Om te beluisteren vergeet niet om eerst de
muziekspeler (rechterkolom) te
stoppen
O Amor A Portugal / De Liefde voor Portugal
Dulce Pontes
O dia há de nascer / De dag wordt geboren / Rasgar a escuridao / Het licht scheurt de duisternis / Fazer o sonho amanhecer / De dageraad de droom / Ao som da canção / Met de klank van het lied / E então: / en dan: / O amor há de vencer / Liefde zal overwinnen / A alma libertar / De ziel bevrijden / Mil fogos ardem sem se ver / Duizend vuren ontvlammen onzichtbaar / Na luz do nosso olhar / Voor het licht van onze ogen / Na luz do nosso olhar / Voor het licht van onze ogen / Um dia há de se ouvir / Een dag om te beluisteren / O cântico final / Het ultieme lied / Porque afinal falta cumprir / Want uiteindelijk lukt het niet te vertolken / O amor a Portugal / De liefde voor Portugal! / O amor a Portugal! / De liefde voor Portugal!
Om te beluisteren vergeet
niet om eerst de muziekspeler (rechterkolom) te
stoppen
Ó Gente da Minha Terra Mensen van mijn land
Letra: Amália Rodrigues Música: Tiago Machado
É meu e vosso este fado / Deze fado is van mij en jullie / Destino que nos amarra / Een noodlot dat ons verbindt / Por mais que seja negado / Hoe zeer dit ook ontkend wordt / Às cordas de uma guitarra / Door de snaren van een gitaar / Sempre que se ouve o gemido / Telkens als zich de klaagzangen / De uma guitarra a cantar / Van een gitaar laten horen / Fica-se logo perdido / Ben ik onmiddellijk verloren / Com vontade de chorar / En wil ik huilen / Ó gente da minha terra / Mensen van mijn land / Agora é que eu percebi / Nu pas heb ik gevoeld / Esta tristeza que trago / Deze droefheid die ik jullie breng / Foi de vós que a recebi / Heb ik van jullie gekregen / E pareceria ternura / Door een schijn van tederheid / Se eu me deixasse embalar / Liet ik mij inpakken / Era maior a amargura / Daardoor groeide een bitterheid / Menos triste o meu cantar / En minder droef werd mijn gezang / Ógente da minha terra / Mensen van mijn land / Agora é que eu percebi / Nu pas heb ik gevoeld / Esta tristeza que trago / Deze droefheid die ik jullie breng / Foi de vós que a recebi / Heb ik van jullie gekregen...
Een oude zoniet de oudste fadolegende is ongetwijfeld Maria Severa. Zij werd geboren in de wijk Madragoa en verhuisde later met haar moeder naar de Mouraria. Zij groeide uit tot een ware mythe.
Fado gezongen door Argentina Santos, een fadista met een heel persoonlijke stijl die nog steeds optreedt in haar restaurant A Parreirinha de Alfama'.
Om te beluisteren vergeet
niet om eerst de muziekspeler (rechterkolom) te
stoppen
Maria Severa
Letra: João Galhardo
Música: Raul Ferrão
Num beco da Mouraria / in een steegje van Mouraria / Onde a alegria / waar de vreugde / Do sol não vem / van de zon nooit komt, / Morreu Maria Severa / stierf Maria Severa. / Sabem quem era?... / weten jullie wie zij was? / Talvez ninguém. / misschien wel niemand. / Uma voz sentida e quente / een warme stem, vol gevoel, / Que hoje à terra disse adeus / nam vandaag afscheid van de aarde. / Voz saudosa, voz ausente / een stem, weemoedig en afwezig, / Mas que vive eternamente / leeft nu voor eeuwig / Dentro em nós e junto a Deus / in ons hart en ginder / Além nos céus. / in de hemel - één met God.
Refrão / Refrein Bem longe o luar / daar ginder in de verte waar de maneschijn / No azul tem mais luz / en blauwe lucht meer licht verspreiden, / Eu vejo-a rezar / zie ik haar bidden / Aos pés de uma cruz / aan de voet van een kruis./ Guitarras trinai / guitaren, trilt, / Viradas p'ro céu / naar de hemel gericht / Fadistas chorai / fadistas, weent, / Porque ela morreu / omwille van haar dood.
Caíu a noite na viela / de nacht viel in de steeg / Quando o olhar dela / toen haar blik / Deixou de olhar / ophield te kijken. / Partiu pra sempre, vencida / geknakt voor altijd ging zij heen, / Deixando a vida que a fez penar./ het leven dat kwetste achter zich. / Deixa um filho idolatrado / verweesd liet zij een verafgode zoon achter / Que outro afeto igual não tem / die geen vergelijkbare liefde kent. / Chama-se ele o triste fado / zijn naam is trieste fado / Que vai ser desse enjeitado / wat is het lot van dit verlaten kind, / Se perdeu o maior bem / verstoken van het grootste goed, / O amor de mãe? / de moederliefde?
Vertaling: Dirk Lambrechts, boek+cd 'Fado. As lagrimas do Tejo', uitgeverij EPO, april 2001, ISBN9064452199
Categorie:Fado Tags:Maria Severa, Argentina Santos
Estranha Forma de Vida cantada por Dulce Pontes...
Estranha Forma de Vida (Een Vreemde Manier van Leven)
Poema: Amália Rodrigues
Musica: Alfredo Duarte
Foi por vontade de deus Het is door gods wil Que eu vivo nesta ansiedade.
Dat ik met deze angst leef. Que todos os ais são meus,
Dat alle smarten van mij zijn, Que é toda a minha saudade.
Dat dit alles mijn saudade is . Foi por vontade de deus.
Het is door gods wil.
Que estranha forma de vida
Wat een vreemde manier van leven Tem este meu coração:
Heeft het mijn hart: Vive de vida perdida Het leeft een verloren leven; Quem lhe daria o condão?
Wie gaf het die gave? Que estranha forma de vida.
Wat een vreemde manier van leven.
Coração independente,
Onafhankelijk hart, Coração que não comando:
Hart dat niet beveelt: Vive perdido entre a gente,
Het leeft verloren tussen de mensen, Teimosamente sangrando,
Voortdurend bloedend, Coração independente.
Onafhankelijk hart.
Eu não te acompanho mais: Ik zal je niet verder vergezellen: Pàra deixa de bater. Hou toch op met kloppen. Se não sabes onde vais Als je niet weet waarheen je gaat Porque teimas en correr Omdat je koppig blijft slaan Eu não te acompanho mais. Zal ik je niet verder vergezellen. Se não sabes onde vais Indien je niet weet waarheen je gaat Pára deixa de bater Hou dan op met kloppen want Eu não te acompanho mais.
Ik zal je niet verder vergezellen.
Faz da noite confidente
A noite é sempre calada
Escuta o que diz a gente
E nunca repete nada
Laat de nacht vertrouweling zijn
De nacht is altijd discreet
Luistert naar wat mensen zeggen
En nooit zal hij iets verder vertellen.
Teus olhos são passarinhos
Que ainda não podem voar
Cuidado que andam aos ninhos
Os rapazes do lugar
Uw ogen zijn vogeltjes
Die nu niet kunnen vliegen
Ze stappen naar hun nesten, oplettend
Voor de plaatselijke jongens
Teus olhos, quem é que, ao vê-los
Tão doces na tua face
Não lhe apetece comê-los
Como dois olhos dalface
Uw ogen, wie ook, die ze ziet
Zo zacht in je gezicht
Zijn ze niet om op te eten
Zoals twee ogen van sla
O fado tem tal encanto
É diverso em cada hora
Suspira, guitarra chora
Cada hora tem seu pranto
Fado heeft zo zijn charme
Hij verandert van uur tot uur
Smacht, een gitaar die huilt
Elk uur heeft zijn klaagzang
(eigen vertaling)
(*) Alfacinha heeft dezelfde betekenis als Lisboeta,. een inwoner van Lissabon. Het is afgeleid van het woord alface wat sla betekent. Waarschijnlijk ontstond de naam tijdens de Moorse overheersing (714-1147). Buiten de geneeskrachtige eigenschappen (kalmerend en pijnstillend) die de slaplant heeft, groeide die ook uitbundig op de heuvels van Lissabon en in periodes van oorlog was die dan ook regelmatig het enige voedsel dat de Alfacinhas(of sla-eters) ter hunne beschikking hadden
Haar echte naam was Glória Mendes Leal Carvalho, zij werd geboren in Figueira da Foz, groeide op in Vila Nova de Ourém en verhuisde op 14-jarige leeftijd naar Lissabon, na het overlijden van haar vader.
Zij was één van de eerste fadistas die haar stem op een plaat liet opnemen. Zij was tevens de eerste om dit te doen voor de platenfirma van Valentim de Carvalho, die het Teatro Taborda als studio gebruikte.
Perseguição Achtervolging
(Carlos da Maia/Avelino de Sousa)
Se de mim nada consegues
Als je van mij toch niets kunt varwachten Não sei porque me persegues
Weet ik niet waarom jij mij achtervolgt
Constantemente na rua
Constant in de straat Sabes bem que sou casada
Jij weet dat ik gehuwd ben Que fui sempre dedicada
Dat ik voor altijd trouw ben E que não posso ser tua
En dat ik niet van jou kan zijn
Lá porque és rico e elegante
Slechts omdat jij rijk en elegant bent
Queres que eu seja tua amante
Wil jij dat ik jouw minnares wordt Por capricho ou presunção
Als gril of om jouw ijdelheid te strelen
Eu tenho um marido pobre
Ik trouwde met een arme man
Que possui uma alma nobre
Met een edele ziel
E é toda a minha paixão
En hij is mijn grote passie Como sentinela alerta
Zoals een alerte bewaker
Noite e dia sempre esperta
Ben ik dag en nacht steeds wakker Na posição de sentido
Gericht op mijn doel Eu sou, a todo o instante,
Ben ik, op elk moment, Sentinela vigilante
Een attente bewaker Da honra de meu marido
Van de eer van mijn echtgenoot
(eigen vertaling)
De tekstdichter is Avelino de Sousa (1880-1946), fadista, componist, volksdichter en dramaturg.
Hij werd geboren in Lissabon en woonde in Bairro de Campolide.
Hij begon als arbeider in een boekhandel, werd nadien tipograaf en ten slotte bibliothecaris in de "Torre do Tombo".
Op 15-jarige leeftijd zong hij reeds zijn eigen teksten en liet die horen op eender welk arbeidersfeest. Hij werd meestal begeleid door zijn jeugdvriend en kameraad, de gitarist Domingos Pavão. Zijn liederen gingen vooral over de liefde met de daarmee verbonden saudade en hij gebruikte de fado als middel om zijn politieke en sociale ideeën te verspreiden.
Lisboa, casta Princesa, Lissabon, zedige prinses Que o manto da realeza Die het koninklijk gewaad Abres com pejo Verlegen openslaat Num casto beijo; Voor een kuise kus; Lisboa tão linda és, Lissabon je bent zo mooi, Que tens de rastos aos pés Aan jouw voeten ligt A majestade do Tejo. De majestueuze Taag Lisboa das Descobertas Lissabon van de Ontdekkingen De tantas terras desertas Van zoveel verlaten gebieden Que deram brado Die zichtbaar werden No teu passado Tijdens jouw verleden De Lisboa tens a coroa Lissabon heeft de kroon Velha Lisboa Het oude Lissabon Da Madragoa Van Madragoa Quantos heróis tens criado! Hoeveel helden heb jij voortgebracht!
(Refrão) (Refrein)
Sete colinas Zeven heuvels São teu colo de cetim Zijn jouw satijnen kraag Onde as casas são boninas Waar de huizen madeliefjes zijn Espalhadas num jardim Verspreid in een tuin E no teu seio En in jouw schoot Certo dia foi gerado Werd op een dag verwekt E cantado En gezongen Pelo povo sonhador Door mensen die dromen O nosso fado. Onze fado.
Lisboa, tardes doiradas Lissabon, vergulde avonden Dos Domingos, das toiradas Op de Zondagen van de stierengevechten Em que luzia Waarin straalde A fidalguia; De edelmoedigheid; E em que esse sangue valente En degenen met dit dapper bloed Mostrava que havia gente Toonden dat er mensen waren A quem a morte sorria. Naarwie de dood glimlachte. Lisboa, terra de fama, Lissabon, land van roem, Tens a tristeza de Alfama Heeft het verdriet van de Alfama E a poesia En de poëzie Da Mouraria. Van Mouraria. E nos teus velhos recantos En in uw oude uithoeken Eu sei lá quantos Weet ik dat er heel veel Tu tens encantos Charmes liggen Dos tempos da valentia! Uit die moedige tijden!
(Para ver a receita em portuguesa olha em baixa
deste recado) Pastei
met bacalhau
Bacalhau: is gezouten, gedroogde kabeljauw, die eerst geweekt wordten daarna gepocheerd, ontveld en ontgraat.
Reken voor dikke stukken zoute vis op 24 uur weektijd. Het weken van
gezouten kabeljauw: Spoel de vis onder kraan af om zoveel mogelijk zout kwijt te raken. Leg
hem in een kom, voeg zoveel water toe dat hij helemaal onder staat en dek de
pan af. Bij warm weer kun je de vis het beste in de koelkast laten weken.
Ververs het water om de 3 4 uur, of hoe het uitkomt maar in elk geval
minimaal een keer of vijf in totaal.
1kg
aardappelen-3stukken geweektebacalhau - ¼ savooiekool -2uien-3 teentjes knoflook-1 dlolijfolie- 1laurierblad-3dlmelk -2 eetlepels boter-2 hardgekookte eieren-1 losgekloptei
om te bestrijken -nootmuskaat-zouten peper naar smaak
1.Schil de aardappelenen kook ze gaar in gezouten water.Pocheerde bacalhau gedurende vijf minuten in
kokendwater, ontvel en ontgraat hem en trek hem in stukken. Kookde bladeren vande savooiekool inhetzelfde water.
2.Pel deuienen de
knoflook, snij ze in stukken en laat ze goudkleurig bakken in de olijfolie
samen met de laurierblaadjes. Voeg debacalhau toe enbreng op smaak metpeper en zout.Draai deaardappelendoor depasse-vite
en voeg demelk en botertoe.Breng op smaak metpeper en nootmuskaat
3.Leg een laagpureeop de bodem vaneen
ovenschotel,gevolgd door een laag bacalhau,eenlaag savooiekoolen
de in schijfjes gesneden eieren. Eindig meteen laagpureeenbestrijk dit alles met het losgeklopt ei.
Schuif de schotel bovenaan deovenop 200°C om te gratineren.
Empadão de Bacalhau
1 kg de batatas 3 postas de bacalhau demolhado ¼ de lombardo 2 cebolas
3 dentes de alho 1 dl de azeite 1 folha de louro 3 dl de leite 2 c.
(de sopa) de manteiga 2 ovos cozidos 1 ovo batido para micelar
noz-moscada para temperar sal e pimenta q.b.
1.Descasque as
batatas e coza em agua temperada com sal. Escalde o bacalhau em agua fervente
durante cinco minutos, limpe de pele e espinhas e lasque. Coza as folhas de
lombardo na mesma agua.
2.Descasques as cebolas e os alhos, lamine e
aloure no azeite, juntamente com o louro. Junte o bacalhau e tempere com sal e
pimente. Passe as batatas pelo passe-vite e junte o leite e am manteiga.
Tempere com pimenta e noz-moscada.
3.Coloque uma
camada de puré no fundo do tabuleiro, de seguida uma de bacalhau, uma de
lombardo e o ovo cortado às rodelas. Termine com um camada de puré e pincele
com o ovo batido. Leve à parte superior do forno, a 200° C, para gratinar.
As Janeiras (Nieuwjaarsliedjes), cantar as Janeiras (Nieuwjaarsliedjes zingen) of cantar os Reis (Driekoningen zingen) is een volksgebruik in Portugal (vooral in het Noord-Oosten van het land). Groepjes mensen zingen in de straten over de geboorte van Jezus en wensen iedereen een Gelukkig Nieuwjaar. Deze groepjes gaan van deur tot deur en vragen de bewoners naar de overschot van de eindejaarsfeesten. Tegenwoordig wordt er geld gegeven.
Oorspronkelijk gebeurde dit enkel op 1 januari, nadien werd de Janeiras-periode verlengd tot 6 januari, en nog later tot Driekoningendag. Momenteel wordt er gans de maand Janeiras gezongen vooral in de steden.
De traditie wil dat vrienden of buren, met of zonder (volks-)instrumenten, samen een groepje vormen die van deur tot deur zingen door de ganse wijk.
Nadat het lied gezongen is wordt er van de bewoners verwacht dat zij Janeiras (=Nieuwjaarsgeschenken: kastanjes, walnoten, appels, worst, bloedworst, etc..) geven. Voor het gemak is het nu de gewoonte om chocolade en geld te geven, maar dat is geen de traditie.
Na de wandeling wordt de opbrengst onder de groepsleden verdeeld of eten zij samen het lekkers op.
De gebruikte nummers zijn overal bekend, alhoewel de woorden soms kunnen verschillen van streek tot streek. Het zijn eenvoudige liedjes die het kindje Jezus, Maria, Jozef en de gulle schenkers loven. Er bestaan ook liedjes om de degenen die geen Janeiras geven uit te schelden.
Cheira Bem, Cheira A Lisboa... Amália Rodrigues...
Cheira Bem, Cheira A Lisboa De Geur van Lissabon
César De Oliveira, Carlos Dias
Lisboa já tem Sol mas cheira a Lua Lissabon heeft al de zon, maar ruikt naar de maan Quando nasce a madrugada sorrateira Wanneer de dag stiekem ontwaakt E o primeiro eléctrico da rua En het eerste trammetje in de straat Faz coro com as chinelas da Ribeira Klingelend sloffert langs de oever van de Taag
Se chove cheira a terra prometida Als het regent ruikt het naar het beloofde land Procissões têm o cheiro a rosmaninho Processies hebben de geur van rozemarijn Nas tascas da viela mais escondida In de verborgen tavernes van het steegje Cheira a iscas com elas e a vinho Ruikt het naar 'iscas com elas'(*) en wijn
(Refrão) (Refrein) Um craveiro numa água furtada Een anjelier in een dakkapel Cheira bem, cheira a Lisboa Ruikt goed, ruikt naar Lissabon Uma rosa a florir na tapada Een roos die bloeit in het park Cheira bem, cheira a Lisboa Ruikt goed, ruikt naar Lissabon A fragata que se ergue na proa Het fregat dat opstijgt vanuit de boeg A varina que teima em passar De visvrouw die haar waar wil verkopen Cheiram bem porque são de Lisboa Ruiken goed want ze zijn van Lissabon Lisboa tem cheiro de flores e de mar Lissabon heeft de geur van bloemen en de zee
Lisboa cheira aos cafés do Rossio Lissabon ruikt naar de koffies op het Rossio E o fado cheira sempre a solidão En de fado ruikt altijd naar eenzaamheid Cheira a castanha assada se está frio Het ruikt naar geroosterde kastanjes als het koud
is Cheira a fruta madura quando é Verão Het ruikt naar rijpe vruchten wanneer het zomer is
Teus lábios têm o cheiro de um sorriso Je lippen hebben de geur van een glimlach Manjerico tem o cheiro de cantigas Basilicum heeft de geur van liedjes E os rapazes perdem o juízo En de jongens verliezen hun verstand Quando lhes dá o cheiro a raparigas Wanneer ze de geur van meisjes tegenkomen (Refrão) (Refrein)
Cheira bem, cheira a Lisboa (2x) Het ruikt goed, het ruikt naar Lissabon (2x)
A fragata que se ergue na proa Het fregat dat opstijgt vanuit de boeg A varina que teima em passar De visvrouw die haar waar wil verkopen Cheiram bem porque são de Lisboa Ruiken goed want ze zijn van Lissabon Lisboa tem cheiro de flores e de mar Lissabon heeft de geur van bloemen en de zee
(*) iscas com elas = een geurige schotel van gestoofde lever met aardappeltjes, wordt vooral in Lissabon geserveerd in tavernes
O Fado já é Património Mundial... Parabéns ao povo português...!!!
Klik HIERvoor de volledige nieuwsuitzending van zondagavond 27 november 2011 (Vanaf 33'45" wordt de reportage verdergezet en hoor je, rond de 38ste minuut, een landgenote iets zeggen én zingen)
Fado Nascente Fadouit het Oosten
Embarcou nas caravelas, Hij scheepte in aan boord van zeilschepen, Correu tascas e salões, Doorliep tavernes en feestzalen, Viajou pelas vielas Trokdoor steegjes A cantar suas paixões. Zingend over hun passies.
Sem nunca perder o norte, Zonder ooit het noorden te verliezen, Às vezes vira a nascente Draaiend naar het Oosten Em busca de antepassados Bij het zoeken naar vroeger Da canção da nossa gente. In het lied van onze mensen.
O fado mora em Lisboa, De fado woont in Lissabon, Lá longe, em qualquer lugar, Overal en nergens, No coração deste povo In het hart vandit volk Que traz a alma a cantar. Dat de ziel doet zingen.
Pele
encarquilhada
Carapinha branca
Gandôla de renda
Caindo na anca
Embalando o
berço
Do filho do sinhô
Que há pouco tempo
A sinhá ganhou
Era assim
que mãe preta fazia
Criava todo o branco
Com muita alegria
Porém lá na sanzala
O seu pretinho apanhava
Mãe preta mais uma lágrima enxugava
Mãe preta 2x
Enquanto a chibata
Batia no seu amor
Mãe preta embalava
O filho branco do sinhô
Mãe preta 3x
Zwarte moeder Met een verschrompelde
huid
Wit kroeshaar
En een kanten sjaal
Die tot op haar heupen valt
Schommelt ze
de wieg
Van de zoon van haar Meester
Die onlangs
Door haar Meesteres werd gebaard
Dat is wat
de zwarte moeder deed
Zij gaf de borst aan zijn witte kinderen
Tot grote voldoening
Terwijl in het slavenverblijf
Haar zwarte kind verstopt zat
Waarvoor de zwarte moeder vele tranen liet
Zwarte
moeder 2x
Terwijl de zweep
Sloeg op haar geliefde
Wiegde de zwarte moeder
Het witte kind van de Meester
Als je Lissabon nog niet gezien hebt, dan heb je nog nooit iets moois gezien. Op die manier wordt Lissabon beschreven in een oud spreekwoord. Op het eerste gezicht lijkt dit een overdrijving. De straten zijn stijl, smal en vol bochten. Bij vele huizen valt de plaaster van de gevels.
De stad heeft echter sfeer. Lissabon is boeiend door haar heuvelachtige ligging en haar vele uitkijkposten. Wanneer je je laat onderdompelen in de doolhof van de vele smalle straatjes en kleine pleintjes, zal je de geheimen van de stad ontdekken. Achter iedere hoek vind je een nieuwe verassing: kleurrijke azulejos, indrukwekkende plekken of ongewone vervoersmiddelen.
De beste manier om Lissabon te ontdekken is met de tram. Vooral lijn 28. Er zijn er die zeggen dat dit mooiste lijn van de wereld is. In ieder geval is het de langste en de bekendste van Lissabon. Tram 28 dendert op en neer door de steegjes van Afama. Straatjes en bochten zijn soms zo smal dat, op sommige plaatsen, de dubbele rijrichting via één spoor verloopt. Millimeterprecies passeert de tram steigers en geparkeerde auto's...
Sei
Finalmente Amália Rodrigues
Sei finalmente que afirma ou fazem apostas
Que não sou, infelizmente, aquela de quem tu gostas
Oh, meu amor, fala-me toda a verdade
Seja qual for, peço-te eu, por caridade
Tem compaixão desta dor, tem dó de mim
Eu vi um sim onde os outros viram não
E a minha luz, só tu foste, mais ninguém
A minha cruz pode ser o teu desdém
Não se me dá que se riam por meu fado
Que me digam não ser já a mulher do teu ideal
Oh, meu amor, que à minha alma te encostas
Diz o que for, peço-te eu de mãos postas
Eindelijk weet ik AmaliaRodrigues Eindelijk ken ik de uitslag van de
weddenschap Ikbenhelaas nietdegene die je verkiest Oh,mijn geliefde, vertelmede helewaarheid Hoe dan ook,ikbidu,uit liefdadigheid
Heb medelijdenmetdezepijn,heb mededogen met mij Ikzagiets, waaranderenniets
zagen En mijnlicht,was jij, en
niemand anders Mijnkruis
zou uwminachtingzijn
Laat niet toe
dat er gelachen wordt met mijn fado Dat er gezegd
wordtdat ik nietlangeruw ideale vrouw ben Oh,mijn geliefde,dat mijnzielzich bij u mag
vleien Zeg dat het zo is,ik bid u,met gevouwenhanden (eigen vertaling)
Ik ben Maaike/Myriam, en gebruik soms ook wel de schuilnaam LaFadista.
Ik ben een vrouw en woon in Alfeizerão-Sapateira (Portugal) en mijn beroep is mezelf zijn.
Ik ben geboren op 30/12/1949 en ben nu dus 74 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Portugal, Lissabon, Fado, poëzie, reizen in 't algemeen, lezen, kookboeken, fietsen....