Veel leesplezier, voor evt uitgevers en bestellingen http://www.writehistory.be/?p=store Contact op franciscusborst@hotmail.nl
06-11-2008
H1 Indonesiä d3 De tegenaanval
H1 Indonesiä d3 De tegenaanval
Als ik met het illustere trio 's morgens het hotel wil verlaten staat
de gehele personeelsafdeling alweer een paar uur te wachten tot wij
onze kamers uit komen om ons goede morgen te begroeten en een goede
reis toe te wensen. Ik krijg een vermoeiende flashback van de dag
ervoor van het handjes schudden dus zet ik mijn Rayban op en kijk zo
streng mogelijk, ik zie toch niets meer dan een wazige rij mensen over
een rode streep wat de loper is waarschijnlijk vanwege de kater en geef
dus maar snel en strak een eresaluut en loop dan met hele grote stappen
op het zonnelicht af dat door de bevrijdende ramen van de uitgang
schijnt.
"Jij bent ook grof," zegt mijn vader. "Je kunt ze toch wel een handje
geven." Ik reageerde niet eens als ik mijn vader en Ed achter mij
iedereen dag hoort zeggen en of bedankt.
Ik wilde mijn meisje zien en snel ook.
Anton de commissaris staat gelukkig te wachten bij de uitgang met een
pul koud bier met een ijsklont erin op een zilveren plaat alsof ik met
een gouden schaar een lintje moest doorknippen. Ik sla hem in een keer
achterover, laat een boer en zegt: "Good job Anton, I will recommend
you by the President for promotion." En laat nog een boer.
Anton staat weer te buikschudden van het lachen.
Ik geef hem een schouderklopje: "Good Job, good job."
Bij het woord President boog de Chinese directeur van het hotel die
buiten wachtte nog dieper dan ik voor mogelijk hield en moest ik hem
origineel persoonlijk aan zijn Batikkraag weer rechtop trekken om hem
te bedanken uit naam van mijn vader Ronald Reagan, de bevolking van de
Verenigde Staten van Amerika, mijn bodyguards, de minister van
binnenlandse zaken en alle andere landen die dankzij 'ons' leven in
'vrijheid'. Waar ik het vandaan haalde weet ik niet. Ik denk dat er te
veel presidentiele Amerikaanse toespraken op tv zijn en dat er
één was blijven hangen want de toespraak vloeide als
ingestudeerd uit mijn mond. Ik ging verder: "We hebben de economische
waarden van het Hotel zeer intensief doorgenomen en getest en heel hoog
ingeschat en het zal worden vermeld op de lijst der Toeristische
planning van Amerika in Indonesiä."
"Dank je wel, dank je wel," zegt de Chinees als wij de rode loper
aflopen waarlangs gouden Boeddha's staan met tientallen rokende
wierookstokjes, vertrouwend op zijn fortuinlijke toekomst dankzij God
en Reagan.
Er is vervoer voor ons geregeld maar tot die aanwezig is wachten wij
aan de overkant in de schaduw en zien en horen wij nog net hoe de rode
loper met een grote mond richting zijn personeel word binnengehaald. We
worden opgepikt met een bustaxi en die rijdt ons totdat deze blijft
steken in de modder vlakbij Karang Anyar. Dat wil zeggen een dik half
uur jungle tussen ons en het dorp in. Maar dat wilde ik nog even voor
mij houden. Vooral voor mijn vader en Anton die het liefst geen ene
meter wilden lopen in Indonesië. Ze staan perplex als wij gedropt
worden in de bush. Daar staan we dan. Iedereen kijkt mij aan en ik hun.
"Wat?" vraag ik ropend.
Als een doorgewinterde Indiana Jones met een tropenkolder overzie ik de
'schade' van afgelopen dag en nacht. We zagen er verneukt, verzopen en
versleten uit. Een beetje lichtblauw en fel wit schijnt door het dikke
gebladertedak boven ons heen en in de verte zie ik net de bovenste
bergtoppen. Het licht beschijnt ons gezelschap in gekleurde vlekken
waardoor het leek alsof we in camouflagekleuren waren.
Ik zie mijn vader er uitziende als een Colombiaanse drugslord met zijn
spierwitte hoed, zwarte rand erom een Rayban er onder en half
ongeschoren zoals Sean Connery met daaronder een Hawaishirt of een
Mexicaanse Cowboy uit The Wild Bunch van Sam Peckinpah. Hij staat om
zich heen te kijken en naar boven. Op zoek naar apen wellicht? Vogels?
Dan Anton; spijkerbroek colbertje, cowboylaarzen en dan dat ontzettend
zichtbare Magnumkanon onder zijn oksel aan die witte riem die reikte
tot zijn heup, Clint Eastwood als Dirty Harry in Magnum Force. Deze
vind het maar helemaal niks hier en houd zijn hand angstvastig op zijn
blaffer.
Dan kijk ik naar Ed Rumambi onze 'spreekbuis' ons 'gezicht' onze
'Indonesische gids' de man van normen en waarden, gekleed in
traditioneel batik net als alle ministers en andere oplichters.
Hij had mij de andere al zien bestuderen en toen ik aan hem begon
draaide hij zich snel lachend, mijn gedachten lezend om en liep
richting Karang Anyar.
"Wat een familie joh, daar kom ik mee aanzetten, het goede voorbeeld" zeg ik per ongeluk hard op.
"Nog klagen ook?" Vraagt mijn vader. "En is het nog ver lopen?"
Even twijfel ik of ik hem de waarheid zal vertellen wat ik op een
gegeven moment ook doe als het 'spookstadje' wat het toen nog was in
zicht komt.
"Godverdomme ik ben versleten," klaagt mijn vader," en Anton kon helemaal niet meer praten, die gromde alleen nog maar.
"Jongens," zei ik: "vanaf hier is het oppassen voor de vijand."
"Ed regel jij koud bier, Pa en Anton wachten jullie in de schaduw daar
zo, dan verwittig ik mijn 'pleegvader' de Camat, het dorpshoofd dat
mijn 'familie' is gearriveerd."
"Wacht nou eens even!" Zegt mijn pa.
"Waar is je meisje nou? Waar woont ze?"
"Zie je daar die bergen daar pa?" "Ja?" "Zie je die hoogste berg pa?"
"Die in de wolken steekt?" vraagt hij.
"Ja die" "Daar de top van, daar woont ze!"
Anton draait snel zijn rug naar me toe als teken van protest en mijn
vader zat nee te knikken en wilde nog wat zeggen maar zijn mond bleef
gelukkig open staan van verbazing en ik was al onderweg naar het huis
van de Camat aan de overkant.
"Ed maakt er maar acht bier van," hoor ik hem kwaad aan de overkant
roepen als ik op de deur staat te kloppen van het opperhoofd. "Met veel
ijs."
"Frans denkt geloof ik dat we gek zijn, ik zet geen stap meer!"
Ed gnuifelt, zie ik aan zijn houding, Anton bromt en mijn vader zit op zijn voorhoofd te tikken richting mij.
Doe open die deur, denk net als de deur dan daadwerkelijk ook eindelijk
open gaat. Weer die mooie meid van mijn vorige bezoek die snel weer wat
kippen uit het huis jaagt. En daar was mijn pleegvader weer in zijn
onderbroek met hoed en veren op. Volgens mij ligt die de hele dag die
mooie meid te kieren en wat die met die kippen doet dat weet ik niet.
Maar ze rennen wel keihard weg voor hem, dat vind ik toch wel op zijn
minst opmerkelijk.
De Camat schrikt als hij mij ziet en geeft de meid een uitbrander dat ze hem niet gewaarschuwd heeft voor zo'n 'hoog' bezoek.
Hij verontschuldigt zich voor zijn kleding en roept mijn 'familie'
binnen, slikt raakt zijn stem kwijt en vliegt een zijdeur door.
"We zitten in ieder geval in de schaduw nu," zegt Ed. "Nu maar hopen dat hij echt aan onze kant staat." Zegt hij pestend.
Anton begint de kogels in zijn cilinder bij te vullen vanuit zijn riem.
Mijn pa neemt een slok bier en houd de lege pul stevig vast. Ik check
onbewust mijn vlindermes en verplaatst het van mijn linker naar mijn
rechterbroekzak terwijl ik honderd procent zeker wist dat het goed zat.
"De Camat staat aan onze kant jongens." "Vertrouw me nou." Ik ging in
de burgemeestersstoel zitten met mijn benen over de leuningen geslagen.
"Dit is mijn huis, mijn stiefpa!"
Ed Lacht.
"Frans hier kun je niemand vertrouwen," zegt mijn vader op zich gelijk
hebbend. Ed sprong mij eindelijk bij: "Als Frans echt geadopteerd is
zit het wel goed."
"Denk ik hoor," er achter aan plakkend om een slag om de arm te houden, de slang.
Mijn vader is al snel akkoord na mijn vreemde verhaal over de
uithuwelijking van mijn vriendin en mijn hulpkreten aangehoord te
hebben. Ook heeft hij voor elkaar gekregen dat Anton Reker de
schietgrage commissaris met ons meegaat en ene Ed Rumambi die een
zakelijk raadgever en vriend van ons was in die tijd. Deze Ed is zo
glad als een paling in een emmer snot en een zeer goede oplichter uit
Manado die heel Jakarta gek liep te maken met zijn mooie praatjes. En
wij profiteerden van zijn kennis en leerden gretig van hem. In een land
van corruptie en oplichting is het wel zo fijn als je één
stap voor bent daar waar het nodig is. Wat hebben wij gelachen met die
man, die zwaar misbruik maakte van zijn blanke gezelschap in ieder
situatie.
Ook als wij na een bijna gezellige heenreis richting Karang Anyar, daar
ik met niets anders als die meid in mijn kop zat, kan deze Ed het weer
niet laten als wij aangekomen zijn in Prowokorto en vanwege de
vermoeiende treinreis en het vele bier onderweg, besluiten te
overnachten in het enige Hotel tussen Prowokorto en Cilacap.
"Laat mij maar even praten," zegt Ed met zo een typische Indostem die
door zijn neus klinkt, ons tegenhoudende voordat wij de trap van het
hotel op willen lopen.
"Wachten jullie maar even," en geeft een knipoog naar ons.
"Je gaat godverdomme niet gek doen hóór Ed niet nu!,"
roept mijn vader hem na. "Ik ben gebroken en wil een bed, dus geen
problemen Ed." Op zijn voorhoofd naar ons tikkend.
Ik en Anton wuiven dronken het hele gedoe weg met een gebaar van 'hij bekijkt het maar, we zien het wel'.
Anton zijn dikke buik schudt van het lachen en staat wachtend aan zijn
snor te draaien. Daar stonden we dan in die bloedhete zon te wachten op
God weet wat Ed nu weer aan het sjoemelen was.
We willen net een plekje schaduw zoeken als er een rode loper over de
trap gerold word en waar Ed over naar beneden loopt ietwat haastig en
knipogend voor de Chinese eigenaar uit.
Hij pakt ons snel bij de armen en zegt: "knik maar ja, als hij iets
vraagt," en gaat verder: "Frans jij bent de zoon van Ronald Reagan,
Jan, Anton jullie zijn zijn bodyguards!"
"Frans jij bent incognito op reis door Java om de economische
mogelijkheden te bekijken," verteld hij vliegensvlug onhoorbaar voor de
Chinees met een onbeweeglijke mond.
"Ed je bent knotsknettergek! en geloof die chinees dat?" Vraagt mijn vader ongelooflijk en gegeneerd.
"Zeg maar ja als hij iets vraagt, altijd goed." Beantwoordt hij zonder blikken of blozen
We zijn allemaal bloedlink op Ed maar konden nu niet meer terug. Hij is gek wisten we maar nu ging hij wel heel ver!
"We mogen gratis verblijven," ging hij verder. "Lekker toh?" De g sprak
hij nooit uit. "Vrouwen bier eten slapen alles voor niks!"
"Waarom doe je dat nou Ed heel vervelend, het kost haast geen reet dat
Hotel!" zegt mijn vader. Ik en Anton liepen al waggelend dronken de
trap op en lieten hun nog even bekvechten.
De hele staf van het hotel en alle kamermeisjes en obers op een rij in
de gang maken een diepe buiging als we binnen komen. Ik loop achter
Anton die mij aan de directie voorstelt als Francis Reagan en houdt een
vinger voor zijn mond en zijn andere hand op zijn Colt in het
spierwitte holster, van "ssst niet verder vertellen," waar we een nog
diepere buiging opkrijgen een heftig 'jazeker' bevestigd krijgen.
"Of je de mensen een hand wil geven Francis," vraagt Anton mij. "Het hoeft niet hoor als je er geen zin in hebt."
"Zeg maar dat dat goed is maar ik wil binnen vijf minuten ijskoud bier!" Fluister ik terug in zijn oor.
"Uitstekend plan beschouw het als geregeld"
Anton ging nu ook populair doen. Ik en mijn vader die inmiddels met
zijn Rayban op om hem heen kijkend om zijn opdracht heel serieus te
nemen om niet door de mand te vallen, geneerden ons dood.
Pa en Ed staan achter me en geven ook wat handjes schudden weg. Zo gaan we onze adem inhoudend de gehele rij af.
Ed stelt zich voor als Minister van binnenlandse zaken en economie. "Zo
is het genoeg Ed," sist mijn vader hem toe uit een mondhoek.
Na dit vlot en trillend op mijn benen gedaan te hebben, volg ik Anton
die met grote stappen op het Restaurant afliep wat geheel was ontruimt
voor ons en waar er een tafel met vier flessen Anker bier met
bierpullen en een emmer ijs klaar staan. Mijn vader en Ed ieder aan een
zijde van mij volgen ook.
"Vuile vuile pestpleurislijer dit vergeef ik je nooit," gift mijn vader
naar Ed met een spierwit gezicht, net als mij lachend als een boer met
kiespijn.
Als we eenmaal aan het bier zitten komen we een beetje bij en draait
mijn vader een slag van honderd procent om, in manier van denken en
praten.
"We kennen lullen wat we willen maar hij heeft het wel weer voor elkaar!"
Ed lacht als de slang Slis uit de tekenfilm van Robin Hood en zegt:
"Alleen één klein dingetje.." Nou gingen we het krijgen, wisten we.
"Er zit een compagnie soldaten in de buurt en die komt zo langs."
"Godverdomme waarom dan?" vragen ik en pa te gelijk.
"Niets bijzonders alleen lachen knikken en een hand geven."
Onze blikken ontmoeten elkaar en er stond vuur in onze ogen.
We konden hem wel verbranden.
"Maar ik heb ook goed nieuws," zei hij tegen ons nog witter geworden
gezichten. Anton keek nergens van op en ging door met het kluiven van
zijn kip.
"Goed nieuws? Van jou, ellendeling!" zegt pa die op een humoristische
manier voortdurend in de clinch lag met Ed als Abott en Costello.
"Jazeker die Chinees laat vrouwen komen zonder iets te vragen!"
"Ja jijwel viepeuk!" "We kennen je toch Ed." "Je hebt weer flink misbruik van de situatie lopen maken."
Hij lacht om zijn eigen slimmigheden en zegt zoals altijd niet meer dan: "T, t, t," op een manier; 'van dat is niet waar'.
Legertrucks stoppen voor deur met luid geronk en gerem.
"Nu maar even meespelen dan," zegt Costello weer, "Daarna zijn we klaar."
"Wij zijn nooit klaar met jou," zegt Abott.
Ik schrik me rot als er twee minuten later in de gang op de rode loper
een heel regiment soldaten staat. In strakke houding in vol ornaat en
mitrailleurs allen dezelfde kant, het plafond gelukkig, opgericht.
"Geef acht!" Schreeuwt de met nog meer medailles behangen Sergeant die
verdacht veel op een kerstboom leek. Groen met slingers, glitters en
strepen. Hij had dezelfde snor als Anton en stond met een glimmend
zwaard met een rode kwast aan het heft langs zijn bovenarm omhoog
houdend, doodstil op ons te wachten. Ik en mijn vader en nu ook Anton
slikken onze ellende door en gaan helemaal lazarus, proberend gelijk
stappend volgens protocol de rij langs waar we snel mee op hielden wat
dat hield voor geen meter, letterlijk dan.
De soldaten keken strak voor zich uit en keken ons niet aan als ze va
ons een schouderklopje krijgen. De sergeant krijgt een hand, geeft een
saluut en een order naar zijn regiment die allen tegelijk het Hotel
weer uitmarcheren. De sergeant draait zich bij de uitgang met een
stevige stamp op de grond nog eenmaal om salueert nog een keer en
verdwijnt.
Ik ging haast van mijn stokkie en plofte opgelucht op het bed neer in
een van de aan ons toegewezen kamers die op allen een rij zaten.
Als
ik net slaap word er op mijn deur geklopt en staan er twaalf mooie
meiden even strak op een rij in saluut met mijn vader en Ed ervoor.
Helemaal dronken hadden zij hun aan leren treden en marcheren. "Een
twee drie mars," liet mijn vader hun heen en weer paraderen door de
gang, "zodat ik ze goed kon bekijken," zei hij.
Mijn vader nu helemaal in zijn rol riep: "geef acht!"
"Pleur op jullie stelletje gekken, ik wil slapen," zei ik vermoeid en
helemaal verliefd. Ik hoorde Anton hard snurken dwars door zijn
gesolten deur heen.
"Frans," zegt Ed, "Jij bent Reagan weet je nog, je moet er drie
uitzoeken anders maak je de directie ten schande," knipoogt hij naar
mijn vader die zegt: "Jaaa Frans," om mijn leed iets proberen te
verzachten wat mijn 'verloofde' betrof.
Na een snelle blik, pik ik er drie uit en plant ze neer op mijn
voeteneind van het bed en gooit de deur met een smak dicht en ging
verder slapen.
Als ik net wegzakt wordt er keihard op de muur gebonkt van mijn kamer
waar ik wakker van wordt en verbaasd en verdwaasd zie ik drie mooie
meiden op mijn bed naast mij zitten. De hele kamer trilde.
De dames kijken mij verschrikt aan waarop ik mijn schouders ophaalde. "Weet ik veel."
"Wisselen!" word er keihard geroepen.
Na mijn hoofd wat bestudeerd te hebben begint de Camat voorzichtig een
conversatie met mij. Met vragen waar ik vandaan kwam op school zat of
werkte. Belanda (Nederland) was hoog ingeschat merkte ik. Ik loog en
bedroog alles bij elkaar daar ik moeilijk de waarheid tegen deze man
kon vertellen. Hij zou mij dan niet meer respecteren dan mijn criminele
tegenpartij die mijn 'verloofde' gekocht of besteld had voor een
baaltje rijst van vijfentwintig kilo toen ze slechts tien jaar oud was.
En daar was nou net om te doen om deze man achter mij te krijgen daar
dit ook zou betekenen dat de Indonesische corrupte geest verziekende
bureaucratie makkelijker te omzeilen zou zijn daar hij de Burgemeester
was van deze uithoek: Karam Ayam, tegenwoordig Karang Anyar wat 'Gare
Kip' betekende. Gevestigd te Cilacap, ongelooflijk maar waar. Dit in
verband met een eventueel huwelijk met Tini met alle papieren rompslomp
die er dan automatisch aan vast zou zitten.
Ik vertelde hem dat ik en mijn vader in de politiek zaten en in
Indonesië waren om het nieuwe vliegveld in Jakarta; Cikareng Dua
(Cikareng Twee) op Sukarno Hatta Airport van Taxfreeshops te voorzien
welke eigendom waren van mijn vaders zwager die toen nog het bedrijf
Wesimex bezat, in fusie zat met Golden Tulip Hotels en ook leverde aan
onder andere Schiphol. Ik gaf hem mijn visite kaartje met de gouden
cirkel van Verenigd Europa wat helemaal nog niet bestond maar ik liep
op de tijd twee jaar vooruit wat er heel officieel uitzag. The UETC;
The United European Trading Company 'Francis Borst, Overseas delegate
management,' stond eronder in gouden letters. Dit bedrijf bestond niet
maar zou wel opgericht worden als ik het voor elkaar zou krijgen 10
orders binnen te slepen voor Import Export naar Nederland maar dat is
een ander verhaal.
Maar ik vond het gelul wel genoeg en gooide het op een andere boeg en
vroeg waarom ze zonder stroom zaten op die berg van hem als er een
rivier op de top ontspringt en de gehele berg afloopt. Al die arme
mensjes zei ik maar dacht aan mezelf daar ik haast in de fik gevlogen
was bij de heftige vrijpartij met Tini en daar een olielamp bij brak.
En ik wilde wel stroom in mijn nieuwe pand op die berg! Hij kijkt me
verbaast aan.
"Gooi er een dynamo in maakt er een klein waterrad aan wat ik voor het
gemak propeller noemde want hij snapte me niet, en trek een paar
kabeltjes dan hebben al die mensen stroom."
Hij begon Javaans (Soendanees) te praten tegen mijn schoonvader in een
zware bromstem met vreemde korte keelklanken wat leek als Apachetaal of
zo gemengd met langzame zwaaiende handgebaren en op zijn hart slaande.
Kon er geen touw aan vast knopen en voelde me behoorlijk oncomfortabel
daarbij totdat ik bij mijn nieuwe 'schoonpa' een lach zie verschijnen.
Dat was alvast meegenomen. Deze man loopt op me af knielt pakt mijn
hand en kust deze en vertelt mij tot mijn verwondering dat ik
geadopteerd ben door 'het opperhoofd,' de Camat himself en moest dit
als een grote eer beschouwen.Ik bedoel het was niet precies Bram Peper,
misschien wel net zo corrupt doch een andere vertoning. Hij had groot
respect voor mij, dat kon je van Peper niet zeggen daar ik een doorn in
zijn oog was geweest net als al mijn maten van vroeger en Tini's vader
vertelde dat dit de eerste keer was dat dit adopteren ooit was gebeurd.
Met open muil zit ik de Camat aan te kijken met zijn veren in zijn hoed op zijn hoge stoel.
Is dat mijn nieuwe vader? Dat is dan al de derde dan in
één dag tijd, mijn eigen pa meegeteld. De Camat ziet dat
ik ietwat verbouwereerd over kom en loopt naar me toe en legt een hand
op mijn schouder en zegt dat hij trots is een ingenieur als zoon te
hebben en mij graag te helpen bij mijn problemen omtrent Tini. Nu zou
hij graag toch wat bier willen en wij proostten met ons drieën op
ons nieuwe verbond. Hun uiteraard niet wetende van mijn eigen plannen.
We spreken drie dagen later af en beloof mijn familie op te halen in
Jakarta die slechts uit mijn vader bestond en hopelijk een
politiecommissaris genaamd Anton Reker die een fantastische Colt Magnum
in zijn zijholster droeg onder zijn colbert. En dan zou de Camat het
verder tussen onze families regelen. Uiteraard vertelde ik dit niet en
wilde dit als troef gebruiken en wist ook helemaal niet zeker of mijn
vader wel mee zou gaan laat staan Anton Reker. Acht uur met de trein
mee en dan nog wat junglepaden en andere hindernissen is geen
kattenpis. Mijn liefde voor mijn meisje maakte me echter hoopvol en
vastberaden.
Ik kreeg een groep vrijgeleiden mee die mij begeleiden in de naam van
de Camat tot aan Prowokorto en wachten netjes tot ik veilig op de trein
zit, tussen kippen, geiten en tweehonderd schoolkinderen die mij allen
staan te bestuderen met klootogen gekleed in smetteloos witte
uniformpjes en blubber aan hun schoenen. Ik trek mijn hoed schuin over
mijn gezicht en dacht na hoe ik dit aan moest gaan pakken en viel kort
daarna in slaap. Ik had vanwege en tekort aan slaap, 'overwerk' en het
vroege drinken van een litertje bier wel zeven uur in coma zitten
slapen. Een luid snerpend piepend afremmende trein maakt mij wakker in
een stad net een uurtje verwijderd van Jakarta. Kijk dit schoot alvast
op en scheelde alvast een ellendige terugreis. Ik had deze keer niets
van de aftandse bruggen en het gevaar gemerkt. Ze hadden me zo kunnen
rippen en had ik nog niets gemerkt of zou slapend in een ravijn zijn
gestort. Ik hoopte en bad dat mijn vader en Anton de commissaris van
Oost Jakarta mee terug zouden gaan nar Cilacap.
Na onder de schrammen van doornestruiken en mijn witte tennissokken in roodbruin zijn
veranderd door de beten van bloedzuigers die trouwens op de meest
vreemde plaatsen zaten waar ik nog geeneens op terug wil komen maar die
brandt je er dan af met je Zippo of snijdt, schraapt ze eigenlijk meer
met een scherp mes van je huid af. Dus dan staat je schaam- of
borsthaar in de fik terwijl die vieze beesten sissend in je gezicht uit
elkaar klappen. Heerlijk niet? Adventure, follow me!
Eindelijk door dat woeste bergwoud gehakt 'ontwormd' leeggezogen
en al waren we helemaal rood van t bloed want die ronde cirkelzaagjes
in die bekkies van die bloedzuigers zijn net scheermesjes dat gaat niet
echt snel dicht. Gelukkig had ik vloeitjes bij me voor net als na het
snijden bij t scheren dus als een soort van derde wereld kerstbomen
versierd onder de rode vloeislingers liepen ik en mijn 'schoonpa' het
woud uit om over te stappen in de blubber, kniediep de desa's in. Mijn
hele pakje vloei was op en er gaan er vijftig in een pakje dus dan weet
u wel hoe we eruit zagen. Als we nou een paar van die 'gehuurde
jongens' tegen zouden komen waar we verstoppertje voor liepen te spelen
waren ze er keihard vandoor gegaan. Daar ben ik van overtuigd. We leken
wel twee zombies of net inpakte mummies. En dan nog gewapend ook met
speer en mes, wat een vertoning. Ik blijf gelukkig altijd en overal de
humor er van in zien anders was ik allang weggestopt diep in een kelder
van een of ander gekkenhuis. Hier in de desa's hoefde ik geen
bloedzuigers meer te vrezen verzekerde 'Pa' mij alleen was het
vervelend dat het geregend had want dan gingen de cobra's jagen. Hij
wees naar het einde zo'n anderhalf kilometertje verder waar t veilig
was en het huis van de Camat of burgemeester zouden bereiken wat in dit
geval gewoon een dorpshoofd zou blijken. Nou heb ik een beetje kaas
gegeten van het dierenrijk en weet ik toevallig dat de Javaanse cobra
de allergrootste (zwarte) cobra is die er op de wereld bestaat en dat
als je gebeten word binnen dertig minuten hulp moest krijgen anders was
het einde verhaal. Nou hulp was hier ver te zoeken, sterker nog ze
liepen ons te zoeken om om zeep te helpen. Pikdonker nog steeds elke
stap wegzakkend in de modder en dat twee uur lang elke stap kon je
laatste zijn waardeloos, alsof je in een mijnenveld liep.
Eindelijk is het dan zover en precies bij een zachte zonsopkomst en
kraaiende hanen komen we aan bij een witgeverfd zowaar stenen huis met
een rood dak. Hier mocht de boze wolf komen blazen werd mij verzekerd.
We waren veilig.
"Rumah Camat," zegt mijn 'Pa'.
Het huis van de burgemeester.
"Als je nou slim ben geef hem dan een klein cadeautje dan hebben we hem mee, hij weet van de situatie af," vervolgt hij.
"Tienduizend genoeg?" (was toen vierenhalf euro)
"Zat," zegt hij.
"Weet je hij krijgt er nog een slof sigaretten bij ook en jij ook."
Snel loopt hij naar een van de toko kaki lima's (lett.vert:
vijfvoetswinkeltjes) waar hij iemand wakker maakt en twee sloffen Sjam
Soe kocht. De boef wist wel welk merk hij nam, de duurste wat voor mij
slechts een lachertje was. Het zijn ook de lekkerste sigaretten daar en
je word er lichtelijk high van en geruchten doen de ronde dat er een
klein heel klein beetje wiet in zit. Dat was voor mij voldoende info.
Mijn merk was Sjam Soe met een geel bandje en zonder filter.
De 'burgemeester' word moeilijk wakker en eindelijk doet er een bediende of dochter de deur open, die gelijk spierwit wegtrok.
We zagen er niet uit natuurlijk.
"Frissen jullie je maar wat op," zegt ze binnensmonds met gesloten ogen
en gebogen hoofd. "In de tussentijd maakt Pak Camat zich klaar om u
beiden te ontvangen."
"Had je nog een biertje meegenomen?" een slof sigaretten aanpakkend.
"Hadoe, vergeten Francis!"
Fijne schoonpa begint dat gedonder nou al, ik ken m net een halve dag. Probeert nou al mij pilsje te blokkeren.
"Ik moet een pils hebben ik ben gestresst wat moet ik nou met die vent
die Camat?" terwijl ik de vloeitjes en blubber van me afwaste met een
mandiebakje water scheppend uit een emmer bengelend boven een waterput.
"Hij kan je helpen de problemen op te lossen."
"Ik heb helemaal geen problemen, wie verkoopt zijn dochter nou voor een
zak rijst man?" zei ik pissed off. Mijn wonden bekijkend.
Ik had de arme man in verlegenheid gebracht en de tranen stonden in
zijn ogen. Het is hier allemaal zo anders door die tyfusarmoede laat
mensen de gekste dingen doen en ik vroeg hem mij te vergeven: "Minta
Maaf Pak?"
Hij boog diep keek ongelovig naar mijn gezicht en zag dat ik het meende
en zei "Tidak apa apa," geen probleem, hij begreep het dat het voor mij
zeer moeilijk was te begrijpen.
"Hier heb je vierduizend ga even twee flessen bier kopen of wacht doe
maar drie, hier heb je er tweeduizend bij, wie weet wil die Camat er
ook wel één."
"Masih pagi!" nog vroeg!
"Vroeg is niet het enigste wat er nu vreemd is, moet je kijken hoe
ik er uit zie man." beantwoord ik mateloos geïrriteerd.
Oeps ik had hem alweer laten schrikken met mijn grote smoel, ze zijn zo
zachtaardig maar snijden je keel af voor een bos waspeen. Maar alleen
als er niemand kijkt want voor en handdoek stelen bijvoorbeeld wat ik
persoonlijk heb meegemaakt trappen ze iemand ter plaatse hartstikke
dood. Stelen is taboe in Indonesië. Ook heb ik iemand op de markt
doodgeschoten zien worden door een M.P. voor het pikken van een appel.
Zo hard treden ze hier op. In het algemeen is er dus helemaal geen
sprake van criminaliteit in Indonesië. Hoe kwam ik dan toch in
deze situatie en latere situaties terecht. Ik vroeg er echt niet om.
"Komt door je kop," zei mijn eigen vader altijd dan tussen neus en
lippen en bier door in een of ander restaurant als ik weer eens binnen
vijf minuten aangeschoven zit bij een stelletje maffiosi en hoeren, "En
je houding."
"Die spoort ook niet," zei hij dan even snel.
"Wat is er mis met mijn houding?" "En mijn kop?"
Kreeg ik gewoon geen antwoord. Als ik dan doordraafde om het antwoord
zei hij: "Ach jongen je beseft het zelf niet." "Kun je niets aan doen
heeft zijn tijd nodig."
Al had hij gelijk achteraf gezien op dat soort momenten kon ik hem wel vermoorden omdat hij het niet uitlegde.
Daar schoot ik niet veel mee op. Ja vier jaar later viel het kwartje
pas maar had wel al de nodige littekens daarbij opgelopen en mag God
danken dat ik het overleefd heb.
De enigste criminelen die ik zelf trouwens kon waren ik zelf en mijn maten uit Flat Pulomas in Oost Jakarta.
Voorlopig zat ik nou in de gare kip (Karang Anyar) een buitenkampong van Cilacap.
"Lopen nou maar alsjeblieft, ik sterf van de dorst en zenuwen."
Hij kijkt nog even verdwaasd achterom. "Ja drie bier," met drie vingers er bij opstekend voor het geval dat.
Ik hou niet van autoriteiten en dan zo'n Camat wat moest die nou eigenlijk van me? Ik kon mijn eigen boontjes wel doppen.
We zitten te wachten met bij mij twee flessen bier onder mijn
klapstoeltje en een tussen mijn benen geklemd tegenover een hoge zetel,
een oude kolerestoel die volgens mij van Koning Willem de Eerste zelf
was geweest met afgesleten en gaten gesleten fluweel of velours maar
waar mijn schoonpa onderdanig naar wees en zei dat dát de
burgemeesterstoel was.
Verder stond er helemaal niets in de kamer en de grond was van klei.
Geen tegels geen zijltje niets. Gewoon net als buiten. Twee kippen
worden zelfs nog snel even door de meid naar buiten gejaagd met een
zwabber onder luid gekakel, vliegende pluisjes en haastige stappen van
het pluimvee. Wat een stadhuis! Wat een eer om hier op audiëntie
te mogen, moeten komen. Mijn fles bier is op en besluit die van mijn
schoonpa ook maar open te draaien die toch geen trek had want die vond
het te vroeg toch? Ik ging eens lekker in die ouwe burgemeester stoel
zitten onder verschrikt gezicht van 'Pa' die helemaal gek word van de
zenuwen als er een lange man met een wit laken omgeslagen en een
gleufhoed op met een paar veren aan de zijkant gestoken boven een zeer
strak gezicht binnenstapt. Dit was een slimme man dat zag ik gelijk.
Hij dwong respect af.
"He daar hebben we Winnetou zei ik half lazarus," hij verstond het toch
niet. Ik sprong uit zijn stoel zei dat hij lekker zat, een burgemeester
waardig en paste me snel aan de situatie aan en maakte een diepe
buiging en gaf hem tussen gevouwen handen verstopt tienduizend Roepiah,
die hij glijdend met zijn handen langs de mijne onzichtbaar aanpakt. Ik
loop naar mijn stoel pak een slof sigaretten en zeg: "Lihat Pak Camat,
aku bawa oleh oleh!" Heb een souveniertje bij me baas.
Hij buigt diep terug zegt vijftien maal bedankt en dat we konden gaan
zitten en neemt zelf plaats in zijn zetel waar hij kaarsrecht in
probeert te blijven zitten. Ik was benieuwd wat er ging gebeuren.
"Biertje?" vroeg ik om de spanning de breken. Het was kwart over vijf 's morgens.
H1 Indonesiä D3 Problemen in De gare kip. (Karang Ayam).
Als
Tini mij ziet staan wrijf ze de shampoo uit haar knipperende grote ogen
of ze het wel goed ziet of ik het daadwerkelijk ben. Alsof er een
andere blanke gek deze berg beklommen zou hebben. Maar eenmaal verliefd
ben ik niet te stuiten door niks niet en niemand niet. Dan pas rent zij
zo snel als ze kan van de ene kei naar de andere springend de rivier
door. Pocahontas! We ontmoeten elkaar midden in rivier waar ze om mijn
middel springt haar benen om mij heen vastklemmend en draaien rondjes
tot we lachend dronken in het water vallen. Als we opstaan en wat
heftig gezoend te hebben trek haar weer mee terug onder de waterval en
spoel de rest van de shampoo uit haar mooie lange zwarte haar. Het
natte flinterbruine jurkje liet niets te verbergen over en ze was
precies zo mooi als ik me had voorgesteld en ik had ze ter plaatse
genomen als ik de ogen van haar ouders niet in mijn rug voelden
prikken. Dan maar even onder de koude 'douche' de waterval dus. Ze
lacht me niet uit maar toe en kijkt hongerig wat het er allemaal niet
makkelijk op maakte. Kon mijzelf moeilijk gaan voorstellen aan haar
ouders met een stijve snikkel in mijn broek wat verdomd zeer deed
trouwens in die strakke afgeknipte spijkerbroek.
Als mijn brandje half geblust is door mij te fixeren op de natuurschoon
en niet, absoluut niet naar Tini te kijken met haar doorschijnende
jurkje loop ik hand in hand met haar mee haar blik en lichaam
ontwijkend en zij mij uitlachend en elleboog plaagstootjes in mijn zij
gevend. Dat traditionele gedoe kreeg ik ook de pleuris van dat kon u
zich wel voorstellen, maar ja het is nou eenmaal een islamitisch land
en zo werkt dat daar. Moest er iets voor over hebben.
Voordat ik de hut meer kan ik het niet noemen binnenstap overzie ik met
mijn hoed de zon tegen houdend de met palmbomen begroeide jungles onder
mij in de dalen tot zover het oog reikt. Ik stel mij voor dat ik op
deze plek een huisje laat bouwen met een schotel op het dak, een
koelkastje erin en zou er ook één geven aan haar ouders
als bruidsschat zijnde, die ik eigenlijk behoorde te krijgen maar wat
als blanke zijnde het daar andersom werkt, mits je dat toelaat dan. Een
badkamer was niet nodig had mijn eigen waterval. Ik zag het helemaal
voor me. Mijn eigen koninkrijk op de top van deze prachtige berg. Twee
palmbomen staan drie meter uit elkaar net aan de rand van het ravijn.
En daar komt mijn hangmat tussen! De wietplanten groeiden welig tegen
het hutje van ouders zelfs op het dak lagen de toppen van de vette
planten, dit was 'heaven' ik moest die ouders inpalmen. Leuk gedacht zo
gedaan; Na wat handen schudden en kussen en voorstellen en een kop thee
met een koekje werd het al snel donker en kreeg ik achter een
gordijntje in de hut mijn eigen slaapplaats met hun dochter.
"Samen?" Vroeg ik nog met mijn stomme kop, maar kreeg al snel een duw in mijn rug van Tini.
"Mond dicht," zegt ze.
"Ongelooflijk en hoe zat het met die Hadji dan?" Vraag ik als we alleen zijn. "Dit was toch verboden vroeg ik haar."
Niet dat ik het erg vond.
"Ach die komt echt niet helemaal naar boven klimmen Francis, hij is al oud en veel te hoog klimmen!"
"Vertel me wat nieuws," probeerde ik duidelijk te maken in hakkietakkie Indisch.
Zij praatte alleen Soendanees (Javaans) en ik beginneling Indonesisch, nou dat is lekker converseren.
Gelukkig maakte de taal der liefde alles goed en werd er weinig gepraat
en op een zeer zéér discrete manier gevreeën. Nogal
logisch als je splinternieuwe schoonouders twee meter verder achter een
gordijntje mee zitten te luisteren en te giechelen.
Ze was nog maagd ook, wat normaal is daar voor het huwelijk dus daar
moest ik ook nog even doorheen. Wat een ellende en ik voelde me zwaar
bekeken. Nou ik weet niet wat er veranderd en gebeurd is maar na een
uurtje waren we die hele ouders vergeten en hebben we ingehaald waar
zij al zo lang op had moeten wachten, die hut pleurde haast van ellende
uit elkaar van het schudden. Een olielamp viel om en het glazen hulsje
brak en de hut stond nog even in de fik ook.
Als ik trek in een sigaret heb en het olielampje wat half naar de
gallemiezen was iets hoger draait waar ik mijn handen bij verbrand en
neus bij het aansteken van mijn peuk, zie ik in het oranjegele licht
dat er tranen uit haar ogen lopen.
Wat is er godverdomme nou weer aan de hand vraag ik mijzelf af.
Ik voelde de bui alweer hangen.
Ik had haar hand dus al officieel gevraagd aan haar ouders en een
toestemming gekregen, we hadden gekierd ook dat hadden ze ook gehoord
dus wat was het probleem? We zaten toch gesetteld nu?
Het snikken liep over in hikken, neus snuiten en toen kwam het los, het verhaal dus.
Ik bleek niet de enige te zijn die haar lief en mooi vond. Kon ik voor
in komen ze was toch een prachtmeid, waarschijnlijk de mooiste van heel
Cilacap of zelfs Prowokorto.
"Nou en?" vraag ik verontwaardigd, "We zijn nou toch verloofd?"
"Ik bedoel duidelijker hebben we het niet kunnen maken voor Allah je ouders en de buren" "Die hele hut stond te schudden!"
Gelukkig lacht ze weer een beetje om daarna weer met gefronste wenkbrauwen haar verhaal te vervolgen.
"Zie je Francis ik ben gekocht."
"Gekocht?"
"Ja toen ik tien was heeft mijn vader een baal rijst aangenomen van een
heel gevaarlijke man uit Cilacap een gangster die ook zaken in Jakarta
doet!"
Ik begon hard te lachen: "Een baal rijst van elfduizend Rp?"
Een joet? Ze was verkocht voor een joet, een tientje.
"Schei uit met lachen en neem me serieus, ben je achtervolgd vanmiddag?"
"Ja dat kun je wel stellen!" "Een mannetje of twintig met klewangs."
"Hebben ze je pijn gedaan?" Vraagt ze verschrikt met grote ogen.
"Pijn gedaan?" "Ik heb ze weggejaagd!" "Dacht dat ze mijn camera wilde stelen."
"Hij heeft ze gestuurd om je te vermoorden Francis."
"Je bent zijn tegenpartij, hij is direct gewaarschuwd bij jouw aankomst al."
"Je moet vertrekken nog voor de zon opkomt via de achterkant van de berg, ik zal met je meelopen."
"Pleur op joh met je gangster uit Jakarta, vreet m op ik ga slapen,"
wat ze gelukkig niet verstond, ik was gebroken. Had een marathon berg
en maagd achter de rug.
"Laat ze maar komen!" "Welterusten!" "Selamat tidur"
Dan staat die vader aan mijn teen te trekken dat ik moest vertrekken en
hulp halen in Jakarta en terugkomen als ik zijn dochter wil trouwen.
Tini zet mijn hoed op mijn sufgeneukte hoofd en begint mijn schoenen bij mij aan te trekken en me omhoog te trekken.
"Diam semua!" "Kap is even allemaal."
Dat gesjor aan mijn lichaam.
"Godverdomme!" "Ik heb ook altijd wat!" vloek ik mompelend en trek ik mijn T shirt en broek aan.
"Ok ik ga al, en jij wijffie hoeft niet mee te lopen hoor, ik ben binnen twee dagen terug met versterking!"
"Beloofd?"
"Doe niet zo raar natuurlijk kom ik je halen!"
Ze vliegt me om de nek alsof dit een verrassing is, waar ik persoonlijk
niets van begreep, waarna ik innig afscheid neem van haar en snel van
haar moeder.
Ik begon de berg af te sluipen door het gebladerte met mijn nieuwe
schoonpa. Hij gewapend met een klewang ik met een scherp afgesneden bamboestengel in de ene hand en mijn vlindermes in de andere.
Mijn schoonpa kapte het woud voor ons weg. Het was maar een uurtje voor
we de desa's zouden bereiken. De bloedzuigers beten door mijn sokken
heen in mijn enkels en vulden zich tot de dikte van een balpen. Met
mijn mes schraapte ik ze van mijn armen en lichaam af, mijn gezicht had
ik bedekt met mijn shirt. Zo lig je met een schone maagd van negentien
te kieren en zo loop je met een of andere tamme indiaan door de bush
bush met bloedzuigers in je muil.
God is echt een grappenmaker!
H1 Indonesië d3 Cultuurschok in Cilacap - Karang Anyar
H1 Indonesië d3 Cultuurschok in Cilacap - Karang Anyar
Met een bamboestokje haal ik de ergste klei en modder van mijn schoenen
af om daarna bij een waterput een paar emmers omhoog te takelen en over
mijn benen en gympies te gooien om af te spoelen. Ik was tot mijn
knieën toe in de blubber gezakt met dat stukje lopen door de
jungle en daar er wel een beetje netjes uit wilde zien voor mijn meisje
zover dat mogelijk was na die helse rit in de trein. Ik was goed
opgeknapt van die drie borreltjes en ging met volle moed de berg te
lijf. De berg waar de 'security,' die hard voor mij was weggelopen
omdat hij dacht dat ik een geest was had aangewezen. De top wel te
verstaan.
"Helemaal boven?" had ik nog gevraagd.
"Ja helemaal boven."
Het eerste stuk was weer vrij modderig maar na een minuut of twintig lopen word het pad harder en droger.
Vreemd in Europa hoe hoger je komt hoe kouder het word.
Het was hier weer zoals alles andersom.
Ik loop nu op een twee meter breed pad met aan de linkerzijde een
afgrond met daarbeneden een schitterend palmenjungle en rechts een sawa
(rijstveld met van die trappetjes) met daarachter ook diezelfde palmen.
Hoe hoger ik kom hoe mooier het uitzicht. Star-Trek achtige blauwe met
groene vulkanen op de achtergrond.
In mijn bewondering voor dit natuurschoon had ik niet door gehad wat er
achter mij gebeurde. Dit zag ik pas na drie kwartier lopen wat
eigenlijk eerder klimmen was daar het werd steeds steiler werd.
Ik was gebroken en haalde een flesje, in Karang Anyar ingeslagen water
uit het kleine rugzakje en ging op een steen zitten. Dan zie ik een
groep mensen die mij achtervolgd waren. Het meeste mannen, mager
donkerbruin en met van die uit die Vietnamese oorlogsfilms kegelhoeden
op. Ze hadden allen een klewang in de handen in plaats van in hun
schede gestoken.
Hallo! Moesten ze mij hebben? Of waren ze net gestopt met rijst planten, plukken of riet snijden wat dan ook?
Ik ging er maar even bij staan en liet mijn flesje water vallen na dit
half leeg gegooid te hebben in mij hoed en wat te drinken. Als ik
daarna mijn vlindermes pak en een paar keer snel laat rond draaien om
mijn hand en het voorgoed uitklapt om daarna mijn blik over die van hun
laat glijden, het mes langs mijn been houdend omdat ik ze niet te veel
wilde provoceren daar dit pure bluf was, deinzen zij iets achteruit en
blijven op een meter of tien afstand van mij staan.
Allen mompelend met zware mannenstemmen en neuriënde jammerende vrouwen tegen elkaar.
Hoelang liep dit stel al achter mij? Het waren ongeveer vijftien mensen
en ik had niets gehoord. Door de betovering van de schoonheid der
natuur hier waarschijnlijk.
Ik besluit een stukje achterwaarts verder te lopen om te kijken wat er
gebeurt. De menigte loopt mee precies de zelfde afstand houdend. Als ik
pardoes stop, stoppen hun ook, net een tiende seconde later. Het ijzer
van hun messen klettert van schrik tegen elkaar aan.
Dit deed mij denken aan die film van Danny Kaye in 'The purple
pimpernel' waar hij schitterde als hofnar (ik nu dus) een ontsnapping
deed met hordes ridders achter hem aan die lopen en stopten met dat
blikken geluid van harnassen en zwaarden tegen schilden kletterend
wanneer hij dat deed, maakte niet uit welke kant op. En dat in
versnelde opname, prachtig!
Er was één verschil, ik kon er nu de humor niet van
inzien. Ik kon niet verder lopen van de hitte maar kon ook niet blijven
staan terwijl er misschien overlegd werd hoe ze mij het best af zouden
maken. Hun blikken gleed over de Canon camera met groothoeklens die op
mijn borst hing die trouwens verdomd zwaar begon te worden. Ik hoorde
"unga unga," en dacht aan kannibalenfilms, ze gingen me toch niet
opvreten? Voor mijn gevoel zat ik hier midden in de bush. Dat dat nog
veel erger kon kwam ik later achter. Wist ik veel dat dat woordje
gewoon nee betekend in het Soendanees, ik was nog niet zolang in
Indonesië. Misschien net een paar weekjes en misschien was het wel
inderdaad niet zo slim er alleen op uit te trekken. Maar ja dat is
mosterd na de maaltijd. Ik moest er nu aan geloven.
Mijn broek schuurde in mijn liezen en voelde schraal tegen bloedend
aan, ik bleef weer even staan zette mijn hoed af en trok mijn T-shirt
uit om de mouwtjes er van af te snijden. Op het moment dat ik mijn
shirt uittrok hun in de gaten houdend deinsden zij achteruit.
Oh, waren ze een beetje bang?
Als ik klaar ben trek ik mijn shirt weer aan rugzakje om en liep een
meter of vijf verder om mij daarna pardoes om te draaien met mijn armen
wijd en met grote stappen op hun af te rennen met een luid: "Whaaa,"
schreeuwend, waarop zij allen het bergpad afrenden elkander
verdringend.
Ik stond met open bek te kijken dat de truuk van een oude vriend van mij die Berry heette ook in Indonesië werkte.
Berry zag er letterlijk uit als een motorduivel met zijn lange oranje
haren en al zijn littekens in zijn gezicht omdat hij een keer ruzie had
gehad met Hells Angels die hem hadden gepakt en met zijn gezicht over
het prikkeldraad hadden afgeraspt. Precies in het weekend dat ik niet
mee was gegaan. Ik ging namelijk elk weekend achterop de motor mee
stappen had zelfs een motorjack van mijn ouders gehad en daar ik
hasjiesj en wiet verkocht was dit voor mij een extra leuk gebeuren. Ik
verkocht goed in motorclubs zoals 'De Chillum' en 'De Blokhut'.
Ik moest mij altijd goed vasthouden aan hem, klemmen eigenlijk omdat
hij de neiging had bij elk stoplicht op zijn achterwiel te rijden en
mijn helm van rikketik met mijn achterhoofd over de weg ging waarna ik
eenmaal weer neergeklapt en rechtgezeten hem een leverstoot gaf waarop
hij zij: "Pleurisaap hahaha!"
Ik paste eigenlijk een beetje op hem al was hij zeven jaar ouder.
Als ik dan weer een weekend niet meegaat word het hem fataal.
Zijn motor was in beslag genomen door de polite. En nu reed hij zeer zéér wild auto.
De volgende morgen loopt iedereen naar de Oldegaarde om te zien waar
Berry was overleden. Hij was zo hard tegen een lantarenpaal aangereden
dat de paal geknakt was en de lampenkap door het dak
op zijn kop was terecht gekomen. Is dat raar? Hartstikke dood.
Ik heb hier veel verdriet over gehad want het was een gozer met een
hard van goud. Niet dat ik gehuild heb maar wel steeds bijna.
We zaten een keer in ons clubhuis van 'De Espeloboys' in een voormalig
kleuterschooltje wat we gekraakt hadden. Met zijn zessen en Berry er
bij toen er honderd of meer 'Doriedevils' aan kwamen om ons aan te
vallen. 'Dories' hebben ze van het woord doortrapper dat is een soort
fiets dat je op je achterwiel kan rijden met een vastgezet tandwiel in
de achterband.
Berry zegt tegen ons: "dat regel ik wel met die teringapen," en liep
met wijd gespreide armen naar buiten met dat feloranje haar over dat
zwarte motorjack, heel zijn muil onder de littekens en brulde toen ook
van: "Whaaa," waarop ze allen spierwit wegtrokken en alle honderd er
vandoor gingen als Eddie Merckx. Allemaal hard lachend van de zenuwen.
Wij pisten haast in ons broek van het lachen. Arme Berry.
Ik voelde me heel sterk na de gevluchte groep Javanen trok mijn hoed
een beetje scheef zoals Indiana Jones en liep mij ook zo voelend
verder. Ik hoor geroezemoes achter mij en als ik mij omdraait is de
meute er weer en staat netjes op tijd stil. Nu besluit ik er langzaam
op af te lopen en laat hun het briefje zien met het adres erop. Weer
lopen zij weg op één na en een man die een meter of drie
achter hem blijf staan als rugdekking. Trillend pakt hij het briefje
aan en geeft het aan zijn maat die naar boven wijst naar een paar
huisjes vlak onder de piek van de berg of vulkaan dat kon je niet zien
hier vandaan door de begroeiing.
"Terimah Kasih," zeg ik wat dank je wel betekent.
Hij knikt; "Turus," "Verder".
Na wat gerust te hebben loop ik weer verder. De groep achtervolgers is
ineens verdwenen als ik bij twee huisje aankom die geheel zijn
opgetrokken uit baboepalen en riet. Dat mens, een oude vrouw die de
vloer aan stond te vegen met een bundel bijeengebonden takken kreeg
haast een hartaanval maar vertelde na wat op adem gekomen te zijn met
een hand op haar borst zwaar ademend dat ik nog verder omhoog moest.
Nog verder? Dacht ik, ik moet nu toch bijna op de top zijn.
Niet veel later bereik ik de top waar een huisje wat twee keer zo lang
was als de vorige maar voor de rest het zelfde alleen nu met gesloten
deur. Dit was het laatste huis, hier moest het wezen.
Ik klop op de gevlochten rieten 'deur'. Ik klop nog eens en hoor een
zachtjes "masuk" "binnen" zeggen. Als ik de deur open doe en naar
binnen stap valt de rieten deur achter me dicht en zie ik niets dan
twee zeer kleine roodoranje lichtjes in het pikkedonker.
Ik pak mijn Zippo aansteker slaat hem aan tegen mijn heup en verlicht de boel een beetje.
Met open mond zie ik een man en een vrouw gehurkt zitten op een paal
die in de breedte tegen de bamboemuur is aangeslagen, een metertje
boven de grond. Hun onderarmen rusten op hun knieën de handen
gekruld voor hun schenen en beiden met een joint in hun mond waar je u
tegen zegt. Het leken wel die aapjes uit de machine in de Diergaarde
Blijdorp waar je vroeger tegen een dubbeltje betaling kon zien hoe ze
Mexicaanse muziek begonnen te spelen. Ik kon daar uren naar kijken tot
verveling van mijn ouders.
Nu had ik een cultuurschok hoewel die blows het wel een beetje goed maakten.
"Tini?" vroeg ik.
Ze stonden beiden op gaven een diepe buiging en kusten mijn handen. Ze
maakten mij duidelijk dat zij haar ouders waren. Ik had al heel wat
aparte schoonfamilie gehad maar dit sloeg alles. Wat was dit nou
allemaal. Traditie zeker. Ik wist niet of ik nou blij moest zijn of
verbaast, dus hielt het maar even in het midden.
Ze liepen mij voor naar buiten naar de achterkant van het huis waar er
een waterval naar beneden stroomde en waaronder 'mijn' vriendin stond
te douchen en haar lange haar stond te wassen.
Ik draaide mij om van ongeloof en wuifde de ouders weg met een vriendelijk "Terimah kasih".
Ik zoek het verder wel uit vanaf hier.
Buigend lopen zij achteruit weg.
Ik had verkering met Pocahontas, nu wist ik het zeker!