Dinsdag 13 januarixml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Hun opzet was, mij kwaad te doen. -Neh. 6:2.
Toen Nehemia's vijanden beseften dat hun rechtstreekse aanvallen de herbouw van de muren van Jeruzalem niet konden stilleggen, wendden ze zich tot subtielere vormen van tegenstand. Ten eerste probeerden ze Nehemia te bedriegen. Ze zeiden tegen hem: "Kom toch, en laten wij volgens afspraak samenkomen in de dorpen van de valleivlakte van Ono." Ono lag tussen Jeruzalem en Samaria in. De vijanden stelden dus voor dat Nehemia hen halverwege zou ontmoeten om de geschillen op te lossen. Nehemia had kunnen denken: 'Dat klinkt redelijk. Je kunt beter praten dan vechten.' Maar Nehemia wees het voorstel af. Hij legt uit waarom: "Hun opzet was, mij kwaad te doen." Hij doorzag hun list en liet zich niet bedriegen. Vier keer zei hij tegen zijn tegenstanders: "Ik kan niet afwaarts komen. Waarom zou het werk blijven rusten terwijl ik het in de steek laat en tot u moet afkomen?" Het lukte de vijanden niet om Nehemia concessies te laten doen. Hij bleef zich concentreren op de bouwwerkzaamheden. - Neh. 6:1-4. w07 1/7 2:12,13
BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:. Het beginsel in deze tekst kan uiteraard ook in deze tijd gebruikt worden. Let wel gebruiken, niet misbruiken. In gevallen waar duidelijk kwaad opzet mee gepaard gaat kun je beslist tegenzetten of diplomatie gebruiken. Het mag echter niet de bedoeling zijn van de 'organisatie' om achter alles wat niet direct ten bate van de organisatie is als werelds of negatief te bestempelen. In het laatste geval kweekt de organisatie bij zijn vertegenwoordigers een geest van rechtlijnige paranoia aan. Ik denk hier voornamelijk bij de uitnodiging om voor een 'comité' te verschijnen. Meestal is het dan zelfs een 'rechterlijk comité' terwijl de uitnodiging praktisch nooit de reden of redenen behelst. Alhoewel de uitnodiging bijna altijd voor uw best wil zal zijn is dit niet altijd zo, maar zal het geweten van de gemeente en het geweten van het collectief lichaam, zeker de doorslag geven. Volgens de Bijbel zou dit 'vóór de gemeente' of in het openbaar dienen te gebeuren in plaats van achter gesloten deuren.
Deze geest kan en zal zeker ontaarden,"als het al niet ZO VER is", in vervreemding met alles wat niet door de organisatie wordt aanbevolen.
xml:namespace prefix = v ns = "urn:schemas-microsoft-com:vml" />
Woensdag 14 januari
Jehovah heeft gerechtigheid lief. -Ps. 37:28.
Wegens die liefde voor gerechtigheid heeft Jehovah de opstandelingen in Eden niet weggevaagd. Waarom niet? Satans opstand wierp een vraag op in verband met de rechtmatigheid van Gods soevereiniteit. Jehovah's gevoel voor gerechtigheid vereiste dat Satans uitdaging een rechtvaardig antwoord zou krijgen. De onmiddellijke terechtstelling van de rebellen, hoewel ze dat verdienden, zou geen rechtvaardig antwoord geweest zijn. Het zou bewezen hebben dat Jehovah oppermachtig is, maar zijn macht werd niet in twijfel getrokken. Bovendien had Jehovah zijn voornemen aan Adam en Eva bekendgemaakt. Ze moesten nakomelingen voortbrengen en de aarde vullen, haar onderwerpen en de hele aardse schepping in onderworpenheid hebben (Gen. 1:28). Als Jehovah Adam en Eva gewoon vernietigd had, zou zijn bekendgemaakte voornemen met de mensen een loze bewering zijn geworden. Jehovah's gerechtigheid zou zo'n afloop nooit toestaan, want zijn voornemen wordt altijd vervuld. - Jes. 55:10, 11. w07 15/5 1:13, 14
Donderdag 15 januari
Ik heb niemand anders van gelijke gezindheid als hij, die echt zorg zal dragen voor de dingen die u betreffen. -Fil. 2:20.
Dit welgemeende compliment van de apostel Paulus staat in Zijn brief aan de eerste-eeuwse christenen in Filippi. Hij had het over Timotheüs, zijn jongere reisgenoot. Je kunt je wel voorstellen dat het Timotheüs heel veel gedaan moet hebben die woorden te horen, waaruit Paulus' genegenheid en vertrouwen bleek! Geestelijk gezinde jongeren zoals Timotheüs zijn voor Jehovah's volk altijd waardevol geweest (Ps. 110:3). In deze tijd is Gods organisatie gezegend met veel jonge mensen die als pionier, zendeling, bouwvrijwilliger of Betheliet dienen. En ook de jonge Getuigen die ijverig deelnemen aan gemeenteactiviteiten terwijl ze daarnaast nog andere verantwoordelijkheden hebben, verdienen beslist een compliment. Zulke jongeren kunnen je vertellen dat het diepe voldoening geeft doelen na te streven die Jehovah eren. Er kan echt van hen gezegd worden dat ze 'zich oefenen met godvruchtige toewijding als hun doel'. - 1 Tim. 4:7,8. w07 1/5 3:1, 2
BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR: Natuurlijk is het een compliment aan de jonge Timotheüs en zo zijn er in de 'organisatie' wel meer. Langs de andere kant, als Paulus zegt, dat hij niemand anders heeft van gelijke gezindheid was het toch maar triestig gestemd met de jeugd van toen. Ondertussen hebben wij ervaren dat er wel veel geestelijk gezinde verkondigers hun best doen, maar nog veel meer die gewoon 'organisatie' getuigen zijn. Getuige de uitdrukkingen op het einde van de maand zoals, oei, ik moet nog gaan prediken want anders ben ik ongeregeld. Hier is het rapportje belangrijker dan het werk zelf. Mijn besluit, berust niet uitsluitend op dit soort uitingen, maar op veel meer waarnemingen, dat mocht de 'organisatie' de prediking vrij stellen en geen rapportjes meer eisen, de prediking drastisch in het 'water' zou vallen. Wanneer dan nog al die bijzonder bevoorrechte geen titels meer zouden voeren zoals, hulppionier, pionier, speciale pionier zelfs al die onderscheidene met hun 'strepen en sterren' van de bevelvoerende klasse, zoals 'De Gezalfden', (uiteindelijk zijn er dat maar enkele, ra, ra, zeker niet diegene die wereldwijd van de symbolen gebruiken. En waar staat in de bijbel dat die 'enkele gezalfden' de duizenden die van de symbolen nemen vertegenwoordigen?) Dan heb je nog de Kringopziener, Districtopziener, Bijkantooropziener, Zoneopziener, in feite alle verantwoordelijken. Niet dat het verkeerd is, maar wel omdat veel van de ambten 'de ambtdrager' boven de gewone verkondiger verheft, juist zoals een uniform iemand kan en meestal ook veranderd, en niet altijd ten goede. Ben ik negatief of is het waar?
Vrijdag 16 januari
Ik wil uw naam aan mijn broeders bekend maken; in het midden van de gemeente wil ik u loven. Hebr. 2:12.
Tallozen over de hele wereld verheugen zich in deze tijd in een bijzondere saamhorigheid en geborgenheid in de christelijke gemeente. Of je nu deel uitmaakt van een hecht, liefdevol gezin of niet, je zult kunnen en moeten waarderen wat God via de gemeenteregeling verschaft. Natuurlijk kun je als een van Jehovah's Getuigen bevestigen dat je in de gemeente hartelijke omgang geniet en een gevoel van geborgenheid hebt. De gemeente is niet zomaar een gezelligheidsgroepje. Het is geen vereniging of club waar mensen met dezelfde achtergrond of dezelfde interesse voor een sport of een hobby bij elkaar komen. De gemeenteregeling is er in de eerste plaats tot lof van Jehovah God. In Psalm 35: 18 lezen we: "Ik wil u prijzen in de grote gemeente; onder een talrijk volk zal ik u loven." w07 15/41:1,2
BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR: Het is een waarheid als een koe dat verheuging en samenhorigheid in een "christelijke gemeente" een zekere geborgenheidgevoel teweegbrengen. Dit 'geborgenheidgevoel' wordt veroorzaakt door gehoorzaamheid aan de 'organisatie en het besturende lichaam. Wie afwijkt van de door hen onderwezen leidraden valt mettertijd zeker uit de boot, met de nek bekeken, als niet voorbeeldig bestempeld en uiteindelijk gebrandmerkt als afvallige met alle gevolgen van dien. Reeds in De Wachttoren van 1 juli 1956 blz. 295 staat "wees dus gehoorzaam en doe Jehovah's werk zoals hij het verricht wil hebben, want het enigen dat telt, is de door middel van zijn organisatie aangegeven manier.
En in De Wachttoren van 15 augustus 1956 blz. 374 staat zonder complimenten of toelichting "De wil van de slaaf is daarom Jehovah's wil. Opstand tegen de slaaf staat gelijk aan opstand tegen God. De problemen in de gemeenten wereldwijd zijn, buiten de 'gegronde' uitsluitingen' en uittredingen of uitschrijvingen of afhaken en noem maar op, bijna uitsluitend terug te brengen op ongehoorzaamheid aan de organisatie of het besturende lichaam. (leg jij eens uit wat het betekent wanneer er 300.000 dopelingen zijn op één jaar, de toename maar 100.000 is? (Controleer het eens via De Wachttoren of jaarboeken?).
Zaterdag 17 januari
[De apostelen waren] verheugd dat zij waardig gerekend waren ten behoeve van [Jezus'] naam oneer te lijden. - Hand. 5:41.
De apostelen waren gelukkig, niet omdat ze gegeseld waren en pijn hadden geleden, maar omdat ze begrepen dat dit was gebeurd omdat ze Jehovah trouw waren gebleven en in Jezus' voetstappen traden (Hand. 16:25; 2 Kor. 12:10; 1 Petr. 4:13). Als we met de juiste houding tegenstand en vervolging verduren, kan dat volharding in ons opbouwen. Dat zal ons helpen toekomstig lijden te doorstaan (Jak. 1:2, 3). En Romeinen 5:3-5 vertelt ons: "Laten wij ook juichen terwijl wij in verdrukkingen zijn, daar wij weten dat verdrukking volharding voortbrengt, volharding vervolgens een goedgekeurde toestand, de goedgekeurde toestand vervolgens hoop, en de hoop leidt niet tot teleurstelling." Dus hoe meer we nu beproevingen als gevolg van onze christelijke loopbaan doorstaan, hoe beter we bestand zullen zijn tegen verdere beproevingen in dit goddeloze stelsel. w07 15/82:14,15
BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR: Het is prijzenswaardig dat iemand omwille van zijn geloof zou lijden. Maar wat als je door je geloof anderen doet lijden? Als er iets is waardoor mensen verdeeld zijn en moeilijkheden hebben, zowel op persoonlijk vlak, de gezinskring, in de gemeente, nationaal, internationaal en mondiaal, dan is het grotendeels door religie. Als men door zijn houding echter aanstoot geeft en je juist door interpretaties van andere, met name de organisatie of het besturende lichaam, die rechtstreeks stroken met je eigen bevindingen of ervaring en je daar door lijden of problemen moet verduren heeft dat in werkelijkheid niets met je geloof te maken maar met manipulatie. Er is daarbij een wezenlijk verschil met "religie en geloof". Zo is 'religie' praktisch altijd georganiseerd, wat niet verkeerd hoeft te zijn, maar wel wanneer er moet er gehoorzaamd worden aan de regels en leringen, leerstellingen en instructies, geboden en verboden al of niet volgens de interpretatie van hun Schriftuurlijke basis, welke geschriften het ook maar zijn. Geloof daarentegen is een persoonlijk erfgoed, ik geloof onderandere dat je wat je in je leven ook maar meemaakt, en die omstandigheden verschillen enorm van persoon tot persoon, er moet van leren om het steeds beter te doen. Niet alleen voor jezelf, maar ook voor anderen.
Dat juichen terwijl wij in verdrukking zijn doet mij denken aan de begin jaren van de katholieke kerk. De geestelijken toen moesten in het algemeen de mensen wijsmaken dat hoe meer lijden in het huidige leven hoe groter de beloning in het hiernamaals, terwijl een bepaald gedeelte van de clerus in schaamteloze weelde leefde.
Zondag 18 januari
Ik Jehovah, ben uw God, die u leert uzelf baat te verschaffen, die u doet treden op de weg die gij dient te bewandelen. - Jes. 48:17.
Gehoorzaamheid aan goddelijke voorschriften leidt tot zegeningen. Door ons bijvoorbeeld van tabak te onthouden, een moreel rein leven te leiden en de heiligheid van bloed te respecteren, kunnen we het vermijden bepaalde ziekten op te lopen. Bovendien kan het in financieel en maatschappelijk opzicht en in ons gezinsleven voordelen afwerpen als we ook in andere aspecten naar de Bijbelse waarheid leven. Zulke tastbare voordelen kunnen terecht beschouwd worden als zegeningen die de praktische waarde van Gods wetten aantonen. Maar de voornaamste reden om Jehovah te gehoorzamen is dat we hem liefhebben. We dienen God niet uit zelfzucht (Job 1:9-11; 2:4, 5). God laat ons vrij om zelf te kiezen wie we willen gehoorzamen. We kiezen ervoor Jehovah te gehoorzamen omdat we hem willen behagen en omdat we willen doen wat juist is. - Rom. 6:16, 17; 1 Joh. 5:3. w07 15/62:15
|