303 Oorlogsdagboek Petrus Huygens 1940 III
maandag 20 mei s Morgens om 4.30 u. door Belgische soldaten wakker gemaakt. We moesten direct ons pakken maken en vertrekken. Aan treuzelen viel niet te denken want ze stonden met de paarden reeds naast ons, voor we goed wakker waren. We wasten ons in de vijver en vertrokken. Men had er ons liever een maand, dan de soldaten één dag. We dachten naar Ieper te gaan, doch in Menen ontmoetten wij mannen van Meise, die in een leegstaand huis sliepen. We mochten bij hen blijven. Nog nooit zoveel auto s gezien. Men sprak dat Menen die nacht ging gebombardeerd worden. De nacht doorgebracht op de planché, in een deken gerold. Planken zijn juist geen pluimen, zodus maar weinig geslapen.
dinsdag 21 mei Om 5.30 u. vertrokken. Men meldde dat de Duitsers dichtbij waren. We reden door Roeselare, Diksmuide, Veurne, waar we bijna niets dan koeien zagen en De Panne. Tegen de middag bemerkten wij Adinkerke, hetwelk op het laatste hoekje van de grens ligt. Ditmaal zou men Frankrijk in mogen. Op een lange rij, zo breed als de straat, schoof het volk naar de grens. Na een kwartier van langzaam aanschuiven werd plots de bareel gesloten en mocht niemand meer door. Het volk begon het beu te worden en velen spraken van onmiddellijk naar huis terug te keren. We bleven eten op 20 meter van de grens. Daarna trokken we weer de duinen in, om een weinig te rusten. Gedrieën gingen wij naar de zee, welke we vanop de berg zagen liggen, doch waarvoor we een uur nodig hadden, om ze te bereiken. Als we terug kwamen had men een slaapplaats gevonden bij een boer. Onder de pannen geslapen waar we het heel koud hadden. De ganse nacht zonder ophouden horen schieten.
|