02-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.dialogue mystique

    Een gedicht van Willem de Merode 1887-1939

    Dialogue mystique

    Komt ge zo laat tot mij? de dauw
    Der nacht dampt uit uw donkre kleren.
    Wilt ge den jammer van dit uur vermeêren,
    Dat bitter is van wroeging en berouw?

    Ik ben om u de woeste weg gegaan,
    Door wildernis en doornige valleien.
    Ik hoorde u, hopeloos, om deernis schreien ...
    Laat ge mij voor gesloten deuren staan?"

    'k Vermoedde uw komen door den nacht,
    En vrees de marteling van uw vergeven,
    Want ik kan toch niet naar uw liefde leven.
    Wat staat gij voor mijn woon en klaagt zo zacht?

    Laat ge mij wreed ter deure staan?
    Kunnen mijn handen u niet teder helen?
    Mag ik den weedom van uw haat niet delen?
    Maakt dan mijn liefde uw kwaad niet ongedaan?

    Ik riep u niet. Ik heb mijn hart
    Verboden aan uw hoge heil te denken,
    Want al begeren, wàt gij mij kunt schenken,
    Moet ik verliezen, en geeft dubble smart.

    'En als ik allen hoon vergeet?'
    Ga ik u nieuwe krenkingen bereiden.
    'Wilt ge dan, dat wij van elkander scheiden?
    Wilt ge dan scheiden? en gij noemt mij wreed?'

    Ach, Heer, ik weet niet, wat ik wil.
    Mijn hart heeft liefde en alle hoop verloren.
    'Open uw deur ... ik min u als tevoren.
    Open uw deur ... ik maak u goed en stil!'

    Maar ik ben arm! 'Ben ik niet rijk?
    Heb ik geen brood en wijn voor vele malen?
    Uw hoofd aan mijne borst, zal ik verhalen
    Van al mijn schatten en mijn heerlijk koninkrijk.'

    'Ik ben zo verre weg gegaan …'
    Zo kom dan in mijn woning rusten,
    Ik bied de hijgingen van al mijn lusten.
    En mijn berouw... 'en ik neem alles aan.'

    De overgave (1914 - 1918)

    schrijver

    03-02-2018 om 19:14 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    02-02-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.schijn

    Een gedicht van Fracois Pauwels 1888-1966

    Schijn

    Zo gij mij ziet,
    zo ben ik niet,
    't is schijn, 't is leugen:
    bij u, lief kind,
    te droef bemind,
    moet ik wel deugen.

    Uw fantasie
    is goudglans, die
    m' een zon doet lijken;
    dat maakt mij bang
    want, ach, hoe lang,
    op eens zal blijken,

    dat g' op uw wens
    een ander mens
    hebt doen verrijzen,
    een mens die leeft
    en waarheid heeft
    slechts in gepeinzen,

    dat g' aan mijn beeld
    hebt toebedeeld
    te grote schoonheid,
    en dat uw droom
    zinkt in de stroom
    van mijn gewoonheid.

    Maar wil dan toch
    niet aan bedrog
    of aan komedie denken,
    want aan uw zij
    moest ik van mij
    wel 't allerbeste schenken.

    schrijver

    02-02-2018 om 00:00 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    01-02-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.fernando

    Een gedicht van Jan Jacob Slauerhoff 1898-1936

    Fernando de Noronha

    De vinger Gods - een steile, plompe rots
    Staat op 't genaadloos strak azuur gericht.
    De ballingen op deze bruine schots
    Zijn ook gevangenen van zee en licht.

    Ontsnappingspogingen mislukken steeds,
    Het vasteland is duizend mijlen ver;
    Wel zijn drie hunner, vroeger, zeilend er
    Geland, maar als verdorste lijken reeds.

    Nooit heb ik in de neevlen van het Noorden -
    Die winters dempen weiden, sloten dicht,
    Waarin wanhopige boeren zich vermoorden,
    Door Godsdienst en Geweten streng gericht -

    Bevroed dat er een land van zonneschijn,
    Waar ook de dorste rots bloei moet ontvangen,
    Zo godvergeten desolaat kon zijn
    Dat het naar 't land der wolken doet verlangen.

    Een eiland, wel voor eeuwig vastgelopen
    In de staalblauwe harde hemelkring,
    Een ballingschap die niets meer heeft te hopen
    Van een aardbeving of omwenteling.

    Soleares

    schrijver

    01-02-2018 om 22:01 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    31-01-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.blijde

    Een gedicht van Karel van de Woestijne 1878-1929

    Wij zullen blijde zijn

    Wij zullen blíjde zijn... De bomen blozen
    van vruchten. En ons hoofd is schoon als duizend rozen,
    nu we overvloedig zijn van zwenkend zomer-bloed...
    o God, God, ik en kende U niet, en was verlóren;
    maar nu ge Uw adem door mijn adem deinen doet,
    is Uw gedaante menig-voud in mijn herboren,
    'lijk, beken-veel door 't barstend lente-land, een vloed.

    - Ik ben geheel; ik wéet U; en mijn dromen
    zijn gaanderijen voor Uw stem. En heel mijn lijf
    is 't duizel-ruisend huis en eindloos-wijd verblijf
    waar Uwe zomerheên als vaarten vreugd door stromen.
    Want thans is zomer zwaar der daden van Uw Daad,
    en 'k voel, ik die gelúkkig ben, hoe door de bomen
    bremstig Uw godd'lijk sap naar bast en blaêren slaat.

    Het vader-huis (1903)

    schrijver

    31-01-2018 om 21:18 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    30-01-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.in

    Een gedicht van Albrecht Rodenbach 1856-1880

    IN VLAANDEREN.

    Waar was men vrij toen alles boog?
                    In Vlaanderen!
    Waar leefde 't volk ‘dat niet en boog?’
    In Vlaanderen!
    Waar was men vrij toen alles boog?
    Waar leefde 't volk ‘dat niet en loog?’
    In Vlaanderen, ons Vaderland.

    Waar leefde 't vrije kerelsdiet?
    Waar klonk des klauwaarts zegelied?

    Waar leeft een volk nu zonder taal?
    Waar leeft een volk van apen kaal?

    Waar woont verbastering en smaad?
    Waar 't volk dat zich vertrappelen laat?

    Waar is het dat de Vlaming zwicht?
    Waar spuigt men in zijn aangezicht?

    Waar zucht een volk zijn zwanenlied?
    Waar sterft een groot en edel diet?


    Febr. 1876.

    Gedichten (1909)

    schrijver

    30-01-2018 om 21:42 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    29-01-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.sinds

    Een gedicht van Albert Verwey 1856-1936

     

    Sinds ik u álles gaf, ál wat ik ben

    Sinds ik u álles gaf, ál wat ik ben,
    En thans in ú mijzelve heerlijkst vind,
    Wat klage ik dan, daar gij een andre mint,
    Daar ik me, als de uwe, eraan meêplichtig ken?

    En daar ik ú ben, ben ’k dan niet verblind,
    Zo ’k op u toorn en dus mijzelve schen?
    En me aan úw liefde zoveel minder wen
    Dan aan mijn eigne, die ons zó verbindt?

    Moet ik niet vinden dat gij rijker zijt,
    Daar ge ál die liefde in u alleen vereent,
    En blij zijn dat ’k uw rijkdom met u deel?

    Zou ’t mij niet winst zijn dat ’k in ú altijd
    U min èn mij èn hem, om wie gij weent,
    Drieën in één en d’éne reeds zoveel.

    Van de liefde die vriendschap heet (1889)

    schrijver

    29-01-2018 om 21:33 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    27-01-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.bazar

    Een gedicht van Jacob Israël de Haan 1881-1924

    Specerijen-bazar.

    Dromend gaan door de specerijenstraatjes.
    De huisjes zijn van zoete geur doorstoofd.
    Het wolkt uit dozen, balen, kast en laadjes
    Ene bedwelming om mijn zalig hoofd.

    Kwatrijnen (1924)

    schrijver

    27-01-2018 om 17:39 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    26-01-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.perlgrim

    Een gedicht van Geert Gossaert 1884-1958

    De stervende pelgrim

    Wanneer, in 't moordend licht, te midden der woestijnen,
    De moede karavaan van wrede dorst versmacht,
    Ontschuilt ze, in 't zand gehukt, 't alzengend zonneschijnen,
    En beidt, in lome slaap, de koele wind der nacht.

    Maar dan, met d'eerste ster, herrijst ze en staat reisvaardig:
    De lendenen omgord, de kemelen belaên...
    Alleen één schaamle pelgrim voelt, ontzet, wreedaardig
    De onmacht, als een boei, zijn lamme lende omvaên.

    Wel, als in diepe droom, hoort hij van ver weerklinken
    Het koperen signaal dat 't uur der afreis meldt,
    En rijst...maar valt..., rijst wéér..voelt zich zijn krachte' ontzinken...,
    En zijn berusting wéét zich tot de dóód geveld.

    En langs zich, zwart fantoom, ziet hij de stoet verdwijnen
    In 't melken licht der maan en, 't oor in 't zand geleend,
    Hoort hij, een dof gerucht, der kem'len draf verkwijnen,
    En heft zijne ogen op naar d'eenzaamheid, en wéént.

    Zó al de bange nacht. Doch als de heuvlen vangen
    De matte mauve gloor van 't rijzend morgenlicht,
    Verheft hij, eerst, naar 't oost, de stad van zijn verlangen,
    Nog eenmaal, en voor 't laatst, 't aanbiddende aangezicht.

    Maar dan, met zijne huik, aleer, na weinige uren,
    'T delirium der dorst hem zijn verstand verdwaast,
    Verhult hij zijn gelaat voor 't fel geloer der gieren,
    Wier geilheid op de buit van stervende ogen aast:

    De dichter, met een wijle van woorden saamgeweven,
    En rond zich als een waas van weemoed uitgespreid,
    Verbergt, voor het gemeen, de waarheid van zijn leven...
    Het smartelijk gelaat van eige' ellendigheid.

    Experimenten

    schrijver

    26-01-2018 om 00:00 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    24-01-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vergelding

    Een gedicht van Paul van Ostaijen 1896-1928

    Vergelding

    Ik ben gelukkig wijl ik mezelf 'n anders mens heb gevonden
    die mij tot nog toe als een onbekende was;
    hij heeft geleefd ver weg en komt nu ongeschonden
    te voren in de Herfst, die voor mij als de schoonste Lente is.

    Niet lang geleden
    was een volmaakt sceptisch man te worden, mijn ideaal;
    alle hartstocht vergeten,
    het leven kalmpjes wegen en meten,
    zijn enkel cerebraal,
    en als een oud man, geheel bewust,
    doden elke woeste levenslust.

    Dikwijls heb ik tot mezelf gezegd:
    Paul, je weet, het leven is niet goed, het is niet slecht,
    het is slechts gewoon, gewoon door en door,
    als het werk op je kantoor.

    Je moet niet veel van het leven verwachten,
    je moet ook niet naar dood-zijn trachten,
    heel gewoon, zonder slag of stoot,
    zonder dat je geleefd hebt, komt de dood.

    Maar het leven heeft als 'n moeder, goed,
    een hoorn van ik-weet-niet-wat-overvloed
    over het hart van de verloren zoon
    gestrooid, - zijn ondankbaarheid ten loon.

    Ik ben zó blij, ik weet niet wat ik doen moet,
    het is Herfst, en 't is mij of ik slechts kende
    het eerste stralen van een nieuwe Lente
    in een tere, gele gloed.

    Ik zou willen lopen en elk mens
    die voorbijkomt, door de lens
    van mijn geluk doen kijken.

    Ik ben zó blij, wijl het leven
    mij ook gegeven
    heeft de korte angst van 't pijnlijk wachten
    op de welbeminde. En dag op dag
    die 'k vroeger vlieden zag
    in dorre eentonigheid, wordt tot een schaterlach:
    zonnebundels van geluk.

    Gedichten (1935)

    schrijver

    24-01-2018 om 22:06 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Archief per maand
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 07-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 07-2008
  • 06-2008
  • 05-2006


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!