In 1555 werd Karel V opgevolgd door zijn zoon Filips II. In Spanje regeerde Filips II met onbeperkte macht. Zodoende hield hij geen rekening met de economische en sociale toestand van onze gewesten.
Filips II die de bisschoppen wilde gebruiken om zijn Godsdienstpolitiek door te zetten, was van mogelijke buitenlandse inmenging niet gediend.
Filips II gedroeg zich, met het goedvinden van de Paus alsof hij zelf het hoofd van de kerk was, met de hoge adel aan de leiding. ( 1564 - 1566 )
De hoge adel die zetelde aan de Staatsraad, achte nu de tijd om opnieuw het regeringsbeleid te veroveren.
De kleine edelen dienden voor het grootste deel in het leger en werden door de vorst slechts matig beloond. De meeste onder hun waren erg berooid, vandaar de benaming " Geuzen ".
1566 was het jaar van de werkloosheid en de te hoge levensduurte, te wijten aan een slechte oogst.
Willem van Oranje stelde weinig belang in het getwist in de geloofspunten. Zijn bedoeling was eerst niet een opstanding tegen Filips II te ontketenen, maar wel de bijzondere belangen van de Nederlanden te beschermen.
Genoodzaakt om zijn standpunt te herzien is hij de leider en het zinnebeeld geworden van de bevrijdingsstrijd van gans het volk.
Muitende Spaanse benden, die sedert lang geen soldij mochten ontvangen, trokken rovend en moordend door het land.
Meer dan ooit moest er nu vlug gehandeld worden want het volk der Nederlanden was de oorlog moe.
In 1576, gingen de Staten - Generaal plots de rol vervullen van een waarachtig regeringslichaam dat optrad in de plaats van de vorst, met als doel de Spaanse troepen uit het land te verdrijven.
In 1585 werd Oranje vermoord.
Toen in Antwerpen, dat tot het uiterste verdedigd werd, was de scheiding van Noord en Zuid voltrokken. Wel brachten wederzijdse veroveringen later nog wel wijzigingen aan de grens, die nu Nederland van Belgiƫ scheidt.
Het Zuidelik deel, het huidige Belgiƫ, met katholieke religie als staatsgodsdienst, bleef ondanks alles in handen van Spanje.