Tegenover de werklieden waren de nieuwe ondernemers hard en onverschillig.
De lonen waren zo laag dat de openbare onderstand een toeslag moest geven aan familie met twee of meer kinderen. Te Antwerpen genoot 20% van de bevolking van de armenzorg. Dat verklaart ook waarom de bevolking der grote steden op het einde van de 18e eeuw slechts langzaam groeide.
In de mijnen brachten de kinderen de losgehakte steenkolen naar de ophaalbakken. Op handen en voeten kruipend, trokken zij de zware sleden. Hun loon was juist toereikend om een stuk zwart brood te bekostigen, die ze in leven hield.
Bijzondere goedkope werkkrachten vonden de ondernemers in de tuchthuizen en in de weeshuizen, waar ze vrij uit mochten putten. Zoals alle arbeiders werkten zij van zonsopgang tot zonsondergang.
Aan de poorten van de abdijen werden dagelijks duizenden broden uitgedeeld aan de armen. Te Testelt genoot 43% van de bevolking van de uitdelingen van de abdij van Averbode.
Het wordt dan ook duidelijker waarom de volksklasse in 1789 liever de geestelijkheid volgde dan de burgerij. Met het grootste deel van de volksklasse was het droevig gesteld. Velen waren verslaafd aan de drank. Hoe arm men ook was, toch vond men vaak het nodige geld om bij slechte jenever of op de veel te talrijke kermissen de miserie te vergeten.
Op het einde van de 18e eeuw konden 76% van de inwoners van het huidige Oost Vlaanderen lezen noch schrijven en 77% van de kinderen genoten GEEN onderwijs.
In 1787 en 1789 braken in grote getale onrusten uit tegen de regering en tegen de rijke handelaars, die verantwoordelijk gesteld werden voor de schaarte en de duurte van de levensmiddelen.
Maar de landbouwtechniek bracht verbetering met ondermeer dank zij de " Brabantse ploeg". Hierdoor verdiende op grote schaal de " aardappel " de meeste aandacht en zodoende ook de voeding van de mens verbeterde.
Zonder de aardappel had de bevolking echter niet met 50 à 60% kunnen toenemen.
Onze landbouwbevolking steunde dan ook de geestelijkheid tegen de politiek van Jozef II .
Zo ontstond op 11 januari 1790 de republiek der " Verenigde Belgische Staten ", dat enkel de rechten toekenden aan de bevoorrechten.
In september 1790 heroverde de Oostenrijkse troepen zonder moeite onze gewesten.
De hervorming van Jozef II werd afgeschaft door zijn opvolger Leopold II.
In 1794 hield het " Oud Regime " bij ons op te bestaan en het verjagen van de Oostenrijkers was dan weer te danken aan de Franse revoltionaire legers die hier dan ook maar weer het bewind in handen namen.