Het schijnt dat de oude groote hofstede een overblijfsel dier heerlijkheid is of dezelve vervangt
Burgemeesters 1799
of Maire de Rolleghem
In 1769 werd te Moorsele Constantin France Vandermeersch geboren, hij trad in het huwelijk met Marie Theese Everaert en woonde op de plaatse. Hij bleef burgemeester en wierd lid van den Provincieraad, en stierf in 1849.
Van 1849 tot 1866
De zoon Constantin Vandermeersch
Van 1866 tot 1870
Joseph Warrot hij gaf onmiddelijk ontslag en August Herbau was dienst doende burgemeester.
Sectie A tussen de Sint- Annaweg die ten westen de scheiding maakt tussen het grondgebied Marke en Aalbeke, gaat naar Moeskroen en langs de andere zijde naar de Schreyboom. Het is bij de Schreyboom dat de hoeve van Karel Herbau zich bevindt. Wat kunnen we hiervan onthouden?
De Schreiboom van Rollegem( een gehucht) Atlas der buurtwegen : cfr. Situering op plan
Slosse Rond Kortrijk, Deel III p. 1610 : “Onze voorvaders hielden zekere bomen in grote eer en planten ze bij voorkeur aan een kruisstraat en hofpoorten om van rampen en ongeval vrij te blijven, het waren menigvuldig( meestal) Lindebomen.
Later werden ze met een kruis of Lieve Vrouw beeldeke voorzien. De Schreybomen dienden tot de verering van de heilige Maagd.
Fonds DÂ’ Ennetieres 2400 (1764) : De Schreyboom wordt vermeld en getekend (Tuyttens Fabienne)
Fonds Colens 206 : p. 53 daar wordt de naam Schieboom vermeld
= het leenboek van Cortyck 1649.
Du Flou, woordenboek der Toponiemen: deel XIV, p. 414: wijk van Rollegem.
Du Flou, in zijn woordenboek der toponymie deel 14, p.968, herberg en wijk zo genoemd. Uit de toponymische studie van Rollegem Tuyttens Fabienne 1985/1986.
Aanwinsten VI 1930 : een erfve behuyst wesende een herberghe genaemt den smockelpot.
SBK fonds G.G. cod 222 : “Terrier du Coster “ de Saint-Martin de Courtai.
Titre : beschrijvinge behelsende de consistentie van de groote ende ghelegnheijdt vande Costerthiende gheleghen in de prochie Cortryk-buyten recht voor de hermitage van Sinte Annacapelle, beginnende dese thiendee van Joseph de Penthevilles, tot aende herberghe bij de Callewaert-bosch- genaemt den Smockelpot, . . .
OSAK 1204 : Landboek van Cortryck-buyten(1762) de herberghe geseyd den smockelpot.
-Smokkelen = “ misten, motregen” Bij de Bo smokklen alf. Van smoken = dampen, roken. Engels : to smoke. De zelfde wortel bevat smuiken, met dezelfde betekenis.
Ook smoren betekend trouwens zowel “misten” als “roken”.Debrabandere(Leiegouw, 1972 II, 186)
Het grondgebied van Rollegem, een onregelmatige rechthoek die zich uitstrekt in de lengte van noord tot zuid en onderverdeeld in vier secties aangeduid A. B. C. D. Rollegem heeft de vorm van een laars zonder hiel.(Banaanvorm)
Het grenst ten noorden aan de buitenwijken van de stad Kortrijk, ten oosten aan Bellegem, ten zuiden aan Dottenijs, Lowingen en Moeskroen
Ten westen aan Aalbeke en Marke.
Ten noorden aan de grondstukken met het Kadasternummer 27, 30, 31 en 32 en op het westen op de weg van Kortrijk naar Bellegem de genaamde Rollegemhoek of landtong van Rollegem, nu Walleweg.
Wanneer men zich naar Bellegem begeeft of ten oosten van de gemeente ziet men de Mortangnestraat of de rue de Mortange die verbasterd werd in de rue de Mortagne.
Deze weg ging langs de kadasternummers 384, 385, 390 en 394 en gaande van oost naar west. Langs het oostelijke deel loopt de Fabrieksbeek die op een bepaalde lengte ook de scheiding maakt tussen Rollegem en Bellegem.Het stuk van de Mortangnestraat is nu ingenomen door de autosnelweg E17. Links van de baan van Rollegem naar Luigne is de oude hoeve “De ijzeren poort” of “Porte de ferré” genoemde kadasternummers 515, 516a, en 516b in de sectie C. We bevinden ons hier in de Tombroekstraat aan de begraafplaats.
Ook in deze C sectie onder 500 staat de Rollegemsehoeve gekadastreerd.Het
Langs de weg van Rollegem naar Dottenijs op het Kruispunt van de rue de Candlé(wat betekend Lichtmis) gaande van Bellegem is de plaats Waterval genoemd, (aflopen van water) Thalweg kadaster 371.Ten noorden van de waterval, in de sectie C ziet men de hoeve Van Neste, die eigendom is van graaf Lodewijk della Faille, gehuisvest te Gent.
Dicht bij de gouden rivier zoals men zo poëtisch het stinkende water, gebruikt voor het roten van het vlas noemt, daar ligt Rollegem-over –Leie. Gelukkig op een zekere afstand wat niet slecht is voor de lucht die men er inademt. De gemeente bevindt zich aan gene zijde aan de Leie in vergelijking met Brugge den hoofdstad van West-Vlaanderen. Een historisch ongekende gemeente. Eén, waarvan het zeer zeldzaam is om er een werk van te vinden. Ze is ontsnapt aan ernstige studies van de oude geschiedschrijvers die noch lange noch korte geschiedenis schreven.
Le Dictionaire encyclopedie de geografie historiek du Royaume door August Jourden, gepensioneerden Kapitein schreef in zijn eerste editie in (1868-69 )
deel II, p.803, col. 2 hij beschrijft Rollegem als volgt:
Rolleghem , West -Vlaamsegemeente, administratief arrondissement,gerechtelijk e arrondissement en kanton van de vrederechter van Kortrijk. (op het ogenblik 2de kanton van het vredegerecht Kortrijk) Militiekanton Belleghem( Nu, twaalfde militiekanton van West-Vlaanderen, hoofdplaats Mouscron) Bisdom Brugge.
Bevolking: 2329 inwoners. Het heeft een oppervlakte van 847 hectaren 63 aren 28 centiaren. (in 1865 was de bevolking 2194 inwoners; in 1870 was het 2334 om daarna te verminderen tot het huidige cijfer van 2232)
Ligging: 7 kilometer ten Noordwesten van Kortrijk, iets minder van Moeschroen en 50 kilometers ten Zuiden van Brugge en Gent.
Waterlopen: Twee beken die er ontspringen en die de Heule zijrivier van de Leie vloeien. Rollegem lag voortijds in een put verzonken door menigvuldige overstromingen der drie beken waar twee samen vloeien. Het ligt tweeëndertig meter boven de zeespiegel.
De grond bestaat uit Klei(Leem) en Zand.
Industrie en handel: Landbouw, katoen en wollen stoffen, ververijen, brouwerij, de steenbakkerij en de fabricatie van mosterd zijn ook industrie van Rolleghem.
Het postkantoor is in Kortrijk.
Gehuchten; Vorst, Klijtgat, Knock, Kruysstraat, Lantenhoek, Mauvaispont, inheemse naam Malpont, in het Vlaamse Kwadebrug. St. Anna, Schreyboom, Tombroek, het zou moeten zijn Ten Brouck, maar te Rollegem schrijft men Tombroek . En Zevencote, men moet hier niet verwaren met Zevecote bij Gistel.
Er was ook een tweede uitgave van dit belangrijke werk, en daar ligt Rolleghem nog steeds ten Noordwesten van Kortrijk, daar waar het eigelijk ten volle aan de Zuidkant van de stad ligt. De waterlopen springen niet meer over de Leie of dringen niet meer onder de grond om de Heule te vervoegen doch gaan ze nu verliezen in de Schelde.
De werkelijkheid is dat er twee beken ontspringen en eindigen te Rollegem en zich samen voegen aan de kapel van de Schreyboom schrijft Graaf du Chastel de la Howarderie-Neuvireuil. In zijn uitgave van 1904 schrijft hij de juiste namen van de beken; Bondillebeek en de Weimeersbeek wanneer ze samen vloeien geeft hij ook de juiste naam Fabrieksbeek. Hij noemt het een riviertje, dat zich langs Dottenijs in de Spiere werpt, zijriviertje van de Schelde.De Spiere is in werkelijkheid een rivier in Noord Frankrijk en Vlaanderen ca 15 km. Lang onbevaarbaar, die ontspringt in Roubaix.
Het heeft twee bijrivieren: de grote Spiere welke ontspringt in Lowingen en te Spiere in de Spier uitmondt. De kleine Spier ontstaat in Moeschroen. Er is ook het Spierekanaal voor schepen tot 300 ton, gemaakt in 1843.
Intussen weten we dat de Bondillebeek ontspringt bij de wat men vroeger noemde de maalderij van Renard op het gehucht de Lante aan het huis nr. 155. Ze heeft een lengte van 822 meter. 3de Categorie.
De Weimeers ontspringt wel degelijk te Aalbeke(bij het huis van F. Ysebaert
De grootste beek is wel degelijk de Fabrieksbeek, gevormd door de samenvloeiing van de Weimeersbeek en de Bondillebeek op het einde van de Beekweg. Zij heeft een lengte van 1895 meter, 2de categorie
Deze vormt de natuurlijke grens met Bellegem. De Fabrieksbeek geeft haar water aan de Spierebeek te Dottenijs en deze mondt uit in de Schelde te Spiere. Vandaar dat men zegt Rollegem behoort tot het stroomgebied van de Schelde of tot het Scheldebekken. Deze is 1553 m lang en behoort tot de 2de categorie. Zij blijft nog 1282 meter de natuurlijke grens vormen tussen Rollegem en Bellegem.
Rollegem is het grootste deel Scheldegebied. Een klein deel, dat van de Knok loopt af in de stedebeek, die haar beginsel heeft op de Knok en die de grens vormt met Kortrijk en verder tussen Kortrijk en Bellegem onder de staatsbaan van Kortrijk-Doornik door Zwevegem in de Gaverbeek te Deerlijk uitmondt in de Leie.
Rollegem heeft niet alleen een eigen naam maar ook een lap of spotnaam, te weten “Bot Rollegem”. Rollegem kan deze naam wel in vroegere tijden verdiend hebben, het lag in een put en in ’t slijk verzonken met onhebbelijke wegen en buiten alle gemeenschap. Zijn inwoners waren deugdzaam doch ruw en onbeschaafd.
Thans is het een zeer fatsoenlijke prochie, waar geloof en zeden, werkzaamheid en orde alom vrede stichten en welstand verschaffen. In de loop van de laatste twintig jaar is het veel verpreuveld (verbeterd, opgefleurd) Het kreeg post en tram en telegraaf en bovenal een kerk, die de bewondering van iedereen verwekt en waarvoor alle buurt parochies de duimen en vingers moeten aflikken.(Zie verder op het blog)
De naam van “Bot” past beter op het Bossuit dat hier in de reke staat van zot Avelgem, dom Moen en venijnig Heestert.
Al de naamplaatsen die op “gem.” eindigen zijn van Frankische oorsprong. De naam van ons dorp wordt op twee manieren verklaard;
Heel lang geleden zou een Frankische boer Rol of Rollin hier een hoeve gebouwd hebben, de naam van den boer is Roll. Voeg daarbij gem, hem, heim en je bekomt Rollegem.
In de twaalfdeeeuw werd Rollegem, geschreven Radelegim, Radelingen en Radelgem. In deze drie benamingen komt het woord “Rad” of “Radel” voor wat betekend wiel.
“Gem” komt van heim en betekent woonst
Ons dorp zou dus kunnen een haltplaats geweest zijn voor karren, wagens en koetsen halfweg de Heirweg Doornik Wervik. Radelgem werd Rollegem.
Van de heer Du Chastel werd gezegd dat het een uitmuntend man is in geslacht- en wapenkunde.
Wat de voornaam Rolin betreft, hij is van een oud gebruik in Vlaanderen. Je kunt hem terug vinden in de opera diplomatica en tevens in een acte opgemaakt te Kortrijk in 1202, door de welke Kanselier Gérard een gift doet van een tiende van Wevelgem aan Boudewijn de Ronslo, ten voordele van het Kapittel van Harelbeke.
Bij de getuige die deze oorkonde afsloot, komt Rolin de Houte voor Aubert Le Mire t. II, p. 984. Rouslo moet Ronsloo zijn. Rolin ook Rollin geschreven.
“Dit is West-Vlaanderen (Flandria Brugge deel drie blz. 1635) Rollegem betekent: nederzetting van de afstammelingen van Rollo
“Ene woning waar men “rolde” schrijft Adriaan Meynne Vandecasteele in zijner sleutel om op het eerste zicht de echte en onbedrieglijke etymologie te vinden van de benaming der steden, dorpen, gehuchten enz (Nieuwpoort drukkerij van P. Kesteloot 1862)
De man wil ernstig zijn doch hij rolt op stake, waarom omdat hij de oude schrijfwijzen van Rollegem niet kent en vervolgens niet zoekt te ontletten( het zelfde als ontleden, de letten of leden van een lichaam scheiden” gij zult u wachten een anders gedrag t’ ontletten) of “deswegens” bij taalgeleerden om raad te gaan.
De oude vormen van Rollegems name ontbreken niet. Zo vindt men in oorkonden van het capitel van Harelbeke; Rolinghem(1103 en 1167) Rollenghem (1146) en Menus de Rolenghem ten jare 1252 in deze van O.L.VR. kerk van Kortrijk onder het jaar 1239.
Hrothilingahem, Rodellenghem en Rodelghem, Rodelinghem ene landse prochie, over Sint Omaars was in 1159 Rollingahem geschreven en nog een zusterdorp in de oude weezerijboeken van Kortrijk. Rodelghem (1439 en 1664) in de kerkrekeningen van Belleghem. Roddelghem, (1657 in de oorkonden van het bisdom Doornik, op heden bewaard te Bergen nr. 276 treffen wij aan anno 1163) In Roedelghem 6 liveruis de Duerwaerder pater, Daniel seu Neyl de Deurwaerder et Walterus de Duerwaerder ejuo filü non communicaverunt a° LWII°” het volgende jaar ontbraken de zelfden nogmaals aan hunne paasplicht) De Fransche wending verschilt weinig van de Vlaamsche zo het blijkt uit den gedrukte oorkondenboek der abdij van Groeninghe te Kortrijk(1287) “Jou Fressens dame de Rodelinghien ki lui femme a mon signeur Huon de Haluin chevalier”.
Ter zake; wat beduid Rolleghem Johan Winkler, van Haarlem die Rond den Heerd met zo menige kostbaren opstel vereerde antwoord in de Jaargangen 1877 en 78 blz. 150 en 364 Rolls zegt hij”is een mansnaam die onder de volken van Germaansche bloede in de middes-eeuwen veelvuldig aan knaapkens werd gegeven en nog ten huiden ten dage is mansnaam Rolle in Friesland en hier en daar in Noord-Nederland, evenals in Noord-Duitsland in gebruik.
Rollo intussen is de kort of keppe (troetelkind, lieveling) name van den vollen oud-dietsche naam Roland wiens oorspronkelijke vorm is Rodland of Hrotland.
Rolleghem nu is de woonst der Rollingen of afstammelingen van Rolle of Rollo.
Met ons Rolleghem staan we in verband Rollingen onder Looz in Limburg.
Rollingen in, afgestaan Luxemburg.
Rollinghausen en Rollshausen in Hannover. Rolshoven en Rollesbroich in de Rijngewesten. Rollinggeweer en Rollemaste in Holland. Rollshausen bij Lohra en meer andere.
Rollegem; eglise commision royale des monuments bulletin de la Fl. cici I 8, 13, 18, V 158, 183, 330, 340, 356, 389 tot 391.
In Fragmenta deel I blz. 195 Lezen we het volgende: De Kerke van Rolleghem in 1721
Aan zijne Doorluchtigheid Monseigneur Bisschop van Doornik.
Weer tonend van een diepe eerbied de baljuw, burgemeester, schepenen en “mergliseurs” vanhet dorp Rollegem Chastellenie de Courtray,dat ongeveer veertien dagen geleden , door de grote wind en zoveel woestheid (die het gedaan heeft) de vensters en daken van de genoemde kerk zijn zodanig in wanorde en bouwvallig dat het volk en inwoners van het dorp niet meer beschut zijn en droog zitten in genoemde parochiale kerk, En omdat de inkomsten van de fabriek en aalmoezen, zowel van de offerblok als andere, in geen geval voldoen voor de reparatie van de schade en dat er werd vastgesteld door de aanplakbiljetten van 2 oktober van het jaar XVI dertien, uitgaande van het “faict” van de herstellingen en restauraties der kerken dat in vernoemd geval wij verhaal hebben op de kerkelijke “tienden”, en daar Uwe Dooluchtigheid de grote “Dissimateur “ is in de genoemde parochie van Rolleghem, de “remonstrants” nemen toevlucht op zijne Hoogheid, verzoekende met diepe eerbied, een commissaris te willen afvaardigen ten einde de noden voor deze herstellingen te willen onderzoeken, en vervolgens na hun rapport order te geven dat gemoemde venster en dakbeddeking in goede staat hersteld worden en de kosten die er uit voorkomen zouden worden betaald uit de inkomsten van de genoemde tienden etc.
J Parent, 1721, Jan Vereecke, J_B Du Mortier ‘tmercq van Jacques Lefebre. ’t Mercq van Guilliame De Jagere, Geerart Bonte
R. Carette toren van Rollegem Rond den Heerd XII 57, 66.
De Klokken Rond den Heerd IV 337
Iets over P. Ghesquiere Rond den Heerd XVII 335
Ook nog Compte du Chastel de la Howarderie-Neuvireuil, Notes pour servir à l’histoire de Rollegem-les-Courtrai, de Rolleghem capelle et des trois Fiefs de Rolleghem, dans Ypers ainsi que de la famille qui en portee nom. Tournais Vasseur Delnée 1904-in 8°-132 blz.
Sanderus; Flandria illustrata, t. III.p.57, col.2.
Er is bijna geen verschil tussen deze twee auteurs. De ene zegt dat Lauwe, Rekkem en Rollegem. En de andere dat Rekkem en Rollegem deel uitmaken van het schitterende domein van Halluin. Behalve de tweede die niet van Lauwe spreekt en ook vergeet te zeggen dat de Croï, de Halluins opvolgt bij het bezit van Rollegem, en dat ze beiden niet wisten dat Rekkem van de Halluins overging naar de Vanden Coorenhuuse.
Geschiedkundige boekenschouw, dat is de name van een merkwaardig werk, opgesteld door E.H. Allosery, onderpastoor van Sinte Anna, te Brugge en gedrukt bij De Plancke ten jare 1913. Daarin overloopt de geleerde schrijver parochie voor parochie van W-Vlaanderen en weet te zeggen welke boeken of tijdschriften er over de geschiedenis van elke parochie bestaan. Zo tekent hij aan nopens Rollegem bij Kortrijk.
“Varia Rond den Heerd,III, 290, IV 38, 172 XXIV 208. Naamuitleg A. Dassonville, Biekorf,1909, blz. 213.
De Castanjeboom FragmentaI, 22 De kerk in 1721 I, 195:
Van de Kortrijksche gruite was een leen gehouden wezende “een eerlyckeerfvelykerente genaemt de Castangeboom, groot seven en t’setig razieren, eenen havot, drye pinten en half witte evene Cotrycksche maete ende twee cappoen en half, t’selve is streckende op diversche gronden van erfven binnen der parochie van Rolleghem ontrent Tombrouck, (is heden nog een wijk van Rolleghem met eene bevolking van 220 inwoners) Item vermaegh dit voorz. Leen tol, vont, bastaert ende stragiers goet, boete van drye ponden pars. Ende daer onder ende alsme eenige gronden daer dese rente op strecken(sic) verandert ofte vertiert by coope, danne soo hebbe ick (leenhouder) vythien groote van de ponde ende groote ende ter doot van de taeten dobbel rente te betaelene binnen xmj daegen naer het overliden op de boete van drye ponden pars. Naer costuyme, Item vermaeg myn voors leen te stellen eene bailliu ende als men weth van doene heeft men moet die uuyt-leenen jeghens den balliu van Cortryck ghenaempt Graefgroen schepenen….” Dit leen behoorde, den
31 Maarte 1640, Janneken Verkindert, die het geërfd had ten overlijden van haar moeder Jaquemyntjen Casin, dochter van Wouter; in 1746was de leenhouder ervan Mher Karel Frans Joseph de Partz, burggrave van Kortrijk, heere van Ogierlande, Grysperre enz. Koninkl. Biblioth. Van België. Goethalsfonds, Hs. 298, bladz. 85-91
Etymologie(woordafleiding) van de naam “Rolleghem”
En zo lees ik in mijn “gazette” van 3/8/1975: wat men vond in een boek uitgegeven door Ente. Chastel de La Howarderie Neuvireul, waarvan er slechts 185 exemplaren werden gedrukt in 1904. En daar Rollegem zijn eigenheid gaat verliezen werd er in gegrasduind.
Edudes étymolgiques sur les noms de ville, etc. du Brabant, van Chotin op blad 186 (Doornik, Malo en Levasseur, 1859 in 8°) zegt dat de naam Releghem de oudste vorm die hij gevonden heeft, zijn, in 1132 Radelegim, Mieus, operadiplomtica, t. l. P. 97. Radelinghem in 1167 en Radelgem in 1198. Het zou kunnen dat dit kan voort kommen van het Vlaamse woord Rad of het Duits Radel, dat wiel betekend in de ruimere zin wagen.Wat in het Latijn Rheda en in het Vlaams, betekent het “Rijtuig”
Dan komt hij tot het besluit, dat Radelghem waarvan men sindsdien zegt Releghem, een posthalte, in het latijn mutatio( verandering) waar zich de Romeinse posthalte bevond. Rollegem waarvan de oude vorm Rodelghem en Rollinghem zijn, zou dezelfde oorsprong hebben. Want Eerwaarde heer Alphonse-Marie Coulon en zijn Histoire de Mouscron, (Kortrijk, weduwe Nijs en zonen 1851, in8° tome II, p. 448 uit het idee dat er een posthalte was tussen Tournai en Wervicq, waarvan Mouscron halverwege is, ligging die ook deze is van Rolleghem-over-Leye.
Niettegenstaande dat, zijn er toch nog andere verklaringen. Zoals Rolleghem wil zeggen: woonst van Roll of van Rolin
Sanderus Antonius gelatiniseerde naam van Antonius Sanders Antwerpen 15/9/1586-abdij Afflingem, Hekelgem, 16/1/1664 Zuid-Nederlands, historiograaf priester is vooral bekend als auteur van Flandria Illustrata Winkler prins encyclopedie 2006.( t. II, p. 373) hij geeft op datum van 1146 de vorm Rolenchem en op data van 1167 Rollinghem dat staat te lezen in het graafschap van St. Genois (Cie F;J; de Saint-Genois de Grandbreucq.( Oude monumenten, t.I;, tweede deel, p. CCCCLXXVII(477 . Op dezelfde datum vinden we Rolenghem in het werk van Mereus( opera diplomatica, t.I,p 554)
Het gebied van Rollegem was een riddergoed gehouden door het kasteel van Kortrijk voor de trotse heerlijkheid, maar we vinden het tweemaal, op het einde van de XVIe eeuw en in de loop van de XVIIIe, het bestaan van de grondheren van de heerlijkheid en tezelfdertijd van deze van de dominerende heren van de heerlijkheid waarvan de grondheren “admodiateurs of engagisten” schenen te zijn. Grammaye, Lille, Chrisophe Beys, 612 in 4°
Mag ik me even voorstellen, om een goed begrip te hebben van ons nieuw verhaal. Ik ben Lucien, geboren te Moen, te St.Denijs gekweekt en te Rollegem de kerk om ges.. Gepist zei men vroeger. Indien je naar Moen gaat en er naar mij vraagt dan vraag je beter, naar de zoon van Clara van champetters. Rond het jaar van de wereldtentoonstelling 1958 zijn we omwille van de werken aan het kanaal Bossuit- Kortrijk verhuisd naar St-Denijs. Mijn naam was niet veranderd maar men kende me daar als, die mensen van naast het café de “Vrijheid” of naast “Suysies” de loodgieter.Toen ik huwde kwam ik naar Rollegem en daar werd ik de man van Monique Libeer, de dochter van den zwarten van Libeers, mijn schoonvader was nochtans kaal.Doch zou hij vroeger “Ne” schonen kop zwart haar hebben gehad.
Mijn ouders hadden me verteld dat vroeger den ponjaard(dolk) op de tafel stond, wanneer iemand van een andere parochie, het meisjes vond waarmee hij zijn leven wilde delen. Geloof me er is niet veel veranderd, ook al is het stilaan op gang gekomen. Ik heb het toch aan den lijve ondervonden.
Wanneer ik iets wil zeggen of vragen, over het leven van vroeger en nu in het dorp, was het je weet er niets vanaf. En wilde ik iets kwijt over het dorp waar ik vandaan kwam wilde men er niets over weten, ik was een vreemdeling. Denk hierbij maar aan de vreemdelingen die noch onze taal noch onze gewoonten aannemen.
Ik was dan hier en wilde me aanpassen Ik moet en ik zal er iets over afweten, alle documentatie was goed, Rollegem zou ik kennen, en misschien beter dan zij die er wonen Ik was het beu dat zelfs kloosterzusters mij er opwezen dat ik dit dorp niet ken. Ik ken misschien nu wel iets van het dorp maar of ik de Rollegemnaar ken dat is nog een andere vraag.
Zo begon ik op te schrijven, te verzamelen en dat is het resultaat. Oordeel zelf
“Niemand is sant in eigen land” Van waar komt het dat hij het weet?
Ken je nog het sprookje van “Hallo, mijnheer de Uil” van de Fabeltjeskrant? Waar breng je ons naartoe? Naar het fabeltjesland en lees je ons dan voor uit de fabeltjeskrant. Ken je het boek van Robin Hannelore “Mijn dorp is de wereld”? Het stuk van de “Mémoires van kerkuil”. Toen ze een congres hielden in de kerk van Pulle waarin de oudste klok van Europa ging (1309), stond er in het brons geslagen; “gold sinds mensenheugenis als de verblijfplaats van de uilendynastie”. De uitdrukking” In ’tjaar één als de uilen preekten” was uit Pulle afkomstig. In ‘t jaar 1801, toen de sansculotten de kerken gesloten hadden en de pastoors die niet meer mochten betreden, werd in de kerk van Pulle het negentiende Wereldcongres van de kerkuilen gehouden.
Ik kon bij hen raad gaan vragen. Maar toen ik dacht aan de krant was deze de meest geschikte Ik las in mij “Gezette”, weet je nog“ ’tStoand imin Gezette” Wat ik vond in dagbladen, boeken werd bij gehouden.Toen was het hek helemaal van de dam opzoeken, kijken, en als het goed is neerpennen.
Proficiat schreef een Rollegemnaar voor het titanenwerk! Dank je hartelijk! Frans