commentaar van de dagtekst van 1 april t.e.m. 5 april
Hetloontomeerlijktezijn
Als mensen erachter komen dat u hen bedrogen hebt, al was dat maar één keer, zult u hun vertrouwen verliezen, en dat is niet makkelijk terug te winnen.
Wachttoren 20061/12blz.19
NOTEER DAT w07 15/9 2: 17,19= wachttoren 2007 15 september 2e studie artikel§17, 19
Zie voor bijkomende inlichtingen "de inleiding"
WOENSDAG 1 APRIL
Ik beschouw alle dingen ook werkelijk als verlies wegens de uitnemende waarde van de kennis van Christus Jezus, mijn Heer. - Fil. 3:8.
Voor Paulus was de rijkdom die hij door bemiddeling van Christus kreeg, veel belangrijker dan alles wat de wereld te bieden had. Ook wij kunnen een leven leiden dat rijk is in Gods ogen, als we zelfzuchtige ambities laten varen en een leven van godvruchtige toewijding nastreven. Gods Woord verzekert ons: "Het gevolg van ootmoed en de vrees voor Jehovah is rijkdom en heerlijkheid en leven" (Spr. 22:4). Neem het voorbeeld van een vrouw die aan universiteiten in Frankrijk, Mexico en Zwitserland studeerde en op een veelbelovende carrière afkoerste. "Het succes lachte me toe. Ik had prestige en privileges", zei ze, "maar vanbinnen voelde ik me leeg en heel onvoldaan." Toen leerde ze Jehovah kennen. Ze gaf haar baan op en werd niet lang daarna gedoopt. Nu staat ze al twintig jaar met veel vreugde in de volletijddienst. w07 1/82: 17, 18
BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:Ooit zei een vriendin mij dat al degenen die bij Jehovah's Getuigen toetraden met problemen te kampen hadden. Dat is beslist niet altijd waar, maar mensen staan wel meer open of zijn ontvankelijker wanneer zij een periode van moeilijkheden of tegenslagen verduren. De boodschap die Jehovah's Getuigen brengen appelleert uiteraard de verzuchtingen van het hart terwijl die boodschap meestal door enthousiastelingen enpersoonlijk overgebracht wordt. In dit opzicht was Paulus bevoorrecht omdat hij in een confrontatie met Jezus Christus zelf tot inzicht was gebracht. Terwijl Paulus in de leer van de Farizeeën was onderwezen en ondanks dat hij een christen vervolger was, onderscheidde hij het verschil in datgene wat hij had geleerd. Hij herkende toen de waarheid omtrent de Christus.
De meeste mensen hier in het Westen zijn religieus groot gebracht, 't zij katholiek of protestants, en wanneer zij dan met Jehovah's Getuigen in contact komen zijn zij verwonderd dat hun religie hen met verschillende leerstellingen heeft bedrogen.
Dat is ook mij overkomen en evenmin kende ik de Bijbel al had ik "gewijde geschiedenis" gekregen op de school. De Getuigen van Jehovah hebben vooral t.o.v. katholieken een groot overwicht inzake de Bijbel en kunnen gemakkelijk enkele leerstellingen van het katholicisme doorprikken, zoals, het hellevuur en vagevuur, de drie-eenheid, de onsterfelijkheid van de ziel, de naam van God die gebruikt wordt, de kinderdoop of juister gezegd de "baby" doop enz.
Nu is het wel zo dat, moesten Jehovah's Getuigen die gestorven zijn in de jaren 1800 en 1900 nu terugkomen, zij heel wat anders zouden moeten leren dan toen.
Degenen die de hetze van 1975 niet zelf hebben meegemaakt en ondertussen Jehovah's Getuigen zijn geworden weten weinig af van 1975 en alles wat daar aan voorafging.
Het is eveneens enorm moeilijk om diegenen die het wel mee hebben gemaakt en de nieuwe inzichten en veranderingen of de manieren waar de organisatie en het besturende lichaamzich uit die situatie hebben gered, te overtuigen dat de organisatie en het besturende lichaam mensen hebben misleid.
Degenen die mettertijd toch wegbleven kregen zelfs de schuld in HUN schoenen geschoven. Ik herhaal enkele van die aantijgingen:
15 Het is echter niet raadzaam wanneer wij ons op een bepaalde datum blind staren en dagelijkse dingen zouden veronachtzamen waarvoor wij gewoonlijk als christenen zouden zorgen, zoals dingen die wij en ons gezin werkelijk nodig hebben. Misschien vergeten wij dat als de dag komt, dit niet het beginsel zal veranderen dat christenen zich te allen tijde van al hun verantwoordelijkheden moeten kwijten. Mocht iemand teleurgesteld zijn omdat hij deze redenatie niet heeft gevolgd, dan dient hij zich er nu op te concentreren zijn zienswijze te herzien, terwijl hij beseft dat niet het woord van God in gebreke is gebleven of hem heeft misleid en teleurstelling heeft gebracht, maar dat zijn eigen inzicht op verkeerde gronden was gebaseerd.
2)***w8015/6blz.17par.5Debestelevenswegkiezen***
5 In de tegenwoordige tijd heeft dit vurige verlangen, dat op zichzelf prijzenswaardig is, ertoe geleid dat er pogingen zijn gedaan om datums vast te stellen voor de gewenste bevrijding van het lijden en de moeilijkheden waarvan mensen over de gehele aarde het slachtoffer zijn. Toen het boek EeuwiglevenindevrijheidvandezonenGods verscheen, waarin werd gezegd hoe passend het zou zijn als de duizendjarige regering van Christus parallel liep met het zevende millennium van s mensen bestaan, werd er aanzienlijke verwachting gewekt met betrekking tot het jaar 1975. Er werden toen, en ook nadien, uitspraken gedaan waarin werd beklemtoond dat dit slechts een mogelijkheid was. Naast deze voorzichtige inlichtingen werden er helaas echter ook andere uitspraken gepubliceerd waarin te kennen werd gegeven dat een dergelijke verwezenlijking van verwachtingen tegen dat jaar eerder een waarschijnlijkheid dan louter een mogelijkheid was. Het is te betreuren dat deze laatstgenoemde uitspraken klaarblijkelijk de voorzichtige uitspraken hebben overschaduwd en ertoe hebben bijgedragen dat de reeds gewekte verwachting werd versterkt.
6 In DeWachttoren van 15 oktober 1976, waarin werd gezegd dat het niet raadzaam was ons blind te staren op een bepaalde datum, stond: Mocht iemand teleurgesteld zijn omdat hij deze redenatie niet heeft gevolgd, dan dient hij zich er nu op te concentreren zijn zienswijze te herzien, terwijl hij beseft dat niet het woord van God in gebreke is gebleven of hem heeft misleid en teleurstelling heeft gebracht, maar dat zijn eigen inzicht op verkeerde gronden was gebaseerd. Door het woordje iemand te gebruiken, bedoelde DeWachttoren allen onder Jehovahs Getuigen die waren teleurgesteld, dus ook degenendietemakenhebbenmethetpublicerenvandeinlichtingen*die ertoe hebben bijgedragen dat de verwachtingen rondom die datum werden opgebouwd.
* het publiceren van dat soort inlichtingen ligt volledig in de hand van die enkele personen die beweren de 9986 gezalfden te vertegenwoordigen. Zelfs dezen hebben onvoorwaardelijk te geloven in en te gehoorzamen aan de organisatie en het besturende lichaam.
4)***w8115/1blz.32Vragenvanlezers***
En indien het goddeloze samenstel van deze wereld tot de eeuwwisseling zou blijven bestaan, wat met het oog op de tendensen in de wereld en de vervulling van bijbelse profetieën hoogst onwaarschijnlijk is, zouden er nog steeds overlevenden van het geslacht van de Eerste Wereldoorlog zijn. Dat hun aantal afneemt, vormt echter een bewijs te meer dat het besluit
5 Het is duidelijk dat Jezus bang was dat ook zijn volgelingen afgeleid zouden kunnen worden door Satans wereld en zelfs zouden kunnen terugkeren tot de dingen die ze hadden achtergelaten (Lukas 17:22, 31). En dat is inderdaad met sommige christenen gebeurd. Ze hebben jarenlang uitgezien naar de dag waarop Jehovah een eind zal maken aan deze goddeloze wereld. Maar toen Armageddon niet op het door hen verwachte tijdstip kwam, raakten ze ontmoedigd. Ze verloren het vertrouwen dat Jehovahs dag van oordeel nabij was. Ze gingen het langzamer aan doen in de dienst en geleidelijk gingen ze zo op in wereldse bezigheden dat er weinig tijd overbleef voor geestelijke zaken (Lukas 8:11, 13, 14). Na verloop van tijd keerden ze terug tot de dingen die ze hadden achtergelaten. Wat triest!
Het is de organisatie en het besturende lichaamdie "sommigen" jarenlang heeft geïndoctrineerd met het jaar 1975 en toen,ook dan weeral, geen grote verdrukking kwam kregen degenen die het beu waren om de beloften en insinuaties van de organisatie en het besturende lichaamte geloven, de schuld.
Hebt u ook maar één woord van verontschuldiging van de organisatie en het besturende lichaamgehoord, ondanks dat zij en zij alleen verantwoordelijk zijn voor wat er gepubliceerd wordt.
Ja wat triest dat de organisatie en het besturende lichaamhun verantwoordelijkheid niet opnamen en zelfs nooit zullen opnemen.
DONDERDAG 2 APRIL
Blijf vasthouden aan het patroon van gezonde woorden die gij van mij hebt gehoord. 2 Tim. 1:13.
Kennis van "de diepe dingen Gods" kan ons de kracht geven om ons niet tot wetteloze daden te laten verleiden en kan ons ertoe bewegen "ijverig voor voortreffelijke werken" te zijn (1 Kor. 2:10; Tit. 2:14). Om diepe dingen te begrijpen, moeten we studeren. Studeren is echter iets anders dan oppervlakkig lezen. Het wil zeggen dat we informatie zorgvuldig onderzoeken om te zien hoe ze in het patroon past van wat we al weten. Het heeft tot gevolg dat we gaan begrijpen waarom iets wordt gezegd. Bijbelstudie moet ook meditatie omvatten over de manier waarop we het geleerde kunnen gebruiken om verstandige beslissingen te nemen en anderen te helpen. Omdat 'de gehele Schrift door God geïnspireerd en nuttig is', moeten we bovendien "elke uitspraak die uit Jehovah's mond voortkomt" bestuderen (2 Tim. 3:16, 17; Matth. 4:4). Bijbelstudie kan veel inspanning kosten! Maar het kan ook een genot zijn, en het is niet te moeilijk "de diepe dingen Gods" te begrijpen. w07 1/112: 3, 4
BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:zoals de eerste alinea zegt dat kennis van "de diepe dingen Gods" ons de kracht kan geven om niet tot wetteloze daden over te gaan, kan diezelfde kennis ons ertoe bewegen "ijverig voor voortreffelijke werken" te zijn.
Nog niet zolang geleden las ik in het boek "DEDAVINCICODE" van Dan Brown het volgende: "Niemand is sterker geïndoctrineerd dan diegene die de indoctrinatie toepast".
Terwijl ik het nu kan toepassen op de organisatie en het besturende lichaam die zo overtuigend zijn tegenover hun leden dat zijzelf in nog overtuigender mate overtuigd zijn van zichzelf.
Dat zijzelf de stellige zekerheid hebben van hun rol als "Gods woordvoerder". Jarenlang heb ik diezelfde overtuiging gehad met betrekking tot de organisatie en het besturende lichaam waardoor ik hen voor het volle honderd procent vertrouwde, eer meer dan minder. Tot een bepaalde situatie zodanig buitensporig was dat ik die niet meer kon negeren.
Tientallen keren waren er zowel in de plaatselijke gemeente als in de publicatie standpunten die mijn geweten geweld aandeden, maar bij navraag, zelfs door naar het bijkantoor en via hen naar het hoofdkantoor te informeren, kreeg ik een uitleg die mij redelijk leek plus de verzekering "te wachten op Jehovah".
Tot er zich een publieke affaire ontwikkelde waardoor ik het bijkantoor noch de organisatie en het besturende lichaam niet meer het voordeel van de twijfel kon gunnen omdat er geen twijfel mogelijk was.
Het bovenstaande commentaar moedigt aan om te studeren, maar daar heb ik nooit een aanmoediging voor nodig gehad want ik deed dit uitzonderlijk graag en mijn vrouw eveneens. Daardoor lazen en bestudeerden wij oudere lectuur die ons nu, samen met de ervaring van anderen helpen een evenwichtigere kijk op religie en geloof te krijgen, alhoewel die nog steeds kan bijgestuurd worden.
Hetzelfde commentaar verwijst naar Mattheüs4 :4. "Maar hij gaf ten antwoord: Er staat geschreven: De mens moet niet van brood alleen leven, doch van elke uitspraak die uit Jehovahs mond voortkomt".
Er staat niet "van elke uitspraak die uit de organisatie en het besturende lichaam hun mond komt". Integendeel, zij"zeggen dat we informatie zorgvuldig moeten onderzoeken om te zien hoe ze in het patroon past van wat we al weten"
Maar zij vergeten er bij te schrijven dat dit alleen maar voor hun lectuur en onderwijs opgaat. Zijzelf hebben wat dit betreft heel veel overgenomen uit lectuur en studies van andere bronnen, zowel van religieuze aard als van seculiere wijsheid. Zelfs uit de bibliotheek van de V.N. en ze zijn er zelfs tien jaar als NGO bij aangesloten geweest. Ook nu zijn zij aangesloten als NGO bij de CVSE (lees: de Conferentie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa). Minister De Gucht noemde het in zijn toespraak "een politiek forum" , zie : http://www.diplomatie.be/nl/press/speechdetails.asp?TEXTID=55369
VRIJDAG 3 APRIL
God zal hoereerders en overspelers oordelen. - Hebr. 13: 4. Zelfs niet-christenen en mensen die niets van de Bijbel weten, zullen terecht concluderen dat dit vers overspel verbiedt. Het is duidelijk dat God seksuele gemeenschap tussen een getrouwde man of vrouwen iemand anders dan Zijn of haar wettige huwelijkspartner veroordeelt. Maar wat valt er te zeggen van twee ongehuwde personen die orale seks hebben? Veel jongeren beweren dat dit geen kwaad kan omdat het geen seksuele gemeenschap is. Uit Hebreeën 13:4 en 1 Korinthiërs 6:9 blijkt dat God zowel overspel als hoererij (Grieks: porneia) afkeurt. Wat houdt het laatste in? Het Griekse woord heeft betrekking op het natuurlijke of het perverse gebruik van de geslachtsorganen met wellustige intenties. Het omvat alle vormen van ongeoorloofde seksuele omgang buiten het Schriftuurlijke huwelijk. Het omvat dus ook orale seks, ondanks het feit dat veel jongeren over de hele wereld is verteld - of ze zijn zelf tot die conclusie gekomen - dat orale seks aanvaardbaar is.w07 15/102: 7, 8
BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:het eerste commentaar dat God "overspel" verbiedt staat niet rechtstreeks in de aangehaalde tekst. Ik haal die vers aan: Hebreeën13: 4. Het huwelijk zij eerbaar onder allen en het huwelijksbed zonder verontreiniging, want God zal hoereerders en overspelers oordelen.
God verbiedt het niet, maar diegenen die het doen komen onder Zijn oordeel terecht, wat dit ook zou zijn.
Voor de goede orde toon ik ook 1Korinthiërs6: 9-10. "Wat! Weet GIJ niet dat onrechtvaardigen Gods koninkrijk niet zullen beërven? Wordt niet misleid. Noch hoereerders, noch afgodendienaars, noch overspelers, noch mannen die er voor tegennatuurlijke doeleinden op na worden gehouden, noch mannen die bij mannen liggen,10 noch dieven, noch hebzuchtige personen, noch dronkaards, noch beschimpers, noch afpersers zullen Gods koninkrijk beërven.
Deze schriftplaats geeft een groter aantal factoren ter overweging, maar ik beperk mij tot de gebruikte woorden van huneigen commentaar: "overspel en hoererij".
Voor overspel is er geen uitleg nodig, alle seksuele omgang met iemand anders dan zijn eigen partner, is overspel.
Wat hoererij betreft, dat is andere koek. De organisatie en het besturende lichaamzetten hier het Griekse woord "porneia" als indicatie voor het Nederlandse woord "hoererij". Waarom?
Het woord porneia heeft de betekenis van "ontucht" en "afgodendienst".
En "ontucht" is onkuisheid; "ontuchtig" is zedeloos.
De organisatie en het besturende lichaam geven "porneia" dan ook de betekenis mee van "voorhuwelijkse betrekkingen" alhoewel dit niet rechtstreeks vermeld wordt in de Bijbel.
De schriftplaats van 1Thessalonicenzen4: 6 "dat niemand zo ver gaat dat hij zijn broeder schade berokkent en inbreuk maakt op diens rechten in deze aangelegenheid" wordt gebruikt om 'voorhuwelijkse betrekkingen' gelijk te stellen met "ontucht". En dat kan, maar het staat er niet en kan dan ook betrekking hebben op een getrouwde man die naar de hoeren gaat.
Toch is de betekenis van "hoererij" niet in die richting te vinden van voorhuwelijkse betrekkingen, want de betekenis van hoererij is "seksuele omgang tegen betaling".
Wil ik seks voor het huwelijk dan goed praten? Neen, maar ook niet veroordelen. Tenzij zo'n mensen niet van zin zijn met elkaar te trouwen of samen te wonen volgens de wet van het land.
Wil ik zedeloosheid goed praten? Ook niet, maar voor het openbaar plassen zul je een P.V. krijgen als openbare zedenschennis (thans veranderd in wild plassen). Dus waar begint het en waar eindigt het?
In mijn jaren als opziener heb ik verschillende getrouwde koppels meegemaakt die wel degelijk seks vóór hun huwelijk hadden, moet je ze dan alsnog uitsluiten?
Wat die perverse en orale seks betreft, daar zijn getrouwde koppels voor uitgesloten geworden en dat bleek een misser te zijn van de organisatie en het besturende lichaam. Zie de vragen van lezers in De Wachttoren 15 mei 1978.
ZATERDAG 4 APRIL
Dit is mijn Zoon, de geliefde, die ik heb goedgekeurd. - Matth. 3:17.
Omstreeks oktober 29 G.T. deed zich een gedenkwaardige gebeurtenis voor, iets wat nog nooit op aarde was gezien. De evangelieschrijver Mattheüs bericht: "Nadat Jezus was gedoopt, kwam hij onmiddellijk omhoog uit het water; en zie! de hemelen werden geopend, en [Johannes de Doper] zag Gods geest gelijk een duif neerdalen en op [Jezus] komen." Daarna sprak een stem uit de hemel de woorden in de tekst voor vandaag. Dit was een van de weinige gebeurtenissen waarover alle vier de evangelieschrijvers hebben bericht (Matth. 3:16; Mark. 1:9-11; Luk. 3:21, 22; Joh. 1:32-34). Door die zichtbare uitstorting van heilige geest werd Jezus geïdentificeerd als de Gezalfde, wat de betekenis is van de termen Messias en Christus (Joh. 1:33). Eindelijk was het beloofde "zaad" verschenen! Johannes de Doper had hier de man voor zich staan wiens hiel door Satan vermorzeld zou worden en die zelf de kop van die aartsvijand van Jehovah en Zijn soevereiniteit zou vermorzelen. - Gen. 3:15. w07 1/122: 1, 2
BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:dit is een van de meest in het oog lopende manifestatie van Gods rechtvaardigheid. Volgens de Bijbel is het loskoopoffer dan ook de prijs die God betaalde om de mensheid los te kopen van de Adamitische dood.
Dat de hemelen werden geopend en Gods geest via een geïdentificeerde duif op Jezus Christus kwam was voor Johannes ruim voldoende om Jezus Christus als de Messias te herkennen en tegelijkertijd te erkennen.De Messiaanse profetieën konden nu hun vervulling beginnen.
Genesis3: 15. "En ik zal vijandschap stellen tussen u en de vrouw en tussen uw zaad en haar zaad. Hij zal u in de kop vermorzelen en gij zult hem in de hiel vermorzelen.
En in de w071/11blz.29par.11OnderzoekdediepedingenGods wordt gezegd dat:"Het primaire deel van het zaad van de vrouw was eindelijk verschenen". In par.12Een tweede voorbeeld van diepe dingen die aan ons zijn geopenbaard, betreft Gods voornemen om 144.000 personen uit de mensheid te kiezen (Openbaring 14:1, 4). We aanvaarden de leer dat alle gezalfden die op een bepaald tijdstip op aarde leven, de getrouwe en beleidvolle slaaf vormen die volgens Jezus te rechter tijd voedsel zou geven aan zijn huisknechten (Mattheüs 24:45). Welke Bijbelteksten bewijzen dat dit het juiste begrip is? Had Jezus het misschien in het algemeen over elke christen die zijn broeders en zusters met geestelijk voedsel opbouwt?
Laten wij eerst eens zien wat het belangrijkste aspect was van Jezus Christus doel om zijn offer te brengen. In § 5 van de aangehaalde wachttoren staat het volgende: "Uit Jezus levenswandel bleek duidelijk dat het hooghouden van Jehovahs soevereiniteit zijn primaire doel was.
Reeds vele jaren is het beleid van de organisatie en het besturende lichaammeer een meer gericht op het imago van de organisatie i. p. v. op de soevereiniteit van God en Zijn zoon.Het feit alleen reeds dat de organisatie en het besturende lichaam meer en meer aanspraak maken op dezelfde gehoorzaamheid als die t.o.v. God is in werkelijkheid een vorm van afgoderij.
Zou het mogelijk kunnen zijn dat desubtiele indoctrinatie zo geleidelijk aan gebeurd is dat weinigen het zelfs maar zouden durven veronderstellen dat de organisatie en het besturende lichaameen deel geworden is of reeds was van Babylon de Grote?
Verandert dit iets aan de losprijs? Verandert dit iets aan het geloof? Niet aan dat van mij alleszins.
Zou de laatste alinea en vraag van paragraaf 13 het antwoord kunnen zijn?***w071/12blz.29par.13 Laat ik door de manier waarop ik leef en mijn bediening volbreng, zien dat het hooghouden van Jehovahs soevereiniteit voor mij vooropstaat?
ZONDAG 5 APRIL
In het doen van uw wil, 0 mijn God, heb ik behagen geschept. Ps:.40: 8.
Om mensen te benaderen en te proberen hen ervan te overtuigen dat ze de ware God moeten aanbidden, hebben we innige liefde voor Jehovah nodig. De Israëlieten konden hun liefde voor God bewijzen door zich van ganser harte aan zijn geboden te houden, aanvaardbare slachtoffers te brengen en hem met gezang te loven (Deut. 10:12, 13; 30:19, 20; Ps. 21:13; uiten onze liefde voor Jehovaheveneens door anderen over hem en zijn voornemens te vertellen. We moeten met overtuiging spreken en de juiste woorden kiezen om uiting te geven aan onze oprechte gevoelens over onze van God ontvangen hoop (1 Thess. 1:5; 1 Petr. 3:15). Omdat Jezus Jehovah innig liefhad, vond hij het een groot genoegen over Gods voornemens, het Koninkrijk en de ware aanbidding te praten.- Luk. 8:1; Joh. 4:23, 24, 31. w07 15/111: 3, 4
Leesschema Avondmaal: (Gebeurtenissen op 9 Nisan) Lukas 19:29-44
BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:de dagtekst hierboven aangehaald lijkt wel het vervolg van vorige dag, ook wat mij aangaat. Het is voor mij heel duidelijk dat het doen van Gods wil mij een werkelijk genoegen schenkt. Dat was een doel geworden toen ik Jehovah's Getuigen leerden kennen en dat is het nog steeds.
Voordien kende ik de Bijbel niet, dat dacht ik toch, maar ik las graag en veel en zonder het te beseffen kende ik toch opmerkelijk veel schriftplaatsen zonder ooit de Bijbel te hebben gelezen.
tot een bepaalde tijd was de organisatie en het besturende lichaamhet fundament waarop ik vertrouwde tot zijzelf dit vertrouwen beschaamden. (Zie de dagtekst en commentaar van 2 april).
Het is opmerkelijk dat ik nu, na 35 à 40 jaar pas opmerk dat de organisatie en het besturende lichaamde plaats van God heeft ingenomen. Al die jaren hebben mij toch deugd gedaan en ik was gelukkig en ook nu, zelfs gelukkiger omdat ik mijn geweten niet langer geweld moet aandoen en niet meer dien samen te werken met hen die Gods naam onteren.
Hoe mooi het ook allemaal klinkt en geschreven wordt, het is niet de façade die een huis leefbaar maakt, maar de 'waarheid'die een levenswijze dient te zijn.
Zo las ik in het boek "Het Wytham Mystery" van Colin Dexter het volgende: elk dak is aangenaam voor het oog, tot het wordt opgetild, dan vinden wij ellende en klagende vrouwen en echtgenoten met harde ogen.
Het is dus evenmin het dak die een huis leefbaar maakt. Persoonlijk verwoord ik het "dat men een vlieg zou moeten zijn" en dan moet je nog heel voorzichtig zijn om conclusies te trekken.
Nogmaals, ik veroordeel geen mensen, maar wel de systemen die in werkelijkheid het geloof aan hun leiband leggen.
Ik las op de site van seniorennet bij 'religie', eleuthera, het volgende:
Het denken mag zich nooit onderwerpen
noch aan een dogma,noch aan een partij,noch aan een hartstocht,noch aan een belang, noch aan een vooroordeel,noch aan het even wat,maar uitsluitend aan de feiten zelf,want zich onderwerpen
Betekent het einde van alle denken.
Henri Poincaré
Totalitaire controle, óf het politiek óf religieus is, vreest individualiteit, ziet het als een bedreiging.
Deze vrees is een teken van zwakheid, niet van sterkte.
Evenzo is het gesteld met valsheid.
Het vreest waarheid - krimpt ineen voor het licht ervan - zoekt zich ervoor te verbergen.
Het kan óf agressief óf met bedenkelijke middelen proberen het licht uit te krijgen, maar zoekt in ieder geval waarheid te ontwijken in een eerlijke wedstrijd van aangezicht tot aangezicht.
Eenheid gebaseerd op geforceerde uniformiteit, alhoewel solide in haar uiterlijke verschijning is in werkelijkheid zeer breekbaar. 30-03-2009 om 20:50
geschreven door eleutheros
Indien iemand dient, hij diene als afhankelijk van de door God verschafte sterkte.1 Petr. 4: 11.
Als je helemaal bent opgegaan in het nastreven van wereldse doelen - financiële of andere - zijn er waarschijnlijk ingrijpende veranderingen nodig om Gods wil op de eerste plaats te gaan stellen. Zulke veranderingen komen gewoonlijk niet van de ene op de andere dag tot stand, en als de eerste pogingen geen succes hebben, is dat nog geen ramp of reden om het op te geven. Voor het doen van Gods wil leven, vraagt onze volledige inzet. Het mag nooit zo zijn dat we onszelf ontzien of er de kantjes van aflopen (Hebr. 6:11, 12). Maar Jehovah wil ook niet dat we zo veel van onszelf vergen dat we fysiek, mentaal of emotioneel opbranden. Het verheerlijkt hem als we bescheiden erkennen dat we zijn werk niet in eigen kracht kunnen volbrengen, en er blijkt ook uit dat we evenwichtig zijn. Jehovah belooft ons de nodige kracht te geven om zijn wil te doen, maar we moeten niet meer willen doen dan we kunnen en geen dingen proberen te doen die hij niet van ons verwacht (2 Kor. 4:7). Om God te kunnen blijven dienen zonder opgebrand te raken moeten we zuinig omspringen met onze energie. w07 1/102: 6, 7
BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:Zo direct gezien is het commentaar gericht tot mensen die hun levenswijze een beetje bedroevend vinden. Een beetje leeg of niet zinvol en die hier een gelegenheid gegeven wordt daar veranderingen in aan te brengen. De twee paragrafen die aangehaald worden gaan echter over iemand die als tiener de Bijbel had bestudeerd en zich jarenlang aan computergames had overgegeven. Natuurlijk kun je de knop niet zomaar omdraaien, het mag echt op 't gemakje gaan en wanneer je in een dip geraakt zijn er nog geen potten gebroken. Vergeet echter niet dat wanneer je besluit om God te dienen of zich aan Hem wenst op te dragen er een volledige inzet wordt vereist. Het commentaar draait er geen doekjes om, je mag jezelf niet in de watten leggen of er de kantjes bij aflopen. Ik herinner mij een koninkrijksdienst die een analyse dienaangaande weergaf die aantoonde dat één derde van de gemeente niet voldoende verweven was met de gemeente. Op zo'n 7.000.000 miljoen leden is dat toch een dikke 2.200.000 members die er hun broek aan vegen. Als de organisatie en het besturende lichaamdit zelf vast stelt wordt het stilaan tijd om zich af te vragen welke redenen daarvoor zijn. Het beginsel uitLukas16: 10 "Wie getrouw is in het geringste, is ook getrouw in veel, en wie onrechtvaardig is in het geringste, is ook onrechtvaardig in veel" is toch ook op de organisatie en het besturende lichaam van toepassing, of niet?
Uiteraard vraag ik mij dan toch af hoeveel van die "lauwe" Jehovah's Getuigen de komende grote verdrukking zullen overleven, tenzij, zoals een kringopziener ooit tegen mijn vrouw gezegd heeft dat de 'slechtste getuige" nog altijd beter is dan gelijk welke wereldse mens.
De organisatie en het besturende lichaam zijn wel zo lief om Jehovah te verheerlijken en er op te wijzen dat hij niet wil dat wij ons forceren.
Voor mij komt het over als "mouwvegerij".
Want zo dikwijls de kringopziener in een gemeente komt, en dat is tweemaal per jaar, wordt de dringendheid van de tijd benadrukt en alle tijdschrift onderschrijven de prediking als nog niet voldoende voor Jehovah want het einde is nog niet gekomen. Is zelfs Bijbels onderschreven:
Mattheüs24:14. "En dit goede nieuws van het koninkrijk zal op de gehele bewoonde aarde worden gepredikt tot een getuigenis voor alle natiën, en dan zal het einde komen".
Deze bezoeken, van de kringopzieners, worden dan vergeleken met de golven die een motorboot op een doorgaans kalm meertje, achterlaat en de goeie gemeente weer een beetje meer verontrust, bang en schuldbewuster achterlaat.
En de ironie zit hem in het laatste commentaar van de organisatie en het besturende lichaam.
Ik herhaal door die zin uit hun commentaar te kopiëren "Om God te kunnen blijven dienen zonder opgebrand te raken moeten we zuinig omspringen met onze energie".
Waar zit hier de subtiliteit? Zolang je nog niet gedoopt bent is de gekopieerde regel van kracht.
Van zodra je gebonden bent door de doop wordt het beginsel uit 2Korinthiërs4: 7 gehanteerd en die regel zegt: "Wij hebben deze schat echter in aarden vaten, opdat de kracht die datgene wat normaal is te boven gaat, van God zou zijn en niet uit onszelf".
Zoals Paulus zei, ik beuk mijn lichaam om niet na tot anderen gepredikt te hebben,(...)
Je hoeft dan zelfs je eigen borst niet meer nat te maken.
VRIJDAG 27 MAART
Zo gaat het met iemand die schatten vergaart voor zichzelf, maar niet rijk is met betrekking tot God.
-Luk.12:21.
Toen Jezus zei: "Zo gaat het", gaf hij aan dat wat er met de rijke man in de illustratie gebeurde, ook zal gebeuren met mensen die hun leven - hun hoop en hun zekerheid uitsluitend rond materiële bezittingen opbouwen. De fout ligt niet zozeer in het 'schatten vergaren voor zichzelf', als wel in het 'niet rijk Zijn met betrekking tot God'. De discipel Jakobus gaf een soortgelijke waarschuwing toen hij schreef: "Welaan nu, gij die zegt: 'vandaag of morgen zullen wij naar deze stad trekken en daar een jaar doorbrengen, en wij zullen zaken doen en winst maken', terwijl gij niet weet wat uw leven morgen zal zijn." Wat moeten ze doen? "In plaats daarvan zoudt gij moeten zeggen: 'indien Jehovah wil, zullen wij leven en ook dit of dat doen'" (Jak. 4:13-15). Hoe rijk iemand ook is of hoeveel bezittingen hij ook heeft, alles zal nutteloos blijken als hij niet rijk is met betrekking tot God. w07 1/8 2: 10, 11
BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:Ik begin zo stilaan de tel kwijt te raken van het aantal keren dat de illustratie van Luk. 12 gepresenteerd wordt, al is het telkens wel een ander vers. De uitdrukking die Jezus gebruikte "Zo gaat het" heeft betrekking op het feit dat die man nog dezelfde nacht overleed, figuurlijk uiteraard.
Nu weet ik dat wanneer ik 's morgens opsta ik 's avonds dood kan zijn, al weet ik dat dan gelukkig niet meer. Uiteindelijk is dat tot nu toe een zekerheid voor alle mensen.
Dat Jezus Christus niet echt de rijkdom op zich bedoelde is mij en ook de organisatie en het besturende lichaamduidelijk. De illustratie eindigt daarom ook met het vers 21. "Zo gaat het met iemand die schatten vergaart voor zichzelf, maar niet rijk is met betrekking tot God".
Voila, we zijn waar we wilde komen. De illustratie is ook hier een persoonlijke voorstelling ten einde eens na te denken over de vraag, waarmee ben ik nu bezig? Volgens mij hebben de meeste mensen daar niet eens de gelegenheid voor om rijk te worden, alhoewel daar natuurlijk wel van alles over gedroomd kan worden.
Nu wordt in het commentaar van de organisatie en het besturende lichaamverwezen naar de paragrafen 10 en 11 in die wachttoren van 2007, maar de paragraaf 14 sprak mij meer aan en je zult direct begrijpen waarom. Ik geef het zo weer: §14 "De uitdrukking rijk met betrekking tot God wordt ook wel vertaald als rijk in Gods ogen (Todays English Version). Mensen die in materieel opzicht rijk zijn, vinden het meestal heel belangrijk hoe anderen hen bezien. Dat blijkt vaak uit hun levenswijze. Ze willen indruk maken door opzichtig te geuren met de middelen voor levensonderhoud die ze hebben, zoals de Bijbel zegt (1 Johannes 2:16). In tegenstelling daarmee kunnen degenen die rijk zijn met betrekking tot God zich verheugen in zijn goedkeuring, gunst en overvloedige liefderijke goedheid en hebben ze een innige persoonlijke band met hem. Die bijzondere positie geeft hun beslist een gevoel van welzijn en zekerheid, iets wat materiële rijkdom niet kan bieden (Jesaja 40:11). Nu rest nog de vraag: wat moeten we doen om rijk te zijn in Gods ogen?
Wat ik wil benadrukken kopieer ik dan ook uit het bovenstaande blok:Mensen die in materieel opzicht rijk zijn, vinden het meestal heel belangrijk hoe anderen hen bezien. Dat klopt als een bus, maar dat gaat ook op voor organisaties, want die bestaan uit mensen. Soms enkele, meestal meerdere, soms zonder geldelijk winstbejag. Meestal noemen zij zich dan "een vereniging zonder winstgevend doel".
Ook de organisatie en het besturende lichaam zijn een vereniging zonder winstgevend doel.
Juist zoals de tempel van de Israëlieten op een bepaald moment belangrijker was geworden dan de ware aanbidding, in de ogen van de priesters dan toch, zo zijn de kathedralen en kerken en bedevaartplaatsen heden ten dagen belangrijker voor de priesters en leiders, dan een gelovige te zijn.
En wie is immuun voor de enorme drukkerijen, bijkantoren, kringhallen en koninkrijkszalen van de organisatie en het besturende lichaam?
ZATERDAG 28 MAART De God des hemels [zal] een koninkrijk oprichten dat nooit te gronde zal worden gericht.Dan. 2:44.
De slechte gevolgen van de opstand in Eden tonen aan dat alleen Jehovah, de Universele Soeverein, het recht heeft om te regeren en dat alleen zijn bestuur rechtvaardig is. De afgelopen duizenden jaren is gebleken dat Satan, die "de heerser van deze wereld" werd, een goddeloos, onrechtvaardig en gewelddadig bestuur heeft ontwikkeld dat volkomen onbevredigend is (Joh. 12:31). Het langdurige, erbarmelijk slechte bestuur van mensen onder Satans leiding heeft ook aangetoond dat mensen niet in staat zijn om in rechtvaardigheid te regeren (Jer. 10:23). Elke denkbare vorm van bestuur los van J ehovah is dus tot mislukking gedoemd. De geschiedenis heeft dat zonder enige twijfel bewezen. Jehovah is gerechtigd de aarde van alle vormen van bestuur te ontdoen en ze door zijn eigen regering te vervangen. Er zal een eind komen aan demonisch en menselijk bestuur, en Gods hemelse koninkrijk zal de enige regering zijn over de aarde. w07 15/82: 7, 8
BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:Het is verwonderlijk dat de eerste mensen, Adam en Eva, die volmaakt waren en zo dicht bij God stonden, zelfs een dagelijkse communicatie hadden en toch zo verraderlijk handelden.
Nu soit, wij zitten er mee en het is zoals de organisatie of het besturende lichaamschrijft dat gedurende de tijd van toen en nu er over het algemeen een langdurig, erbarmelijk slecht bestuur is geweest en nog is.
Dat dit allemaal onder de leiding van Satan is zal niet iedereen aanvaarden, maar het is wel duidelijk dat mensen de zichtbare heersers zijn. En zoals ik reeds heb gezegd, het neemt de verantwoordelijkheid van mensen die heerschappij uitoefenen niet weg.
Dat onvolmaaktheid een excuus blijkt te zijn is daarom nog geen reden om er zich achter te verschuilen, ook aan onvolmaaktheid zijn grenzen. Jakobus4:17 zegt:. Indien iemand daarom weet hoe hij het juiste moet doen en het toch niet doet, is het hem tot zonde.
En hier begint het feitelijk.
In de eerste plaats kan alleen de betrokkene dit weten vanuit zijn hart en met zijn geoefend geweten.
Vervolgens diegenen die de autoriteit hebben om wetten te maken en te interpreteren.
Tenslotte ook diegenen die de macht, het geld en het vermogen bezitten.
Onvolmaaktheid en zonde zijn inherent met elkaar verbonden, dus wie bepaalt wanneer iets moedwillig wordt gedaan en wie bepaald daarvan de strafmaat? Juist, De Bijbel, de Regeringsautoriteiten en nog steeds volgens de Bijbel, de organisatie en het besturende lichaamen de doorhen aangestelde verantwoordelijken. Daarom staat in het commentaar van hen en ik kopieer en benadruk het: "Elke denkbare vorm van bestuur los van Jehovah is dus tot mislukking gedoemd".
PERSOONLIJK ben ik ervan overtuigd dat God dit zal doen op een wijze die geen mens kan voorstellen en op een tijdstip waar niet over gespeculeerd kan worden. Als ondersteuning zie Handelingen1:7. "Hij zei tot hen: Het komt U niet toe kennis te verkrijgen van de tijden of tijdperken die de Vader onder zijn eigen rechtsmacht heeft gesteld"
Mattheüs24:44. "Toont ook GIJ U daarom gereed, want de Zoon des mensen komt op een uur waarvan GIJ het niet hebt gedacht".
1Thessalonicenzen5:2." Want GIJ weet zelf heel goed dat Jehovahs dag precies zo komt als een dief in de nacht".
Het feit dat religies en ook de organisatie en het besturende lichaamspeculeren over zaken waar de Bijbel het verbiedt of geen uitsluitsel over geeft, toont aan dat zij bewust of onbewust mensen manipuleren en achter zich aan trekken.
ZONDAG 29 MAART
Indien die dagen trouwens niet werden verkort, zou geen vlees worden gered; maar ter wille van de uitverkorenen zullen die dagen worden verkort. -Matth. 24:22.
De mensheid staat voor ongekend gewichtige gebeurtenissen. Jezus voorzei dit over onze tijd toen hij zijn volgelingen waarschuwde: "Er zal dan een grote verdrukking zijn zoals er sedert het begin der wereld tot nu toe niet is voorgekomen, neen, en ook niet meer zal voorkomen" (Matth. 24:21). Onzichtbaar voor mensenogen houden hemelse legerscharen die grote verdrukking nog tegen. Hier volgt de beschrijving die de apostel Johannes ervan gaf: "Ik [zag] aan de vier hoeken van de aarde vier engelen staan, die de vier winden van de aarde stevig vasthielden ... En ik zag een andere engel opstijgen van de opgang der zon, die een zegel van de levende God had; en hij riep met een luide stem tot de vier engelen ... 'Brengt geen schade toe aan de aarde noch aan de zee noch aan de bomen tot nadat wij de slaven van onze God aan hun voorhoofd verzegeld hebben.''' - Openb. 7:1-3. w07 15/122: 1, 2
BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:Ik heb in het voorgaande commentaar aangetoond dat volgens de woorden van Jezus Christus geen mens of organisatie een tijdsbepaling mag gebruiken. De interpretatie van de Bijbel heeft eeuwenlang en tot nu toe verschillende groeperingen gekend die het einde voorzegd hebben. Ook de organisatie en het besturende lichaamhebben zich daar aan bezondigd en blijven zich daar aan bezondigen. De twee paragrafen die hierboven uit die wachttoren zijn afgedrukt zijn in feite nogmaals een waarschuwing, wat op zichzelf niet verkeerd is. Paragraaf 3 van die wachttoren zal ik hier afdrukken en benadrukken: w0715/12blz.16par.3 De definitieve verzegeling van de gezalfde slaven van onze God nadert haar voltooïng. De vier engelen zijn gereed om die verwoestende winden los te laten. Wat zal er dan het eerst gebeuren? Een engel beantwoordt die vraag: Babylon, de grote stad, [zal] met een snelle worp worden neergeslingerd, en ze zal nooit meer gevonden worden (Openbaring 18:21). Wat een vreugde zal er in de hemel heersen wanneer dat gebeurt, als het wereldrijk van valse religie vernietigd wordt! Openbaring 19:1, 2.
Mijn commentaar van 2 maart toont aan dat er op drie jaar tijd 1489 belijdende gezalfden zijn bij gekomen. Met andere woorden gezegd, is het een bewijs dat de "uitkiezing" of eerste verzegeling van de 144.000 nog niet eens compleet is, laat staan dat de uiteindelijke "verzegeling" of hun tijd van beproeving zover gevorderd zou zijn dat de "grote verdrukking" elk moment kan beginnen.
Voor de zoveelste keer zal de organisatie en het besturende lichaam hier weer een mouw moeten aanpassen, maar terugkomen op hun stappen heeft er praktisch nooit ingezeten en ik verwacht niet dat zij daar ooit aan beginnen.
Mensen die de organisatie en het besturende lichaam vormen, hoe oprecht en ter goeder trouw zij ook zouden zijn, kunnen gewoonweg nooit of te nimmer de verantwoordelijkheid waarmaken dat zij de Bijbel op de juiste manier interpreteren.
De bewijzen en aanwijzingen zijn legio gezien de herhaalde bijstellingen van eens Schriftuurlijke bewijzen en aanwijzingen die ooit zijn gepubliceerd als "waarheid". Praktisch niets is recht gebleven van datgene waarmee Charles Taze Russell begonnen is. Sommige waarheden heeft hij zelf zien veranderen.
Alleen al het feit dat hij als de eerste president van de organisatie wordt genoemd is reeds een onwaarheid.
Het Verkondigers boek zegt op blz.576 § 1 dat op 16 februari 1881 Zion's Watch Tower Tract Society werd opgericht met W. H. CONLEY als president en C. T. Russell als secretaris-penningmeester. Er werden regelingen getroffen dat het drukwerk werd verricht door commerciële firmas in verschillende steden in Pennsylvania, New York en Ohio, alsook in Engeland. In 1884 werd Zions Watch Tower Tract Society rechtspersoonlijkheid verleend, met C. T. Russell als president,
Waarom die misleiding? Moet ik hier nu nogmaals het beginsel voor gebruiken uit Lukas16:10 "Wie getrouw is in het geringste, is ook getrouw in veel, en wie onrechtvaardig is in het geringste, is ook onrechtvaardig in veel".
Het boek "Jehovah's Getuigen verkondigers van Gods Koninkrijk" is zowat de moderne geschiedenis van de organisatie en het besturende lichaam en zou waarheidsgetrouw moeten zijn. Uiteraard is het geen kleinigheid om een president weg te moffelen die drie jaar de verantwoordelijkheid heeft gedragen of gedeeld. Maar waarom? Om het "boegbeeld" niet te schaden, het imago van de organisatie en het besturende lichaam? De geloofwaardigheid van de organisatie als niet commercieel orgaan? enz. enz....
MAANDAG 30 MAART
Omdat het vonnis over een slecht werk niet spoedig is voltrokken, daarom is het hart der mensenzonen in hen er volkomen op gericht kwaad te doen. - Pred. 8:11.
Kinderen moeten niet alleen de gezinsregels kennen maar ook weten welke straf er op het overtreden van die regels staat. Als de straf eenmaal doorgepraat en afgesproken is, moeten de regels ook gehandhaafd worden. Het is niet liefdevol van ouders als ze hun kinderen constant waarschuwen voor een verdiende straf maar die niet geven. Ouders zullen een kind misschien niet in het openbaar of in het bijzijn van leeftijdgenoten straffen, zodat het kind niet in verlegenheid wordt gebracht. Maar kinderen voelen zich zekerder en ontwikkelen meer liefde en respect voor hun ouders als ze weten dat hun ja ja betekent en hun nee nee, ook al heeft dat straf tot gevolg (Matth. 5:37). Om liefdevol te zijn moet uiteraard zowel de straf als de manier waarop die wordt toegediend op het kind afgestemd zijn. w07 1/91: 12, 13
BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:Hoe medevoelend en begripsvol van de organisatie en het besturende lichaam, alhoewel er praktisch weinig kinderen aanwezig mogen zijn op het hoofd- en de bijkantoren. De publicaties die uitgegeven zijn getuigen eveneens van in- en doorzicht wat het opvoeden van kinderen betreft. De praktijk is meestal wel iets of wat anders, in die zin dat ieder kind uniek is en soepelheid een vereiste blijkt te zijn van de zijde der ouders.
Een van de risico's van deze en andere publicaties is dat ouders er doorgaans een groot vertrouwen in stellen zonder echt rekening te houden met de enorme verschillen in de kinderen. Met vertrouwen in stellen bedoel ik tegelijkertijd een grenzeloos vertrouwen in de organisatie en het besturende lichaam.
Verleden week was ik in contact met een jongere wiens ouders Getuigen van Jehovah waren. Hij vertelde mij dat hij dankbaar was voor de opvoeding die zijn ouders hem gegeven hadden. In de vriendenkring die hij ondertussen heeft opgebouwd ondervindt hij dat de normen die hem bijgebracht zijn voor hem positief uitvallen bij zijn keuzes van vrienden en sociale omgang. Datgene wat zijn ouders, die "inactieve getuigen" zijn, hebben meegemaakt met de verantwoordelijken van de gemeente en enkele kringopzieners, de verantwoordelijken die aangesteld zijn door de organisatie en het besturende lichaam, heeft hem echter wantrouwig gemaakt aan de oprechte bedoelingen van de organisatie.
Het is een patroon dat kinderen van ouderlingen bijna nooit in de voetstappen van hun vader treden. Terwijl van diegenen die ooit in de gevangenis zijn terechtgekomen voor hun "neutraliteit" zo'n 70 tot 80 % niet meer met de organisatie verbonden willen zijn. Voor mij is dat een indicatie dat zij toentertijd plichtsgetrouw de richtlijnen van de organisatie en het besturende lichaam volgden i.p.v. hun geweten. Sommigen hebben ook terecht aanstoot genomen dat er geen "burgerdienst" of "vervangende dienst" mocht gedaan worden alhoewel dit op een gegeven moment als een gewetenskwestie wel kon.
Meer inlichtingen over "Vervangende dienstplicht bij Jehovah's Getuigen" kun je o.a. vinden op seniorennet eleuthera
DINSDAG 31 MAART
Zij echter die besloten zijn rijk te worden, vallen in verzoeking en een strik en vele zinneloze en schadelijke begeerten, die de mensen in vernietiging en verderf storten. -1 Tim. 6:9.
We lopen een reëel gevaar als we ons echte doel uit het oog verliezen en onze grip op "het werkelijke leven" laten verslappen (1 Tim. 6:19). We lopen het risico 'meegesleept te worden door zorgen en rijkdom en genoegens van dit leven' (Luk. 8:14). Onbeheerste verlangens en "zorgen over het levensonderhoud" kunnen ertoe leiden dat we te veel opgaan in dit stelsel (Luk. 21:34, vtn.). Tragisch genoeg zijn sommigen, die zich hebben laten overmeesteren door het alom heersende verlangen om rijk te worden, "van het geloof afgedwaald en hebben zich overal met vele pijnen doorboord"; het heeft hun zelfs hun kostbare band met Jehovah gekost. Wat een hoge prijs hebben ze moeten betalen omdat ze hun grip op het eeuwige leven lieten verslappen! (1 Tim. 6:10, 12; Spr. 28:20) Paulus gaf degenen "die van de wereld gebruik maken" de raad te zijn "als zij die er niet ten volle gebruik van maken". -1 Kor. 7:31.w07 1/101: 14, 15
BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:Diegene die besluiten om rijk te worden 'kunnen' in verzoeking en een strik terechtkomen, maar diegene die arm zijn zitten gewoonlijk reeds in een strik. En je mag er van verzekerd zijn dat armoede iets is dat je moeilijk kunt ontlopen. Het is uiteraard waar dat iemand die echt en snel rijk wilt worden praktijken zal gebruiken die meestal ten koste van anderen zullen gaan.
Ik ga maar één voorbeeld nemen. Georganiseerde religies, gelijk welke en gelijk waar ter wereld, onder gelijk welke naam gelijk waar ze mee bezig zijn. Vormen hetprototype van en de weerspiegeling van deze DAGTEKST.
Ook de organisatie en het besturende lichaam, die in het begin een standpunt hadden ingenomen om nooit achter geld te vragen is reeds vele jaren lang vragende partij geworden.
Ruim zeventig jaar geleden maakte The Watch Tower echter duidelijk dat er met betrekking tot bijdragen geen dringende verzoeken gedaan of aansporingen gegeven dienden te worden alleen een duidelijke, eerlijke uiteenzetting van de feiten was op zijn plaats. In overeenstemming met deze zienswijze wordt er op de gemeentevergaderingen niet veelvuldig over financiële kwesties gesproken.
Over C. T. Russell, die meer dan dertig jaar als president van het Wachttorengenootschap heeft gediend, schreef een van zijn medewerkers: Als een manier om vast te stellen of zijn handelwijze strookte met de Schrift, en ook als een manier om zijn eigen oprechtheid te tonen, besloot hij de goedkeuring van de Heer als volgt te beproeven: (1) Zijn leven aan de zaak wijden; (2) Zijn vermogen in het bekendmaken van het werk te steken; (3) Collectes op alle vergaderingen verbieden; (4) Zich volledig op ongevraagde (geheel vrijwillige) bijdragen verlaten om het werk voort te zetten nadat zijn vermogen was opgebruikt.
Nu is er uiteraard een verschil tussen bedelen en bedelen, tussen vragen en vragen, tussen vrijwillige bijdragen en vrijwillige bijdragen, tussen suggereren en suggereren, tussen noodzaak en noodzaak, tussen morele druk en morele druk enz..
Het feit of de feiten tonen duidelijk aan dat de lectuur door 't zij betaling of vrijwillige bijdragen bekostigd wordt. Dat iedere koninkrijkszaal, kringhal, bijkantoor opgedragen wordt aan Jehovah, die reeds eigenaar was, maar door de vrijwillige bijdragen betaald of afbetaald wordt en dan het eigendom van de organisatie en het besturende lichaam is of wordt.
Deze eigendommen worden op naam van "wederzijdse hulp" verzekerd bij de organisatie en het besturende lichaam. Er dient jaarlijks, indien de gemeente het kan opbrengen, een voorgesteld bedrag betaald te worden.
Het Verkondigersboek zegt hierboven dat alleen een duidelijke, eerlijke uiteenzetting van de feiten op zijn plaats was. Zoals je kunt zien heb ik één woordje benadrukt 'was' en daar de zin daardoor in de verleden tijd komt te staan is het wel duidelijk dat er nu geen duidelijke, eerlijke uiteenzetting van de feiten hoeft gegeven te worden. Ik heb daar reeds een commentaar aan gewijd. (Zie 14 MAART).
Heb je die uitdrukking al eens gehoord of gebruikt: "Leg je hand op je hoofd en zie wie er onderstaat".
Of: wie is rijk en onschuldig?
En hiermee sluiten wij de maand maart af. Bedankt voor het lezen.