Mijn kind verjaagd uit haar warme kleine lijfje ik heb de dood gebaard geen warm en huilend kindje maar de dood verpakt in het koude lijfje van mijn kind.
Met door tranen verblinde ogen en een door verdriet verstikte stem vertel ik mijn verhaal laat zien mijn verscheurde bloedende hart maar ze begrijpen en ze voelen het niet.
Stond het in de sterren geschreven dat je niet zou leven de korte weg een feit bij voorbaat een verloren strijd vertel me toch de zin van je einde nog voor het begin.
Dromen,mooie dromen over jouw reken maar dat ik dan genieten zou maar ook dat is mij ontnomen toen die dag dat ik voor het eerst en voor het laatst een glimp van jouw lief gezichtje zag niet in mijn armen of op mijn schoot geen geur geen beeld je bent en bleef zo dood want je even vasthouden was er niet bij alleen stilte en leegte voor mij zo ver en onbereikbaar vervlogen dromen.
Verdriet bonst in mijn hoofd prikt achter mijn ogen pijn wroet in mijn borst als een levend dier een pijn die daar woond sinds de dag dat ik mijn dode kindje zag.
Zul jij me opwachten daar aan de overkant en me tonen je verre sprookjesland of zal ik je eeuwig blijven zoeken is dat lot mij beschoren mijn God... dan ben ik verloren.
Grijze dagen en donkere nachten rijgen zich aaneen sinds jij met alle kleur verdween de wereld werd kil en koud sinds jij stierf en mijn hart daarginds in je kleine handjes houd.
Zijn tandenlose mondje grijnst mij vrolijk tegemoet grote blauwe ogen kijken me verwonderd aan en ik moet denken aan dat kleine meisje haar mondje zou nooit lachen gaan haar grote blauwe ogen nooit opengaan.