Zeca Afonso Traz outro amigo também Breng ook een andere vriend mee
Amigo / Vriend Maior que o pensamento / groter dan je denkt Por essa estrada amigo vem / kom langs deze weg vriend Não percas tempo que o vento / verlies geen tijd, want de wind É meu amigo também / is ook mijn vriend
Em terras / Uit alle landen Em todas as fronteiras / voorbij alle grenzen Seja benvindo quem vier por bem / is iedereen die het goed meent welkom Se alguém houver que não queira / en als iemand het niet wilt Trá-lo contigo também / probeer hem ook mee te brengen
Aqueles / Degenen Aqueles que ficaram / degenen die gebleven zijn (Em toda a parte todo o mundo tem) / (waar ook ter wereld) Em sonhos me visitaram / zij hebben mij in mijn dromen een bezoek gebracht Traz outro amigo também / breng ook een andere vriend mee
Zie ook vorig bericht over Zeca Afonso: KLIK HIER!
Hieronder kan je luisteren naar een volledige versie, uitgevoerd in "Á Capella" - Casa de Fados in Coimbra, met Vitorino.
Tanto de meu estado me acho incerto - LuÃs de Camões
Ik weet buiten Camões en Pessoa bestaan nog vele andere Portugese dichters die het waard zijn om besproken te worden, maar Nederlandse vertalingen zijn praktisch onvindbaar en zelf waag ik mij (nog) niet aan een aanvaarbare vertaling Daarom, én omdat Camões ook één van mijn lievelingsdichters is, deze prachtig verwoorde onzekerheid
Tanto de meu estado me acho incerto
Onzeker zwerf ik door onzekerheden
Tanto de meu estado me acho incerto,
Onzeker zwerf ik door onzekerheden, Que em vivo ardor tremendo estou de frio. Van kou doorhuiverd als de zonnen branden. Sem causa, juntamente choro e rio, Steeds wijkt de wereld uit mijn open handen. O mundo todo abarco e nada aperto. In één zucht lach en ween ik zonder reden.
É tudo quanto sinto um desconcerto,
Al wat ik voel raakt in het ongerede, Da alma um fogo me sai, da vista um rio. Mijn oog is vocht, vuur zijn mijn ingewanden. Agora espero, agora desconfio, Soms hoop ik, en dan voel ik mij weer stranden, Agora desvario, agora acerto. Soms voel ik grond, dan ben ik weggegleden.
Estando em terra, chego ao Céu voando -
Staande voel ik mij soms ten hemel varen - Num hora acho mil anos, e é de jeito En leef ik dan in één uur duizend jaren, Que em mil anos não posso achar um hora. Duizend jaar lang leef ik geen enkel uur.
Se me pergunta alguém porque assim ando,
En omwille waarvan ik dit verduur? Respondo que não sei - porém suspeito Ik weet het nauwelijks - ik ben misschien Que só porque vos vi, minha Senhora. Hiertoe geworden door u aan te zien.
Luís de Camões
BRON: Saudades en andere verzen uit het Portugees door Dolf Verspoor, Moussaults uitgeverij nv Amsterdam 1961
2 el olijfolie - 2 uien, fijngesneden - 3 teentjes knoflook, uitgeperst - 1 groene paprika, zonder zaden en in blokjes gesneden - 1 glas witte wijn - 4 tomaten in blokjes gesneden - 75 g tomatenpuree - ¾ l visbouillon - 2-3 el piri piri-saus (*) - 400 g witte visfilets, zonder graten en in stukken gesneden - 200 g inktvisringen - 750 g venusschelpen (**) - fijngehakte verse koriander - zout en vers gemalen zwarte peper
Bereiding
Verhit de olie in een steelpan op een middelhoog vuur. Bak de uien, de knoflook en de paprika tot alles zacht is. Voeg de wijn toe en laat koken tot de saus is ingedikt. Voeg de tomaten, de tomatenpure, de bouillon en de piri piri-saus toe. Breng aan de kook en laat 5 minuten sudderen. Voeg de vis en de inktvis toe en laat 3 minutens sudderen. Voeg de venusschelpen toe, dek af en laat 4-5 minuten koken, of tot ze opengaan. Voeg de koriander toe en breng op smaak met zout en peper. Schep de stoofschotel in kommen en verwijder gesloten schelpen. Serveer met gebakken of knapperig brood dat in blokjes werd gesneden.
U hoeft alleen nog te zorgen voor een cd met mooie melancholieke fadomuziek om de sfeer van een Portugees Eetcafé op te roepen. Bom apetite !
(*) Piri piri-saus: deze saus is in sommige supermarkten en wereldwinkels verkrijgbaar, maar is ook gemakkelijk zelf te maken. Maal 5 gedroogde chilipepers fijn en meng ze met 1 el zeezout, 4 uitgeperste teentjes knoflook, het sap van 2 citroenen en een scheutje olijfolie. Mix alles.
(**) Tip om venusschelpen schoon te maken: doe de schelpen in een kom met water en laat 30 minuten staan om het vuil uit de schelpen te laten komen.
BRON: Portugees, zoete melancholie uit het fadorestaurant voor creatief koken, Uitgeverij Rebo Productions bv, ISBN 90 366 1537 2
De Ascensor da Bica, de schilderachtigste tramlift van Lissabon, dankt zijn traject aan een tragedie. Tijdens een zware regenval in 1597 baande het water zich hier namelijk een weg naar beneden, wat een aardverschuiving teweeg bracht waarbij meer dan honderd huizen de helling af werden gesleurd en talloze doden vielen. De tramlift werd in 1892 in gebruik genomen. Aanvankelijk werd hij voortbewogen door een contragewicht van water, maar in 1896 werd overgestapt op stoom. Op de elektrificatie in 1914 volgde een ongeluk, waarna hij negen jaar buiten gebruik was. Sindsdien werkt hij echter naar tevredenheid.
BRON:
Lissabon - Een nieuwe gids voor vrienden, J. Rentes de Carvalho, vertaald door Maartje de Kort, Uitgeverij Atlas- Amsterdam/Antwerpen, 2001, ISBN 90 450 0521 3
Sequência sobre as Divas do Fado Novo - o episódio 4: Ana Moura
Guarda-me a vida na mão Letra: Jorge Fernando; Música: Raúl Ferrão
Guarda-me a vida na mão
/ Ik hou mijn leven niet in de hand Guarda-me os olhos nos teus / want mijn ogen zien jou niet Dentro desta solidão / Binnen deze eenzaamheid Nem há presença de Deus / is ook God niet aanwezig
Como a queda dum sorriso
/ Zoals een glimlach oplost Plo canto triste da boca / door een droevige trek van de mond Neste vazio impreciso / Kan in deze onduidelijke leegte Só a loucura me toca / alleen de waanzin mij raken
Esperei por ti todas as horas
/ Ik heb vele uren op jou gewacht Frágil sombra olhando o cais / als een breekbare schaduw op de kades Mas mais triste que as demoras / Maar droeviger dan het wegblijven É saber que não vens mais / is weten dat jij niet meer komt.
Vertaling en interpretatie: LaFadista
Ana Moura werd geboren in Santarem, een drukke stad in het centrum van Portugal, aan de rivier de Tejo. Deze historische stad is een ideale plek om een passie voor fado te ontwikkelen. Toch kwam de fado plotseling in haar leven. Ze had altijd al de ambitie om te zingen, maar had niet gedacht in zichzelf een fado-ziel te vinden.
Deze jonge fadista onderscheidt zich niet alleen door haar leeftijd van haar collega's. Haar optredens zijn puur fado, zonder fratsen of theater. Met haar eenvoudige en oprechte vertolking van het Portugese levenslied veroverde zij de wereld. In eerste instantie gefascineerd door allerlei muzikale stijlen, vindt Ana Moura uiteindelijk haar hart en ziel in de fado. Ze werd ontdekt door Jorge Fernando, een begeleider van Amália Rodrigues en de meest vertolkte fado-auteur van Portugal.
Enne hierbij met een knipoogje naar JoeltjeBlues... een video over Ana Moura mét... de Rolling Stones...!!!
A homenagem para Amália Rodrigues (PPS powerpointjos)...
Met dank aan Powerpointjos voor het gebruik van deze PPS (Om te bekijken: op de foto klikken, naar beneden scrollen en tweemaal op 'download' klikken!)
Fado is de trillende adem, die de stem van de ziel ontvangt. Het is het gekreun van het innerlijke wezen van de mens en zingt over vreugde en pijn, verwachtingen en alle andere emoties
NIET TE MISSEN!!! Deze avond (20/09) op Canvas om 23:55 het programma 'Rubriek 700' Reeks portretten (uit 2001) van Vlaamse kunstenaars met een internationale uitstraling: Paul van Nevel.
Dirigent Paul Van Nevel (°1946) is een internationaal gelauwerd specialist in middeleeuwse- en renaissancemuziek en oprichter van het Huelgas Ensemble, waarmee hij sinds 1970 concerten geeft. Van Nevel is ook een groot poëziefanaat. De fadobrengt hem naar Lissabon. Met getuigenissen van o.a. Jef Geeraerts, Geert van Istendael en Philippe Herreweghe.
ÃE - Kan men zich het best voorstellen als een door de neus uitgesproken ai: cães (mv. van cãe, hond).
ÃO - Als de nederlandse au door de neus gesproken. Voorbeelden: não (neen, niet), cão, alle de pers. Mv. fut. (falarão, berberão, partirão) en alle internationale woorden op -ção (in Fr., Sp. en It. resp. -tion, -ción, -zione): sensação (gevoel).
AM - Dezelfde klank maar onbeklemtoond. De 3de pers. mv. in verschillende tijden en wijzen van alle ww.: falaram, beberam, partiram, etc.
ÕE - Als Nederlandse boing! Meervoud van alle woorden op -ão: sensaçõe, sensações, razão, razões (rede/reden, redenen).
Bron: Het boek 'PESSOA, Een directe weg naar het lezen van gedichten van Fernando Pessoa' Keuze en vertalingen: August Willemsen, ISBN 90 5573 667 8, 2006, Uitgeverij DAMON Budel.
Grãndola, vila Morena - José ou Zeca Afonso (Aveira, 2 de agosto de 1929 - Setúbal, 23 de fevereiro de 1987)...
Grãndola, vila morena / Grãndola, bruine stad Terra da fraternidade / Land van de broederschap O povo é quem mais ordena / Het is het volk dat hier beveelt Dentro de ti, ó cidade / Binnen u, o oude stad
Dentro de ti, ó cidade / Binnen u, o oude stad O povo é quem mais ordena / Is het het volk dat beveelt Terra da fraternidade / Land van broederschap Grãndola, vila morena / Grãndola, bruine stad
Em cada esquina um amigo / Op elke hoek vind je een vriend Em cada rosto igualdade / In alle ogen is er gelijkheid Grãndola, vila morena / Grãndola, bruine stad Terra da fraternidade / Land van broederschap
Terra da fraternidade / Land van broederschap Grãndola, vila morena / Grãndola, bruine stad Em cada rosto igualdade / In alle ogen is er gelijkheid O povo é quem mais ordena / Het is het volk dat hier beveelt
À sombra duma azinheira / In de schaduw van een steeneik Que já não sabia a idade / Waarvan je de ouderdom niet kan schatten Jurei ter por companheira / Is het dat ik beloofde, om als gezelschap Grãndola a tua vontade / Grãndola, uw wil te aanvaarden
Grãndola a tua vontade / Grãndola, uw wil beloofde Jurei ter por companheira / Ik als gezelschap te aanvaarden À sombra duma azinheira / In de schaduw van een steeneik Que já não sabia a idade / Waarvan je de ouderdom niet kan schatten
Zeca Afonso Eigen vertaling en interpretatie
Fado is niet links of rechts, fado is het leven zelf. Dat fado ook in linkse kring - in Portugal nog altijd een werkelijke macht van betekenis - niet taboe werd verklaard, is grotendeels de verdienste van de legendarische troubadour José Afonso, ook wel liefdevol kortweg Zeca genoemd. Afonso, geboren op 2 augustus 1929 te Aveiro, mag gerust als het geweten van de Portugese muziek worden omschreven. Zijn vroege jeugd bracht hij voor een groot deel door in Angola en Mozambique, daarna ging hij letteren studeren in Coimbra. Zijn eerste plaat, Baladas de Coimbra, kwam uit in 1958, en was een grote liefdesbetuiging aan de stad van de verstilde melancholie. Afonso bleef de muziek van zijn studententijd altijd trouw, maar bleef er niet in hangen. Hij werkte als leraar op de armste scholen, in Portugal en Afrika, en groeide uit tot de eerste protestzanger van het Portugese rijk. Eind jaren vijftig zong hij al openlijk steun toe aan generaal Humberto Delgado, een links geïnspireerde oppositieleider van Salazar die dan ook al snel in Spanje zou worden vermoord, voordat hij de verkiezingen kon winnen. Na de moord op Delgado werd Afonso een echte revolutionaire zanger. Hij combineerde de fado met Afrikaanse en Braziliaanse patronen, en bracht een soort Portugese world music. Vele maanden van zijn leven bracht de zanger door in de kelders van de PIDE, menigmaal vluchtte hij naar het buitenland, maar hoe meer de Estado Novo hem de mond wilde snoeren, des te harder sloeg hij terug. Afonso werd een soort Portugese Woody Guthrie of Victor Jara, die met zijn liederen, vol van onderhuidse kritiek op het regime en de koloniale oorlogen in Angola en Mozambique, een permanente bedreiging vormde voor de machthebbers. Zijn lied 'Os vampiros' ('De vampiers', tekst geschreven door Manuel Alegre, een schrijver wiens vriendschap met de Portugese president Jorge Sampaio onlangs voor grote polemieken zorgde in Portugal), met het terugkerende refrein 'Eles comem tudo, E nao deixam nada' ('Ze eten alles, en laten niets over') werd in de jaren zestig gezongen door iedere naar verandering smachtende Portugees. Het was met Afonso's nummer 'Grãndola vila Morena' dat de militairen van april 1974 op de radio de Anjerrevolutie aankondigden. Afonso bleef een revolutionair tot de laatste snik en droeg 'Os vampiros' na de revolutie nog vaak op aan de sociaal-democraten en socialisten die volgens hem de ware idealen van de Anjerrevolutie hadden verraden. Zeca droomde van de realisering van de ultieme utopische heilsstaat in Portugal en steunde om die reden in 1976 de presidentiële campagne van Otelo Saraiva de Carvalho, kortweg Otelo, een radicaal door het revolutionaire ideaal aangedreven majoor die met een klein legertje getrouwen al snel in een guerrillaoorlog met de nieuwe machthebbers belandde. Ondanks al dit politieke pathos bleef Afonso zoals gezegd de fado trouw. Toen hij in 1985, al jaren doodziek als gevolg van een soort botkanker die hij in de vochtige cellen van de PIDE zou hebben opgelopen, zijn laatste optreden verzorgde - in het Coliseu te Lissabon - begon Afonso met enkele klassieke fado's van Coimbra en eindige hij met de revolutionaire hymne 'Grãndola', die door de gehele zaal - inclusief de inmiddels weer vrijgelaten Otelo - met opgeheven vuist werd meegezongen. Afonso stierf twintig jaar geleden, in uiterst kommervolle omstandigheden in Setubal, de meest door armoede en depressies geteisterde plek van geheel Portugal. Vijfhonderdduizend mensen gaven acte de présence bij zijn begrafenis. De Portugese tv- en radiostations, toen nog altijd kampend met overheersing vanuit rechtse politieke hemisfeer, maakten zich er met een Jantje van Leiden van af, maar in Spanje werd zijn muziek op de dag dat zijn overlijden bekend werd gemaakt de gehele dag gedraaid. De Spaanse flamenco-gitarist Paco de Lucia organiseerde een benefietconcert ten behoeve van de arm achtergebleven familie. In Portugal werd Afonso postuum herontdekt en alsnog de verschuldigde eer gebracht. Zijn experimenten met de fado, zowel muzikaal als tekstueel, vormen nu de hartslag van de moderne Portugese muziek.
BRON: Uittreksel van het artikel: "Fado, eredienst voor het verdriet" gepubliceerd in De Groene Amsterdammer en geschreven door René Zwaap.
De Lusitano wordt in Portugal gebruikt bij het stierenvechten. Anders dan in andere landen wordt hier vanaf het paard met de stier gevochten, en wordt de stier niet gedood. De stier wordt uitgedaagd door de stierenvechter en het paard; het paard moet erg behendig zijn om niet door de hoorns van de stier geraakt te worden.
FOI NA TRAVESSA DA PALHA
HET WAS IN DE TRAVESSA DA PALHA (= Steegje van Stro)
Foi na Travessa da Palha /
Het was in de Travessa da Palha Que o meu amante, um canalha, / dat mijn geliefde, de schoft Fez sangrar meu coraçao: / mijn hart deed bloeden: Trazendo ao lado outra amante / door naast mij nog een minnares te nemen Vinha a gingar petulante / hij kwam brutaal heupwiegend aan Em ar de provocaçao. / met een provocerende blik.
Na taberna de friagem /
In de koele taverne Entre muita fadistagem / tussen vele fadistas Enfrentei os seus rancores, / heb ik hun wrok onder ogen gezien, Porque a mulher que trazia / want die vrouw die hij meebracht Com certeza nao valia / was zeker waardeloos Nem sombra do meu amor. / zelfs geen schaduw van mijn liefde.
A ver quem tinha mais brio /
Dit moet glansrijk geweest zijn Cantamos ao desafio / wij zongen als uitdaging Eu e essa qualquer. / ik en die ander. Deixei-a perder de vista / Zij heeft door mij haar gezicht verloren Mostrando ser mais fadista / want ik toonde mij meer fadista Provando ser mais mulher. / en ik bewees meer vrouw te zijn.
Foi uma cena vivida /
Het was een levendige scene De muitas da minha vida / de beste van mijn leven Que nao se esquecem depois, / niemand zal dit gauw vergeten Só sei que de madrugada / ik weet alleen nog dat bij dageraad Após a cena acabada / nadat de voorstelling afgelopen was Voltamos para casa os dois. / wij met z'n tweeën naar huis gingen.
Kaart van West-Vlaanderen in de middeleeuwen Zin om een kaart van Vlaanderen in de Middeleeuwen te bestuderen? Klik op de afbeelding!
Een beetje geschiedenis:
De eerste contacten met Portugal dateren reeds uit de 11de en 12de eeuw, toen Vlaamse ridders de prille Portugese dynastie te hulp kwamen om de Moren terug te drijven. Hieruit resulteerden enkele (politiek geïnspireerde) huwelijken die de banden tussen Vlaanderen en Portugal al snel een intensieve kleur gaven.
In de dertiende eeuw was Brugge nog rechtstreeks verbonden met de zee, via het Zwin. Oorspronkelijk waren het de Italianen die via de Middellandse zee een handelsroute met Brugge openden, gezien de toenemende volumes alsmaar moeilijker over land konden worden vervoerd. Lissabon lag langs deze route en de Italianen maakten daar een stop om wijn, olijfolie en kurk mee te nemen. Ook zout werd alsmaar belangrijker (voor het pekelen) en dit gaf de Portugese handel een flinke duw in de rug.
Al snel verschenen de eerste Portugezen op de Brugse markt en in de archieven werd reeds in 1280 een protest genoteerd vanwege de Portugese kooplieden i.v.m. misbruiken op de officiële wegingen (de stadswaag). In 1308 was er reeds sprake van een Rua dos Portugueses, maar concrete sporen hiervan zijn niet meer terug te vinden.
Brugge groeide in de 14de en 15de eeuw uit tot de belangrijkste haven van Noord-Europa (vóór de verzanding van het Zwin), terwijl Portugal via zijn grote ontdekkingsreizigers zowat de belangrijkste natie ter wereld werd, die uit de overzeese gebieden exotische producten op de Europese markt bracht. In combinatie met het huwelijk van Filips de Goede met Isabel van Portugal 1430), leidde dit onvermijdelijk tot een intense handelstrafiek die hier en in Portugal zijn sporen zou nalaten.
Um poco de história
Os primeiros contactos com Portugal já datam dos séculos XI e XII, quando os cavalieros flamengos vinham à ajuda da dinastia portuguesa nova, a fim de afastar os mouros. Resultaram alguns casamentos de inspiração politica, que deram rapidamente uma côr intensa à relação entre Flandres e Portugal.
Durante o século XIII, Bruges ainda tinha uma ligação directa com o mar, pelo Zwin. Inicialmente os Italianos abriram uma rota comercial com Bruges pelo Mar Mediterrânico, para replica ao aumento de volumes do transporte por via terrestre. Lisboa encontrava-se ao longo deste itinerário e os Italianos fazam lá uma paragem para levarem vinho, azeite, cortiça e sal (para conservar). Isto apoiava o comércio português em alto grau.
Rapidamente os primeiros portugueses passaram a aparecer no mercado de Bruges e, já em 1280, mas arquivos foi avocado um protest dos comerciantes portugueses contra os amuses nas ponderações ofociais (ostadswaag). Em 1308 falave-se de uma Rua dos Portugueses, mas não foram reencontrados vestígios concretos.
Contudo, Bruges tornava-se durante os séculos XIV e XV no centro mercantil mais importante do Norte da Europe (antes do assoreamento do Zwin), e Portugal, com os seus grandes exploradores, tinha-se tornada na nação quase mais importante do mundo. Dos dominios ultramarinos, trazia para o mercado europeu os produtos mais exoticos. Em combinação com o casamento do Filipe o Bom com Isabel do Portugal (1430), isto resultou inevitavelmente num comércio intenso que deixo vestígios aqui e em Portugal.
19deeeuwse versie van het kasteel (in 1430 werd dit volledig ingenomen door de grafelijke residentie die deze omgeving domineerde)
Hier vond het huwelijksfeest plaats van Filips de Goede en Isabel van Portugal en het paar zou hier ook zijn Brugse residentie kiezen. Dagenlang spoot de wijn uit de standbeelden rond het Prinsenhof en het feest was van een toen ongekende grandeur. Bij die gelegenheid werd ook de Orde van het Gulden vlies gesticht en Filips benoemde de eerste vierentwintig ridders. Isabel beperkte zich niet tot een achtergrondrol, maar was ook politiek actief. Bij afwezigheid van Filips nam zij het regentschap waar, bijgestaan door o.a. kanselier Rolin. Zij was erg geliefd bij de Bruggelingen en speelde een actieve rolbij de kolonisatie van de Azoren, waar heel wat Vlamingen actief waren. Na de dood van Philips (1468), bemiddelde zij bij koning Edward IV het huwelijk van haar zoon Karel de Stoute met Margareta van York (Isabel had trouwens Engels bloed van moederszijde, Filippa van Lancaster). In 1471 overleed ze en kreeg in Brugge, op last van Karel de Stoute, een luisterrijke begrafenis.
Zilverstraat 38:
Dit is zowat het bestbewaarde tastbare element van de Portugese aanwezigheid in het middeleeuwse Brugge. Het werd in 1468 gebouwd door de privé-secretaris van Isabel, Jão Vasquez. Bemerk de prachtig gotische puntgevel in natuursteen en het devies van Vasquez dat op de gevel staat te lezen A bon compte avenir. Hier werden ook vergaderingen van de Portugese natie gehouden.
Bron: brochure wandeltocht Portugal em Bruges uitgegeven door Vlaanderen-Lusitãnia vzw, auteur: Geert Brabant
Met een tentoonstelling, wandeling, bar en tearoom organiseert de vzw Vlaanderen-Lusitãnia een Portugees weekend op zaterdag 15 en zondag 16 september. Iedereen welkom en gratis toegang!
Plaats: Casa Videira Adres: Baron Ruzettelaan 36 te 8310 Brugge (Assebroek), 8310 Brugge Tarief: gratis Telefoon nr: 050-33 32 65 Internet: http://www.vlaanderen-lusitania.com Open: Doorlopend van 11 tot 19 uur Van 15 tot 16 september
Sequência sobre as Divas do Fado Novo - o episódio 3: Margarida Guerreiro
Minha terra é linda - Mijn land is mooi
Onder één van de fotos zit de muziek, beide andere hebben een link naar websites van respectievelijk Wiki en een weblog van Margarida herself
Margarida Guerreiro komt uit Montemor-o-Novo, een oud plaatsje uit de Alentejo, een streek met een belangrijke vocale traditie. Haar eerste contacten met fado ontstaan door het luisteren naar de oude fado platen van haar ouders met grote fadosterren als Amália Rodrigues, Manuel de Almeida en Maria Teresa de Noronha. Deze maken grote indruk op haar en ontsteken bij Margarida een grote passie voor deze zang vanuit het hart. Zo ontstaat bij haar de liefde voor wat voor velen hét symbool van Portugese cultuur is: de fado.
Aangemoedigd door haar streekgenoot Manuel Justino Ferreira, ook auteur van de meeste teksten die zij zingt, zingt Margarida haar eerste concert in het Convento de São Domingos, in Montemor-o-Novo. Het is de start van een alom gerespecteerde internationale muzikale carrière.
Van de vele concerten die zij gaf in Portugal, Spanje, Venezuela, Frankrijk, Zwitserland, de Verenigde Staten en Canada springt er één die er voor haar emotioneel in het bijzonder uit: een concert van Amália Rodrigues, waarvoor deze haar als gast uitnodigde.
In 2003 komt Sal e mel uit, Margaridas eerste CD. Deze wordt bijzonder goed ontvangen. Margarida Guerreiro is regelmatig te horen (en te zien) op radio en TV, culturele evenementen en op haar vele concerten overal in Portugal. In 2004, is zij één van de zangeressen op het album Divas do Fado Novo, naast hier inmiddels bekende namen als Mísia, Cristina Branco en Ana Moura.
Even een rustig moment inbouwen, met deze video over trammen door de oude wijken van Lissabon, met prachtige uit het leven gegrepen beelden een fado waardig
Regel: de klinkers a, e, i, o en u worden allen genasaliseerd indien voorafgegaan aan m, n of nh.
à - de nasale ã is te omschrijven als de toonloze a, door de neus (verkouden) gesproken: 1. Volgens de regel: amplo (amploe, weids) anjo (anzjoe, engel), estranho (estranjoe, vreemd);
2. Een ã als laatste letter van een woord of lettergreep: amanhã (emanjaa, morgen), vã (ijdel)
N.B.: zie -am onder Nasale tweeklanken.
E - De uitspraak van de nasale e kan variëren van een door de neus gesproken ei tot gesloten e of de Nederlandse i (kip) homem (oomeng, man, mens), alguém (iemand), sente (hij/zij voelt), tenho (tenjoe, ik heb), alle bijwoorden (-mente) en alle werkwoordsvormen op -em (sentem). De slot -m wordt niet uitgesproken.
I - Volgens de regel: sim (sieng, ja), jardim (zjardieng, tuin), ainda (aiengda, nog), minha (miengja, mijn, vrl. bez. vnw.) en de verkleinwoorden op -inhola.
O - De o wordt ook voorafgaand aan dezelfde medeklinker genasaliseerd, maar reageert iets anders voor. nh.
1. Normaliter een genasaliseerde open o: com (kong, met), longe (lonzje, ver), en aan het Frans ontleende woorden als batom en garçom.
2. Voor nh als genasaliseerde gesloten o: sonho (sonjoe, droom)
U - Volgens de regel: um (ung, een), nenhum (nenjoeng, geen een), mundo (moendoe, wereld), profundu (profoendoe, diep).
Bron
: Het boek 'PESSOA, Een directe weg naar het lezen van gedichten van Fernando Pessoa' Keuze en vertalingen: August Willemsen, ISBN 90 5573 667 8, 2006, Uitgeverij DAMON Budel.
Fabuloso e Arrepiante ! à Gente da Minha Terra - Mariza (e uma tradução)
Prachtig en huiveringwekkend!
Ó Gente da Minha Terra Mensen van mijn land
Letra:
Amália Rodrigues Música: Tiago Machado
É meu e vosso este fado / Deze fado is van mij en jullie Destino que nos amarra / Een noodlot dat ons verbindt Por mais que seja negado / Hoe zeer dit ook ontkend wordt Às cordas de uma guitarra / Door de snaren van een gitaar
Sempre que se ouve o gemido / Telkens als zich de klaagzangen De uma guitarra a cantar / Van een gitaar laten horen Fica-se logo perdido / Ben ik onmiddellijk verloren Com vontade de chorar / En wil ik huilen
Ó gente da minha terra / Mensen van mijn land Agora é que eu percebi / Nu pas heb ik gevoeld Esta tristeza que trago / Deze droefheid die jullie breng Foi de vós que a recebi / Heb ik van jullie gekregen
E pareceria ternura / Door een schijn van tederheid Se eu me deixasse embalar / Liet ik mij inpakken Era maior a amargura / Daardoor groeide een bitterheid Menos triste o meu cantar / En minder droef werd mijn gezang
Ó gente da minha terra / Mensen van mijn land Agora é que eu percebi / Nu pas heb ik gevoeld Esta tristeza que trago / Deze droefheid die jullie breng Foi de vós que a recebi / Heb ik van jullie gekregen Door mezelf vertaald.
Van Powerpointjos mocht ik volgende PPS gebruiken... waarvoor hartelijk dank...!
Het Museum Nacional do Azulejo is gevestigd in het Convento da Madre Deus.
Dona Leonor, de weduwe van koning João II, stichtte het Convento da Madre Deus in 1509. De kerk, oorspronkelijk gebouwd in Manuelstijl, werd onder João III gerestaureerd in renaissancestijl. De opvallende barokversieringen werden toegevoegd door João V. Het klooster vormt de ideale behuizing voor het nationale tegelmuseum. Aan de hand van de decoratieve tableaus, losse tegels en fotos wordt de ontwikkeling van het tegelbakken aanschouwelijk gemaakt, van de invoering door de moren en de Spaanse invloed tot en met de Portugese stijl.
(ook wel Oporto) is een Portugese havenstad in het noord-westen van Portugal, aan de Costa Verde. De stad was in 2001 culturele hoofdstad van Europa, samen met Rotterdam. Het is de op één na grootste stad van Portugal (na Lissabon). In 2005 had de stad 233.465 inwoners, en het hele gebied Groot-Porto 1.6 miljoen inwoners. Porto is vooral bekend als herkomstplaats van portwijn. Vroeger heette de stad Cale en later Portucale, waar de landsnaam Portugal van is afgeleid.
Een volledig bericht over ons bezoek aan het Museu Nacional do Azulejo ben ik aan het voorbereiden. Hier al een voorproefje met een knipoogje naar Opatje Joaquim !
Link naar vorig bericht met de link naar het museum: klik op de foto hierboven!
De klemtoon valt in het Portugees gewoonlijk op de voorlaatste lettergreep, een aantal uitzonderingen daargelaten. Het Portugees maakt daarnaast een duidelijk verschil tussen zogeheten open en gesloten klinkers (niet te verwarren met lange en korte klinkers, waarmee ze niks te maken hebben). Het accent aigue wordt herbruikt voor het aanduiden van de open klinkers á, éen ó(als in haak, lek en lok); het accent grave wordt thans alleen nog gebruikt om de samentrekking van de a(voorzetsel) met a(vr. bep. lidw.) aan te geven: à(uitgesproken als open a); de circumflex wordt gebruikt ter aanduiding van de gesloten êen ô(als in leek en look). De tilde(de ~, zoals in vã) geeft nasalisering van de klinker aan.
1. Medeklinkers
Ç - als scherpe s: cabeça(kabeesaa, hoofd), poço(poosoe, put). LH - als lj: ihe(s) (hem, hun) 3de naamval), filho/filha(fieljoe/fielja, zoon, dochter). NH - als nj(Fr. gn en Sp. ñ): Espanha, tenho(tenjoe, ik heb), vinho (vienjo, wijn), sonho(sonjoe, droom).
Bron: Het boek 'PESSOA, Een directe weg naar het lezen van gedichten van Fernando Pessoa' Keuze en vertalingen: August Willemsen, ISBN 90 5573 667 8, 2006, Uitgeverij DAMON Budel
Even iets totaal anders Wat opvalt wanneer men voor het eerst een land binnenkomt is de taal. En zoals jullie wel vermoeden spreekt men in Portugal Portugees. (De uitspraakregels vinden jullie in volgende berichten)
Landen en regionen waar men Portugees spreekt als officiële taal. Klik de foto aan voor groter formaat!
Portugees is een Romaanse wereldtaal die wordt gesproken in Portugal, Brazilië, Angola, Guinee-Bissau, Equatoriaal-Guinea, Sao Tomé en Principe, Oost-Timor, Kaapverdië, Mozambique, en andere gebieden, zoals Goa en Malakka (Cristao). Het wordt ook gesproken door een minderheid in Macao, waar het een officiële taal is. In Galicië, een gebied in Spanje ten noorden van Portugal, wordt Galego (Galicish) gesproken; officieel een andere taal, maar het lijkt erg op het Portugees. Het Braziliaans verschilt veel van het Europese Portugees. De Portugeessprekende landen werken op taalgebied samen in de Gemeenschap van Portugeessprekende landen. Volgens een UNESCO-rapport uit 2000 wordt Portugees door 176 miljoen mensen gesproken. Inmiddels zijn dit er veel meer wegens bevolkingsgroei en bovendien waren de cijfers van UNESCO niet van 2001. Zo is het aantal Brazilianen toegenomen tot 181 miljoen (2004). Het is een officiële taal van de Europese Unie, Mercosul en de landen in de, hierboven genoemde, Gemeenschap van Portugeessprekende landen.Het Portugees in Brazilië wijkt enigszins af van het Portugees in de andere gebieden, niet alleen qua uitspraak en idioom, maar ook in spelling, dit komt door een spellinghervorming (het Acordo Ortográfico uit 1990, gewijzigd in 1998) die wél was afgesproken met Portugal en de overige Portugeestalige landen, maar nooit officieel is doorgevoerd (omdat het verdrag nog niet door alle deelnemende landen is geratificeerd).
Oude windmolens en moderne windturbines leveren prachtige beelden
Wat het gebruik van ecologische energie betreft is Portugal zijn achterstand aan het inlopen. Zie ingesloten artikel: "Portugal leeft binnenkort van wind en water", klik HIER!
Een oude zoniet de oudste fadolegende is ongetwijfeld Maria Severa. Zij werd geboren in de wijk Madragoa en verhuisde later met haar moeder naar de Mouraria. Zij groeide uit tot een ware mythe.
Klik op de foto...! Maria Severa Carlos Zel Letra: João Galhardo Música: Raul Ferrão
Num beco da mouraria, / in een steegje van Mouraria Onde a alegria / waar de vreugde Do sol não vem / van de zon nooit komt, Morreu Maria Severa / stierf Maria Severa. Sabem quem era?... / weten jullie wie zij was?... Talvez ninguém. / misschien wel niemand.
Uma voz sentida e quente /
een warme stem, vol gevoel, Que hoje à terra disse adeus / nam vandaag afscheid van de aarde. Voz saudosa, voz ausente / een stem, weemoedig en afwezig, Mas que vive eternamente / leeft nu voor eeuwig Dentro em nós e junto a Deus / in ons hart en ginder Além nos céus / in de hemel - één met God
Refrão / Refrein Bem longe o luar / daar ginder in de verte waar de maneschijn No azul tem mais luz / en blauwe lucht meer licht verspreiden, Eu vejo-a rezar / zie ik haar bidden Aos pés de uma cruz / aan de voet van een kruis. Guitarras trinai / guitaren, trilt, Viradas p'ro céu / naar de hemel gericht Fadistas chorai / fadistas, weent, Porque ela morreu / omwille van haar dood.
Caíu a noite na viela / de nacht viel in de steeg Quando o olhar dela / toen haar blik Deixou de olhar / ophield te kijken. Partiu pra sempre, vencida / geknakt voor altijd ging zij heen, Deixando a vida que a fez penar./ het leven dat kwetste achter zich.
Deixa um filho idolatrado /
verweesd liet zij een verafgode zoon achter Que outro afeto igual não tem / die geen vergelijkbare liefde kent. Chama-se ele o triste fado / zijn naam is trieste fado Que vai ser desse enjeitado / wat is het lot van dit verlaten kind, Se perdeu o maior bem / verstoken van het grootste goed, O amor de mãe? / de moederliefde?
Vertaling: Dirk Lambrechts, cd 'Fado. As lagrimas do Tejo', uitgeverij EPO, april 2001, ISBN 90 6445 219 9 (verkrijgbaar samen met het boek - zie hieronder)
Volgend uittreksel komt uit het boek: Fado - De tranen van de Taag, geschreven door Dirk Lambrechts.
Maria Severa - De legende van de Mouraria
Door de nachtelijke straten van Alfama en Mouraria, nauwelijks door gaslantaarns verlicht, zwierf het duistere allegaartje dat zich er veilig voelde voor de politie. De eerst fadospelers werden dan ook voorgesteld als vileine types met hoed, dolkmes en een hangende sigaret. Gruwels die meestal obscene liedjes zongen, tot de verbeelding sprekende-bizarre figuren.
De fado in die tijd werd in 1820 verpersoonlijkt met de geboorte van Maria Severa Onofriana in de wijk Madragoa. Zij zou uitgroeien tot de grootste mythe en legende van de fado. Buiten haar geboorte- en sterfdatum is er historisch weinig met absolute zekerheid te bewijzen, maar de verhalen uit die tijd geven toch een volledig beeld van deze merkwaardige vrouw die door velen wordt beschouwd als de eerste echte fadista.
Haar moeder, een ruw iemand met de volkse bijnaam A Barbuda vanwege haar overvloedige baardhaar, baatte een kroeg uit en verhuisde samen met haar dochter naar Mouraria om er te gaan wonen in een goedkope kroeg/bordeel in de Rua do Capelão, die bezocht werd door rovers en smokkelaars. ( )
Volgens de verhalen was Severa echter een gracieuze vrouw die zeer goed zong en zichzelf begeleidde op de Portugese giaar. Haar stem was rauw door overmatig roken en drinken en het buitensporig gebruik van sterke koffie. ( ) Wat Severa uiteindelijk deed uitstijgen tot een echte legende was haar verhouding met de Marques de Vimioso. De markies kwam uit een bekend adellijk geslacht en bezat een paleis op het Campo Grande. Hijzelf was artistiek, een fervent jager maar vooral een uitstekend ruiter bij de Touradas. Het vreemde, exotische imago van de fadowijken moet soms voorname, bijna literaire adellijke figuren hebben aangetrokken, want toen hij Severa rond 1843 leerde kennen, mochten zij en haar moeder gratis in een van zijn huizen in Moouraria wonen. Waarschijnlijk, zo vertelt men, was hij geobsedeerd door haar kwaliteiten als fadozangeres en haar volkse, spontane en heftige karakter. Zij van haar kant moet in hem vooral zijn kwaliteit als een van de beste aristocratische ruiters in de arena bewonderd hebben.
( ) Belangrijk was het feit dat adel en volk elkaar in de arena ontmoetten en dat er tijdens de Espera do Toiro - het wachten op de stier - fados gezongen werden. Hoe dan ook, de wederzijdse liefde of bewondering moet intens geweest zijn, want ze duurde drie jaar, tot in 1845, en gedurende al die jaren werd Severa uitgenodigd op het paleis. De markies moet die vrijgevochten vrouw met de sigaret in de mond wel degelijk bewonderd hebben. Severa hield niet van zwakke vrouwen maar evenmin van vulgaire fado. De markies kon niet op tegen haar rebelse karakter. Hij probeerde haar tevergeefs wijn en tabak te doen afzweren. ( )
Toen Severa in 1946 stierf, was de jonge fadowereld in rouw. Volgens sommigen stierf ze aan een beroerte na het eten van overdadig veel jonge duiven, overspoeld met wijn. Volgens anderen stierf ze aan TBC: Ze was alleenstaand en werd in een eenvoudig laken in een gemeenschappelijk graf begraven op het kerkhof Alto de S. João, zoals ze zelf gewenst had.
( )Zon suggestief levensverhaal leverde natuurlijk overvloedig stof voor kleurrijke bewerkingen. De bekendste is het toneelstuk Severa van Julio Dantas, dat in 1901 met enorm succes in Lissabon werd opgevoerd. Het was een sterk geromantiseerd stuk waarin Severa als zigeunerin werd voorgesteld. Op verzoek had Dantas de echte naam van de markies, Vimioso, veranderd in Marialva, iemand die nooit heeft bestaan. In 1909 werd het bewerkt tot een operette en in 1931 tot de eerste Portugese speelfilm met geluid; de rol van de markies werd vertolkt door torero Antonio Luis Lopes en die van Severa door de fadozangeres Dina Teresa.
De hierna volgende uitspraak van Paul Van Nevel over de fadista Maria Severa, heb ik overgenomen uit zijn boek: Dertig jaar verslaafd aan Lissabon'.
Eén fadozangeres heeft echter terecht een stenen memento mori gekregen: de in 1820 geboren Maria Severa Onofri-ana, de eerste fadoszangeres, een hoertje van de Mouraria. Zij verborg haar leed en miserie tussen de tonen van haar klaagzangen en werd een mythische figuur. Severa stierf op zesentwintigjarige leeftijd, en in de Largo da Severa in de Mourariawijk loopt er een rilling over mijn rug als ik het opschrift lees, boven de ingang van het armoedige huisje waar eens de vernedering van het bestaan, met gebroken zangen bedekt werd.
Beide boeken zijn uitgegeven door uitgeverij EPO en nog steeds verkrijgbaar in de boekhandel. Fado - De tranen van de Taag, Dirk Lambrechts, ISBN 90 6445 167 2 Dertig jaar verslaafd aan Lissabon, Paul Van Nevel, ISBN 90 6445 428 0
Transforma-se o amador na cousa amada, De minnende gaat op in de beminde por virtude do muito imaginar; medegevoerd op zijn gedachtegangen - Não tenho logo mais que desejar, Ik heb geen enkel ding meer te verlangen pois em mim tenho a parte desejada. want het begeerde is in mijzelf te vinden.
Se nela está minha alma transformada,
En wat zou dan mijn lichaam nog verblinden que mais deseja o corpo de alcançar? nu zulk een ziel de mijne heeft bevangen? Em si sómente pode descansar, Het heeft in deze nieuwe samenhangen pois consigo tal alma está liada. de rust ontvangen der gelijkgezinden.
Mas esta linda e pura semideia,
Maar deze zachte en zuivere verschijning que, como o acidente em seu sujeito, die als de regen met de waterdeining assim co'a alma minha se conforma, zich met mijn ziel kon vereenzelvigen
Está no pensamento como ideia;
Waart enkel door mijn denken en mijn dromen. E o vivo e puro amor de que sou feito, En al de liefde die ikzelve ben como matéria simples busca a forma. blijft ruwe stof die tot een vorm wil komen.
- Luís de Camões -
Vertaling uit het boek Saudades en andere verzen uit het Portugees door Dolf Verspoor, Moussaults uitgeverij nv Amsterdam, 1961
Verwijzing naar vorig bericht over Camões: klik HIER!
Ik ben Maaike/Myriam, en gebruik soms ook wel de schuilnaam LaFadista.
Ik ben een vrouw en woon in Alfeizerão-Sapateira (Portugal) en mijn beroep is mezelf zijn.
Ik ben geboren op 30/12/1949 en ben nu dus 74 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Portugal, Lissabon, Fado, poëzie, reizen in 't algemeen, lezen, kookboeken, fietsen....