IJskristallen onder de microscoop
Een ijskristal is een deeltje ijs. Het deeltje ziet er regelmatig en helder uit.
Hoe ontstaan ijskristallen?
Wolken bestaan uit ijskristallen en waterdruppels. IJskristallen ontstaan in lucht die koud is en waar veel water in zit. IJskristallen ontstaan doordat watermoleculen zich vastplakken aan stofdeeltjes die in de lucht zweven. Er zijn verschillende stofdeeltjes waaraan de watermoleculen vastplakken: zout, zand, klei, vulkanisch as, stof die uit fabrieken komt. IJskristallen ontstaan als het -4 tot -15 graden Celsius is in de lucht. Sneeuw ontstaat als ijskristallen aan elkaar vastplakken.
Waarom zijn ijskristallen zeshoekig?
IJskristallen hebben een zeshoekige vorm, maar hoe komt dit eigenlijk? Een ijskristal bestaat uit watermoleculen. Een molecuul is het kleinste deel van van een bepaalde stof dat nog de kenmerken van die stof heeft. In dit geval is die stof water. Als ijskristallen ontstaan gaan de watermoleculen zich verdelen in groepjes zes. Zo ontstaat er een soort van patroon. Hierdoor wordt de vorm van de ijskristallen ook meteen zeshoekig. Hoe een ijskristal er precies uitziet, heeft te maken met drie dingen:
- Luchtvochtigheid: Hoeveel vocht (water) zit er in de lucht?
- Temperatuur: Hoeveel graden is het?
- Luchtdruk: De druk van de lucht op de aarde.
Deze drie dingen hebben invloed op de precieze vorm van het ijskristal. Zo kan het zijn dat het ene ijskristal een iets andere vorm dan een ander ijskristal. Toch blijft de zeshoekige vorm altijd vast staan, met een middelpunt en vanuit daar zes takken (ook wel dendrieten genoemd).