Van de webstek van het Vlaams Belang
Het is met de Forza Flandria zoals met de progressieve frontvorming: hoe meer erover gepraat wordt, hoe verder weg het lijkt. Het heeft er ook alle schijn van dat bewust gestuurde lekken en het gooien met modder elk initiatief in die richting bij voorbaat moeten kelderen. Tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren, zoals Elsschot schreef. En, in het geval van de Forza Flandria, helaas een handvol egos
En dat is jammer. Doodjammer.
Belgische impasse
Het siert Filip Dewinter dat hij er voor pleit om de eigen egos, het eigen grote gelijk en het partijbelang opzij te schuiven om te komen tot een bundeling van rechtse en Vlaamsgezinde krachten. Die bundeling zou zoals commentatoren opmerken een echt machtsblok creëren waar de andere partijen nauwelijks omheen kunnen. Want, Vlaams Belang, LDD en N-VA komen samen in de buurt van veertig procent van de Vlaamse stemmen. Het zou de Forza Flandria meteen incontournable maken in de Belgische politiek. En het vermolmde België het finale duwtje in de rug kunnen geven om voorgoed te verdwijnen in de annalen van de geschiedenis.
Dat de media en het Belgische establishment er alles aan doen om dat scenario te kelderen, ligt voor de hand. Maar de feiten zijn wat ze zijn. De politieke impasse is totaal. Alleen een bundeling van die Vlaamsgezinde krachten in welke vorm dan ook - kan de impasse doorbreken en een nieuwe toekomst inluiden voor Vlaanderen. Wie dat niet doet of bewust weigert, houdt niet alleen de impasse en de status quo in stand, maar ook een onwerkbare Belgische staat. Het gaat al lang niet meer om het doorbreken van het dwaze cordon sanitaire dat de Franstalige partijen in communautaire onderhandelingen bij voorbaat in een zetel zet, het gaat om onze Vlaamse welvaart en toekomst.
Paniekvoetbal?
Ons pleidooi voor een bundeling van Vlaamse en rechtse krachten is niet nieuw. Op 10 juni 2004, net na de historische verkiezingsoverwinning van het toenmalige Vlaams Blok, stak mijn voorganger Frank Vanhecke in een grootmoedig gebaar zijn hand uit naar de Vlaamsnationalisten van N-VA. Dat de N-VA het aanbod afwees en koos voor een (Belgisch) verstandshuwelijk met CD&V hebben we nooit goed begrepen en altijd betreurd. In sommige krantencommentaren werd het voorstel nadien afgeschilderd als een vijandig overnamebod. Vandaag heet een gelijkaardig voorstel plots een zwaktebod of zowaar paniekvoetbal. Tja, het zal wel nooit goed zijn zeker?
Politici of journalisten die zich wagen aan boude voorspellingen als het VB is over zijn hoogtepunt heen, het is een partij in moeilijkheden of zwaar verlies staat in de sterren geschreven zouden hun wensen wel eens voor werkelijkheid kunnen nemen. Met alle respect en in alle ernst, in vergelijking met de meeste andere partijen is Vlaams Belang nog altijd een grote partij. Wij zijn en blijven de motor van de Vlaamse onafhankelijkheidsgedachte. Tot spijt van wie t benijdt
Bezinning
Onze oproep voor een krachtenbundeling is niet ingegeven door kortzichtig eigenbelang maar door de rotsvaste overtuiging dat we de handen in elkaar moeten slaan om Vlaanderen vooruit te helpen. Een partij is - voor ons geen vehikel voor eigen glorie of politieke carrière, geen doel op zich, maar slechts een middel om ons doel te bereiken. En dat doel is Vlaamse onafhankelijkheid. Niets meer, niets minder. En hoe die Vlaamse staat er dan moet uitzien, dat zijn zorgen voor later. Dat wij op een aantal punten van mening verschillen met LDD en N-VA? Dat zal wel, natuurlijk. Maar nu het Belgische regime in een zware crisis verkeert, zou het onverstandig of bijna misdadig zijn om zich blind te staren op meningsverschillen in plaats van te focussen op wat ons bindt.
Onze oproep voor een Forza Flandria is geen wanhoopsoffensief, maar een welgemeende oproep tot bezinning. Een oproep om uit de loopgraven te komen, de persoonlijke vetes op te bergen en mekaar niet langer te bestoken met friendly fire. De enige die daar beter van wordt en zich bij verkneukelt is het Belgische establishment. En, zeg nu zelf Bart en Jean-Marie, dat kan toch niet de bedoeling zijn?
Wij gooien onze partij, het werk van duizenden militanten en de hoop van honderdduizenden Vlaamse kiezers niet overboord. Maar wij hebben wel de moed om verder te denken, de hand uit te steken en de platgetreden paden van de Vlaamse politiek te verlaten. Omdat het Belgische regime in een ongeziene bestaanscrisis verkeert en omdat er zich voor Vlaanderen een unieke kans aanbiedt om het Belgische juk af te schudden.
Wie denkt dat het Vlaams Belang afgeschreven is, maakt een zware inschattingsfout en een strategische fout. Wij zijn een kerngezonde en levenskrachtige partij die best wel op eigen benen naar de kiezer durft stappen. Wij hebben geen gigantisch probleem, België heeft een gigantisch probleem. Als er iets is wat de afwijzende reactie uit de hoek van LDD haarscherp aantoont, is het wel dat er in Vlaanderen maar één partij is die onomwonden kiest voor Vlaamse onafhankelijkheid. Geen halfzachte praatjes over meer bevoegdheden of met België als het kan, zonder België als het moet, maar Vlaamse onafhankelijkheid. Ook N-VA danst op een slappe koord. Ze hebben zich sterk gemaakt en tot in den treure beloofd dat ze de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde zouden realiseren en een ingrijpende staatshervorming in de wacht zouden slepen. Daarvoor zijn ze een schijn- of verstandshuwelijk aangegaan met CD&V en blijven kiezen voor een onzekere en vooralsnog voor Vlaanderen resultaatsloze paringsdans met de francofonie.
Laat het duidelijk zijn. Wij hebben onze hand uitgestoken. Wij hebben gedaan wat we moesten doen. De Forza Flandria is door de andere partijen voorlopig begraven maar moet een na te streven doel blijven. Er staat de Vlaamse onafhankelijkheid niet veel meer in de weg. Droom kan eindelijk daad worden. Maar dat vereist staatsmannen. Met bange, koppige of rancuneuze politici schiet Vlaanderen niet veel op.
Bruno Valkeniers voorzitter@vlaamsbelang.org
Als toemaatje: Marie-Rose Morel
Vrijwillige Brandweer (deze column schreef ik op 25 november voor www.forzaflandria.net)
Een donderdagnamiddag in de federale kamer. Op de agenda de inoverwegingneming van een voorstel van het Vlaams Belang om België te splitsen. Normaal gezien een routineklus. Een inoverwegingneming wordt immers altijd gestemd, als bewijs dat in een democratie over élk voorstel nagedacht mag worden.
Deze bewuste donderdag lijkt het echter geen routineklus te worden. De Franstalige partijen hebben de Vlaamse politici immers een "bewijs van hun aanhankelijkheid aan België" gevraagd. Het verwerpen van de inoverwegingneming vinden ze een gepaste geste ...
Op het ogenblik van de stemming zijn enkele Vlaamse protagonisten strategisch afwezig. De rest van de Vlaamse parlementsleden - buiten uiteraard de indieners - stemt tegen of onthoudt zich. De Forza Wallonia heeft het gevraagde "bewijs van aanhankelijkheid aan België" van de Vlamingen op zak ... De Forza Flandria was niet op de afspraak. Een ontluisterende vaststelling.
Waarom durven Vlaamse politici niet wat voor Waalse politici een automatisme blijkt ? Waarom is een Forza Wallonia steeds paraat als het er politiek écht op aan komt, en blijkt de Forza Flandria op diezelfde momenten steeds een dode letter ?
De terminologie is misschien recent, de krachten die samen de Forza Flandria moeten vormen, tasten mekaars grenzen al decennia lang af. De échte liberalen, de christendemocraten en de Vlaams nationalisten. Eigenaardig genoeg kwamen de Coburgs in de jaren '30 al tot deze conclusie. In '31 schreef Albert I aan zijn zus dat er drie krachten de Belgische troon bedreigden. De klassieke liberalen, de christendemocraten en de Vlaamse activisten. Als België's bondgenoot noemde hij de socialisten, met hun nationaal en Belgisch karakter. Als 80 jaar geleden België al deze analyse maakte, is het toch beschamend dat de potentiële Vlaamse bondgenoten deze formule tot op heden onbenut lieten. Beschamend en bedroevend, voor Vlaanderen.
Een succesvolle Forza Flandria zal niet afhangen van een duur logo, goed gelegen hoofdkwartier of indrukwekkend organigram. Voor mij mag de Forza Flandria een soort van "vrijwillige brandweer" zijn. Ieder in het dagelijkse leven op zijn eigen domein. Maar wanneer er aan de belangen van de Vlamingen geraakt wordt, spoeden allen zich naar de vuurhaard en vormen een stilzwijgende en hardwerkende waterketting. Tot de brand onder controle is.
Wallonië kan dit. Op cruciale momenten vormen ze - zonder commentaar - een ketting met links én rechts, want enkel zo raakt het water bij het vuur. De Vlaamse waterdragers daarentegen, discussiëren oneindig over wie waar in de ketting mag staan en vooral, over wie er niet mee in de ketting mag staan. En tegen dat ze doorhebben dat hun ketting te kort zal zijn om de bron en de brand te verbinden ... rest er enkel asse.
Ik hoop van harte dat Vlaamse politici zullen inzien - voor er enkel asse rest - dat we van België toch één goed ding kunnen leren: "eendracht maakt macht".
Marie-Rose Morel
|