Herman Gorter (1864-1927) : "Een nieuwe lente, een nieuw geluid". Met dit beginvers uit zijn debuut Mei buitelde Herman Gorter in 1889 de Nederlandse literatuur binnen. Hij werd meteen geprezen als de meest begaafde van de Tachtigers, als de zuiverste stem van de nieuwe dichtersgeneratie. Zijn debuut leek alle voorspellingen over de nieuwe poëzie te vervullen.
Een nieuwe lente en een nieuw geluid:
Ik wil dat dit lied klinkt als het gefluit,
Dat ik vaak hoorde voor een zomernacht
In een oud stadje, langs de watergracht -
In huis was 't donker, maar de stille straat
Vergaarde schemer, aan de lucht blonk laat
Nog licht, er viel een gouden blanke schijn
Over de gevels in mijn raamkozijn.
Dan blies een jongen als een orgelpijp,
De klanken schudden in de lucht zoo rijp
Als jonge kersen, wen een lentewind
In 't boschje opgaat en zijn reis begint.
Hij dwaald' over de bruggen, op den wal
Van 't water, langzaam gaande, overal
Als 'n jonge vogel fluitend, onbewust
Van eigen blijheid om de avondrust.
Dit gedicht gaat nog verder. Veel te lang om het volledig op mijn blog te zetten. Het is een prachtig gedicht!
07-04-2010 om 17:46
geschreven door julie (Arlette)
|