De heilige en de zondaar
Er was eens een man die erg met de heiligen dweepte en dacht dat het zijn plicht was mensen die slechte dingen deden te berispen en hun verheffende gedachten voor te houden opdat zij op het rechte pad zouden komen.
Deze heilige wist echter niet dat een leraar meer is dan iemand die anderen vertelt dat zij dingen moeten doen door bepaalde principes toe te passen. Alleen wanneer de leraar precies de innerlijke staat van de leerling kent, kan hij het tegenovergestelde toelaten van wat die leerling verlangt.
Deze dweper nu, ontmoette op een dag een man die overdreven veel gokte en niet wist hoe hij die gewoonte kon afleren. De heilige stelde zich bij het huis van de man op. Iedere keer als de man naar het gokhuis ging, legde de heilige een steen op een hoop en hiermee gaf hij iedere zonde aan, als zichtbare herinnering aan het kwaad.
Elke keer als die man wegging, had hij een schuldig gevoel. Telkens als hij thuis kwam, zag hij dat er weer een steen op de hoop lag. Steeds wanneer de dweper een steen op de hoop legde, maakte hij zich kwaad over de gokker en voelde persoonlijke vreugde - hij noemde dat 'godsvrucht' - die zonde te hebben opgetekend.
Dit ging twintig jaar lang zo door. Iedere keer als de gokker de dweper zag, zei hij bij zichzelf: 'Kon ik die goedheid maar begrijpen! Wat werkt die man aan mijn verlossing! Kon ik maar berouw hebben, om maar te zwijgen dat ik net word als hij, want hij krijgt vast een plaats onder de uitverkorenen als de tijd van beloning daar is!'
Toevallig gebeurde het dat de beide mannen door een natuurramp tegelijkertijd om het leven kwamen. Er kwam een engel om de gokker te halen en zei vriendelijk tegen hem: 'Ga met me mee naar het paradijs.'
'Maar', zei de gokker, 'hoe kan dat nou? Ik ben een zondaar en moet eigenlijk naar de hel. U zoekt vast die dweper, die tegenover mijn huis zat en twintig jaar lang geprobeerd heeft mij te verbeteren.'
'De dweper?' zei de engel. 'Nee, die gaat naar de lagere regionen, want hij moet aan een spit geroosterd worden.' 'Is dat rechtvaardig?' riep de gokker, die zijn toestand was vergeten. 'U moet de opdrachten verwisseld hebben!'
'Nee hoor,' zei de engel. 'Ik zal het u uitleggen. Het zit zo: de dweper heeft zich twintig jaar lang superieur en verdienstelijk gevoeld. Nu is het zijn beurt het evenwicht te herstellen. Eigenlijk hoopte hij die stenen voor zichzelf op, niet voor u.'
'En wat mijn beloning betreft, wat heb ik verdiend?' vroeg de gokker.
'U wordt beloond omdat u iedere keer als u langs de heilige liep eerst aan goedheid dacht en daarna pas aan de heilige. Het is de goedheid en niet de mens die u voor uw trouw beloont.'
Wijsheid der dwazen - Idries Shah, Deventer, Ankh-Hermes
17:37. En wandel niet hoogmoedig op aarde rond want gij kunt de aarde niet doen splijten, noch kunt gij de bergen in hoogte evenaren.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
|