Het schijnt dat de oude groote hofstede een overblijfsel dier heerlijkheid is of dezelve vervangt
Burgemeesters 1799
of Maire de Rolleghem
In 1769 werd te Moorsele Constantin France Vandermeersch geboren, hij trad in het huwelijk met Marie Theese Everaert en woonde op de plaatse. Hij bleef burgemeester en wierd lid van den Provincieraad, en stierf in 1849.
Van 1849 tot 1866
De zoon Constantin Vandermeersch
Van 1866 tot 1870
Joseph Warrot hij gaf onmiddelijk ontslag en August Herbau was dienst doende burgemeester.
Groene Dreef: Van de Munkendoornstraat naar de Rollegemseweg
“Huis Maertens “ René, Groendreef nr. 5, stond vroeger bekend als de Dreefstraat. Buurtweg 13 popkaart 1852 Het was een gekend huis voor het snijden van “toebak” Nen toebaksnijder.
Einde Munkendoornstraat Van de Kwadebrug naar de Candelestraat
Op het gehucht Kalversteert op de grens Bellegem, stond een café met de gelijkende naam “Kalversteert.” genaamd het huis zou er nog staan, doch is geen café meer?
Kermis te Tombroek 1 september 1979; Inzet om 20 uur met de driedaagse bierfeesten in den dancing “Zero de conduite” bij Michel Noppe.
Op 1 september 1979 de traditionele kermis maar een nieuw bestuur met als voorzitter Maurice Glorieux en secretaris Adolf Moerman, met een top van een programma voor de twee inrichtende
comités die elkanders uurrooster respecteren was het een buitengewoon geslaagd feest.
Maandag 6 september 1976 in drie cafés te Tombroek kermismaandag, bij Timmerman, bij Soens en bij Vandeputte.
Candelestraat: Van Tombroekstraat naar de Ronsevalstraat. Dit is gelegen op de grens Rollegem met Dottenijs en Luigne. Daarna werd het Dottenijsstraat tot 13/3/1981 dan werd het opnieuw de Candelestraat
Aan de noordkant van de straat bij het nr. 9
“ De Chaudière “ (Stoomketel )
Candeléstraat straete van Tombroek naar ’t Hooghe Ronsevael of de straete naer Dottignies.
De nr. 9 Café de “Chaudière”( de stoomketel ) herinnert ons aan de hoefsmederij van Nijs met als uitbater (september 1979) Paulette Willaert.
Ze was het lokaal van de “Tombroekvissers” een hengelvereniging. In 1992 was de koning en kampioen Dirk Blomme en André Lejeune, bij de veteranen Aurele Lobbens en als rode lantaren
Marino Decoo. Ysebaert Regina, was getrouwd met Noppe Werner. Was de laatste bewoonster. Heden ten dage een gesloten huis.
Binnenstraat : Van de Marksestraat naar de Rollegemseweg
“Huis Werner Vandeghinste “
Binnenstraat, was de straete naar Aelbeke of buurtweg nr. 11. Er is daar de hoeve van Velghe “ ’t Klokhof” genaamd rond de eeuw wisseling zou het een jeneverstokerij geweest zijn.
De uitbater zou een zekere Vandenbrouck geweest zijn.
“Huis Werner Vandeghinste” het huis is af gebrand en nieuw opgebouwd, gesloten woonhuis van de drukkerij Delabie.
“De Lampe” Woordenboek der toponymie Du Flou, deel 9 p. 59 herberg en wijk over de Leie, te Rollegem, Nw.P. Mareel/ Hoger Instituut voor onthaal en public relations, 2de jaar 1979-1980 p.4
De Lampe is gelegen op de grens tussen Rollegem- Aalbeke- Marke langs de Aalbeeksestraat.
Het voornaamste huis is hier de herberg “In De Lampe”.
Vroeger was dit huis altijd verlicht. Het diende tot verlichting voor de smokkelaars, want hier hebben we juist de grensstreek (douaniers).
“De Lante” cabaret. Op Popp kaart van Rollegem: cfr. situering op plan.
De oprichtingsakte van café (toen nog “afspanning) de Lampe dateert al van 1823.
Sinds dien zijn al heel wat exploitanten den revue gepasseerd.
Voor het jaar 1900 was de Lampe bewoond door Alida Maes. Leentje van de Lampe Vanhoutte Beatrice en Margeriet uitspraak van hoge kol ’t zal bier worden
Hier kwam een zekere Michel 7 jaar vrijen en nooit getrouwd
“De Lampe” Aalbeeksestraat 86, was in het jaar 1950 gelegen, langs de steenweg Rollegem Aalbeke. De herbergierster was Buyssens Helénè, ze was te Rollegem geboren op 20/2/1890
Men noemde het ook het kruispunt van de Aalbekestraat met de Lampestraat en de St. Annestraat
Op 29 oktober 1983 worden alle Rollegemnaren uit genodigd naar de opening van “café de Lampe” vanaf 19.00uur deze keer bij Philippe en Mireille Capelle-Bauwens Aalbekestraat 168, 8548
Op 17 oktober 1991 was het weer zover Franne van de Lampe Aalbeeksestraat 168 en Tine door iedereen zo genoemd zou zijn droom waar maken en een eigen zaak opstarten.
Voor hem was het café al 10 maanden gesloten gebleven.
De bedoeling was er een eetkroeg van te maken. Wat min of meer als geslaagd kan aanzien worden. Denk maar aan de Couscousavond, Mexicaanse en de Oberbayeravonden, karnaval en
dergelijke avonden plezier die er doorgaan. Daar is ook een Adventure Club gevestigd.
Op vrijdag 16 oktober was het dan zo ver, bij Franne grijpt een “halve liter” avond plaats ter gelegenheid van één jaar eetkroeg. Je koopt een stenen pot met daarin het embleem van de Lampe
gebakken en daar uit drink je halve liters aan verminderde prijs.
1992, 15 augustus, “de traditie herleeft” op de Markesteert bloklettert men, er is weer feest geblazen sinds 1972. In de jaren 20 was er kermis gevierd. Na de tweede wereldoorlog werd het gebeuren
nieuw leven in geblazen en het succes ging in stijgende lijn. De feesten opgeluisterd met zangwedstrijd, wielergebeuren, volksspelen, zaklopen, en lepelkoersen waren de trekpleisters bij uitstek.
In de jaren zestig, begon het af te brokkelen, in 1972 werd er volledig gestopt. De televisie, auto en vakantiereizen zullen er zeker niet vreemd aan geweest zijn
Vergeet erbij niet dat de wijk toen nog vier cafés telde: “Den Berg”, “De Kleine Winst”, “De Markesteert” en de “ De Lampe.” De nieuwe uitbater Frank Vrielynck zal er wel voor
iets tussen gezeten hebben. Het kan beschouwd worden als een waardige afsluiter van de vakantie!
Collins Lecluyse uit Kortrijk dacht al een tijdje aan café houden. Moeder hield de “Leute” open in Aalbeke. Hij kende de “Lampe” toen hij hoorde dat Franne zou weg gaan was
zijn besluit gauw genomen.. Op heden is wat ooit een trots was van de streek met de grond gelijk gemaakt en wie weet wat het ooit wordt.
1958 Café “A La Concorde” gelegen in de Aalbeeksestraat nr. 58 had als uitbater Lesaffre Jerome.
Café “De Concorde” Aalbeeksestraat nr. 58 laatst “Dorémike” een opvang voor kinderen geweest. (Mieke Debels)
Het café zou al bestaande zijn van 1931. We ontdekten dat de kaartermaatschappij “De voorbode” de oudste in haar soort.
Het was in het begin van maart, dat er tussen pot en pint aan de toog besloten werd een kaartersklub te stichten. Men zegt al eens; wanneer drie Vlamingen bijeen komen er een vereniging wordt gesticht. Waarom het de naam” De Voorbode “, men denkt dat de lente in aantocht was dat dit misschien de aanleidingkon zijn. Dat gebeurde bij Emiel Dendievel, met als bestuur Gustaaf Deweerdt, Emiel de lokaalhouder, Gabriël Seyhnaeve voorzitter, Jozef Corsellus Secretaris en Gentiel Herpoel.
Toen den eerste voorzitter Gabriël Seyhnaeve tijdens de tweede wereld oorlog overleed, nam Jerome Vanessche, die van de eerste ingeschreven was het roer in handen.
Het lidgeld bedroeg 5fr. En werd in 1947 verhoogd naar 6fr.
In 1951 werd het 10fr. In 1979 bedroeg de bijdrage 20fr. Er werd gestart met 47 vaste leden. Men beweert dat het aantal leden steeds schommelde tussen de 40à 50 leden.
Gilbert Verhaeghe, secretaris, penningmeester, Jean-Pierre Bertel en Dirk Malysse zij vormen in 1991 het bestuur, met nog altijd Jerome als al meer dan 40 jaar voorzitter en 60 jaar lid.
Voor de oorlog was het meest gespeelde, bieden en pikketen. Het laatste is een spel welke volledig verdwenen is, het bieden werd verdrongen door Manillen. Sinds een geruime tijd is er ook vrouwelijke belangstelling (in 1991 25 jaar), een tiental van hen komen iedere maand hun kaartje leggen.
De eerste 25 jaar werd jaarlijks een koning gevierd. Met de viering van het zilveren jubileum besloot men over te gaan tot het jaarlijks vieren van een koning en een keizer.
Een keizer is die gene welke drie opeenvolgende jaren de gevierde is. Bij de “Voorbode” is de persoon die tijdens het kaartjaar het meest punten heeft gehaald Keizer, De koning, hij die het meest overwinningen boekt. Bij de dames word dit dan koningin en keizerin. In 1991 vierde men het diamanten jubileum, 60 jaar Jerome Vanessche, 40 jaar Gilbert Verhaeghe, Jean-Pierre Bertel,
Julienne Huyse en Paul Ghyssel voor 25 jaar.
Ze waren altijd actief in het gemeenteleven . Zo zien we dat er een uitgave was voor een bloemtuil voor Medard Barbe ter gelegenheid van zijn overwinning in de ronde van België in 1935.
Alsook de onkosten van de versiering van de wagen van de inhaling van de pastoor in 1937.
Op zaterdag 8 april heeft de inhuldiging plaats van het B.S.P. lokaal. Er werd bijgekomen bij Roger Soens in de ”Sportwereld” om vandaar met muziek voorop naar de “Concorde” te gaan.
De gastspreker is Jules Mathys. Jerome Lesaffre- Yvonne Decrruyenaer verlaten het café. Jerome werkte jarenlang als lederbewerker, terwijl “Vontje” menige pintjes tapte in haar café.
Ze werd overgenomen door het echtpaar Wouters André – Catteeuw Leona
In 1989 werd het café uitgebaat door Norbert Demeyere Verleene het was het lokaal F.C.
Op 28/1/1994 Is er officiële heropening van de Concorde ditmaal is het Ann en Francis welke ons uitnodigen tot een glaasje.
Later een kinderopvang tehuis Dorémike. Thans een gesloten woning.
Ten jare 1911 werd de hofstede verkocht gelegen in de Schreiboom, ze behoorde het “klooster van Groeninghe” voor de Franse revolutie. Het behoorde toe aan Dhr. Crommelinck Désirè, gemeente secretaris geboorte van Waarmaarde 16 juli 1839, zijn vrouw, Vandenborre Philomene geboorte te Moen op 6 mei 1840 en er daar overleden op 11 maart 1909 en waren er eveneens in het huwelijk getreden den 5 juli 1876. Zij hadden twee dochters, Elvina 2 november 1818 en Castila geboren op 26 juli 1883 het was de laatst genoemde welke de gegevens verstrekte.
Zie het boek “Fragmenta.” Het huis werd openbaar verkocht in een “café” in de Aalbeeksestraat nr. 59 en daar woonde Remi Delaey-Debucquoy. Een leveringsbon vermeldt het volgende opschrift;
Specialiteit van Aller-fijnste Jenever, Rhum, Kirsch. Echten Elixir D’anvers, Burgerbitter, cognac. Allerhande Wijnen, Sterke Dranken, Likeuren, enz. Was dit een “ Drankslijterij” of kortweg een slijterij, men noemde dit een plaats waar gegiste dranken worden aangeboden of verkocht om ter plaatse te worden gebruikt.
De man was getrouwd met de dochter van de champetter van Bellegem. Ze hadden twee dochters Agnes, 9 oktober 1925 werkte als bank bediende bij de Generale bank en Alice, Marie 1maart 1915 en overleden op 1 april 1973 was schooljuffrouw te Rollegem.
Het huis werd er verkocht voor 5000 fr. En werd door de koper Vanneste Remi betaald met allemaal stukken van 5 fr. Het huis werd opnieuw verkocht aan Vanquickelberghe Albert
Schrijboomstraat 9. In 1988 werd er een nieuwe woonst gebouwd.
De nr. 26 op den westhoek van de Lanteweg, in de volksmond werd dit straatje de Meulendam genoemd, naast de huidige bakkerij Wim,( Elodie Vanaerde, moeder van Roger en Stella Vanneste.)
vinden we “De Croone. Naar het schijnt bij Elodie Lepoutre de waardin van het café. Ook genoemd “Beelies” café of bij bakker “beelie”. Haar man was bakker en noemde Constant Beels.
Dit huis werd met de grond gelijk gemaakt en vervangt door het huis met den toren, in de Aalbeeksestraat.
Het werd gebouwd voor de busuitbater Hoornaert Norbert en Esquenet Henriette welke oprust gingen. Ook het Torentje genaamd
“In den Kloef” was rond het jaar 1900 uit gebaat door “Emma van den Kloef”
Den kloef was bakkerij in 1953. Aalbeeksestraat nr. 13 Herberg bij Nottebaert Antoinette geboren te Bellegem 25/7/1907. Ze was de moeder van Lucien Libeer de wasserette uit de Aalbeeksestraat.
Vlak voor de vroegere busuitbater Hoornaert. (Reine De La Route) Op heden een plaats met een paar rustbankenstaan. “De Kloef” die later “Den Autocar” werd.
Ongeval te Rollegem in 1951: een camionette reed ’s nacht tegen den gevel van café de handboog, gelegen in de Aalbeeksestraat nr. 9 te Rollegem. De gietijzeren waterafvoerpijp was stuk en de voorgevel beschadigd. De man welke het ongeval veroorzaakte was weggereden. Per spreekdraad, werd de Rijkswacht van Moeskroen gewaarschuwd.
Deze konden de persoon opsporen en hem ter plaatse brengen. De uitbater was Soens Robert, pachter van het café, welke toebehoorde aan Brouwer Jerome Vandeghinste.
1953 Aalbeeksestraat nr. 9 herberg bij Bauwens Valerie geboren te Rollegem 12/8/1894
“De Handboog” die later “De Krielenier” bewoond door Roger Soens en Leona Depoortere en nog later een eethuis “Da Maria Pizza”
Het was in 1979 al enkele jaren het lokaal van Kaarters maatschappij “De Voorbode” met als voorzitter Jerome Vanessche. Ook de vroeger renner Jacques Vanessche en Willy Verhoost de latere manager van Moeschoen waren hier lid.
Tussen de Concorde en Rollegemplaats werden grote kasseien gelegd die rond 1976 door asfalt vervangen werd
Op 8 augustus 1974 schrijft Fred Gremonprez, over Rollegem en zijn cafés’s, wat hij gevonden had in de stukjes geschiedenis van de trouwe medewerker Dendievel Rafaël. Zo noteerde Hij dat er hier op de 2200 zielen er niet minder dan 104 herbergen waren (de belastingen waren dan niet zo hoog) wat er op neer kwam, een café per twintig inwoners. Er waren toen twee bloeiende brouwerijen, die de concurrentie niet doorstonden, zodat er geen leven meer in de brouwerij kwam en ze verdwenen. Hij vervolgt, wanneer de jongeren aan de gewoonten van de voorvaderen denken, moeten ze herkennen, dat te Rollegem een stevige pint kon worden gedronken. Meestal was het een “kappertje,” welke men dronk, dat is een glaasje van 18c.l. Er waren veel herbergen er werd veel gedronken, niemand van de kleine man had bier in huis. S’ Zondags gingen de mensen op herberg bezoek en vroegen een stoop bier of twee liters, een glas bier had de prijs van 0,10 fr. een ton bier koste 18 à 20 fr. Een ambachtsman verdiende normaal 2 fr. per dag van 12 uren.
Dat er ook ondeugende zullen geweest zijn, zo als het overal voor kwam, cafés zonder uithangbord en waar meerdere borreltjes uitgeschonken werden, zal zeker niet kwalijk genomen worden. Dat waren over het algemeen vrouwen, die mannen soms in al hun wenken bedienden en God weet wat er daar nogal gebeurde. Was er toen ook geen seks zonder liefde en alles wat er mee gepaard gaat, is dit niet van alle tijden? We hebben het van horen zeggen en ze zeggen zovele. Je kon eventueel de fiets kwijt op “koerke” zonder zelf gezien te worden.
Dat zij niet mee deden, aan wat men toen noemde “herbergkermis” zal niemand onder ons verwonderen. Was het zo niet dat ook al in dien tijd de cafés onderverdeelde waren in nummers. Om aan te duiden 1ste klasse 2de 3de enz. om aan de “Kabberdoeske” te geraken, voorkomende van cabaret douze onder de nr. 12?
In de volksmond bekend onder de naam “pintje dek”. De dienster “bedekte” de bestelde pint(en) met een koek of een andere versnapering. Terwijl, kaart- bol- teerlingen- of andere wedstrijden plaats hadden. Deze gingen om het jaar door, en er kwam veel volk op af, en men maakte spijts de gratis prijzen, een lonende winst. Dat er woonhuizen geweest zijn die ook bekend waren, leren we ook uit de Bruine pakken I 6173 (Dat. Van 1779)
Antoine Florin gebruyckt een woonhuys als herberghe, vercoopt bier, win ende brandewin. En Antoine Delmarcke gebruyckt een huys als winkel ende vercoopt jenever.
In maart 2003 verscheen in de “Krant van Rollegem ”, een initiatief van de Gemeenschapsraad; Dat “klein meesterke” Isebaert Gerard, zijn ongeloof uitte, met den aanhef honderd herbergen? Dat was feitelijk niet te verwonderen, aldus schrijver, iedere straat of straatje, iedere wijk, iedere hoek had zijn eigen café. De reden?... Ofwel zaten heel wat mensen geplaagd met een droge lever, ofwel konden de lieden van toen niet weerstaan aan de goede smaak van een goed kappertje bier of aan een deugd doende “dreupel”.En terwijl ze “smekten” en genoten van hun geliefd drankje, sloegen ze een beuzelpraatje met baas of bazin of legden een kaartje met een of andere klant, buurman of dorpsgenoot, of toevallige voorbij trekker.
We leven ons in rond het jaar 1900, toen had de gemeente nog zeer veel slechte wegen, met als bijzonderste de kom van de gemeente. Kasseien, zonder rioleringen, er waren vuile grachten, met vuile huizen Vijf woonsten werden afgebroken voor de eerste wereldoorlog. De grond werd gebruikt voor begraafplaats. Rond het kerkhof hadden de huizen geen uitgang aan de achterzijde, van daar was de beerput toegankelijk langs de kant van de straat. (vandaar het verhaal van de beruchte strontstraat of Rollegemkerkstraat)
De bevolking bestond uit thuis wevers. (Handwerk) Andere waren landbouwers of landbouwknechten.
Tussen de beide wereldoorlogen werden vier huizen afgebroken langs de Kerkstraat.
“Den Engel” die gelegen was voor het “ hof van Commerce” en twee huizen die aanpaalden. Als laatste de woonst gelegen over het café “Het Paradijs” beter gekend als het snoepwinkelke van “Marie”
Het zou zonde zijn het hoofdstuk cafés niet verder uit te diepen. Om echter het goed te kunnen mee volgen is het eveneens van belang dat we er de straatnamen bij voegen om alle misverstanden uit de weg te ruimen. Ze werden alfabetisch gerangschikt.
Vermelden we hier met fierheid het boek “ Duizend Kortrijkse straatnamen” van de ondertussen overleden heer: Egied Vanhoonacker, die ons de toestemming gaf ook daaruit te mogen putten.
We zijn Hem zeer dankbaar en raden u zeker zijn boek aan.
Mensen die er meer over weten of denken dat bepaalde onzekerheden of onjuist heden vermeld zijn kunnen steeds hun mening kwijt. We willen hier zeker niet de wijsheid in pacht geven.
Het is zeker niet de bedoeling geweest om dit als punt van geloof te moeten nemen, het is een betrachting om een idee te vormen hoe het er vroeger uitzag.
Daar we het boek“ Duizend Kortrijkse straatnamen” mochten gebruiken, hebben we de alfabetische volgorde gevolgd en beginnen bij de Rollegemplaats tot de Lampestraat in april 1953 een betonnen wegdek. Van deze straat was in de 19 eeuw alleen de eerste 150 meter die bestonden de benaming van de straat was de Capellestraat.
Is het grote aantal cafés te wijten aan een droge lever? Of konden ze niet weerstaan aan de goede smaak van het aangeboden bier. Was dat wel zo?
Wanneer we terugkeren tot de jaren 1840 verdiende een wever, en we weten dat er te Rollegem thuis wevers waren officieel 0.75 tot 1.20 per dag. Doch in werkelijkheid was het slechts 0.60fr.
Het dagloon van de vrouwen was 0.25 tot 0.45fr. en een brood koste toen 0.50 fr. Het huurgeld voor een schamele woning bedroeg 6,50 fr. per maand. Een dag bestond uit arbeid van ’s morgens 5.30u tot 10u’s avonds.
Het middagmaal bestond uit aardappelen, en karnemelk en Roggebrood, nooit vlees of bier kwam op tafel.
Ne zwingelaar en ook dat weten we uit de schamelijke gegevens uit de geschiedenis van Rollegem, dat er hier gezwingeld werd, bedraagt hun inkomen rond 1870 1.6fr. per dag en kinderen en ook dat staat vast dat ze hier ook arbeid verrichten, van 9-10 jaar 0.6fr of 0.7 fr.
Daarbij kwam nog dat de kinders boeten werden opgelegd bv. om in een boterham te bijten, of om zich te wassen, of om te spreken met andere of te lachen, en het ergste van al; naar het ’t gemak gaan zonder toelating. De toestand veranderde rond de jaren 1892 voor de vrouwen onder de 21 en kinderen boven de 13 jaar welke dan nog hoogstens 11.30 per dag of 69 uren per week mochten werken.
De beenhouwerij Vandevenne toen nog café, kwam de Heer August bijgenaamd “Slunse” Debunne (°1872 )een spreekbeurt geven, hij bracht het op 26 mei 1906 tot volksvertegenwoordiger..Het was een periode van veel stakingen rond de jaren 1890-1900. Men verdiende dan als vlasbewerker een dagloon van 3fr. Een werkdag van 11 u en 0.4o per uur voor zondagwerk.
In 1902 koste een pintje bier 10 cent, een brood 35 cent een kilogram rijst 30 cent en patatten 6 cent Boter koste 2, 90 fr. Per kilo en het huurgeld bedroeg 6,5 of 7 fr. Per maand. Het loon nauwelijks 2 tot 3 fr. Per dag, voor een beginner 0.8 tot 1 fr.
Een staaltje van de christelijke bevolking die ageerde tegen de komst van” slunse” Debunne (Socialist) we weten niet of het hier te Rollegem ook zo was? Over het algemeen was hij vergezeld van de muziekmaatschappij en meestal sprak hij voor de kerk of op het dorpsplein.
Een winkelierster deelde gratis fluitjes en trompetjes uit aan de kinderen opdat ze de socialistische spreker zouden storen tijdens zijn toespraak. Was het dat, dat hij hier in het café optrad?
Bij den boerenstiel waren er boerenknechten en meiden, we hadden hier drie molens dus ook daar waren er arbeiders. Er waren twee brouwerijen, de brouwers waren Theophiel en Charles Vandeghinste. De twee smeden, Theophiel Remmerie en Remi Corne. De smeden hadden in dien tijd ieder twee arbeiders in dienst. Er waren ook twee wagenmakers Jules van Menen en August Hansens. Er waren zes timmermansbazen in de gemeente gevestigd ondermeer, Charles Desmet, Jules Leman, Jules Tillieux en Hilaire Depoortere deze woonden in de kom van de gemeente. Charles-Louis Declercq op den knok en Leopold Lefevre op de Lampe. Misschien waren er ook metsers? Wat weten van de vlasarbeiders dat er veel stof aan te pas kwam, bij de metser op maandag maar weinig arbeid bij was.
Ook is ons bekend dat er een drankmisbruik was en van de wet Vandervelde 1919, de verkoop van geestelijke dranken van meer dan 16° werden verboden. Waar klonk het ook weer in den zwingel?
“’t Es nie geestig zwingelaar zijn, werken lijk de beesten en drinken lijk een zwijn”. In 1927 vinden lonen van 4.25fr. in vergelijk brood 2.35 fr.1 kgr. Boter 32 fr. Een ei 1.10 fr. 1 kgr aardappelen 0.8ofr. 1 liter melk 1.9o fr. Een paar mansschoen 110 fr. Een klakke 20 fr. In het jaar 1939 mocht men naar de fabriek gaan werken van ‘s morgens zeven tot ’s avonds zeven aan een halve frank daags – 3fr. In de week.. Men gaf zijn loon af aan moeder en ze zei:” ’t is goed jongen, ’t is algelijk zeven broden.”
Wellicht hebben de mensen van toen bij het zien van hun leven, gedacht zoals nu bij mensen in armoede, dat er achter drank of drugs een ander leven steekt? Doch bij het ontwaken uit de roes, het leven zijn dagelijkse sleur behoud. Maar ze zijn enkele uren misschien gelukkig geweest. Ook heden zijn er nog zulke toestanden, maar wat “baten kaars en bril……!! Dat de café bazen er wel bij vaarden was ook duidelijk nietwaar.
Rollegem een landbouwgemeente van 847 ha in 1974. Nogal een golvend reliëf , variërend van 22 m in de vallei van de Fabrieksbeek tot op de klijtberg 61,5 en naar de smokkelpot tot 64 m.
Goed gedraineerde zandleem en leembodem, wel natter in de vele beekdepressies. Er waren zoals al geschreven veel boeren ongeveer 57 bedrijven met een gemiddelde van 11.9 ha rond de jaren 1960.
Verdeling van de grond; weiland 29,5 % groenteteelt 2% aardappelen 8,5 % Suiker en voederbieten5% Graangewassen 41% vooral wintertarwe. Peulvruchten 4% en nijverheidsgewassen 10%.
Wat de bevolking betreft woonden er rond 1960 2456 inwoners tegen 1970 ongeveer 2545 inwoners.
Intussen zijn door de fusie wel wat pittoreske dingen uit de kaart van Rollegem, bij Kortrijk aangepast. We beginnen met “de Lante” het cafés is verdwenen maar was eens grond gebied Rollegem.
Zo zagen we ook omwille van de kermis aan “de Lante” de Goudvogelwegel verdwijnen, of was een opgezet spel voor 5000fr?
Op een schilderij van een plaatselijke kunstschilder vonden we het café “de smokkelpot” Hier zou een foto terecht op zijn plaats komen te staan, doch omwillen van prijs verschil kon ook dit niet.
Dan maar naar “Kimpersmolen” eenmaal de trots van ons dorp, ook hier werden de verbranderhoeve en de rest tot aan de Groene Dreef bij Kortrijk ingelijfd.
Rollegem is een dorp met de dorpskern, waar nu een paar grote wijken zijn bij aangesloten, denk en Tulpen- Rozen- Begoniapark enerzijds en anderzijds de Molenkouter. Verder zijn dan de verschillende gehuchten Kwadebrug, zevenkoten, Tombroek, Forest, klijtgat en de Sekreie, Knock en Munkendoornstraat en de Kalversteert.
Van de Rollegemnaar werd gezegd: “ Ze waren deugdzaam, doch ruw en onbeschaafd”.
Rollegem heeft niet alleen een eigen naam, maar ook een lap of spotnaam, te weten bot Rollegem.
Het kan die naam in vroegere tijden wel verdiend hebben, het ligt in een put en ’t was in slijk verzonken, met onhebbelijke wegen, en buiten de gemeenschap.
Men vraagt zich op heden af of je een echte Rollegemnaar bent. Een echten bent je wanneer er geboren en getogen bent.
Met andere woorden te Rollegem geboren, en er de kleuter en basis onderwijs heeft genoten. Zo ken men vaststellen dat heel wat Rollegemnaren vanaf de jaren 1920 geboren werden ofwel te Izegem, Zwevegem of uiteindelijk Kortrijk. Laten we aannemen dat wanneer je jaren in een gemeente woont en er de gewoonten hebt aangenomen in aanmerking komt. Nochtans bestaat de kans dat men na vele jaren je moedertaal van een andere streek, u afkomst kan verraden. Je moedertaal kan aldus parten spelen.