Het verhaal van Zuster Kat-Fael.
Deel 1: Een pijnlijke ontdekking.
De boeken van Ellis Peters over de middeleeuwse detective-monnik Broeder Cadfael vind ik heerlijke indommel-lectuur. Mijn reeks is nog verre van volledig, en nieuw zijn ze niet meer verkrijgbaar, dus zocht en vond mijn kameraad iemand op internet die nog enkele tweedehands-exemplaren verkocht. De dame bleek in Temse te wonen, niet direct in de buurt, maar misschien wel eens een mooie gelegenheid om die omgeving fotografisch te gaan verkennen.
Ik maakte een afspraak met de dame en vroeg haar ineens of er soms een mooi natuurgebied in haar buurt te vinden was. Ze vertelde ons onmiddellijk zeer enthousiast over de Roomacker, een oude kleiwinning, die nu een bos- en vijvergebied geworden was. Fijn! Konden we het aangename aan het aangename paren. Nog veel plezanter dan het nuttige aan het aangename paren.
Dinsdag trokken we dus welgezind naar Temse om eerst de boeken op te halen en daarna in, het ons onbekende, natuurgebied te gaan wandelen. En hier begon het avontuur... De lucht was prachtig, allemaal witte schapenwolkjes op een knalblauwe achtergrond, de temperatuur redelijk, kortom heerlijk foto-weer. Het reservaat bestond uit drie grote vijvers waarrond een wandelweg aangelegd was. Het terrein was niet enorm groot maar wel heel mooi onderhouden en telkens weer stonden we verbaasd over de prachtige zichten over het water. Het werd een mooie fotowandeling.
Het decor waarin ons verhaal zich afspeelt heb ik gisteren al uitgebreid op foto's laten zien, dus daar besteed ik in dit artikel geen aandacht aan.
Op het uiterste puntje van het gebied stopte mijn maatje plots en wees naar iets op de grond : Och, zie dát daar nu zitten!... Ik keek en zag een rond schapenwollenvelletje met daarop een moederpoes die haar jongen zoogde. Onbeschut, middenin het bos. Naast haar stond een grote plastic doos boordevol droge kattekorrels. Ik kon het dier vrij dicht benaderen maar wou het niet storen omdat ik bang was dat ze haar kleintjes zou verlaten. Ik vond het heel triest dat weerloze, zogende dier daar zo verlaten in dat bos te zien zitten met haar nestje. Totaal zonder enige beschutting tegen regen of wind. Mijn vriend merkte op dat er toch blijkbaar iemand voor haar zorgde want dat anders dat eten er toch niet zou staan. Maar volgens mij klopte er iets niet aan het plaatje
De detective in mij werd wakker en ik besloot het eens nader te onderzoeken. Als die poes hier al dagen zat zou dat schapenwollen kussentje toch nat moeten zijn? Zelfs al had het hier misschien niet zo fel geregend als in onze streek, het zou toch minstens bedauwd moeten zijn? En hoe kon het dat die kattekorrels kurkdroog waren? Normaal hadden die doorweekt moeten zijn in die plastic pot zonder gat in de bodem.
Ik besloot de poes heel langzaam te naderen om te onderzoeken of het een huiskat was of een wild dier. Eerst was ze angstig en blies even - een normale reactie voor een poes met kleintjes - maar na nog geen vijf minuten mocht ik haar kopje strelen en legde ze haar snoet zelfs in mijn hand. Ik mocht zelfs zachtjes een klit in haar pels verwijderen. Nu pas zag ik dat ze vier jongen had, twee donkergrijze tijgertjes en twee rosse. Hun oogjes waren net open, dus ik schatte ze op drie weken oud. Ze waren duidelijk niet op dit kussen geboren want er waren nergens bloedvlekken te bespeuren. Ik voelde me even zelf detective Broeder Cadfael. Of misschien beter : detective Zuster Kat-fael.
Plots vielen alle puzzelstukken in mekaar en besefte ik dat het dier met zijn kussentje en zijn jongen hier gedropt was! De kattin was iemand duidelijk teveel geworden nu ze jongen had. Dus hadden ze niet beter gevonden dan haar in een bos te dumpen, weliswaar met een portie korrels voor enkele dagen, maar daarna moest het arme, tamme dier met haar kroost haar plan maar zien te trekken in deze wildernis waar wandelaars dan ook nog honden lieten loslopen
Ik wist dat als die poes vandaag niet opgevangen werd, ze tijdens de eerste regenbui haar jongen zou gaan verslepen naar een ietwat drogere schuilplaats, zoals onder een struik, of dat ze op de vlucht gejaagd zou worden door een hond, en dat ik haar nooit meer terug zou vinden.
Ik begon aan een reeks telefoons naar mijn kameraden van verschillende dierenbeschermingsorganisaties. Niemand was direct beschikbaar om haar te komen ophalen, het zou pas s avonds laat mogelijk zijn. Ik legde perfect uit hoe ze haar konden vinden want uiteindelijk bleek het dier amper op 20 meter van de bosrand en de baan te liggen.
Maar ik was er niet gerust in. De lucht leek me dreigend, ik vreesde voor regen, ik was bang moest een hond het nestje vinden. En eens ze haar babys verhuisd had zou de poes niet meer te vinden zijn. Met als resultaat : wéér 5 kattten die op deze wereld door de schuld van een egoïstische baas een trieste dood zouden sterven, of die in t beste geval verwilderen en na twee seizoenen voor een ware kattenplaag zorgen en afgeschoten worden.
Vijfentwintig jaar geleden heb ik verzuimd een kattin - die door buren achtergelaten was na hun verhuis te laten steriliseren. Ik gaf haar wel te eten, maar meer ook niet, we zaten toen nogal krap bij kas om een operatie op een onbekende poes te laten uitvoeren. Voor die stommiteit heb ik heel zwaar moeten boeten.
De achtergelaten moederpoes kreeg kleintjes in een fabrieksruïne achter ons huis, en nu moest ik zelf die jonge poezen met chloroform in slaap doen. Tenminste als ik ze al kon vinden in dat grote gebouw
Het was een vreselijke job om die pasgeboren diertjes te laten inslapen.
Om een lang verhaal kort te houden : op de duur ontstond er toch een kattenplaag en mijn buurman begon op de katten te schieten. Maar
hij maakte geen onderscheid en hij schoot onze eigen twee poezen dood
Mijn lieve Sidi - een babypoes, die we een jaar voorheen doodziek en verlaten in Tunesië gevonden hadden - en mijn dierbare Thomas, een katertje dat ik als verstoten babytje, halfdood en kapotgebeten door de vlooien, gevonden had en met veel zorg terug gezond had gekregen. Die twee waren samen opgegroeid en vormden een onafscheidelijk koppeltje. Nooit twee poezen gezien die zo verliefd op mekaar waren! Ze lagen altijd samen op de zetel, volledig in mekaar gestrengeld. Honderden fotos heb ik er van gemaakt - nog voor de tijd van de digitale fotografie - omdat ik nog nooit zoveel tederheid tussen twee dieren had gezien.
En onze twee zo geliefde dieren werden dan doodgeschoten, stomweg omdat iemand uit de buurt verhuisd was, zijn verantwoordelijkheid niet genomen had en zijn kattin had achtergelaten, er een kattenkolonie was ontstaan, en mijn andere buur zijn geweer bovenhaalde om die uit te roeien
We waren zo kapot van de gruwelijke dood van onze lievelingen dat ik toen gezworen heb dat ik nooit meer de kans zou laten liggen om een kattenplaag te voorkomen.
Dus hier stond ik nu, in Temse, honderd kilometer van huis, bij een poes met vier jongen, en geen enkel voorwerp in de auto waar ik hen op een veilige manier in kon vervoeren. Hier moest actie gevoerd worden
De volgende delen van dit avontuur in de loop van deze week!
|