Connecterra is de hoofdtoegangspoort van het Nationaal Park Hoge Kempen. Op de plek waar tot 1987 de steenkoolmijn van Eisden nog op volle toeren draaide, geniet je nu van een verrassend landschap van “bergen en meren” en hoge toppen met spectaculaire panorama’s! Connecterra verrast ons met een bijzonder stukje natuur in Vlaanderen.
We beginnen onze wandeling op de parking voor het hoofdgebouw van de mijn van Eisden. Het prestigieus gebouwencomplex van 1931 in neo-classicistische barokstijl. De invloed van de Franse aandeelhouders blijkt uit de keuze voor deze vormgeving. Het gebouw wordt voorafgegaan door een Franse tuin. Achter het gebouw de schachtbokken met hun respectieve losvloeren. Schachtbok I, boven de z.g. Puits de la Reine, naar het bezoek van koningin Elizabeth ter plaatse in 1922, was in 1921 volledig klaar; hij is 45 m hoog en het schachtwiel bevindt zich op 34,5 m hoogte. De losvloerinstallatie rond de schacht wordt uitgebouwd vanaf eind 1922. Schachtbok II dateert van 1926. In tegenstelling tot de metalen schachtbokken van de andere Belgische zetels zijn deze van Eisden opgetrokken in beton; het gebruik van beton liet een fijnere bouwstructuur toe en was goedkoper, maar star en niet aanpasbaar bij verzakkingen, zoals in de loop der jaren bleek. Elke schachtbok is voorzien van twee boven elkaar gelegen losvloeren; betonskeletten waartussen metalen structuren.
Wij wandelen het ontvangstgebouw in en dan gaan we de natuur in. Nog eens achterom kijken naar de twee schachtbokken. Dan wandelen we door het park, langs het insectenhotel. Dan wandelen we naar de waterzijde wat is het hier mooi. Midden in het meer twee hoge bergen. Wat mooi. Het is hier zo rustig en zo mooi het is genieten van alles wat we hier zien en horen. Wij wandelen rond het meer duizende kleine kikkers springen voor ons op en de libellen en waterjuffers vliegen rond en denken aan niks anders dan te zorgen voor het nageslacht.
Weer wat verder en aan de bank aan het meer houden we halte om te picknicken. Het is zalig om hier te zitten en de wind en het water te horen. Genieten van al dat moois. Dan weer een eindje verder en we komen nog aan een constructie van de oude mijn. Weer verder libellen, waterjuffers en vlinders kruizen onze weg. En dan kom de schachtbok weer in zicht. Ik neem de tijd om de schacht te beklimmen en word beloont met een prachtig zicht op de omgeving, dan weer verder tot aan het ontvangstgebouw waar we deze mooie wandeling afsluiten.
Wat een pracht, wat een rustgevend en ontspannende wandeling, volop genieten van deze toch wel bijzondere plek, eerst een plek waar zoveel activiteit was en naderhand heeft de natuur hier zijn plaats opgeëist en nu kunnen we van deze prachtige plek genieten.
MARCHE ADEPS DES TERRILS A LIEGE. / ADEPS. / LIEGE. 21/06/2015.
MARCHE ADEPS DES TERRILS A LIEGE.
ADEPS.
LIEGE.
Op drie minuten van het Luikse stadscentrum liggen de Coteaux de la Citadelle (de Flanken van de Citadel): doodlopende steegjes, smalle weggetjes, straatjes en trappen bedekken de steile hellingen van de Maasvallei. In het totaal zijn er vijftig geklasseerde monumenten en vijf geklasseerde sites. Onze wandeling vertrekt op de citadel en we gaan een aantal terrils aandoen, we zijn verwonderd over de rijke natuur die we hier vandaag gaan zien.
Eerst wandelen we even naar de “Executieplaats l'Enclos des Fusillés” op de citadel. Op deze plaats, in de citadel van Luik, zijn in de Tweede Wereldoorlog 271 mensen gefusilleerd. Zij worden, samen met andere slachtoffers herdacht met symbolische graven. In totaal zijn hier 317 symbolische graven, ook zijn er 98 echte graven van doodgeschoten verzetsstrijders. We wandelen even rond op de gedenkplaats en dan wandelen we verder op het parkoers. Dan weer verder langs kleine wandelpaden dan weer even door het bos en dan weer een eindje door de weilanden.
Het steenkoolbekken in de provincie Luik strekt zich uit vanaf Hoei (Huy) tot Luik en verder oostwaarts tot Battice. Reeds in de veertiende eeuw werd hier steenkool gedolven. Vanaf 1800 kende de steenkool- en metaalindustrie een enorme groei. Vanaf de steenkoolcrisis (1950) ging het bergaf met de steenkoolontginning in het Luikse. Verscheidene maatschappijen sloten ontginningszetels of fusioneerden. Eén voor één sloten de mijnen hun poorten. De laatste sluitingen waren in 1976 (Colard, Seraing), in 1977 (Hasard, Cheratte) en in 1980 (Blegny)
Hier passeren we onze eerste “terril Batterie Ancien”.
In 1859 werd de SA des Charbonnages de Bonne-Espérance et Batterie opgericht. De maatschappij had op dat moment koolmijnen in Vottem en Herstal. In 1927 worden de concessies van Violette (Jupille) en Wandre toegevoegd. In 1950 volgde een fusie met Bonne-Fin en Baneux tot de SA des Charbonnages de Bonne-Espérance, Batterie et Violette. De concessie had toen een oppervlakte van 1051 ha. In 1962 haalde Batterie een jaarproductie van 202000 ton. De mijn in Vottem werd gesloten op 4 juli 1965. De terrils van Batterie Ancien en Batterie Nouveau zijn bewaard gebleven. Alle gebouwen van de mijn in Vottem zijn verdwenen. Het terrein ligt grotendeels braak.
Wat verder komen we aan de “terril Batterie Nouveau”. We zijn hier in “Haut des Tawes” met zichten op de heuvels. Een eind over de terril het lijkt wel of we in een oerwoud wandelen dichte begroeiing met smalle paadjes. Dan verlaten we d eterril met een mooi zicht op de volgende. We komen in “Thier a Liege” hier een paar mooie huizen en zichten op de terrils. Dan komen we aan een kasteel. “Chateau Bernalmont” dit charmante middeleeuws kasteel was vroeger de woning van de mijndirecteur. Vandaag is er een hotel in gevestigd. Het golfterrein ligt op de terreinen van de “Grande Bacnure”
De SA des Charbonnages de la Grande Bacnure werd opgericht in 1924. De exploitatieschacht in Bernalmont heette "Gérard Cloes" (gesloten in 1960). De kolenwasserij was gevestigd langs de Maas in Coronmeuse. In 1920 kwam er een fusie met "Petite Bacnure". Deze mijn lag ook in Herstal en bleef open tot 1971. Alle installaties zijn momenteel verdwenen. Enkele schachtdeksels zijn nog zichtbaar. De terrils van Petite Bacnure en Bernalmont zijn bewaard gebleven net als enkele oude muren rond het terrein van Petite Bacnure. Op het mijnterrein van Grande Bacnure (Gérard Cloes) is een golfterrein aangelegd. Het nog bestaande kasteel van Bernalmont was vroeger de woning van de mijndirecteur.
Weer wat verder en we komen langs de ”Terril de la Petite Bacnure” en dan komen we aan de rustplaats” La Charlemagn’rie” een tentoonstelling en rustplaats. We nemen hier de tijd om even te verpozen en dan weer verder. We wandelen door Bernalmont en de terrils “de Bernalmont” en “Terril Belle Vue”
De SA du Charbonnage de Belle-Vue et Bien-Venue werd overgenomen door Hasard dat al mijnzetels had in Cheratte en Fléron. Belle-Vue sloot in 1968. Er is weinig bewaard van deze koolmijn. Op het terrein zijn nu enkele bedrijven gevestigd.
Nu wandelen we verder boven op het plateau met zicht naar beneden, onderons de Maas en de stad Luik. Het is een mooi stukje door de grasvelden en langs de bosjes mooi golvend landschap en zo komt de citadel weer in zicht waar deze toch wel mooie Terrilwandeling eindigt.
5E MARCHE D’ETE. / LES GUIBOLLES GUIBERTINES. / TANGISSART. 20/06/2015
5E MARCHE D’ETE.
LES GUIBOLLES GUIBERTINES.
TANGISSART.
Vandaag een wandeling in Waals Brabant. In Tangissart een deelgemeente van Court-Saint-Etienne. Is een groene en heuvelachtige gemeente, die bespoeld wordt door de Dyle, de Thyle en de Orne. Ze mag uitpakken met een netwerk van paden en wegen die fraaie wandelingen bieden.
De wandeling vandaag is er eentje die ons door een paar prachtige wandelwegen leidt “ Sentier Touristique” worden ze genoemd en het zijn echt pareltjes van kleine wegen die ons door het landschap brengen. We wandelen een eindje langs de spoorweg om dan in het bos terecht te komen. “Bois Ste-Catherine” mooi om door te wandelen en genieten van de natuur. Meter hoge varens en bloemen vergezellen ons op onze tocht. Uitgestrekte vergezichten op de open plekken in het bos en aan de randen prachtige huizen wit gekalkt met rozen tegen de gevels, gewoon mooi.
Nu wandelen we het bos terug in ”Bois de l’Heuchére” hier meer open plekken in het bos waar graslanden zijn en mooie zichten over het landschap, weer wat verder langs weilanden waar koeien rustig grazen en zo wandelen we naar Faux. En dan keren we weer naar Tangissart. Wat een mooie wandeling hebben we hier vandaag gedaan. Nog even langs een paar mooie oude huizen en dan zijn we terug aan ons vertrek.
MIDWEEKWANDELTOCHT. / WSV. DE VELDLOPERS. / GULPEN. 17/06/2015
MIDWEEKWANDELTOCHT.
WSV. DE VELDLOPERS.
GULPEN.
Het dorp ligt aan de zuidzijde zelf tegen de Gulperberg aan gebouwd. De berg is een uitloper van het Plateau van Crapoel dat hier steil eindigt. Verder zuidelijker liggen op de hellingen van het plateau enkele bossen: het Dunnenbos, het Wagelerbos en daarachter het Schweibergerbos. De noordzijde van het dorp is op de zuidhelling gebouwd van de Beversberg, waarnaast de Dolsberg ligt. De plaats zelf ontleent haar naam aan het riviertje de Gulp, dat dwars door het centrum van het dorp loopt en het dorpsgezicht typeert.
We wandelen het stadje uit langs het monument voor de Joden die omgekomen zijn door de nazi’s. Dan langs de vijver en de Watermolen. Op de Gulp ligt de watermolen Neubourger Molen wij passeren langs de achterzijde en zo wandelen we de dreef van het Kasteel Neubourg. Dan komen we langs het kasteel. Kasteel Neubourg is idyllisch gelegen in het dal van het riviertje de Gulp. Het kasteel is omgeven door bospercelen, fruitboomgaarden en weilanden. Kasteel Neubourg bestaat uit een hoofdgebouw en twee voorburchten, een aan noordzijde en een aan westzijde. Een lindendreef met toegangsbrug over de kasteelgracht leidt naar de imposante toegangspoort van de noordelijke voorburcht die wordt geflankeerd door twee slanke torens. Dit deel wordt ook wel aangeduid als 'eerste bouwhoeve'. De westelijke voorburcht heeft een eigen toegangspoort en is eigenlijk een boerderij, meestal 'tweede bouwhoeve' genoemd. Vandaag zijn er restauratie werken bezig en zo zal dit unieke monument bewaard kunnen blijven voor de toekomst. We wandelen verder langs weilanden en door een prachtige bomenlaan.
Het is prachtig wandelen in dit golvend heuvellandschap. Zo komen we in Euverem. De circa 35 huizen liggen rond de gelijknamige weg Euverem en de haaks daaropliggende Kampsweg richting Pesaken en Crapoel. De buurtschap bestaat uit twee straten en ligt in het dal van het riviertje de Gulp midden in het Zuid-Limburgse Heuvelland. Euverem ligt in een fraai landschap. Verschillende paaltjesroutes voeren wandelaars langs de buurtschap. Het pand Euverem 10, een fraaie vakwerkboerderij, is een rijksmonument. We wandelen verder en komen zo in Reijmerstok. Wat verder wandelen we door de mooie natuur.
Veel afwisseling bos en weilanden en ook een heel mooi. We komen ook langs het hopveld en dan maar dalen. Wat verder langs een mooie kasteelhoeve. Nog even langs een prachtige vakwerkhoeve. Dan weer eindje verder en dan langs de achterkant van het kasteel en dan komen we terug in Gulpen. Een pracht wandeling in een gezellige stadje waar de geur van koken hop overheerst. De naam Gulpen geniet bekendheid doordat de plaatsnaam in een lokaal biermerk is vernoemd: te weten Gulpener bier.
Vandaag een ADEPS wandeling. In Ombret, de gehuchten Ombret en Rawsa behoorden aanvankelijk tot de gemeente Amay. In 1842 werden de gehuchten van Amay afgesplitst in een nieuwe zelfstandige gemeente Ombret-Rawsa, met als hoofdplaats Ombret. Bij de gemeentelijke herindeling van 1977 werd Ombret ingedeeld bij de gemeente Amay en Rawsa bij de gemeente Modave. We wandelen het dorp uit en klimmen een heel eind.
Onze inspanning word beloont met een prachtig zicht op de Maas die zich door het dal slingert. We blijven klimmen en we komen langs prachtige gebouwen in lokale steen, mooi toch. We wandelen nu door het “bois de Bellegrange” een uitgestrekt bosgebied. Wel een mooi gebied met veel afwisseling groepen loofbomen en open vlakken wisselen af en het geeft alles een prachtig uitzicht en de afwisseling is welkom. We wandelen nu aan de rand van het bos en komen in “Rausa” verder door het bos en het is genieten van de natuur wat een verscheidenheid in bomen en struiken, vlinders en andere insecten. Wat verder komen we in het reservaat “ Landes d’Ombret” hier komen vele verschillende bloemen voor waardoor ook verschillende vlinders voorkomen, het is een prachtig stukje natuur met veel afwisseling. Stukken met struiken en bomen en dan weer een stuk weiland met veel verschillende grassen en bloemen. Zo komt het Vingerhoedskruid veel voor
.
Even voorstellen: Vingerhoedskruid wordt 30-150 cm groot. De plant heeft eironde tot lancetvormige bladeren, die aan de onderzijde grijs behaard zijn. De stengel en bloemstelen zijn bezet met korte, zachte haren. Vingerhoedskruid bloeit van mei tot oktober met meestal donkerrood gevlekte bloemen. Er zijn drie kleuren: donkerrood (hardroze), lichtpaars en wit. Om de rode vlek zit een witte rand. De witbloeiende planten worden soms als aparte soort gezien. De bloemkroon is 4-5 cm lang. De hommels moeten in de bloemkroon kruipen om bij de nectar te kunnen komen. Soms wordt echter een gaatje in de bloemkroon gebeten om zo bij de nectar te kunnen komen. Een plant kan meer dan negentig bloemen hebben en duizenden zaadjes.
Weer verder met de wandeling langs de mooie natuur, is genieten. We klimmen weer een heel eind en we worden weer beloont met een prachtig zicht op de Maas. Dan komen we terug aan ons vertrek, maar eerst nog even langs de kerk van Ombret (19eeuw) ligt in puin, maar het moet worden omgezet in huisvesting. De klokken worden tentoongesteld in het centrale plein van Amay , in de buurt van het college. Nog even en we zijn terug aan ons vertrek. Een prachtige wandeling.
35E MARCHE DES AVIATEURS. / LES BERGEOTS. / CORENNE 13/06/2015
35E MARCHE DES AVIATEURS.
LES BERGEOTS.
CORENNE.
We vertrekken in het centrum van Corenne, tegenover de kerk. Een grote hoeve “Le ferme Bilandre” met indrukwekkende gebouwen daar vertrekken we. En vlug wandelen we door het prachtige landschap, groene weilanden en hier en daar stroken bos, gewoon prachtig.
We wandelen tussen Corenne en Flavion. Wel prachtig om het dorp Flavion voor ons te zien gelegen in een dal. We wandelen nu het dorp binnen, een kasteeltje duikt voor ons op maar het is vervallen eigenlijk spijtig. Chateau de Flavion ook wel Chateau Closon genoemd tegenover de 19de eeuwse neoklassieke bijgebouwen, spijtig dat alles zo vervallen bij ligt. We wandelen door het dorpje langs de kerk en wat verder langs een prachtige kapel. Dan wandelen we weer door de velden naar Rosee.
We wandelen het dorpje binnen en een grote boerderij duikt voor ons op. “Ferme de la Laiterie” een statig gebouw, kasteelhoeve prachtige ligging. Door het dorpje prachtige huizen in grijze natuursteen en een grote boerderijen, wij wandelen nu langs het militairvliegveld van Florennes. Nog een heel eind door velden en langs de mooie omgeving en we komen terug in Corenne. Een mooie wandeling in een prachtige streek.
BEZOEK AAN GIVET.
We zijn dicht bij de Franse grens en gaan nog even naar GIVET voor een kort bezoekje.
BATTLE OF WATERLOO. / LES MARCHEURS DU HAIN. / BRAINE-L’ALLEUD. 07/06/2015.
BATTLE OF WATERLOO.
LES MARCHEURS DU HAIN.
BRAINE-L’ALLEUD.
Uitzonderlijke wandeling ter gelegenheid van de tweehonderdste verjaardag van de slag van Waterloo.
De Leeuw van Waterloo kennen we nog van uit de tijd van onze schoolreizen (begod is dat al lang geleden). Vandaag kunnen we een wandeling maken en ontdekken de strategische posities van Napoleon en Wellington, en als kers op de taart een beklimming van de heuvel met de Leeuw van Waterloo.
We vertrekken en al vlug komt de heuvel met de Leeuw in het zicht. We wandelen een eind door de velden om dan aan de kasteelhoeve Hougoumontte komen
De kasteelhoeve Hougoumont speelde een grote rol in de Slag bij Waterloo op 18 juni 1815. Hougoumont had een grote ommuurde tuin, een boomgaard en een park. Hougoumont lag tijdens de slag op de rechterflank van Wellingtons positie. Napoleon slaagde er niet in, ondanks herhaalde aanvallen, de hoeve te veroveren. De boerderij is sinds 1938 beschermd als monument. Wellington zag Hougoumont als steunpunt voor zijn defensie op de rechterflank dat hij niet uit handen wilde geven. Rond de Ferme Hougoumont werd bijzonder hard gevochten tijdens de slag van Waterloo. Ze werd achtereenvolgens door de Fransen en dan door de Engelsen bezet. Dat werd weer gevolgd door een belegering van de Fransen. De schuur en het kasteel brandden daarbij uit. Van het oorspronkelijke hoevekasteel stond dus niet veel overeind na een namiddag ongemeen hard vechten. In en rond de hoeve vielen naar schatting 6000 doden.
Vandaag een prachtige gerestaureerde kasteelhoeve. Dan weer verder met Jelle is voor het eerst dit allemaal ziet en vol verwachting hoopt de heuvel te beklimmen. Achter ons de heuvel met de leeuw.
We wandelen verder en komen aan de volgende halte met info bord, de Engelse Linies. Hier hebben we een zicht over het slagveld.
Het slagveld ten zuiden van Waterloo werd al snel tot beschermd gebied verklaard en is daarom nog grotendeels hetzelfde als 200 jaar geleden. De heuvel met de Leeuw van Waterloo is na de slag opgeworpen en biedt een mooi uitzicht over het slagveld. De meeste hoeves zijn ook nog aanwezig zoals Hougoumont op de rechterflank van Wellington, de la Haie Sainte in het midden en Papelotte op de linkerflank. Er staan vele monumenten voor alle strijdende partijen en zijn er musea in Waterloo, Ligny en Genappe.
Nu wandelen we door het vlakke landschap achter ons de ommuurde kasteelhoeve en langs ons de heuvel met Leeuw.
Constructie van het monument van Waterloo vond plaats tussen 1823 en 1826. Er was 290.486 m³ zand nodig om een 40 meter hoge heuvel op te richten. Op de top daarvan werd een 28 ton zware leeuw uit gietijzer geplaatst op een sokkel van 4,5 meter. De leeuw zelf is een ontwerp van de Mechelse beeldhouwer Jean-Louis van Geel. Een ondergrondse ring van bakstenen ondersteunt het monument. De ontwerper van het geheel was architect Charles Vander Straeten, particulier architect van de Prins van Oranje en uiteindelijk (Rijks-)Architect der Koninklijke Paleizen en Landsgebouwen (eerst enkel in de Zuidelijke Provinciën, later in het gehele Verenigde Koninkrijk der Nederlanden).
We wandelen weer verder voorbij een witte hoeve met gedenkplaat. We steken de grote weg over en volgen deze even. We komen nu voorbij de kolom van Victor Hugo. Tegenover staat het monument met gewonde arend die de Franse vlag vasthoud. We wandelen nu terug de velden in en de heuvel blijft ons aandacht trekken. Wat verder tussen de bomen duikt een toren op. We wandelen verder war dalen en dan weer wat klimmen en zo komen we aan een kleine kapel. Wat verder ligt de toren. We komen aan de “Ferme de la Papelotte”
Deze aan de oostkant van het slagveld van Waterloo gelegen herenboerderij was een belangrijk steunpunt voor de Engelse troepen van Wellington. Bij de gevechten brandde ze af, maar in 1860 werd deze gesloten hoeve gerestaureerd. Samen met het kasteel van Fichermont, verdedigd door de detachementen van Oranje-Nassau, bood ze beschutting voor de komst van het Pruisische leger.
We wandelen verder en komen nog een aantal kleine gedenkstenen voorbij.
Ook nog even voorbij een klooster en dan weer verder, dan wandelen we voorbij een groot deel van het slagveld, hier zal volgende week de slag van Waterloo herhaald worden, ze verwachten 40.000 bezoekers en de tribunes zijn volop in opbouw. Nu komen we aan onze controle post. Hier even rusten en wat bijpraten met wandelvrienden. Na rust vervolgen we onze route naar het ontvangst centrum van Waterloo.
DE HEUVEL MET DE LEEUW
Deze 40 meter hoge heuvel werd opgericht op de plaats waar naar verluidt de Prins van Oranje (1792-1849) werd verwond, vooraleer tot Koning der Nederlanden te worden gekroond (van 1840 tot 1849). De bouw van deze enorme aarden kegel nam drie jaar in beslag, van 1823 tot 1826. De leeuw die zich op de top verheft, symboliseert de overwinning der monarchieën.
De architect zegt er het volgende over: "steunend op een wereldbol kondigt hij de rust aan die Europa op de vlakten van Waterloo heeft veroverd". De top van de heuvel biedt uitzicht over heel het slagveld.
HET PANORAMA
Het panorama, een omvangrijk rond gebouw dat zich naast het bezoekerscentrum bevindt, herbergt het doek dat in 1912 door Louis Dumoulin werd geschilderd om het eerste eeuwfeest van de slag te vieren. Deze gigantische fresco heeft spectaculaire afmetingen, het dramatische onderwerp meer dan waardig: een omtrek van 110 meter en een hoogte van 12 meter. Het panorama werd ontworpen in de XIXe eeuw. De massieve en elegante constructie is ontworpen om er grote schilderijen in te herbergen, met een omvang tot 110 op 14 meter.
Als onderwerp voor panoramaschilderijen werden gewoonlijk beroemde veldslagen, religieuze hoogtepunten of landschappen gekozen. Het panorama werd in 2008 gerenoveerd. Als één van de weinige overgebleven panorama's is het authentiek historisch erfgoed. In het begin van de XXste eeuw waren deze grote reconstructies vrij gangbaar, maar met de tijd werden ze zeldzamer.
We nemen ruim de tijd om alles eens te bekijken en samen met Jelle beklimmen we de 240 trappen naar boven om van het prachtige panorama te genieten. Na ons bezoek is het nog maar een stukje tot de aankomst. Een pracht van een wandeling. Veel mooie dingen gezien en een stukje geschiedenis beleefd.
Vier dagen voor de Slag van Waterloo in juni 1815 trok Napoleon binnen in België. Het grondgebied van België weliswaar, want ons land bestond op dat moment nog niet. De beslissende dag voor Keizer Napoleon was op 18 juni 1815. Zijn Franse leger van 124.000 man werd ingeklemd door de coalitielegers. Het Engels-Hollandse leger van 97.000 manschappen werd aangevoerd door hun generaal Wellington en de prins Willem van Oranje, de latere koning van Nederland. Het Pruisische leger telde 117.000soldaten en werd geleid door veldmaarschalk Blücher. Na 8 uur intens strijdgewoel eindigt de veldslag met de nederlaag van de Franse troepen. Er werden bijna 9.500 doden en 32.000 gewonden geteld. Voor bezoekers is het uniek dat veel bewaard is gebleven: het slagveld, Napoleons hoofdkwartier, de boerderijen en diverse gebouwen. Het platteland rond Waterloo is afgebakend met 135 gedenktekens. Een aantal onder hen zijn opgericht ter ere van elk van de naties die op het slagveld vertegenwoordigd waren. Andere werden gebouwd door families, ter nagedachtenis van de dappere strijders van Waterloo. Het Franse leger verliet het slagveld in volledige chaos en trok zich via Charleroi terug over de Franse grens.
Napoleon keerde terug naar Parijs, dat hij op 21 juni 1815 bereikte, maar hij werd niet meer als keizer erkend. Een paar weken wachtte hij werkloos op het landgoed Malmaison bij Parijs. Een poging om naar Amerika te vluchten werd verijdeld omdat de Engelsen alle havens hadden afgegrendeld. Vervolgens vroeg hij politiek asiel aan in Engeland. Hij probeerde dat op diplomatieke wijze: Laat ik mij onderwerpen aan de edelmoedigste van mijn vijanden. Sint-Helena Napoleon kreeg asiel van de Britten, maar anders dan hij had verwacht. Hij werd als gevangene aan boord van het marineschip Northumberland vervoerd en na een tocht van 70 dagen afgezet op het afgelegen, verlaten Britse eiland Sint-Helena, in het zuidelijke deel van de Atlantische Oceaan. Nog zes jaar bracht Napoleon daar door voordat hij op 5 mei 1821 stierf. In 1840 werd zijn stoffelijk overschot naar Parijs overgebracht, en bijgezet in de Dôme des Invalides.
38E GRANDE MARCHE DE L’AMITIE. / LES MARCHEURS DE L’AMITIE LANDENNE ASBL. / SCLAY. ANDENNE. 06/06/2015
38E GRANDE MARCHE DE L’AMITIE.
LES MARCHEURS DE L’AMITIE LANDENNE ASBL.
SCLAY. ANDENNE.
De Grand-Place (Grote Markt) van Sclayn is eveneens een belangrijk architectonisch ensemble met onder andere de voormalige kapittelkerk van Sint-Mauritius, in oorsprong romaans, maar in de 18e eeuw verbouwd.
Nabij Sclayn ligt ook een belangrijk natuurgebied, waar zich in de nabije grotten het archeologisch reservaat Scladina bevindt, waar in 1993 resten van Neanderthalers zijn gevonden. We wandelen voorbij de kerk en een paar merkwaardige gebouwen, dan wandelen we de natuur in langs kleine wegjes en dan door de velden en langs bosjes. Dan komen we aan de steengroeve het is herschapen in een klein natuurreservaat met een grote vijver, de natuur neemt stilaan over van de mens.
Wat verder komen we langs de mooie huizen met stenen uit de nabij gelegen steengroeve. We wandelen wat verder en komen zo in Bonneville. Voor ons het kasteel. Het Kasteel van Bonneville was vroeger een boerderij bestaande uit een donjon uit de vijftiende eeuw. In 1617 kocht Jacques de Zualart, burgemeester van Namen, het landgoed. Hij werd heer van Sclayn-Bonneville en begon met de bouw van de noordelijke vleugel van het hoofdgebouw: een renaissancegevel gekenmerkt door een afwisseling van baksteen en kalksteen.
Tilmant van Zualart, zoon van Jacques, ging failliet tijdens de lopende bouw en ridder Jean-Hubert van Tignee, de belangrijkste schuldeiser, werd in 1690 de nieuwe eigenaar en heer van Bonneville. Nog steeds, gedurende meer dan tien generaties, behoort het kasteel toe aan een directe afstammeling: ridder Boudewijn van Theux. Het pand is nauwelijks veranderd qua uiterlijk, uitgezonderd de achttiende-eeuwse salons en de Franse tuin. Tegenover de Kerk Saint-Firmin, Deze mooie romaanse kerk uit lokale steen is omgeven door een kerkhof. Zeker de toren en het stuk voor het schip dateren uit de 11e eeuw. In de 15e eeuw werd het kerkje vergroot met twee traveeën en een driezijdig koor. Het meest opvallende element aan de buitenzijde van de kerk is de massieve toren. Oorspronkelijk had deze toren een defensieve functie. Vandaag de dag kan je nog steeds de kleine openingen in de muur zien van waar men de vijand met verschillende projectielen kon beschieten. Binnenin bezit de kerk enkele opmerkelijke werken die men zeker van dichtbij moet bekijken: onder meer een gotische Piëta uit de 16e eeuw; een 18e-eeuws paneel, afkomstig van de oude preekstoel, werd geïntegreerd in het huidige altaar; de grafstenen van Jean de Namur (over-leden in 1569) en van F. de Ronvau (overleden in 1603). De doopvont werd in 1963 vervaardigd door J. William. In 1976 werd het kerkhof geklasseerd als beschermd monument. De omliggende woningen uit dezelfde steen geeft dit geheel een bijzonder uitstraling. We wandelen langs het kasteel om aan de grote hoeve te komen, samen met het kasteel vormt het een prachtig geheel.
We laten Bonneville achter ons door de prachtige velden, midden in het veld een kapel met twee enorme bomen en een kunstwerk onder de bomen. Verder door de velden en zo komen we in Thon. Het dorpje Thon in de vallei van de rivier de Samson is opgenomen in de lijst van mooiste dorpen van Wallonië (Les Plus Beaux Villages de Wallonie). In het dorp zelf staat de barokke Sint-Remigiuskerk en in de omgeving bevinden zich het kasteel van Forges en een rotsformatie genaamd Les Demoiselles. Tegenover de kerk een prachtig kasteel met aan de overzijde van de weg een ommuurde tuin.
We hebben geluk de kerk is open en we kunnen even binnenkijken. We verlaten het dorpje en weer een eind door de velden tot we aan “la ferme de Crevecoeur” een grote hoeve weerzijde van de weg deze 18 -19 de eeuwse boerderij is een parel van bouwkunde.
Weer verder, weer verder door de velden en we komen aan een veld met klaprozen wauw wat mooi. Wat verder en we komen terug aan ons vertrek. Een pracht van een wandeling, veel gezien en genoten van de prachtige natuur.
We vertrekken met de wandeling in het Bungalowpark Simpelveld. Al sinds oudsher wordt de streek rondom Simpelveld bewoond. Rond 4000 v.Chr. woonden in deze streek de zgn. Bandkeramiekers. Genoemd naar het soort versiering op hun aardewerk. Omstreeks het jaar 100 vestigden zich oud-strijders uit het Romeinse leger in herenboerderijen (villa’s). Uit deze tijd stamt de wereldberoemde sarcofaag van Simpelveld. De kist is nu één van de pronkstukken van het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden. Een kopie staat in de hal van het gemeentehuis.
Ook in Bocholtz is in oktober 2003 een bijzondere askist gevonden, midden in een cirkel met een straal van één kilometer waarbinnen de restanten van vier Romeinse villa’s zijn gelegen. Wij wandelen vandaag in het “groen” van Simpelveld. Maar eerst wandelen we voorbij het station van de Miljoenenlijn. Met trots presenteert de gemeente Simpelveld zich als Stoomstadje Simpelveld. Vanaf hier kunt u met de nostalgische stoomtrein de omgeving bewonderen over de enige "berg" spoorweg die Nederland rijk is. De Stichting Zuid-Limburgse Stoomtrein Maatschappij heeft zich voor het behoud van de lijn ingezet.
Volgens het rittenschema stoomt deze trein met Zweedse locomotieven door Zuid-Limburg. Vandaag is het rijdag, wij horen soms de stoomfluit door het dal klinken, maar we zien de stoomtrein vandaag niet. We wandelen door de mooie natuur om in Waalbroek te komen. De naam Waalbroek is afgeleid van Waal (Franstalige) en broek, een moerassig gebied. De buurtschap ligt in het dal van de Eyserbeek. In de buurtschap staat de Waalbroekerhof, oorspronkelijk een laathof van de cisterciënzerinnenabdij Val-Benoit uit Luik. Naar het noordelijk gelegen natuurgebied Groeve Sweijer loopt een wandelpad. Wij wandelen over dit pad in het natuurgebied. Weer een heel eind door de prachtige omgeving en dan steken we de miljoenenlijn over.
We wandelen verder en komen zo in Molsberg. Een lang gerekte natuurgebiedje waar vele lupine staan wel mooi en een heel eind door een prachtige laan. Langs een prachtige boerderij en komen we in Huls. We klimmen een beetje en we krijgen prachtige vergezichten over het groene landschap. In de verte staat een prachtige windmolen. Weer verder en we wandelen Hulsveld binnen met een prachtige oude boerderij. Weer verder we komen aan de oude watermolen, daterend uit 1774, is een nationaal monument. Van de oorspronkelijke molen zijn onder andere het molenhuis en het ijzeren middenslag waterrad, met de bijbehorende watergoot, nog zichtbaar. De watergoot staat vol met witte bloemen tegenover een oude boerderij.
Wij klimmen weer Simpelveld in en op de hoek van de straat een prachtig gebouw. Verder klimmen tot aan de spoorweg steken deze over langs de het seinhuisje en dan keren we terug naar ons vertrek. Een mooie en aangename wandeling die we kunnen maken in Simpelveld.
Vandaag een wandeling met ADEPS. Vertrek met de wandeling aan het voetbalveld. Al vlug komen we aan de Kasteelhoeve Limont.
Tussen 1220 en 1230 ontving ridder Robert de Limont het land van Limont uit handen van zijn vader. Hij zette er een hoeve neer dat het huis werd van meerdere generaties ridders en schildknapen. Enkele jaren geleden werd deze kasteelhoeve volledig gerenoveerd tot het juweeltje dat het vandaag de dag is. De natuur rondom Château de Limont aan het begin van de prachtige Ardennen is ronduit adembenemend. De Kasteelhoeve van Limont is omringd door een 9ha groot park met honderdjarige bomen.
We wandelen het kasteeldomein op en er is een wandel parkoers op uitgezet dat ons door het domein leidt. Langs de prachtige oude bomen, de ijskelder en de merkwaardige toren. Zo geheel rond het domein, is gewoon prachtig om te lopen waar bijna 900 jaar geleden ridders op rond liepen. Zo wandelen we het kasteeldomein uit langs grote haspengouwse hoeven. Langs de kerk en het kerkhof met een mooie grafkapel spijtig dat ze zo onderkomen is.
Wat verder komen we aan Het Kasteel van Limont of Donjon van Limont
In 1230, schenkt Libert Jeneffe, heer van Borgworm, het land van Limont aan zijn zoon Robert. Het land is afgescheiden van het domein Warfusée-Donmartin. Robert draagt de titel van Limont, kiest een nieuw wapen en bouwt de donjon. Robert wordt gedood tijdens de verdediging van het kasteel van Borgloon in 1276 gedurende de Awans- en Warouxoorlog . De donjon onderscheidt zich door een uitzonderlijke regelmatigheid van de vuurstenen parementblokken gebruikt als gevelbekleding. kalkstenen hoekstenen versterken de muren. Gebouwd op een vierkante plattegrond van 8,50 meter bij 8,50 meter was het gebouw waarschijnlijk oorspronkelijk vier verdiepingen. Nu kan men nog steeds twee verdiepingen zien en de basis van de derde verdieping. De deuropening is gelegen op 1ste verdieping die te bereiken was met een houten trap, In het geval van bedreiging kon de trap worden ingetrokken. Op de eerste verdieping, de woonkamer, bevindt zich een grote open haard en twee ramen met vensterzetels. Het plafond was een kruisribgewelf. Een luik in de vloer gaf toegang tot een afgesloten kelder. Het gewelf van de kelder is gemaakt van kalktuf. Een stenen trap ingebouwd in de noordelijke muur leidt tot privéverdiepingen. Het dakterras was oorspronkelijk bekleed met kantelen ter verdediging.
We wandelen verder een heel eind door de velden en langs de akkers om zo in Donceel te komen. Aan het kasteel van Donceel.
In 1456 kocht Godefrein van Donceel twee eigendommen in de vallei van de Yerne om er een kasteel op te bouwen. Het huidige kasteel, gelegen in het centrum van het dorp onder de voormalige parochiekerk, dateert van de 17de eeuw en begin 18de eeuw. In de 17de eeuw ging het kasteel over in de handen van de familie de Hemricourt en daarna van de familie de Chestret die het tot op heden nog altijd bewoont. Jean-Remi de Chester renoveerde het kasteel, tussen 1767 en 1769, tot het kasteel dat we nu kennen. Het kasteel, gebouwd in bak- en kalksteen en omringd door een fraai park, bestaat uit een landhuis en twee landbouwbedrijven rond een driehoekig plein met bomen.
Ook dit domein staat open voor de wandelaars we wandelen voorbij het hoofdgebouw en we komen de eigenaar tegen, wat een vriendelijke man hij zegt dat we overal mogen gaan kijken, wij blijven natuurlijk op het uitgezette parkoers. Zijn al blij dat we op dit privé domein mogen wandelen.
We verlaten het domein en komen weer langs een prachtige hoeve. In het wapenschild boven de deur het jaartal 1662 en een afbeelding van Sint Michiels met draak. Wat verder en we komen zo terug aan ons vertrek.
Een mooie wandeling in Limont een pracht van een organisatie van Adeps.
37E MARCHE DES CORSAIRES. / LES CORSAIRES DE SART-LEZ-SPA. / SART-LEZ-SPA. 30/05/2015
37E MARCHE DES CORSAIRES.
LES CORSAIRES DE SART-LEZ-SPA.
SART-LEZ-SPA.
Sart-Lez-Spa een deelgemeente Jalhay, de westelijke poort tot de Hoge Venen. De verschillende typische dorpjes waaruit de gemeente JALHAY bestaat, kijken uit over het meer van de Gileppe en zijn opgetrokken aan de rand van de bossen. Merk hoezeer de makkelijk toegankelijke plaatsen geschikt zijn om wandelingen te maken, zich te ontspannen, te rusten... en lekker te eten.
In een dergelijke omgeving moet men er zich niet over verbazen dat de tradities nog levendiger blijven dan elders: het carnaval, het feest van de kool, het feest van het rund, maar ook het feest van de oude ambachten (Sart) trekken ieder jaar een steeds talrijker publiek. En dit alles in een grootse omgeving die haar natuurlijke zuiverheid en woestheid heeft weten te bewaren. De inwoners, trots op hun verleden en hun tradities. Woonplekjes, in de verschillende dorpjes en gehuchten, die met liefde in stand worden gehouden …Het vroegere plattelandsleven toonde niet graag zijn rijkdommen, als men die al had.
Er zijn slechts enkele monumenten, die ons herinneren aan het verleden van deze dorpjes en hun vaak nogal roerig verleden. Ze zijn beslist de moeite waard om te ontdekken, zoals de versterkte kerktoren van Sart, zijn romaanse doopvonten, de prachtige maagd uitgesneden in hout in de kapel van Wayai; „lès Hôts Egrés” op de markt van Sart, een uniek huis, daterend uit de 17e eeuw. Ook een bezoekje waard zijn het oude gerechtsgebouw en de perrons van Surister en Sart met vrijheidssymbool; voorheen misschien meer een symbool van trouw aan het Luikse Prinsdom van het oude regime.
De geschiedenis van de dorpen is altijd leuk om te ontdekken en als je dan kunt wandelen door deze dorpjes en de huizen en boerderijen ziet weet je dat dit een eerlijk landelijk streek is waar mensen houden van eenvoud maar ook trots zijn op hun verleden. Al vlug wandelen we door de prachtige natuur, veel afwisseling en weer eens dalen en dan klimmen golvend landschap met verre zichten over de groene weilanden met wat bomen en een uitgestrekt bos. Prachtig toch. Door het bos naar Balmoral en dan war verder naar Jalhay-Sart. Een afwisselend landschap door het bos van “Bois de Staneux” we komen langs een mooi kapel in vakwerk prachtig gelegen.
Dan komen we aan de kerk van Tiege. Dan weer terug richting Sart langs een prachtige kasteel. Wat een pracht van een gebouw. Dan nog langs een mooi gebouw en dan komen we terug aan ons vertrek wat een mooie wandeling.
NIEUWENHOVENTOCHT. / WC. AVIAT ST. TRUIDEN. / NIEUWERKERKEN. 25/05/2015
NIEUWENHOVENTOCHT.
WC. AVIAT ST. TRUIDEN.
NIEUWERKERKEN.
Op deze Pinkstermaandag gaan we wandelen in Nieuwerkerken. We hopen er onze nieuwe wandelvriend te zien en er wat tijd samen door te brengen. Als we aankomen gaan we dadelijk op wandel en zien wat verder de Kasteelhoeve van Nieuwerkerken liggen, straks op het eind van de tocht komen we er nog eens langs.
De Kasteelhoeve is een gesloten kasteelhoeve uit de 17e en 18e eeuw, in Maaslandse renaissancestijl. Het kasteel ligt op de zuidelijke helling van de Raasbeekvallei. De deur- en vensteromlijstingen zijn van kalksteen, de rest van lokale baksteen. De kleiwinning gaf het ontstaan aan een vijvertje. Het rechthoekige erf is geplaveid. Kasteel en stal aan de achterzijde dateren wellicht van 1648, getuige het jaaranker. Uit het jaaranker boven de poort is af te leiden dat de schuur dateert van 1734. Oorspronkelijk was deze waterhoeve omringd door de Vlaamse Beek. De wallen zijn grotendeels gedempt. Voor het poortgebouw met mansardedak en duiventil lag een ophaalbrug, nu een stenen brug. Na de Franse Revolutie was het kasteel een tijd toevluchtsoord voor de zusters van Mielen uit Sint-Truiden. Aan de beboomde oprijlaan staat een kapel uit de 18e eeuw. De gebouwen en het omringende landschap zijn een beschermd dorpsgezicht sinds 1985.
Al vlug wandelen we door de laagstamplantage en dan komen we aan het “Natuurpark: De Zijp.” De vallei van ‘De Zijp' deed jarenlang dienst als gemeentelijk stort, tot het werd omgetoverd tot een prachtig natuurparkje. Bovendien kan je er ook het bijenstation van imkervereniging ‘De Heidingers' zien, we lopen erlangs en ook langs de vijver het si een prachtig gebiedje waar het aangenaam te wandelen is en er is plantengroei in overvloed. Als we uit het reservaat komen weer een eind tussen de plantage en dan wandelen we naar het gebied van het domein van Nieuwenhoven.
Het bos in Nieuwenhoven is een oud parkbos van 161 ha waarvoor geen landbouwgrond werd opgeofferd. Het kasteel deed van de 10e tot de 18e eeuw dienst als buitenverblijf voor de abten. Het domein omvat een rijke flora en fauna, een mooie visvijver, een educatieve vijver en een ecologische waterzuiveringsinstallatie. Het bos heeft zijn charmes in ieder seizoen. Spijtig dat we niet langs het kasteel gaan maar in he bos ook Galgenbos genoemd is zeker de moeite een hele poos wandelen we door het bos en dan wat mater wandelen we terug richting Nieuwerkerken langs de kasteelhoeve en dan komen we terug aan ons vertrek.
Onze wandelvriend Rudy Dessers is ook in de zaal en zegt dat Philip ook komt we nemen ruim de tijd om samen met deze vrienden een gezellige babbel te maken en samen wat herinneringen op te halen van de prachtige Saff Walk. Zo eindigt onze wandeldag op deze feestdag.
39E MARCHE HENRI SIMON / LES GODASSES EN FOLIE / SPRIMONT. 24/05/2015.
39E MARCHE HENRI SIMON
LES GODASSES EN FOLIE
SPRIMONT.
Op 6 augustus 1914 , in Lincé het 73e en 74e RI van de keizerlijke Duitse leger dode vijfendertig burgers en vernietigde zestig huizen tijdens de "Duitse wreedheden" begaan in het begin van de invasie in verschillende regio's van het land . Andere bronnen spreken van veertig, maar de verschillende monumenten noemen een lijst van vijfendertig.
Ligt niet ver van de Duitse grens, Lincé was snel onderdruk met andere omliggende gehuchten Chanxhe, Lille en Louveigné. Alle betaalde een zware prijs voor de brutale soldaten. Veel burgers werden over de kling gejaagd en verbrande de huizen. Het dorp werd letterlijk geplunderd door Duitse soldaten schoten ze 35 burgers en vernietigd 52 huizen. Lincé slachtoffer van de Duitse wreedheden, noemt zichzelf terecht als "martelaar dorp '. Het monument op de plaats van de moorden voor de burgerslachtoffers van 6 augustus 1914. Het was het oude dorps fontein die werd bekroond met een bronsenstandbeeld van beeldhouwer Georges PETIT. Een vrouw op haar knieën, ze draagt een baby, heft haar vuist als een teken van wraak. Dit monument zal worden vernield en vernietigd tijdens de Tweede Wereldoorlog, 6 december 1943. In 1962 werd de oude pomp vervangen door een monument symboliseert de oude, maar met meer moderne uitvoering . Het nieuwe beeld is het werk van de beeldhouwer Marceau Gillard naar het thema van die van Georges PETIT. Op de wandeling komen we op een paar plaatsen info tegen over de barbaarse daad van het Duitse leger.
We verlaten het centrum om langs een paar mooie plekje te wandelen en zo het dorp te verlaten. We komen langs het monument voor Henri Simon. Standbeeld voor een vergeten dichter, schilder en muzikant. Hij schreef in het Waals en leefde van 1856 tot 1939. Het grootste deel van zijn leven woonde hij in Lincé. Nog in het jaar van zijn dood zelf werd dit monument gemaakt door Maurice Bar uit Sprimont. Wat verder bij de wegverbreding met een calvariekruis, staat ook een infobord over de Duitse inval. Weer verder door het prachtige landschap onderweg zie je in een doorkijkje in de verte het kasteel van Xhignez liggen te midden van golvende weiden en bos.
We komen nu in Presseux. Hier mooie oude hoeven statige gebouwen, gewoon mooi. Boven de deur de datum 1666. Het is een heel mooi geheel. Wat verder een prachtig zicht op het dorpje. Dan een heel eind door de velden en weilanden en vergezichten waar geen einde aan komt. We wandelen een heel eind rond en door Presseux. We blijven genieten van de prachtige zichten over het machtig mooie landschap.
We komen dan langs een enorme steengroeve. De steengroeve van Chanxhe. De groeve is in twee afgravingen gesplitst met een totale hoeveelheid van 150 000 ton per jaar. De economische activiteit wordt geschat op 30 jaar. Het is een indrukwekkend zicht als je in de diepte van de groeve kijkt. We wandelen verder langs verlaten steengroeves die de natuur overgenomen hebben maar het zijn toch littekens in het landschap.
We wandelen verder en komen zo terug in Lincé waar deze toch wel prachtige wandeling eindigt.
41E GRANDE MARCHE DU PRINTEMPS.. / LES MARCHEURS RECHAINTOIS. / PETIT RECHAIN. 23/05/2015
41E GRANDE MARCHE DU PRINTEMPS.
LES MARCHEURS RECHAINTOIS.
PETIT RECHAIN.
We vertrekken met de wandeling op het “Domaine des Tourelles”. De naam van dit domein zou afkomstig zijn van de Waalse uitdrukking “Cins dè Torai” want het bevat een boerderij waar men stieren kweekte (torai). In 1743 werd een kasteel gebouwd, eigendom van Victor de Neuville.
Van dit gebouw blijven enkel de aanhorigheden over en een toren die dateert uit het begin van de 20e eeuw. Het park bezit ook enkele bijzondere bomen en de laan naar het domein bevat ook prachtige bomen, er staat ook een kapel op het domein. Even verder prachtige statige huizen en een pleintje met wat bomen en een pomp. Ook staat er een Perron mooi is het wel en staat op een mooi plekje.
We wandelen verder en gaan langs het gemeentehuis. Dan nog wat verder langs de mooie oude huizen en boerderijen die opgetrokken zijn in lokale steen. Dan weer verder door de weilanden die volop in bloei staan met gele boterbloemen. Mooi om door te wandelen en genieten van de vele kleuren en geuren. We wandelen verder door het prachtige omgeving met vergezichten om van te watertanden.
Zo komen we in Tribomont. Een kleine gemeente van Pepinster maar zo mooie natuur golvend landschap weilanden en bosje wisselen af nu een stevige klim en dan weer dalen wat een mooie wandeling. Weer verder en na een stevige klim komen we in Lambertmont. We wandelen verder en komen dan in “Rue du Calvaire” hier staan de staties van de kruisweg. Wel mooi om te zien en er langs te wandelen maar het mooist is zeker de natuur nu volop groen en de haagdoorn in bloei een boeket witte bloemen, mooi.
Verder langs de weilanden en nu en dan een boerderij in lokale steen. Dan komen we in Grand Rechain. Een prachtig dorpje met oude huizen en een centrum om van te dromen. Oude huizen langs de weg en het plein de straat noemt “Avenue des Plantanes” heel toepasselijk.
Nog even verder en de ingang van het “Domain des Tourelles” komt in zicht we wandelen voorbij de toegangswoning wit geschilderd met een torentje. Hier eindigt een prachtige wandeling.
SAFF WALK. / WC. AVIAT. SINT TRUIDEN. / SAFFRAANBERG. 20/05/2015
SAFF WALK.
WC. AVIAT.
SINT TRUIDEN.
SAFFRAANBERG : OORD MET PEDAGOGISCH KARAKTER
De Technische School ligt bij Sint-Truiden, op de zogenaamde “Saffraanberg”. Bij het begin van de XXe eeuw liet de kloosterorde van de Ursulinen daar een kostschool bouwen, met de bedoeling er meisjes uit de bemiddelde Europese families een waardige opvoeding te geven. Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog kwam hieraan een einde.
Kort na de oorlog kocht de Belgische Staat het gebouw voor het bescheiden bedrag van 2 miljoen en vestigde er de pupillenschool ; in de jaren 30 werd de kadettenschool er ondergebracht. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd Saffraanberg een belangrijke schakel in het Duitse luchtverweer en deed dienst als hoofdkwartier van de nabijgelegen basis van Brustem. De school behield echter haar pedagogisch karakter en werd door de bezetter gebruikt om er vrouwen op te leiden tot assistent-luchtverkeersleiders. Tijdens het testen van een nieuw begeleidingssysteem van de geallieerde vliegtuigen, ontsnapte de school, als bij wonder, aan een luchtbombardement. Tot vandaag heeft de school haar karakter bewaard en hebben ze een belangrijke invloed op het leven rond de kazerne.
Ook deze wandeling Saff Walk is daar een voorbeeld van hoe ze bezorgt zijn voor de sociale noden van de streek. Daarom is deze wandeling zo belangrijk en komen ook vele wandelaars opdagen om hun steun te betuigen en een steentje bij te dragen. De wandeling door de velden en langs de plantage is mooi en het weer zit ook mee. Van Saffraanberg naar Engelmanshoven en terug krijgen we mooie beelden.
Op de campus ontmoeten we vele wandelvrienden, fietsers en motorrijders die allen hun steentje bijdragen aan deze mooie dag. We bezoeken ook ven de tent met roofvogels en hier eindigt voor ons deze mooie Saff Walk.
Ontmoet je koempels en ruik de kolen: Maar liefst 11 markante punten uit het mijnverleden worden gepasseerd tijdens de Koempelwandeling georganiseerd door Wandelvereniging Voerendaal en in het teken staat van "Het jaar van de Mijnen".
Allemaal historische schatten uit het verleden met als een hoogtepunt een gratis entree in het Mijnmuseum. Denk eens terug aan de mijnwerkers die tussen 1899 en 1975 dag in dag uit afdaalden in de mijnen, om onder zeer zware-, gevaarlijke- en ongezonde omstandigheden meer dan 550.000.000 ton steenkool aan de Limburgse ondergrond hebben ontfutseld. En zwaai ondertussen even naar St Barbara, de patrones van de mijnwerkers.
De route uitgezet over verharde en onverharde wegen en gaan veelal langs markante punten uit het Limburgse mijnverleden maar loop ook te midden van mooie natuur met een rijke historie in het prachtige Limburgse land. We vertrekken met de wandeling en komen zo aan het Kasteel Cortenbach is één van de vijf kastelen van Voerendaal.
De oorspronkelijke middeleeuwse burcht, waarvan uit de resten het huidige kasteel is opgebouwd, en de bijbehorende kasteelhoeve stammen beide uit de 14e eeuw. De enige overblijfselen van de burcht zijn onder andere twee ronde torens die vervaardigd zijn uit de plaatselijke Kunradersteen, vermoedelijk de hoektorens van de voorburcht. Daarnaast is er nog een deel van de walmuur overgebleven. Het huidige kasteel is rond 1713 als herenhuis gebouwd door de Akense handelaar Herman Lamberts, die sinds 1682 heer van Cortenbach was, nadat hij het oude liet slopen. In 1776 is het nog eens grotendeels herbouwd. In 1869 overleed de weduwe van de laatste Nederlandse mannelijke telg van het geslacht De Lamberts de Cortenbach op het kasteel. De voorburcht heeft een karakteristieke toegangspoort met een uivormige torenspits, er is een agrarisch bedrijf gevestigd.
Een eind wandelen we door het Cortenbacherbos, en zien zo de ronde torens van de kasteelhoeve, we zijn nu op het pad naar domein Terworm. We wandelen verder en komen aan het Huis Prickenis.
Al in de 14e eeuw had de familie Prick het riddergoed, groot 58 bunders, omgeven door vijvers, in bezit, maar het is (nog) onduidelijk wanneer precies. Het feit dat het grondgebied met huis een Riddergoed werd genoemd, betekende dat de leenman van het kasteel van adel was. Over de bouwgeschiedenis van huis Prickenis is weinig bekend. Het gehele complex was omgeven door een brede omgrachting, die al in 1822 aan de oostzijde verdwenen was. Het is mogelijk, dat het zuidelijke deel een afzonderlijke omgrachting heeft gehad. Het kasteel kan hier gelegen hebben. Alleen de vleugels, die de meest noordelijke binnenplaats omsluiten, zijn behouden gebleven. Het overgebleven gedeelte is moeilijk te dateren, omdat alles wit gesausd is. De vensters zijn 19e-eeuws, de gebouwen zijn 18e-eeuws of ouder. Van de grachten resteren alleen nog sporen.
We wandelen nu naar Heerlen een eind langs de spoorweg en over het industriegebied, eerst dachten waarom hier over maar al vlug word het duidelijk we komen aan het Mijnmuseum. Eerst komen we langs de nieuwe watertoren in Heerlen is gebouwd in 1952. De toren is gelegen aan de Oranje Nassaumijnen en doet nog steeds dienst. De watertoren heeft een hoogte van 35 meter en een waterreservoir van 630 m³. Dan voor ons het Mijnmuseum drie etages tellende schachtgebouw met mijnlift evenals het ophaalgebouw. In het schachtgebouw is de volledige mijnbouwhistorie in beeld gebracht en zijn er tal van afbeeldingen en ondergrondse gebruiksvoorwerpen en materialen te zien.
O.a. onderdelen van de "Rein Bettink" Collectie. Oranje Nassau In 1899 waren reeds de eerste kolen bij de Oranje Nassau I gedolven. Daartoe had Sarolea een spoorweg aangelegd tussen Herzogenrath, Heerlen en Sittard (voltooid in 1896). Bij de Oranje Nassau I (1899-1974) is op 31.12.1974 de laatste Limburgse steenkool naar boven gehaald. In 1899 startte De Honigmann familie de aanleg van hun tweede mijn, Carl. Later werd dat de Oranje Nassau II. Deze ging in 1904 in productie en sloot in 1971. Wij nemen ruim de tijd om even rond te wandelen in het museum, vele voorwerpen tonen hoe er in de mijn gewerkt werd en hoe de koempels leefden en werkten, een prachtige verzameling mijnlampen is er ook te zien.
Wij nemen ook een kijkje naar de stoomtrein die buiten staat. We wandelen een eind het mijnmuseumpad af en zo komen we aan Kasteel Terworm. We wandelen het domein op.
Kasteel TerWorm, fraai gelegen in het dal van de Geleenbeek, werd rond 1400 gebouwd. Twee families hadden bezitsrechten op het kasteel. De familie van Gitsbach, genaamd Van der Worm en de familie Cortenbach. De huidige verschijningsvorm van het kasteel dateert uit 1890. Baron de Loë verbouwt met architect Fisenne uit Mheer het kasteel. Die naam Fisenne kwam voor het eerst boven water tijdens de laatste restauratie. Een ingemetselde fles werd gevonden met daarin een handgeschreven perkament met gegevens over de toenmalige bouw en de naam van de architect.
De Loë bouwt in 1890 om het hele kasteel een compleet nieuwe gevel met torentje, waardoor het zijn uiterlijk in neo-renaissance stijl krijgt. In 1902 wordt TerWorm door de baron verhuurd aan de staatsmijnen. De adellijke baronnen worden de mijnbaronnen. In 1920 werd in de onderste vijver, richting Den Driesch, voor de Heerlense bevolking een openluchtzwembad ingericht. Generaties Heerlenaren zwommen en spartelden hier bij mooi weer in het water. In 1985 werd het zwembad definitief gesloten. Die zelfde Heerlense bevolking loopt in de tachtiger jaren massaal te hoop tegen de plannen van de OGON, een dochtermaatschappij van de Oranje Nassaumijnen, om van het landgoed en Kasteel TerWorm een pretpark te maken. Zij winnen de strijd om het culturele erfgoed en OGON verkoopt al zijn bezittingen. TerWorm versnippert, het verval treedt in. Tot in 1987 het landgoed met kasteel wordt gekocht door het Van der Valk concern.
We nemen ook een kijkje in de tuin welke prachtig is en je heb er zo een mooi zicht op het kasteel. Eigenlijk is Kasteel Terworm een Landgoed.
Kasteel TerWorm is gelegen op een 220 ha groot landgoed. Hier krijgen de zeggekorfslak en de korenwolf weer een kans. Van grootschalig naar waardevol en kleinschalig. In samenwerking met Natuurmonumenten, gemeente Heerlen en de Provincie Limburg, is geïnvesteerd in groen en krijgt de natuur weer een eerlijke kans. Nieuwe wandelpaden op oude tracees, hoogstamfruit, holle wegen, meer bos, een landgoed imker, de valkenier en een schaapskudde. Zomaar wat ingrepen van de afgelopen jaren.
We verlaten het Landgoed Terworm en komen zo langs de velden terug in Voerendaal. Een pracht van een wandeling, veel gezien, twee kastelen, vele wegkruizen en het mijnmuseum. Gewoon prachtig.
SENTIERS ARDENNAIS. / MARCHEURS DE LA MASBLETTE. / MASBOURG. 16/05/2015
SENTIERS ARDENNAIS.
MARCHEURS DE LA MASBLETTE.
MASBOURG.
Dit kleine dorp ligt ingesloten in de beboste vallei van de Masblette, een bijrivier van de Lhomme, en zou uit de Merovingische periode dateren. Er staan veel oude gebouwen o.a. een Vierkants boerderij uit 1825. Masbourg wel eens "een haven van rust temidden de bossen" genoemd. Masbourg is een deelgemeente van het mooie dorpje Nassogne is gelegen aan de rand van een bosgebied dat zich uitstrekt tot voorbij Saint-Hubert.
In de tijd van de Romeinen woonden er al mensen in Nassogne maar veel sporen hebben ze niet achtergelaten. Meer resten en verhalen zijn er overgebleven na de komst van de Schotse monnik Monon. Het was zijn doel om Nassogne en de omringende te bekeren. Echter, hij maakte hierbij vele vijanden zodat zijn dood onafwendbaar was. In 636 werd hij koelbloedig met messteken om het leven gebracht. De stoffelijke resten en enkele kledingstukken die door hem zijn gedragen, zijn vandaag de dag nog te bewonderen in de Heilige Mononkerk. Deze 17de-eeuwse kerk staat centraal op de zondag na Hemelvaart. De bewoners van Nassogne vertrekken met talrijke andere bedevaartgangers in optocht naar deze kerk. Deze processie wordt ook wel Les Remuages (de beweging) genoemd.
Buiten de dorpsgrenzen begint het bos van Saint-Hubert. Dit woud staat bekend om zijn vele wilde dieren zoals herten en everzwijnen. Wij wandelen door de prachtige natuur, genieten van de kleuren en geuren, lopend langs wegen met gele brem. We klimmen naar boven op het plateau waar je prachtige vergezichten heb over de omgeving en benden in het dal ligt “Fourneau-Saint-Michel” het 100ha groot domein aan het riviertje de Masblette, te midden van het Sint-Michielswoud.
De inwoners van Fourneau Saint-Michel (fourneau betekent in het frans: oven) waren in de 17de en 18de eeuw werkzaam in ijzersmelterijen, een toen bloeiende tak van industrie. We wandelen het openluchtmuseum binnen. “Musée de la Vie rurale en Wallonie”. “Museum van het Waalse Plattelandsleven “ We wandelen doorheen de prachtige natuur en ontdek het architecturale erfgoed van Wallonië uit de XIXde begin XXste eeuw. Landelijke woningen, boerderijen, kapel, school, ateliers en hangars werden hier op traditionele wijze heropgebouwd en bewaard voor het nageslacht. De gebouwen zijn gerestaureerd en laten interieurs zien met authentieke meubels en huishoudelijke benodigdheden. We wandelen door het domein langs de huizen, stallingen, school, kerk en zo veel meer, gewoon buitengewoon mooi, we nemen ruim de tijd om alles te bezoeken, langs de kudde Voskop schapen.
Eeuwenlang bevolkten voskleurige schapen de Ardense weilanden. De huidige Ardense voskop stamt af van de Ardense schapen die vroeger door kooplui werden meegebracht om op de betere Vlaamse weiden te worden vetgemest. Lokale herders uit Klein-Brabant (= streek rond Bornem) hebben dit schaap aangehouden voor het fokken van Paaslammeren. Uit deze restpopulaties werd de Ardense voskop terug gefokt en geselecteerd. Het is een schaap dat zich thuis voelt in ruige omstandigheden. Voskoppen kunnen zowel tegen droogte als tegen nattigheid en koude. Ze kunnen perfect buiten overwinteren onder de beschutting van bomen en struiken.
De Ardense voskop is een schaap van gemiddelde grootte met een robuuste en statige indruk. Het is een vinnig dier, wantrouwend tegenover vreemden. De kop en de poten zijn vosbruin, de wol is lichtbruin zonder vlekken.
Wat fijn dat we vandaag hier gratis in mogen met dank aan de provincie Luxemburg en de wandelclub. We wandelen door het museum en dan verlaten we het om onze terugweg aan te vatten, weer prachtige bossen en klimmen en dalen door de mooie omgeving komen zo aan “Pointe du Crawi” op 250 meter hoogte. En dan wandelen we terug het dorpje Masbourg binnen waar onze mooie wandeling eindigt.