Moge Allah ‘azza wa djal onze kennis doen vermeerderen, Ameen. Moge Allah ons leiden naar de waarheid en ons weerhouden van het slechte, Ameen. Moge Allah ons sieren met de schoonheid van Imaan & Taqwa, Ameen.
Bismillahi Arrahmani Arraheem, elhamdoulilah wa salatoe wa salam 3ala rasoeloellah,
Asalaam 3alaikom Warahmatoellahi Wabarakatoehoe,
Ghaith Abdul-Ahad in Falluja,
In de naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle
Vanuit een kamer in één van Falluja's veilige huizen kwam een mooie stem reciterend verzen uit de Qur'an, schokkend met tranen. "Indien uw vaders en uw zonen en uw broeders en uw vrouwen en uw verwanten en de rijkdommen die gij verkregen hebt en de handel waarvan gij slapte vreest en de woningen waarvan gij houdt, u liever zijn, dan Allaah en Zijn boodschapper en het streven en Jihad voor Zijn zaak, wacht dan, tot Allaah met Zijn oordeel komt. Allaah leidt het ongehoorzame volk niet.'' (At-Tawbah 9:24)
De kamer was half aangestoken, de muren waren kaal behalve één foto van Mekka. Het enige stuk van meubilair was een gebedsmat in het midden van de kamer die bij een hoek wordt verdraaid om het zuiden onder ogen te zien. Een Kalashnikov geweer en een munitiezak werden tegen de muur gelegd. Een paar oude trainers bevonden zich bij de rand. Op de matras zit een man met een kleine Qur'an in één hand het gebed te verrichten. Soms verdrinkt zijn stem door de geluiden van explosie's die de stad raken.
Na het beëindigen van het gebed staat hij op en heft zijn handen hoog en begint een smeekbede te verrichten: "Oh God, U die de Profeet zegevierend maakte in zijn oorlogen tegen de ongelovigen, maakt ons zegevierend in onze oorlog tegen Amerika. Oh God, vernietig Amerika en zijn bondgenoten overal. Oh God, maak ons waardig van Uw religie."
De lang, dunne man met een donkere tint, zwarte ogen en een dunne baard kwam in Falluja zes weken geleden aan. Hij bracht een paar dagen delend een kamer met andere vechters door tot zij onder de Mujahideen eenheden in de stad werden verdeeld. Hij was met een groep van Tawheed en Jihad ten westen van Falluja gestationeerd in het district Jolan waar zware gevechten de laatste twee dagen woedend zijn geweest. Levend met andere Arabische en Iraakse vechters, werd hem de eer gegeven om het gebed te leiden vanwege zijn mooie stem.
Verlangend wachtend op de Amerikanen buiten een bunker, verteld hij zijn verhaal. Hij zei dat hij hier niet was omdat hij van de dood als dood hield maar omdat hij het Martelaarschap als de zuiverste manier ziet om God te aanbidden. Hij was, zei hij, een Yemeni Godsdienstige student van de hoofdstad San'a, die Sharia wet zes jaar bestudeerde, werkend als minibus bestuurder om zijn zwangere vrouw en vijf kinderen te onderhouden.
Hij probeerde eerst naar Irak te komen om de Amerikanen tijdens de oorlog 18 maanden terug te bestrijden. "Ik wilde voor de Islam komen vechten.'' Ik ontmoette een Jordaan handelaar die me van kaartjes naar Syrië en $100 voorzag. Hij bracht me zelfs naar de luchthaven.
Terug verzonden.
Maar eenmaal daar, werd hij verhinderd door te gaan door de luchthavenpolitie.
"Ik droeg mijn Jalabiya en een kleine turban, de politie vroeg mij waarom ik naar Damascus ging, ik zei, om te werken. Zij vroegen me welk soort werk. Ik zei, voor de redding van mijn ziel. En zij stuurden me terug."
Hij wees naar zijn goedkope katoenen broek en zei: "Dit keer leerde ik de les en kocht deze."
Voor een jaar ging hij terug naar zijn familie en zijn studie en vergeet Irak en Jihad. Maar het schandaal van de gevangenis misbruik in Abu Ghraib wekte hem.
Zijn vrouw, een Godsdienstig student die aan haar meester stelling werkt, spoorde hem aan om alles te verlaten en voor Jihad naar Irak te gaan. ''Zij vertelde me dat ze dit de mannen aandoen, verbeeld je wat ze de vrouwen aandoen. Verbeeld je zussen en ik die door de ongelovige Amerikaanse varkens worden verkracht."
Hij realiseerde zich plotseling zijn fout, zei hij, en bracht het nacht huilend door. De volgende dag leende hij geld voor een andere reis - die hij als zijn laatste beschreef. Er werd hem een contactnaam in Aleppo gegeven, een stad in het noorden van Syrië, dat voor hem zou schikken om over de grens te worden gesmokkeld.
"Ik vertelde dit niet aan iedereen, vertelde het enkel aan mijn vrouw. Ik leende een auto van een vriend en wij gingen uit om te winkelen. Zij kocht voor me twee broeken en een overhemd. Wij gingen toen naar het huis van mijn vader. Ik vertelde mijn moeder, vergeef me als ik iets verkeerd heb gedaan. Zij zei, waarom ? Ik vertelde haar niets, ik wil enkel vergiffenis van u en papa. "Zij vroeg me of ik naar Bagdad ga. Ik zei nee. Zij omhelsde me en huilde."
De vechter vertelde hoe hij naar huis terugging en met zijn vrouw en kinderen zat, die geen idee hadden dat dit hun laatste etentje met hun vader was. "Mijn favoriete dochter kwam en zat op mijn schoot en sliep daar. Zij opende haar ogen en zei, 'Papa, ik hou van u '. Huilend zei hij: "U weet dat dit geheugen het werk van de duivel is en die mijn hart probeert te verzachten om naar huis te keren. De enige plaats waar ik vanaf hier naartoe ga is de Hemel''.
Toen hij in Damascus aankwam, leerde hij van andere Jihad netwerken dat de Syriërs veiligheid op de grens hadden aangebracht. Andere zogenaamde Mujahideen wachtte in kleine flats in Damascus, Aleppo en Hammen.
Na een maand realiseerde hij dat de geestelijke die het smokkelende netwerk in werking stelde met Syrische Mukhabarat werkte (een geheime dienst die de Mujahideen overhandigen aan de politie). Hij vluchte, maar in een kleine moskee in Aleppo, hij ontmoette een jonge geestelijke die beloofde hem te helpen Irak te bereiken.
Yemeni werd overhandigd aan een andere groep die hem in een klein huis met andere Jihadi's voor twee weken plaatste.
Één nacht werd hij aangenomen in een dorp aan de Syrische kant van de grens in het noorden. "Zij kwamen en zeiden, we komen vandaag bij de kruispunt. Het was een zeer enge reis. Wij moesten nog in de woestijn liggen als wij Amerikaanse helikopters hoorden.''
Wij brachten twee nachten aan de grens in een dorp door, dan werden we naar een dorp genomen om militaire opleiding ons eigen te maken. De meeste broeders met mij hebben nooit een wapen in hun leven gebruikt.
Ik wist hoe je een AK-47 behoort te gebruiken. Na een paar dagen kwamen zij en zeiden, wij hebben vechters nodig om een stad noordwesten van Bagdad te raken. Daar sloot hij zich aan bij een minibus die met Arabische vechters werd gevuld, rijdend door de nacht. Zij werden begeleid door twee auto's, zei hij, inbegrepen een politie auto.
Hij haalde de Qur'an uit zijn zak tevoorschijn. ''Toen ik in Syrië was, kocht ik zeven exemplaren van dit, schreef de naam van mijn vrouw en mijn vijf kinderen op elk en liet de zevende leeg . Ik legde geen naam voor aan mijn vrouw voor de pasgeborene. Zij belde me later toen ik me aan het voorbereiden was om over te steken. Zij zei, ik heb erop geschreven 'Shaheed ' (Martelaar).''
Twee jonge mannen kwamen altijd bijeen om te zondigen. De shaitan had hun volledig in zijn macht. En dit allemaal terwijl zij getrouwd waren. Op een dag begon één van hen aan zijn zoveelste avontuur. Hij beloofde een vrouw, die hij had leren kennen, een leuke avond. Hij moest alleen nog even van zijn vrouw zien af te komen. Hij wist zijn vrouw ervan te overtuigen dat hij moest overwerken en dat zij maar beter naar haar ouders kon gaan en vertrok vervolgens naar zijn afspraakje.
Toen hij aankwam werden zijn wildste fantasieën hem reeds in het vooruitzicht gesteld. De vrouw stelde voor om eerst gezellig in het park te gaan zitten en daarna naar zijn huis te gaan. Thuis aangekomen vroeg de vrouw of hij niet wat eten en drinken in huis had. Dit had hij echter niet, maar hierdoor liet hij zich niet stoppen. Hij stapte in zijn auto en reed naar het dichtstbijzijnde restaurant. Toen hij alle benodigdheden had gekocht en terug naar huis reed werd zijn pret al snel verstoord door een agent die hem tot stoppen dwong. Hij had een aantal stopborden genegeerd en moest meekomen naar het bureau.
Eenmaal aangekomen op het politiebureau belde hij zijn goede vriend op met de mededeling dat een 'lekker wijf' op hem thuis zat te wachten en dat hij vast zat op het politiebureau en voorlopig nog niet weg kon. Hij bood dit buitenkansje aan zijn enige echte vriend. "Je moet naar mijn huis gaan om het werk af te maken! En vergeet niet, nadat je klaar bent, om die sloerie thuis af te zetten ...en een beetje tempo, want ik ben bang dat mijn vrouw strakjes komt en haar daar treft.", zei hij door de telefoon. Zijn vriend stelde hem gerust en bedankte hem voor dit fantastische aanbod.
En zo vertrok de trouwhartige kameraad naar het huis van zijn goede vriend die vast zat op het politiebureau. Hij maakte de deur open en keek naar binnen en kon geen stap verder zetten, hij kon zijn ogen niet geloven....Ben jij dat!? Dit bestaat niet!!" Het was zijn eigen vrouw in het huis van zijn beste vriend. Hij ging tekeer als een gek, en bleef maar schreeuwen: "Jij bent mijn vrouw niet meer, Jij bent mijn vrouw niet meer!"
Dit doet mij denken aan de volgende woorden van imam es-Shaaficie:
"Overspel is te vergelijken met een schuld die je aangaat. Weet dat het aflossen ervan gebeurt doordat anderen (weer) overspel plegen met jouw familie. En wie voor een bedrag van 2000 dirham overspel pleegt met andermans familie, hiervoor zullen anderen voor het luttele bedrag van een kwart dirham overspel plegen met zijn familie."
Een Sjaikh vertelde over de wonderen van "Bismillaah." Tijdens één van zijn vertellingen was er ook een joods meisje in het publiek aanwezig. Horende over de wonderen van "Bismillaah" werd haar hart geraakt en nam zij de Islam aan. Vanaf dat moment was "Bismillaah" constant op haar lippen, op elk moment van de dag en bij elke handeling gebruikte zij het woord "Bismillaah", b.v. tijdens zitten, staan, slapen, wakker worden, eten, drinken, lopen, wandelen, naar binnen /buiten gaan, iets pakken, iets weggeven, enz.
Vanwege het uitspreken van "Bismillaah" waren haar ouders woedend op haar en ze begonnen haar op allerlei manieren tegen te werken en druk op haar uit te oefenen om het af te leren. De ouders beraamden een plan, om het meisje van iets te beschuldigen zodat zij ter dood veroordeeld kon worden. De vader van het meisje was de adviseur van de Koning.
Op een dag gaf de vader, de ring van de Koning, die met diamanten was ingelegd in bewaring aan zijn dochter. Het meisje zei: "Bismillaah" en deed de ring in haar zak. 's Nachts toen het meisje sliep, sloop de vader naar de kamer van het meisje en stal de ring uit haar zak en gooide de ring dezelfde nacht in de rivier. Een vis slikte de ring in.
's Ochtends gooide een visser zijn net uit en door 'een wonder' kwam dezelfde vis in zijn net terecht. Op zijn beurt verkocht de visser de vis aan de adviseur en hij gaf de vis aan zijn dochter om het klaar te maken voor een feestmaal. Soebhaan-Allaaaah!!!
Het meisje zei: "Bismillaah" en nam de vis aan en "Bismillaah" zeggende sneed ze de vis open. Plotseling zag zij de ring in de buik van de vis, met "Bismillaah" haalde ze de ring uit de buik van de vis en "Bismillaah" zeggende deed ze de ring weer in haar zak. Daarna maakte ze de vis klaar en diende het eten op.
Na het eten vroeg de vader onschuldig in het openbaar, zijn dochter naar de diamanten ring van de Koning. Het meisje haalde de ring uit haar zak tijdens het reciteren van "Bismillah". De vader schrok zich te pletter. Vanwege dit wonder mislukte de plan van haar vader. Allah is de Beste Plannenmaker. Allah, de Machtige en Schone, had door de zegeningen van "Bismillaah" (In naam van Allah) het meisje gered van de doodstraf. Soebhaan-Allaaaah!!!
Dit is het verhaal van een gewone man, die handelt in strijd met Allah`s plan. Wanneer u uzelf hierin weerspiegelt ziet, heb dan berouw en zondig verder niet.
Het was eens midden in de nacht, toen de dood een bezoekje bracht. De slapende riep: `wie klopt daar aan?` `Ik ben Malak al-mawt, laat me binnengaan.`
De man kreeg het koud en weer heet, rilde, badende in het doodszweet. Schreeuwende tegen zijn slapende vrouw, laat hem weggaan, alsjeblieft, gauw.
Engel des doods, neem mijn leven niet. Ik ben nog niet klaar, zoals je ziet. Mijn familie is afhankelijk van mij, geef me nog wat tijd erbij.
De engel klopte, weer en weer, `vriend, je leven nemen doet niet zeer. Het is je ziel, waar God om vraagt, het helpt niet als je nu nog klaagt.`
Hysterisch huilend riep de man, Ò engel, de dood, ik ben zo bang ervan. Ik geef je goud, ik word je slaaf, maar zend me toch niet naar het graf.`
`laat me erin vriend`, zei de engel toen, `kom uit je bed, ga de deur opendoen. Want, laat jij me nu niet zelf erin, dan kom ik door de deur als een djinn.`
De man pakte een pistool om zich te weren, alsof dat een engel zou kunnen deren. Ik schiet nog liever je hoofd eraf, dan ga jij wellicht naar je eigen graf.`
Maar de engel stond al naast zijn bed, `Vriend, je ondergang is al ingezet. Engelen sterven immers niet, dom mens, leg je pistool weg, `t is Gods wens.`
Waarom ben je zo bang, vertel eens man, om te sterven volgens Allah`s plan? Glimlach nu maar en laat geen traan, wees blij, dat je tot hem terug mag gaan.`
Ò engel, ik schaam me en buig mijn hoofd, vergeten was ik God, Zijn naam, zijn geloof. Werkend voor geld verdeed ik mijn tijd, zelfs niet denkend aan eigen gezondheid.
Allah`s geboden gehoorzaamde ik niet,vijf keer bidden? Dat deed ik niet. Ik zag Ramadan komen en gaan, maar had geen tijd vol berouw te staan.
De plicht van Haj heb ik uitgesteld, dat vond ik zonde van tijd en geld. Alle liefdadigheid heb ik genegeerd, wel heb ik steeds meer rente begeerd.
Ik zag geen kwaad in een slokje wijn, vond het gezellig met vrouwen te zijn. O engel, neem me alsjeblieft niet mee, spaar mijn leven nog een jaar of twee.
Dan gehoorzaam ik de regels van de Koran, vijf keer bidden, van nu af aan. Het vasten en de hadj zal ik volbrengen, en me niet in andermans zaken mengen.
Ik zal aan andren geen rente vragen, en liefdadigheid geven alle dagen. Ik zal me niet over het wijnglas buigen, maar van Allah`s eenheid getuigen.
`Wij engelen doen alles op Gods bevel, wij kunnen niets doen tegen Zijn wil. De DOOD is voorbeschikt voor iedereen, man, vrouw of kind; uitgezonderd geen.
Dit is je laatste moment, kom erbij, je verleden trekt aan je voorbij. Hoewel ik je angsten begrijpen kan, is het nu te laat voor tranen, man.
Jarenlang heb je op aarde kunnen leven, je hebt nooit geld aan armen gegeven. Je ouders heb je niet gerespecteerd, en nooit iets van je fouten geleerd.
je negeerde dagelijks de roep van de azaan, je las nooit eens een stuk uit de koran. Beloften brak jij altijd, je leven lang, voor jou waren zelfs je vrienden bang.
Goederen opgepot, gigantische winst, jouw personeel verdiende het minst. Geld verdienen was je grootste plezier, ontspannen deed je met gokken en bier.
Met vitaminepillen hield jij je gezond, terwijl je nooit aan iemands ziekbed stond. Ook heb je nooit een liter bloed gegeven, voor het redden van een andermans leven.
o mens, je hebt zoveel verkeerd gedaan, en met hulp - acties aan de kant gestaan. Jij hebt andere mensen nooit vergeven, kijk zelf maar eens terug op je leven.
Het paradijs voor jou? Geen idee, eerder de hel, een grote vlammenzee. Je kunt je zonden niet afbetalen, ik ben hier om je ziel te halen.
Er is een trieste eind aan dit verhaal, de man had tot dan geen enkele kwaal. Sprong schreeuwend uit zijn bed, kwam ten val, en viel plotseling dood. Hartaanval ?
O lezer, wellicht heeft dit verhaal, voor u een boodschap, een moraal. als de dood komt, zijn we onvoorbereid, dus gebruik iedere minuut van uw tijd. Verander uw leven nu het nog kan, zodat u het paradijs binnen kan.
Een geleerde vroeg eens aan één van zijn studenten: "Je hebt een lange tijd met me doorgebracht, wat heb je geleerd?"
Hij zei: "Ik heb acht dingen geleerd:
1. Ik keek naar de schepping. Iedereen heeft een geliefde. Wanneer hij het graf in gaat, laat hij zijn geliefde achter. Daarom heb ik mijn goede daden tot mijn geliefde gemaakt; op die manier zullen ze bij me zijn in het graf.
2. Ik keek naar het vers 'Doch voor hem die vreesde voor zijn Heer te staan, en die zijn ziel van begeerten onthield,' (79:40) en worstelde daarom tegen mijn verlangens zodat ik Allah kon blijven gehoorzamen.
3. Ik zag dat als iemand iets waardevols bij zich heeft, hij het zal beschermen. Toen dacht ik aan het vers 'Hetgeen gij hebt, zal voorbijgaan maar hetgeen bij Allah is, is blijvend.' (16:96) Daarom wijdde ik alles wat me iets waard was toe aan Hem zodat het bij Hem zou zijn voor mij.
4. Ik zag de mensen zoeken naar rijkdom, eer en posities en het was me niets waard. Toen dacht ik aan Allah's woorden 'Voorwaar, de meest edele van jullie is bij Allah degene die het meest (Allah) vreest' (49:13) dus deed ik mijn best om bewust te worden van Allah om edel te zijn in Zijn ogen.
5. Ik zag de mensen jaloers zijn op elkaar en ik keek naar het vers 'Wij zijn het, Die in het tegenwoordige leven middelen van bestaan onder hen uitdelen,' (43:32) dus verliet ik jaloezie.
6. Ik zag de mensen vijandigheid hebben en ik dacht aan het vers 'Voorwaar, Satan is een vijand van u, behandelt hem daarom als vijand' (35:6) dus verliet ik vijandigheid en nam de Satan als mijn enige vijand.
7. Ik zag dat ze zichzelf verlaagden op zoek naar voorzieningen en ik dacht aan het vers 'En er is geen schepsel dat op aarde kruipt, of zijn voorziening berust bij Allah,' (11:6) dus hield ik mezelf bezig met mijn verantwoordelijkheden tegenover Hem en ik liet mijn eigendom bij Hem.
8. Ik zag dat ze vertrouwden op hun zaken, gebouwen en gezondheid en ik dacht aan het vers 'En voor hem, die zijn vertrouwen in Allah stelt, is Allah toereikend,' (65:3) en daarom plaats ik mijn vertrouwen alleen in Allah."
Er was eens een jongentje, die elke dag langs de deuren ging om spulletjes te verkopen, om zo zijn schoolgeld te kunnen betalen, aangezien zijn ouders arm waren. Op een dag had hij maar 10 cent in zijn zak en had erge trek gekregen in eten. Hij besloot om bij de volgende deur waar hij aanbelde, om iets te eten te vragen.
Maar toen hij daar aankwam had hij niet genoeg moed om erom te vragen. Dus in plaats van wat eten vroeg hij om een glas water. De aardige mevrouw die opendeed vond dat hij er een beetje hongerig uitzag, en besloot om hem een groot glas melk te geven. hij dronk heel langzaam en genoot van elke slok ervan. toen hij het ophad vroeg hij aan de vrouw: "Hoeveel geld ben ik u schuldig?" De vrouw zei: "Je bent mij niks verschuldigd hoor, ik heb altijd geleerd dat je geen geld mag vragen voor liefdadigheid"
De kleine jongen bedankte haar uit de grond van zijn hart.
Toen Faisel Ahmad het huis verliet, voelde hij zich veel sterker- niet alleen lichamelijk maar ook geestelijk, zijn geloof in Allah (swt) en mensen was weer gegroeid.
Vóórdat hij namelijk bij dat huis aankwam was hij van plan om alles op te geven. Maar nu niet meer, nu voelde hij zich sterker dan ooit te voren.
Jaren later.......
Deze zelfde vrouw werd erg ziek. Geen van de plaatselijke doctoren konden begrijpen wat er mis was met haar. Ze stuurden haar naar de grote stad waar het ziekenhuis meer gespecialiseerd was, en zij zouden kunnen uitzoeken wat haar mankeerde.
Dokter Faisel Achmed werd opgeroepen.
Toen hij had gehoord vanuit welk dorp zij kwam, vulden zijn ogen zich met een vreemd licht. Haastig ging hij naar beneden en ging naar haar kamer.
Gekleed in zijn dokterskleding ging hij naar binnen.
Hij herkende haar meteen....
Hij ging terug naar de behandelkamer en was vastbesloten om alles te doen om haar leven te redden. Hij gaf haar een speciale behandeling.
Maar Al-Hamdoelilah na een hele lange zware periode, was de strijd gestreden en was de vrouw weer beter geworden.
Dokter Achmed vroeg aan de financiële afdeling, of ze hem de rekening wilden sturen.
Hij keek erna, toen schreef hij iets onder aan de rekening en stuurde de rekening naar haar kamer.
Toen, de vrouw de rekening kreeg en opende, ze was er zeker van dat het de rest van haar leven zou kosten om het alles te betalen. Viel haar oog op iets wat op de rekening was geschreven.
Ze las de woorden : "Rekening volledig betaald met een glas melk"
Ondertekend,
Dr. Faisel Achmed
Tranen van vreugde kwamen uit haar ogen en ze besloot om te gaan bidden: "Dank U, Allah, dat Uw liefde is uitgespreid over menselijke harten en handen."
De Joodse David, de Christelijke Johannes en de Moslim Rahiem waren niet alleen buren, maar ook hechte vrienden. Zij kenden en respecteerden elkaars godsdienstige gewoonten en plichten. Afkomst, godsdienst en financiën hadden zij verbannen naar de huiskamers en de gebedshuizen. Hun onderlinge vriendschap en ook hun betrokkenheid bij de buurtgemeenschap kon door hun verschillende achtergronden niet worden verstoord.
Op een dag besloten zij een voettocht te gaan maken. Zij pakten hun spullen en vertrokken. Weliswaar was het Ramadan, maar Rahiem kon ook onderweg wel de regels van het vasten nakomen, dacht hij.
De reis voerde langs verschillende steden en dorpen. In een van de dorpen werden zij extra hartelijk ontvangen.
Toen de dorpelingen hoorden, dat zich onder hen een vastende Moslim bevond, maakten zij meteen een avondmaal voor hen klaar, met als dessert gebak van bladerdeeg. Ze besloten het gebak te bewaren voor het ontbijt, zodat ze daarna meteen weer hun weg konden vervolgen. "Dat is dan voor ons tweeën," dachten David en Johannes elk afzonderlijk, "Rahiem moet 's ochtends natuurlijk vasten."
Maar Rahiem had ook zo zijn ideeën over het gebak. Omdat ze elkaar niet al te zeer vertrouwden - dat wil zeggen, wat het gebak betrof - maakten ze een afspraak: wie die avond de mooiste droom had, mocht het hele gebak hebben.
Ze legden zich te ruste en al snel waren ze in het dromenland.
Om half vier stond Rahiem op om zijn plicht van die dag te vervullen. Zijn vrienden waren in diepe slaap verzonken en hij had honger. Er was alleen dat gebak. Hij nam er wat van, nog een beetje en toen at hij het helemaal op, in zijn eentje. Voor hij insliep, nam hij zich voor die dag te vasten. Toen de dag aanbrak stonden David en Johannes op. Ze wekten Rahiem, die na zij ochtendgebed weer was gaan slapen.
Nadat de drie zich hadden opgefrist, begonnen ze hun dromen te vertellen, zoals afgesproken, om daaruit de mooiste te kiezen.
David begon: "Ik denk dat mijn droom alle andere dromen overtreft. Vannacht kreeg ik bezoek van mijn profeet Mozes ( Gods vrede zij met hem). Hij nam me mee op zijn tocht door de Sinaï-woestijn , die wij in alle richtingen doorkruisten. Tenslotte kwamen wij bij de berg Sinaï, daar waar Mozes - Gods vrede zij met hem - met Allah heeft gesproken. Ik zag er onbeschrijfelijke wonderen, die ik voor onmogelijk zou houden, als ik ze niet zelf had gezien. Dus vrienden, ik verzeker jullie, dat mijn droom niet te overtreffen is - en dat het gebak mij toekomt."
Vervolgens was Johannes aan de beurt: " Wat vertel je me daar! Ben je op aarde gebleven? Wel, ik kreeg ook bezoek en wel van mijn verlosser Jezus - Gods vrede zij met hem -, die mij opdroeg hem naar de hemel te volgen. Daar kreeg ik de kans om te proeven van alle geneugten van de Hemelen. Jij hebt alleen maar de Sinaï doorkruist, terwijl ik alle hemelen mocht bezoeken. Denk je, dat jouw droom de mijne overtreft? Dat denk je toch niet in ernst!" aldus Johannes.
Nu wilden beiden de droom van Rahiem horen.
Die begon aldus: "Beste vrienden, wat moet ik zeggen? Ook ik heb bezoek gehad en wel: van mijn pleiter, Mohammed - moge Allah's welgevallen zijn deel zijn. Die zei tegen me: "Rahiem, sta op het tijd. Nu kun je nog iets eten! Snel want de tijd is haast verstreken!" Hij drong zozeer aan, dat ik geen keus had. Behalve het gebak was er niets te eten, dus at ik dat maar op. Dat is alles wat ik heb gedroomd!"
De twee anderen sprongen overeind en riepen: "Wat! Heb je in je eentje alles opgegeten? Had je ons er niet bij kunnen roepen?"
Rahiem antwoorde: "Roepen, vragen jullie! Jongens, ik heb nog nooit in mijn leven zo hard geschreeuwd. En wie hoorde mij? Niemand, want jullie zaten op de Sinaï en in de hemel! Nu is mij duidelijk geworden, waarom jullie niet op mijn geschreeuw af kwamen."
Zijn vrienden keken elkaar aan en schoten in de lach.
"We waren hetzelfde met jou van plan, maar je bent ons voor geweest. Zoiets heet: de bedrieger bedrogen!"
En alle drie zeiden tegen elkaar: "Satan verschijnt in verschillende gedaanten om je geloof en je vrienden af te pakken, maar bij ons was zijn poging vruchteloos. Want met een schaal gebak heeft hij ons niet uit elkaar kunnen drijven.
Daarom zeggen we:
"Laat je niet verleiden door de lagen en listen van Satan en: vergeet nooit hoe kostbaar ware vriendschap is."
De Profeet Ibrahim (aleihi salaam) verliet Egypte vergezeld door zijn neef Lut (Lot) die daarna naar de stad Sadum (sodom) ging die aan de westerse kust van de Dode Zee lag.
De stad was gevuld met kwaad. De inwoners beloerden, beroofden en vermoorden reizigers. Een ander gemeenschappelijk kwaad onder hen was dat de mannen seks hadden met mannen in plaats van met vrouwen. Deze onnatuurlijk daad werd later bekend als sodomie (naar de stad Sodom). Het werd openlijk en schaamteloos bedreven.
Op het toppunt van deze misdrijven en zonden openbaarde Allah aan Profeet Lut (aleihi salaam) dat hij de mensen moest aansporen om hun ongepast gedrag op te geven maar ze waren zo diep verzonken in hun immorele gewoontes dat ze doof waren voor Luts preken. Ondergedompeld in hun onnatuurlijke begeertes weigerden ze te luisteren,
zelfs toen Lut hen waarschuwde voor Allahs bestraffing. Ze dreigden hem uit de stad te verdrijven als hij zou blijven prediken.
Allah openbaarde:
« Ook het volk van Lut verloochende de boodschappers. Toen hun broeder Lot tot hen zeide: "Wilt gij niet rechtvaardig worden? Waarlijk, ik ben u een getrouwe boodschapper. Vreest daarom Allah en gehoorzaamt mij. En ik vraag u er geen beloning voor. Mijn beloning is slechts bij de Heer der Werelden. Nadert gij van alle schepselen de mannen? En verlaat gij uw vrouwen, die uw Heer voor u heeft geschapen? Neen, gij zijt een volk dat de perken te buiten gaat."
Zij zeiden: "Als gij niet ophoudt, o Lut, zult gij zeker worden verbannen."
Hij zeide: "Waarlijk, ik veracht uw handelwijze. Mijn Heer, red mij en mijn familie van hetgeen zij doen."
Daarom redden Wij hem en zijn hele gezin. Behalve een oude vrouw die achterbleef. » {26:160-171}
Het gedrag van Luts mensen bedroefde zijn hart. Hun ongezonde reputatie verspreidde zich door het land terwijl hij er tegen vocht. De jaren gingen voorbij en hij bleef aanhoudend in zijn missie maar het mocht niet baten. Niemand reageerde op zijn oproep en geloofde behalve zijn familieleden en zelfs in zijn huishouden geloofden niet alle leden. Luts vrouw was, net als Nuhs vrouw, een ongelovige.
Allah verklaarde: « Allah vergelijkt de ongelovigen met de vrouw van Nuh en met die van Lut. Zij behoorden aan twee Onzer rechtvaardige dienaren maar zij waren hun ontrouw. Daarom baatten haar echtgenoten haar niet tegen Allah, en er werd tot hen gezegd: "Gaat het Vuur in tezamen met degenen die er binnengaan." » {66:10}
Als thuis de plek voor gemak en rust is, dan had Lut er geen gevonden, hij werd zowel binnen als buiten zijn eigen huis gekweld. Zijn leven was een aanhoudende kwelling en hij leed zwaar maar hij bleef geduldig en standvastig met zijn mensen. De jaren gingen voorbij en nog steeds geloofde er niet eentje
in hem. In plaats daarvan kleineerden ze zijn boodschap en daagden hem bespottend uit: « "Breng de straf van Allah over ons als gij de waarheid spreekt." » {29:29}
Verpletterd door wanhoop bad Lut tot Allah om hem de overwinning te schenken en de verdorven te vernietigen. Daarom verlieten de engelen Ibrahim (aleihi salaam) en gingen naar Sadum, de stad van Lut (aleihi salaam). Ze bereikten de muren van de stad in de namiddag. De eerste persoon die ze zag was Luts dochter die bij de rivier zat en haar kruik met water vulde. Toen ze haar gezicht omhoog wendde en hen zag, was ze verbijsterd dat er mannen van zulke uitzonderlijke schoonheid waren op aarde.
Eén van de drie mannen (engelen) vroeg haar: "O jongedame, is er een plaats om te rusten?"
Zich het karakter van haar mensen herinnerend, antwoordde ze: "Blijf hier en ga niet naar binnen totdat ik mijn vader in heb gelicht en terug ben." Haar kruik bij de rivier achterlatend rende ze naar huis.
"O,vader!" schreeuwde ze. "Je wordt verwacht door jongemannen bij de stadspoort en ik heb nog nooit gezichten als die van hen gezien!"
Lut voelde zich gekweld en rende zo snel mogelijk naar zijn gasten. Hij vroeg ze waar ze vandaan kwamen en waar ze naartoe gingen.
Ze beantwoordden zijn vragen niet maar vroegen of hij hungastheer kon zijn. Hij begon met ze te praten en benadrukte het de aard van zijn mensen. Lut was gevuld met tumult; hij wilde zijn gasten overtuigen, zonder hen te beledigen, om daar niet de nacht door te brengen, maar aan de andere kant wilde hij hen tegemoet komen in de verwachte gastvrijheid die normaal aan gasten werd geschonken. Tevergeefd probeerde hij hen het gevaar van de situatie in te laten zien. Uiteindelijk vroeg hij hen te wachten tot de nacht viel zodat niemand hen zou zien.
Toen de duisternis over de stad viel escorteerde Lut zijn gasten naar zijn huis. Niemand was zich bewust van hun aanwezigheid. Maar toen Luts vrouw hen zag, sloop ze stil het huis uit zodat niemand haar opmerkte. Snel rende ze naar haar mensen met het nieuws en het verspreidde zich over alle inwoners als een vuurtje. De mensen haastten zich opgewonden naar Lut. Lut was verrast door hun ontdekking van zijn gasten en vroeg zich af wie hen geïnformeerd kon hebben. De zaak werd duidelijk maar hij kon zijn vrouw nergens vinden wat hem nog meer verdriet bezorgde.
Toen Lut de meute zijn huis zag naderen, sloot hij de deur maar ze bleven erop bonzen. Hij zei hen de bezoekers met rust te laten en Allahs bestraffing te vrezen. Hij drong er op aan dat ze seksuele bevrediging bij hun vrouwen zouden zoeken opdat Allah datgene wettig had gemaakt.
Luts mensen wachtten totdat hij zijn korte preek beëindigd had en barstten toen in lachen uit. Verblind door passie ramden ze de deur in. Lut werd erg kwaad maar hij stond machteloos tegenover deze gewelddadige mensen. Hij was niet in staat het misbruik van zijn gasten te voorkomen maar bleef stevig staan en bleef op de meute inpraten.
Op dat verschrikkelijke moment wenste hij dat hij de kracht had om ze allemaal weg te duwen van zijn gasten. Zijn gasten zagen hem in staat van hulpeloosheid en verdriet en zeiden: "Wees niet bezorgd of bang Lut want wij zijn engelen en deze mensen zullen jou niet schaden."
Toen ze dit hoorden was de meute doodsbang en vluchtte van Luts huis en ze riepen hem dreigementen toe terwijl ze weggingen. De engelen waarschuwden de Profeet Lut (aleihi salaam) dat hij zijn huis moest verlaten voor zonsopgang en zijn familie mee moest nemen behalve zijn vrouw.
Allah had bepaald dat de stad Sadum verwoest zou worden. Een aardbeving deed de stad hevig schudden. Het was alsof een machtige kracht de hele stad opgetild had en in één schok had neergeworpen. Een storm van stenen beregende de stad. Iederen en alles was vernietigd, inclusief Luts vrouw.
Allah vertelt over dit verhaal: « En vertel hun van Ibrahims gasten. Toen zij bij hem binnentraden zeiden zij "Vrede", hij antwoordde: "Voorwaar, wij vrezen u."
Zij zeiden: "Vreest niet, wij geven u blijde tijding over een zoon, die met kennis zal zijn begiftigd."
Hij zeide: "Geeft gij mij blijde tijding hoewel de ouderdom mij heeft achterhaald? Wat is het dan, waarover gij mij blijde tijding geeft?"
Zij zeiden: "Wij hebben u inderdaad in waarheid blijde tijding gegeven, behoor dus niet tot hen die wanhopen."
Hij zeide: "Wie kunnen aan de genade van hun Heer wanhopen, dan de dwalenden?" Hij zeide: "Wat is uw taak, o gij boodschappers?"
Zij zeiden: "Wij zijn naar een schuldig volk gezonden. Doch wat de familie van Lot betreft, hen zullen Wij allen redden. Behalve zijn vrouw. Wij hebben besloten, dat zij tot degenen zal behoren die achterblijven."
Toen de boodschappers tot de familie van Lut kwamen, zeide hij: "Voorwaar, gij zijt een groep vreemdelingen."
Zij zeiden: "Neen, wij zijn met hetgeen waarover zij (de ongelovigen) twijfelden tot u gekomen. En wij zijn met de waarheid tot u gekomen en wij spreken zeker de waarheid. Ga daarom gedurende de nacht met uw familie weg en volg achter hen. En laat niemand uwer omkijken en gaat waarheen u is bevolen."
En Wij deelden hem dit gebod mede dat hun levenswortel tegen de morgen zou worden afgesneden. En de mensen der stad kwamen verheugd.
Hij zeide: "Dit zijn mijn gasten maakt mij daarom niet te schande. En vreest Allah en onteert mij niet."
Zij zeiden; "Hebben wij u niet verboden de mensen (te ontvangen)?"
Hij zeide: "Dit zijn mijn dochters als gij iets wilt doen."
Bij uw leven, dezen zwerven in hun bedwelming blindelings rond. Dus overviel de straf hen bij zonsopgang. En Wij keerden de stad ondersteboven en Wij deden brokken klei over hen regenen. Hierin zijn voorzeker tekenen voor hen die onderzoeken. En zij ligt aan een bestaande weg. Hierin is voorzeker een teken voor hen die (willen) geloven. » {15:51-77}
Ook verklaard Allah: « Daarom redden Wij hem en zijn hele gezin. Behalve een oude vrouw die achterbleef. Daarna vernietigden Wij de anderen. En Wij deden een regen op hen regenen, en vreselijk was de regen voor hen, die waren gewaarschuwd. Daarin is waarlijk een teken maar de meesten hunner willen niet geloven. En voorwaar, uw Heer is de Machtige, de Genadevolle » {26:170-175}
Het boek was gesloten voor de mensen van Lut (aleihi salaam). Hun steden en namen werden gewist van het aardoppervlak. Ze zijn uit het geheugen verwijderd. Eén van de verdorven boeken was gesloten.
Lut (aleihi salaam) ging richting Ibrahim (aleihi salaam). Hij bezocht hem en toen hij het verhaal van zijn mensen vertelde, verbaasde het hem dat Ibrahim (aleihi salaam) dit al wist. En dus ging Lut (aleihi salaam) door met mensen uit te nodigen tot Allah net als Ibrahim (aleihi salaam) de geduldige die zich berouwvol tot Allah wendde, en de twee hielden stevig vast aan hun missie.
Er was ooit geleden een machtige koning, hij was rijk een regeerde over een groot deel van de wereld. Op een dag kwam hij op het idee zijn rijk te gaan inventariseren. Hij gaf opdracht aan zijn leger om zich klaar te maken voor een tocht door zijn rijk. Hij wilde het mooiste kleding dragen dus hij liet het mooiste kledingstuk voor hem laten zoeken uit de klerenkasten. Al zijn onderdanen gaan als de bliksem voor hem zoeken en komen terug met een heel mooie kledingstuk. Maar nee hoor hij accepteert niet dat zij het zo snel hebben gevonden en hij laat ze nogmaals zoeken tot ze met een heel mooi kledingstuk komen. Hetzelfde verhaal doet hij bij het zoeken naar een mooie paard. Zo gaat de koning met zijn grote leger op pad. De weg die ze nemen gaat door een bos. De bos wordt dichter en de weg wordt steeds smaller. Het pad wordt zo smal dat alleen de koning voorop kan rijden. Plotseling verschijnt in het verste een oud man. Ze komen steeds dicht bij elkaar. Tot hij oog in oog met de koning staat. De koning spreekt de oude man aan uit de weg jij maar nee hoor de oude man kwam steeds dichterbij. De koning zegt tegen de oude manof je gaat uit de weg of ik laat een van mijn soldaten op je afkomen. De oude man gaat naast de koning staan die op zijn paard zit en maakt zich groot en fluistert in de oren van de koning ik ben de engel des doods (malik al maout) ik kom je leven ontnemen. De koning wordt bang en hij smeekt de engel des dood om zijn leven te sparen. Hij zegt: nee ik kan niet dood gaan ik ben de koning ik heb nog zoveel te doen. Ik ben nu met een heel grote klus bezig ik ga mijn rijk inventariseren en ik heb nog niet besloten wie van mijn zonen mij gaat opvolgen. spaar me alstublieft roept hij. de engel des dood pakt de koning bij zijn kraag en sleurt hem naar de grond en pakt zijn leven af. De machtige koning maakt een verschrikkelijke en pijnlijke dood. De engel des dood volgt zijn pad verder in de bos. Hij komt een man tegen en die man groet hem asalamoe 3alaikom de engel des doods maakt zijn identiteit bekend en geeft aan dat hij zijn leven komt ontnemen. De man zegt nogmaals Asalamoe 3alaikom, welkom welkom de engels des dood verbaast zeg. Die man is niet bang van mijn de engel des dood zegt tegen de man ik heb opdracht gekregen van Allah om jou te laten kiezen hoe en waar je sterft de man zegt: ik wil graag twee rak3aat bidden en in de laatste rak3a als ik soejoed doe en met mijn voorhoof de grond raak mag je me leven ontnemen de engel des dood verbaast zich weer en zegt moet je niet naar familie, moet je geen testament achter laten en moet je je kinderen nog een laats raad geven nee hoor beantwoord de man ik heb al mijn bezittingen als giften aan de armen gegeven en mijn kinderen vertrouw ik aan mijn oprechte vrouw, zij zal hun het rechte pad van Allah wijzen. Ik ben klaar om naar mijn lieve heer te gaan De oprechte man maakt een heel fijne dood mee en gaat naar de hemel. De rijke koning maakt een verschrikkelijke dood mee en gaat naar de hel.
Er was eens een meisje dat bijna ging trouwen en zoals elke meid in haar leeftijd en situatie droomde ze altijd van een mooi leventje met haar man, een leven vol met liefde en geluk. Maar dat gebeurde helaas alleen maar in sprookjes, ze besloot om naar een oude wijze vrouw te gaan waarvan bekend was dat ze een hele gelukkige en liefdevolle leven had met haar man. Haar man hield zoveel van haar en hoe ouder ze werden hoe meer hun liefde werd, op zijn 90 jarige leeftijd zong hij nog liefdes liedjes voor haar. Hoe zoân oude vrouw haar man toch zo gek en gelukkig wist te maken wat was haar geheim? Dat wou het meisje heel graag weten. Dus ze vroeg de wijze vrouwâ¦.Wat is het geheim achter uw geluk?
Is dat het bereiden van heerlijke maaltijden?
Of de schoonheid?
Of het krijgen van kinderen?
Of is het wat anders?
De wijze vrouw zei: het krijgen van een gelukkig leven is in de handen van de vrouw, zij kan ervoor zorgen dat haar leven met haar man gelukkig is en zij kan ervoor zorgen dat haar leven met haar man een hel wordt!
Waarna het meisje zei: Zeg maar niet dat het geld is, want heel veel rijke vrouwen zijn ongelukkig. En zeg maar niet dat het kinderen zijn, want heel veel vrouwen hebben 10 kinderen gekregen, maar hun man behandelt hun slecht zonder respect en ze scheiden zelfsâ¦Dus wijze vrouw vertel me eens wat is uw geheim? Wat doet u als uw man boos en geïrriteerd is, wat doet u als er problemen zijn?
De wijze vrouw zei: als mijn man boos wordt en dan wordt hij meestal ook erg geïrriteerd, dan zwijg ik uit respect. Ik laat hem zich uiten hoe die wilt, maar pas op dat je niet zwijgt met een blik van minachting want een slimme man heeft het snel door!
Toen vroeg het meisje: ga je dan ook de kamer uit?
Nee zei de vrouw. NIET DOEN! Dan denkt hij dat ik vlucht en dat het mij niet interesseert wat hij voelt, hij wilt hoe dan ook dat ik naar hem luister, dus ik zwijg en geef hem gelijk in alles wat hij zegt, tot dat hij rustig wordt, daarna pas ga ik de kamer uit en maak ik af waar ik mee bezig was. Nu wilt hij even alleen zijn, eventjes rust hebben, omdat hij moe is na het âverklaren van oorlogâ? tegen mij.
Wat doe je daarna, ga je afstandelijk doen om wraak te nemen? Dus spreek je hem een week niet?
Nee zei de vrouw. NIET DOEN! Als je hem een week niet spreekt, dan zal hij het in het begin moeilijk vinden, maar hij zal daarna heel snel aan wennen. Dus als je hem een week niet spreekt en afstandelijk doet, dan zal hij dat 2 weken doenâ¦Laat hem er aan wennen dat je de lucht bent die hij ademt en het water dat hij drinkt en laat hem niet alleenâ¦.
Wat doe je dan? Na 2 uurtjes ongeveer breng ik hem een kopje koffie of een glaasje sinaasappelsap. Omdat hij het nodig heeftâ¦dan vraagt hij me: ben je niet boos? Ik zeg nee
En danâ¦â¦â¦ begint hij zijn excuses aan te bieden en laat hij me de allerliefste woorden horen
En geloof je dan zijn lieve woorden?
Natuurlijk, want ik heb vertrouwen in en ik ben niet dom, zei de wijze vrouw
Toen zei het meisje en je eer? Hij heeft je beledigd toen hij boos was?
De wijze vrouw zei: je eer hou je aan jezelf door niet te geloven wat een boze man zegt, zelfs de islam accepteert de scheiding van boze een man niet, een man die tala9 zegt terwijl hij boos is, waarom zou ik het dan wel doen met wat hij zei? Dus ik vergeef hem alles en dan heb ik ook een lesje geleerd, want goed luisteren naar hem heeft wat goeds gebracht, zonder afstandelijk te doen zonder woord terug te zeggen heeft hij het uit zichzelf goed gemaakt en op wat voor manier!
"Dat gaat jou helemaal niets aan! Waarom wil jij dat weten?" zei de moeder wat geïrriteerd.
"Ik wil het gewoon weten. Mag ik alstublieft weten hoeveel u verdient per uur?" vroeg Mohammed nogmaals.
"Als je het graag wilt weten, ik verdien 7 euro per uur."
"Oh, " zei Mohammed met een gebogen hoofd. Hij keek zijn moeder aan en vroeg "moeder, kan ik dan misschien alstublieft 4 euro lenen van u?"
De moeder begon boos te worden en zei: "als dit de reden is dat je me vroeg hoeveel ik verdien zodat je geld van me kan lenen voor een stom speeltje of iets stoms dan kun je nu meteen richting je kamer lopen om meteen naar bed te gaan en denk er goed over na hoe egoïstisch je wel niet bent. Ik werk lang en hard, elke dag opnieuw en heb geen tijd voor kinderachtige spelletjes."
De kleine Mohammed marcheerde stilletjes en teleurgesteld naar zijn kamer. Hij had zo hard die 4 euro nodig anders kon hij niet kopen wat hij al zo lang wilde hebben. De moeder moest denken aan haar zoon zijn vraag. Hoe durfde hij zoiets te vragen aan haar om geld te kunnen krijgen. Na een uur nadat de moeder wat kalmer was geworden bedacht de moeder zich of ze niet wat te hard is geweest tegen haar zoon. Misschien was er een reden dat hij dat geld nodig had want hij vraagt toch echter nooit om geld. Met een knagend geweten ging de moeder bij haar zoon kijken. "Slaap je?" vroeg ze.
"Nee moeder, Ik ben wakker" antwoordde Mohammed.
"Ik heb nagedacht en misschien ben ik toch wat hard geweest tegenover jou" zei de moeder. "Het was een lange zware vermoeide dag en dat heb ik op jou afgereageerd. Hier heb je die 4 euro waarom je vroeg."
Mohammed schoot rechtovereind en bedankte zijn moeder. "Oh,dank u wel moeder, dank u wel!" riep hij uit blijdschap. Hij friemelde wat onder zijn kussen en pakte wat kleingeld erbij die hij onder zijn kussen verstopt had. De moeder keek verbaasd en werd boos toen ze zag dat Mohammed al zelf geld had. Mohammed begon langzaam zijn geld te tellen, uit blijdschap schitterden zijn ogen toen hij het geld zag en moest meer en meer glimlachen. Wat was Mohammed blij. Nu kon hij eindelijk kopen wat hij wilde.
"Waarom wil je meer geld als je al geld hebt?" Vroeg de moeder.
"Omdat ik niet genoeg had, maar nu wel" zei Mohammed. "Moeder, ik heb nu 7 euro... Kan ik een uur kopen van uw tijd?"
Niet lang geleden, kwamen drie vrienden naar New York City. Ze besloten om in een hotel te verblijven gedurende hun bezoek. Zo gebeurde het dat ze een kamer kregen op de 60ste verdieping. Het beleid van het hotel was dat iedere nacht na 12 uur 's nachts de liften gesloten werden vanwege de veiligheidsredenen. Dus de volgende dag, huurden de drie vrienden een auto en gingen uit om de stad te verkennen. Ze genoten van films, concerten en andere dingen de hele dag door. Op een gegeven moment, herinnerden zij dat ze terug moesten gaan naar het hotel voor middernacht. Toen ze aankwamen, was het al over twaalven. De liften waren gesloten. Er was geen andere weg om terug naar hun kamer te gaan behalve de trap op helemaal tot de 60ste verdieping. Plotseling kreeg een vriend een idee. Hij zei, "De eerste 20 verdiepingen, zal ik grapjes vertellen om ons bezig te houden. Dan kan een ander verhalen met wijsheid vertellen de volgende 20 verdiepingen. Uiteindelijk kan de laatste persoon 20 verdiepingen met droevige verhalen vullen." Dus, één van de vrienden begon met de grappen. Met gelach en plezier, bereikten zij de 20ste verdieping. daarna begon een andere vriend verhalen te vertellen vol met wijsheid. Dus leerden zij heel wat, terwijl zij de 40ste verdieping bereikten. Nu was het tijd voor de droevige verhalen. Dus de derde vriend begon, "Mijn eerste droevig verhaaltje is dat ik de kamersleutel in de auto heb achtergelaten."
wat is het moraal van dit verhaal? Dit verhaal lijkt op ons levenscyclus. De eerste twintig jaren van ons leven spenderen wij de tijd met grappen en genieten van wat dan ook. Dan nadat we 20 zijn geworden, gaan wij werken, trouwen, krijgen kinderen en dit is de tijd dat wij onze wijsheid gebruiken. en als we 40 zijn geworden, zien we uiteindelijk de witte haren en beginnen we te denken dat ons leven aan een eind is gekomen en de droefheid/spijt begint.
Het is beter dat we het begin van ons leven starten met de dood te herinneren dan dat we op het eind van ons leven ons erop voorbereiden wanneer weinigen van ons nog de energie hebben om Allah volledig te gehoorzamen
In de Naam van Allah de Barmhartige de Genadevolle
Jouw moeder
Na je een aantal maanden in haar buik te hebben gedragen, met alle pijn die erbij komt, kwam je als baby schreeuwend de wereld binnen. Toen er voor het eerst wat uit je mond kwam, was het je gehuil. Je moeder keek uit alle blijdschap en huilend naar jou, haar pas geboren kind. Je moeder gaf je een intensieve verzorging je eerste twee jaren. Je moeder beleefde slapeloze nachten, wallen onder haar ogen, vermoeidheid gedurende de hele periode. Toch bleef ze doorgaan. Ze deed wat in haar ogen goed leek voor haar kind. Ze liet je trots aan iedereen zien en zag haar tweede functie in deze wereld erbij komen: MOEDER!
Ze maakte alles mee met jou: je eerste hapje, de eerste keer dat je recht kon zitten zonder om te vallen, de eerste keer dat je kon staan, de eerste keer dat je kon lopen, dat je eindelijk niet meer brabbelde maar iets kon zeggen. Je groeide op en de band tussen jouw en je moeder werd als maar sterker en sterker. Je kwam thuis van school, het eerst wat ze vroeg of je een leuke dag hebt gehad en of je honger hebt. Ze verschoonde je kleren, ruimde de troep op die jij thuis allemaal maakte, verschoonde jou. Ruimde je kamer op, waste je kleren, kamde je haren. Dit kan jij je nog gelukkig allemaal herinneren. Al die leuke tijden met je moeder toen je nog klein was. Je groeit, van basisschool, naar het voortgezet onderwijs. Je eerste baan, de eerste keer dat je zelf wat kocht. Je was trots en liet het gauw aan je moeder zien. Ze was blij om haar kind te zien. Je groeide door en door tot je uiteindelijk afgestuurd was en een Bac. of Drs. voor je naam mocht zetten. Je kreeg een baan en werkte hard om te sparen voor je toekomst. Je realiseerde je dat het tijd was om op zoek te gaan naar een echtgeno(o)ot(e). Je besprak het met je moeder, zij hielp jou ermee. Je trouwdag! De speciale dag voor jullie beide. Je kijkt naast je en ziet weer je moeder naast je staan, alhamdoelilah denk je dan. Alhamdoelilah dat jij (mijn moeder) deze dag mag en kan meemaken. En zo ook je eerste kind. Je bent blij dat je die krijgt en feliciteert je moeder dat ze oma is. Soebhana Lah, hoe mooi kan het leven zijn.
Realiseer je je dit wel? Realiseer je je hoe vaak je moeder er voor jou was, hoe vaak ze uit vermoeidheid en pijn toch nog dingen voor jou heeft gedaan of gemaakt. Realiseer je je hoe vaak jouw moeder jou beschermd heeft tegen al het kwade/erge? Realiseer je je dat jouw moeder jou 9 maanden heeft gedragen in haar buik, en totdat je volwassen werd ze zich elke dag druk om jouw maakte en nog steeds doet? Realiseer je je dat op het moment dat jij buiten bent en het laat maakt, dat zij zich met de minuut meer zorgen gaat maken? Realiseer je je welke rechten je moeder allemaal heeft?
Nou stel .. stel dat je jouw moeder alleen van fotos kent, stel dat je geen enkele herinnering hebt aan jouw moeder. Stel dat je toen je groot werd te horen kreeg dat jouw echte moeder overleden is en dat de vrouw van je vader je stiefmoeder is. Stel dat je samen met je buurjongen schoenen gaat kopen. Je buurjongen rent naar zijn moeder om zijn nieuwe schoenen aan haar te laten zien, naar wie zou jij rennen als je geen moeder had? Aan wie zou jij je schoen, diploma, nieuwe auto of wat dan ook laten zien?
Beeld je eens voor hoe je trouwdag zou zijn, zonder je moeder. Zou je niet hebben gewild dat je moeder dan naast jou stond, al was het maar voor 1 seconde. Al was het maar alleen om te zeggen: bedankt, mama, bedankt voor alle liefde die je me hebt gegeven. Bedankt voor je opvoeding! Bedankt, dat jij de reden bent dat ik nu hier sta!
Vele jongeren van nu zien niet in wat voor belangrijke rol hun moeder speelt in hun leven tót hun moeder overlijdt. La 7awla wa la qoewata illa bilah! Vraag je moeder altijd om jouw te vergeven voor alles wat je haar (onbewust) hebt aangedaan! Vraag haar om altijd dou3aa voor jou te doen. Vraag haar om tevreden met jou te zijn en te zeggen : Lahie rda3liek!
Wellicht kun je je dit niet allemaal voorstellen, maar 1 ding is zeker: de dag dat je moeder er niet meer voor je zal zijn, zou je toch hebben gehoopt dat je vaker met je moeder was. Dat je vaker je moeders voorhoofd en handen kuste. Dat je vaker je moeder vroeg om dou3aa voor je te doen. Opdat moment zou je alles doen om je moeder terug te laten komen, maar helaas.
Laten we Allah swt vragen om genadig te zijn met onze moeders en om hun al hun zondes te laten vergeven. Als je in je gebed dou3aa doet, vergeet dan zeker niet om dou3aa voor jouw moeder te doen.
Moge Allah ons leiden.Allahoema Amien
Afz: jullie broeder, een persoon die zich niets van zijn moeder kan herinneren en weet en voelt wat hij mist!
Asalaam Aleikum, Kwam dit mooie verhaal tegen en wilde die met jullie delen (alhoewel enkelen van jullie het wel zullen kennen).
Aboljazid Elbastami, een vrome moslim die na de Profeet (vzmh) en na de Sahaba leefde (Tabiien), droomde eens de Profeet (sallahu 3alayhi wassalam) die hem in zijn droom vroeg om op te staan en naar de kerk te gaan, Waar de christenen een feestdag zouden vieren, en je zal met behulp van Allah een wonder meemaken.
Aboljazid stond op en ging op weg en ging uiteindelijk in de kerk ergens tussen de christenen zitten. Daarna stond de pastoor op om zijn preek te houden. Maar nog voor hij maar een woord had uitgesproken, zei hij tegen de menigte dat hij niet eerder zal beginnen zolang een Mohammedaan in hun midden zat. Ze begonnen allemaal om zich heen te kijken tot zij iemand hadden ontdekt die zij nooit eerder tussen hen hadden gezien. Toen vroegen ze de pastoor hoe hij wist dat er tussen zoveel mensen een Mohammedaan zat. Hij zei dat de Mohammedanen te herkennen zijn aan hen wit plekje op hun voorhoofd van het vele knielen voor Allah. Hierna vroeg de pastoor Aboljazid om de kerk onmiddellijk te verlaten.
Aboljazid zwoor bij Allah dat hij pas zal weggaan als Allah het wil. Hierna zei de pastoor dat hij hem een vraag zal stellen en als hij die correct beantwoordt, zal hij in leven blijven en anders zal hij gedood worden. Aboljazid Elbastami vertrouwde op de droom en de Profeet (sallahu 3alayhi wassalam) en zei dat hij met behulp van Allah de vraag zal beantwoorden.
Goed, zei de pastoor, vertel me maar . Waarvan is er één en geen twee? Waarvan zijn er twee en geen drie? Waarvan zijn er drie en geen vier? Waarvan zijn er vier en geen vijf? Waarvan zijn er vijf en geen zes? Waarvan zijn er zes en geen zeven? Waarvan zijn er zeven en geen acht? Waarvan zijn er acht en geen negen? Waarvan zijn er negen en geen tien? Wat wordt altijd tien keer verdubbeld? Wie zijn de elf broers? Welk wonder bestaat uit 12 dingen? Wat is dertien? Wat ademt zonder dat het leeft? Welk graf zocht zelf, degene die voor dat graf bestemd was, op? Wie hebben gelogen en zijn naar het paradijs gegaan? Wie hebben de waarheid gesproken en zijn naar de hel gegaan? Wat is een boom met 12 takken, met aan elke tak 30bladeren en aan elk blad 5 vruchten waarvan er drie in de schaduw en twee in de zon zitten. "Antwoord maar, zei de pastoor tegen Aboljazid Elbastami.
Hetgeen waarvan een is en geen twee is Allah. zeg, hij is Allah de enige! Hetgeen waarvan twee zijn en geen drie zijn de dag en de nacht ! Hetgeen waarvan drie zijn en geen vier zijn de drie gebeurtenissen: de gezonken boot, het doden van het jongetje, en afbreken van de muur. (gebeurtenissen tijdens de reis van Moesa