Keizerlijk Meise Sib, de orde van de autochtone Meisenaars, verzamelt alles over het historische Meise
27-03-2013
347 Meise Jan Vanden Eynde
347 Kasteel Hof te Meysse
Het oorspronkelijke kasteel is een monumentale vierkantige blok, volledig door vijvers van Meise omsloten. De toegang tot het gebouw liep over een valbrug met drie pijlers. De voorgevel was versterkt door twee hoektorens met spits. Naar de oostzijde toe stonden op korte afstand twee gebouwen : het koetshuis en de stallingen en wat verder de orangerie met ommuurde tuin. De orangerie waar voorheen de zuiderplanten waren ondergebracht, werd ingericht als spijhuis. Naar de Noorderkant staat nog het jachtpaviljoen waaronder een ijskelder is uitgegraven. s Winters werden de ijsschollen van de vijvers erin opgestapeld. Het was de koelkelder voor de bewaring van de eetwaren. Naar de Westzijde, dicht bij het kasteel, stond een grote hoeve met gesloten binnenplein die enkele jaren geleden gesloopt werd. Het Hof te Meysse was een leen van de heren van Grimbegen-Nassau en zou gebouwd zijn einde van de XIIIde eeuw? Het omvatte 22 bunder, hof, landen en weiden, een vijver van 1.5 dagwandt, de heerlijkheid Meise met hoge, middelmatige en lagere rechtsmacht, cijnsen van 12 pond groten Brabants te Meise, Rode, Ten Bosch en Humbeek, een feodaal hof met vijf achterlenen, het droeg de feodale last van 1 ruiter en 2 voetknechten. Het werd aanzienlijk uitgebreid door de famile Van der Linden. Waarschijnlijk had er reeds vroeger eenherenwoning gestaan. Alleszins was er in 1234 een Arnoud van Meise, die behoorde tot de hogere stand van de Melites de Menza de ridders van Meysse, en met ridder Mengot van Meysse reeds in 1212 als getuige is opgetreden. In 1223 had Arnold met zijn echtgenote Gisela aan de abdij van Ninove 11 bunders grond afgestaan mits een rente waarvan hij te Meysse afzag op 28.10.1227. Deze ridders waren achterleenmannen en hadden recht op een deel van de tiendenheffing. Einde der 13de eeuw volgde het gezin De Immerzele afkomstig uit Lier deze familie op. Vandaar ook de naam van Hof van Immerzele. In het jaar 1544 werd het kasteel van Meysse en de warande verkocht aan Jan van der Ee, baljuw van de stad Brussel. Een lid uit dit geslacht namelijk François Van der Ee zoon van Jan was van 1608 tot 1645 burgemeester van Brussel en amman als opvolger van zijn vader. Later ging het landgoed in handen van zijn zuster, Anna, vrouwe van Lanenborgh die door schulden werd gedwongen het kasteel en de heerlijkheid op 12.11.1671 te verkopen aan Barbara Van der Linden, vrouwe van straye, weduwe van Raadsheer Bougeois en echtgenote van Don Diego d Espinoza, krijgsadviseur, ridder van St.-Jacob, mestre de camp van een tercio spaans Voetvolk. De familie Van der Lindenliet het oude kasteel slopen om een nieuw op te bouwen een massale vaste blok met vier gevels, meer dan honderd vensters en ongeveer zeventig vertrekken de vijvers rond het kasteel werden gedempt.
Het nieuwe kasteel.
Het Hof te Meysse heeft veel bijgedragen tot de groei van de dorpskom en eveneens tot de uitbreiding van het gewest en van de omliggende kernen als Amelgem, Oppem. Hier was ook sprake van Singegem, een strook gelegen tussen de Molenkouter en Limbos, waar weleer een leprozengesticht zou gestaan hebben (St.-Martinuskapel) Het geslacht Van der Linden heeft zijn stempel gedrukt op de geschiedenis van Meise en daarom past het enige aandacht te besteden aan de activiteit van het voornaamste lid uit de stam, Baron Emmanuel Van der Linden d Hoogvorst. (1)
________ (1) In het jaar 1809 heeft deze het kasteel van Meysse door erfenis verkregen. Bij akte van 16 april 1881 opgemaakt door notaris Van Halteren, heeft Emmanuel Van der Linden d Hoogvorst (neef van Leon dHoogvorst, zoon van Emmanuel) zijn eigendom verkocht aan Keizerin Charlotte te weten : het kasteel van Meysse met warande 45 ha 76 a 80 ca en daarbij nog de gronden en de gebouwen gelegen buiten de omheining van het domein, oppervlakte 52 ha 33 a 57 ca, dus in totaal 98 ha 10 a 37 ca, voor de som van 939.650 fr.
Archief van de gemeente Meise Sylvain Balau, DHistoire Contemporaine de Belgique 1815 1885 A. Bartels, Révolution Belge M. Bologne, De proletarische opstand van 1830 in België C. Bronne, Lamalgame, la Belgique de 1814 à 1830 Ch. De Leutre, Révolution de 1830 H. Depester, 1830 Grandes figures De Potter, Révolution Belge de 1828 à 1839 E. Ganz, Le domaine de Boechout C. Huysmans, La révolution de 1830 et le mouvement politique Th. Juste, Le congrés national J. Lefèvre, L. Verhasselt, J. t Kint, Wolvertem Prof. Dr. Theo Luyckx, Politieke geschiedenis van België C.Noppen, De heren van Boechout en hun waterburcht te Meise Ch. Polimont, Révolution belge 1830 1848 H. Spinnael, Nieuwenrode, Kapelle op den Bos 1974 J.J. Thonissen, La Belgique sous le règne de Leopold I Dr. J. Van den Eynde, Meise L. Van Neck, 1830 geïllustreerd A. Verhaegen, 1830 Willemsfonds, Vlaamsch België sedert 1830 J.Van den Eynde, Onze helden, Drukkerij Jammaer Pulinx Wolverthem 1919 Jan Van den Eynde, Meise, Nevada Brussel R. van den Haute, Meise in oude prentkaarten, Europese Bibliotheek Zaltbommel 1973 Jef Heyvaert, Meise van oorsprong tot 1940, Gemeente Meise, 2005 Jef De Cuyper, Meise onder de toren van St.-Martinus, Het Streekboek, 2001 A. Bettesone, Meise, Schoon Meise 3 Vakantiegenoegens Meise, 1997 A. Bettesone, Meise, Schoon Meise 4 Vakantiegenoegens Meise, 1998 A. Bettesone, De heerlijkheid van Boechout te Meise, Vakantiegenoegens Meise 1995 Berla, tijdschrift ,Heemkundige kring Meise, L. Van Hemeldonck, Baron dHoogvorst, 892701 E. Van Hemeldonck, d Hoogvorst hulde, 933301 E. Van Hemeldonck,d Hoogvorst cantate, 933320 E. Van Hemeldonck, Het standbeeld van baron d Hoogvorst, 006103
Het jaar achttienhonderd drieënnegentig de vierentwintigste september om drie uur namiddag, heeft op het gemeenteplein van Meise de inhuldiging plaats gehad van het standbeeld van Baron Emmanuel Vanderlinden d Hoogvorst, Burgemeester van Meise van 1807 tot 1866, lid van het Voorlopig Bewind in 1830 en één van de stichters van de Belgische nationaliteit. De afstammelingen van dHoogvorst die deze plechtigheid bijwoonden zijn : de achterkleinzoon van deze partiot (vaderlandslievende) van 1830, mevrouw weduwe Edmond d Hoogvorst, Eredame van hare majesteit de Koningin en drie kleinkinderen dewelke zijn naam niet dragen : de Markies de Bassano en de twee Barons d Overschie de Neerrysche. De officiële autoriteiten zijn : M.M. de Burlet, minister van Binnenlandse Zaken en Openbaar Onderwijs, graaf de Merode Westerloo, Minister van Buitenlandse Zaken, Luitenant-Generaal Pontus, Inspecteur Generaal van de Burgerwacht van het Koninkrijk, Vergote, Gouverneur van Brabant, Majoor Generaal De Haes, Bevelhebber van het kasteel van Boechout Baron Goffinet, Secretaris van de stafhouding van L.L.; M.M. de Koning en de Koningin, afgevaardigd door Z.M. de Koning : Baron Domis de Simerpont, Secretaris Generaal bij het Ministerie van Justitie; Kolonel Van Halen, hoofd van de Generale Staf van de Burgerwacht van het Koninkrijk, Kolonel Bubuyck en Tardieu, lijfwachten van Luitenant Generaal Pontus, Bockstael, Burgemeester van Laeken, Burggraaf de spoelberg, provinciaal raadslid, Baron Hippolyte de Royes de Dour, Arrondissementscommisaris en de voltallige gemeenteraad woonden de plechtigheid bij. M. Van Dievoet, burgemeester van de gemeente gaf een toespraak waarin hij Baron dHoogvorst bestempelde als verdediger van de armen zowel als burgemeester en als partiot. M. de Minister van Binnenlandse zaken antwoordde eveneens met een vaderlandslievende (patriotische) toespraak. Het doek dat het monument bedekte is gevallen en het bronzen standbeeld komt te voorschijn. De Baron dHoogvorst wordt voorgesteld in het kostuum van de patriotten van 1830. De beeldhouwer van het werk, M. Laumans van Laeken, ontvangt de gelukwensen van de officiële personalitieten. Daarna volgt de uitvoering van de cantate naar de muziek van M. De Boeck uit Merchtem en op tekst van M. De Smedt, eveneens uit Merchtem. Deze cantate werd met groot succes uitgevoerd door een koorgroep, de fanfaregroep en een groep jonge meisjes uit Meise. De ceremonie werd besloten met de overhandiging aan de Burgemeester van de burgerlijke medaille eerste klas door M. de Minister van Binnenlandse zaken. s Avonds werd in het gemeentehuis een banket aangeboden van zestig bestekken aan de gemeenteraad, de officiële gezagvoerders en de notabelen van de gemeente en het kanton door Mme de Barones de Briemen, kleindochter van Baron dHoogvorst. Dezelfde dag werd de verbinding van de buurtspoorlijn Grimbergen Meise, dewelke zal doorgetrokken worden tot Londerzeel, ingehuldigd. Een groots festival, waaraan achtentwintig vreemde maatschappijen hebben deelgenomen heeft deze inhuldiging op een waardige wijze gesloten op 8 oktober. Gedaan te Meise in zitting van de Gemeenteraad de 9 oktober achttienhonderd drieënnegentig 10 september 1993. Herdenking van de inauguratie 100 jaar geleden, van het standbeeld op het kerkplein van Meise.
Bij de inhuldiging van het standbeeld van baron d Hoogvorst werd een cantate van August De Boeck op tekst van J. De Smedt, beiden uit Merchtem. De partituur van d'Hoogvorst ligt bij het Archief en Museum voor het Vlaams Cultuurleven amvc.letterenhuis@stad.antwerpen.be
dHoogvorst Cantate
Eerste deel
Reciet
Wie is die felle jonker daar Die stapt doorheen die looverdreeven Met vasten tred met kloek gebaar En t helder oog vol vuur en leven ?
Knapen
Die jonker daar zoo struisch en schoon Is dHoogvorsts eedle zoon t Is hij, t is hij in wien zijn eel zijn eel geslacht De hoogste eer en roem betracht
Meisjes
De bloemen spreiden Door dreven en weiden Hun geuren en kleuren Rond hem Aan vijver en vlietjes Daar suiselt de stem Der huivende rietjes Wijl vogelenscharen Van tusschen de blaren Verblijd Hun stemmekens zoeten En kweelend hem groeten Om strijd, om strijd, om strijd
Mannen
Kom, dorpling, ook met blij gemoed Der dHoogvorst s eedle spruit gegroet
Allen
Hij leev gelijk t ons hert betracht Tot eer en roem van zijn geslacht Zijn adellijk geslacht!
Tweede deel
Reciet
Wat nare kreet gilt over t land ?
Allen Brand! Brand! Brand! Ten allen kant Ei t dorp in brand Brand! Brand! Brand! De gloed Verwoed en rood als bloed Doet daken bersten, kraken; Het volk loopt huilend weg en weer; Erberming God! Ontferming Heer!... t Stort al bij doffe ploffen neer In gloeiende puinen neer.
Vrouwen Wie zal, o God die ramp verhelpen Die bittre wanhoopstranen stelpen?
Mannen Dat zal hij, de heer van t Adelslot, Dat zal hij de boezemvriend der armen Hij zal, vol deernis om hun lot Zich heden hunner graag erbarmen
Kinderen O! ja, hij is de milde zon De liefdevolle levensbron Die na den storm weer schatten strooit Op den verwoesten tuin; Die mild en teer Hem als weleer Met nieuwe struiken tooit Want zie! Uit t zwarte puin Daar rijst, daar rijst verjongd en schoon Voor elk gezin een nieuwe woon Een nieuwgebouwde woon
Allen Eer aan dHoogvorst lof en dank, Hoog de blijde huldezang. Adel is bij hem geen schijn. Neen, t is werklijk edel zijn.
Derde deel
Reciet Op! Landraad op! Naar Brussels stede. t Is uit! t Is uit met slaafschen vrede t Is uit! t Is uit! Grijpt het geweer Vooruit! Voor vrijheid, recht en eer.
Vrouwen Waarom toch zo driftig de wapens gegrepen .
Vrouwen Helaas is t weeral rampen brouwen Is t weeral branden, moorden, rouwen? Maar nauwelijks vijftien jaar geleden Hebt gij voor eer en land gestreden.
Mannen Dan kunnen wij nog heden Wij hebben goed en bloed Nog veil Voor t heil Van t lieve Vaderland (bis) Verbroken moet de slavenbans De leeuw kan in geen kluisters leven Veel liever sterft hij vrij Verwinnen zullen wij (bis) Verwinnen of wel sterven
Reciet Mannen hoort het krijgsbevel Klinkt schel En luid Vooruit!
Mannen Welaan dan dierbre gade en kroost Vraagt aan de hemel sterkte en troost Vaarwel!. Vaarwel!
Allen Schetterend klettert trompettengeschal, Dommelend dondert kanonnengeschal Overal De stede rond Davert de grond Van t bulderend oorlogsgebral Overal grijzen kwaad en haat Nood en dood (bis) t Is al schieten Bloedvergieten, Kappen, kerven Kreunen, sterv en Bloedig verven Straat en muur t Is al puin, en bloed, en vuur En boven op de vrijheidsrots Staat dHoogvorst pal vol heldentrots Hij ziet de benden der verdrukking Door bleeken angst verlamd, Bij ieder nieuw gevecht Verslagen door het heir van t Recht; En, hert en oog ontvlamd Van fiere zielsverrukking Bij d aftocht van de slavernij; Klinkt zijne stem Vol kracht en klem : Triomf! Het Vaderland is vrij!
Allen Triomf het vaderland is vrij! Ontkracht is t juk der slavernij En d held van dien triomf is hij (bis) Die daar voor ons Omhoog rijst in onsterflijk brons
Heil! Eedle d Hoogvorst, heil! Heil, om uw mildadigheid Heil om uw grootmoedigheid U onz diepste eerbiedigheid U onz hulde en dankbaarheid Heil! Eedle dHoogvorst heil! (6 l. bis)