Moge Allah ‘azza wa djal onze kennis doen vermeerderen, Ameen. Moge Allah ons leiden naar de waarheid en ons weerhouden van het slechte, Ameen. Moge Allah ons sieren met de schoonheid van Imaan & Taqwa, Ameen.
Van jongs af aan horen we van onze ouders, leraren en leraressen, dat we veel van Allah moeten houden, en dat die en die metgezel die zoveel van Allah hield, aan het einde dat en dat bereikte.
Maar hoe zit het met het omgekeerde? Houdt Allah ook van ons? Hoeveel houdt Allah van ons? Dat is waar het dit keer over gaat: de liefde van Allah . Hoeveel houdt Allah van ons? Hoe is onze relatie met Allah? Wij moeten goed in de gaten houden dat onze relatie tot Allah gebaseerd is op liefde
Allah houdt ervan om ons te vergeven en Hij wil ons maar al te graag het paradijs laten binnen gaan, en deze relatie is niet, zoals velen denken, gebaseerd op haat en angst voor het hellevuur. Het mooiste is, dat wanneer je Allah aan het aanbidden bent, je er blij mee bent dat jij dat kan doen, je bent er trots op, je houdt ervan om Allah te aanbidden! Dit is een groot verschil met iemand die Allah aanbidt omdat hij bang is om anders in het vuur te belanden.
Jullie vragen je nu vast af: wat zijn de bewijzen dat Allah van ons houdt? Hier een aantal overleveringen:
De Profeet (vzmh) zegt: Als Allah van een dienaar houdt, dan roept Hij Djibriel (Gabriël): Djibriel, Ik houd van diegene (en noemt hem bij naam), dus jij houdt ook van hem! Dan roept Djibriel: Jullie in de hemelen, Allah houdt van die en die, dus houdt ook van hem! En daarna wordt de liefde voor hem ook op aarde gezaaid.
Stel je voor, Allah (VVIH) houdt van jou, dan noemt Hij jou bij jouw eigen naam! Djibriel gaat ook van je houden, hij die met de Profeet de hemelse reis heeft meegemaakt, hij die ons de Qoer'aan heeft gebracht, hij gaat ook van je houden. En daarna roept hij ook de anderen in de hemelen, dus alle profeten, Moesa (Mozes), Iesa (Jezus), Soeleiman (Salomo), Sajjida Marjam (Maria). Stel je eens voor dat Ibrahiem (Abraham) ook van jou gaat houden. En boven dat alles komt nog dat ook mensen hier op aarde van je gaan houden, omdat Allah van je houdt! Vaak komt het voor dat je iemand aardig vindt, dat je hem of haar liefhebt, maar je durft het tegen niemand te zeggen, je houdt het voor jezelf. Maar nee, Allah (VVIH) laat het iedereen weten; alle engelen, alle profeten, en ook nog alle mensen gaan van je houden. Allah (VVIH) zegt in een hadieth qoedsi (overlevering van Allah): Mijn dienaar komt het meest dichtbij Mij met de dingen die Ik hem verplicht heb. En hij komt steeds dichterbij met de vrijwillige daden, totdat Ik van hem houd. En als Ik van hem houd, dan ben Ik zijn oor waarmee hij luistert, zijn oog waarmee hij ziet, zijn hand waarmee hij handelt, zijn voet waarmee hij wandelt, en als hij Mij vraagt, dan geef Ik hem en als hij Mij om bescherming vraagt, bescherm Ik hem. Wat betekent ik ben zijn oor waarmee hij luistert en .? Hij zal je ervan weerhouden om naar het verbodene te luisteren en stel dat het toch een keer gebeurt, dan komt het nooit in je hart, Hij laat het nooit gebeuren dat je naar verboden dingen kijkt, maar als het een keertje voorkomt, blijft ook dat ver van je hart, etc.
Op een keer was de Profeet (vzmh) bij een paar metgezellen en het was erg warm. Zij zagen een moeder die haar zoontje tegen de zon probeerde te beschermen. De profeet (vzmh) zei tegen zijn metgezellen: Zien jullie die moeder, hoe zij met haar zoontje omgaat? Allah is Barmhartiger ten opzichte van jullie dan deze moeder ten opzichte van haar zoon.
Dus zoveel houdt Allah (VVIH) van ons. Hoeveel houden onze moeders van ons? Dat is niet te beschrijven, maar dat is niets vergeleken met de liefde van Allah. Toen Ali dit hoorde zei hij: Als er op de dag des oordeels tegen mij wordt gezegd: Laat jouw ondervraging door je ouders gebeuren, dan zou ik hier niet mee instemmen. Waarom niet? Want Allah is Barmhartiger dan onze vaders en moeders! Zou onze moeder het over haar hart kunnen verkrijgen om ons in het vuur te gooien? Maar Allah is nog Barmhartiger dan je moeder! Dit duidt op het niveau van het geloof van Ali (mAtmhz3) en het toont ons wat wij met deze overlevering moeten doen.
De Profeet (vzmh) zegt: De Barmhartigheid van Allah is verdeeld in honderd delen. Hij heeft slechts één deel naar de aarde neergezonden. Op de dag des oordeels haalt Hij de andere 99 delen erbij en verspreidt Hij deze onder zijn dienaren. Dus al die barmhartigheid in deze wereld, alle moeders, de liefde voor familieleden sinds de tijd van Adam (vzmh), is slechts een honderdste deel van alle barmhartigheid? En op de dag des oordeels komt er nog meer barmhartigheid over ons heen? Soebhaan Allah (verheerlijkt is Allah).
De Profeet (vzmh) zegt: Er is zoveel barmhartigheid, dat zelfs de duivel denkt dat hij daar kans op maakt.
Allah zegt in een hadieth qoedsi: Degene die Mij ter lengte van een duim nadert, kom Ik een armlengte dichterbij, en als hij een armlengte dichterbij Mij komt, kom Ik een meter dichterbij, en als hij lopend naar Mij toe komt, ga Ik rennend naar hem toe.
Zo groot is de liefde van Allah voor ons. Hij verwacht slechts een initiatief van ons. En toch zijn er nog mensen onder ons die Allah niet willen aanbidden. Stel je voor dat Allah zou zeggen: als je een armlengte naar mij toe komt, kom ik ter lengte van een vinger naar je toe: dat zouden we al heel wat hebben gevonden, dat Hij in ieder geval naar ons toe komt. Mooier zou zijn: als jij een armlengte naar me toe komt, kom ik ook een armlengte naar je toe. Dat zouden we echt mooi hebben gevonden. Maar Allah blijft ons verassen. Hij bewijst altijd weer dat Hij inderdaad de Barmhartige is, dat Hij Degene is Die het meeste van ons houdt, want Hij komt nog meer jou toe!
De profeet (vzmh) zegt: De eerste hemel in de tweede hemel is als een korrel zand in een woestijn, en de tweede hemel in de eerste is als een korrel zand in een woestijn, , en de zesde hemel in de zevende als een korrel zand in de woestijn, en de zevende hemel is vergeleken met de Troon van Allah als een korrel zand in een woestijn, en de troon in de hand van Allah is als een korrel zand in de woestijn!
We kunnen veel uit deze overlevering begrijpen, maar kun je je voorstellen hoe klein je eigenlijk bent op deze wereld? En toch is de mens het enige wezen dat zo eigenwijs is om nee te zeggen tegen zijn Schepper! En toch is Allah (VVIH) zo Barmhartig voor ons.
En Hij komt elke nacht naar de aardse hemel, zoals in de hadieth qoedsi wordt vermeld, en roept: Is er iemand die een smeekbede heeft, dan vergeef Ik hem, en is er iemand die Mij vraagt dan geef Ik hem, en is er iemand die vergeving vraagt dan vergeef Ik hem. Allah (VVIH) komt helemaal naar ons toe en vraagt ons of wij vergeving nodig hebben? Wat willen wij nog meer? Hij heeft ons geschapen en Hij heeft ons het leven ingeblazen! Ingeblazen wil zeggen dat wij direct van Hem geschapen zijn, zo hoog staan we bij Hem aangeschreven! En daarna gebood Hij de engelen om voor ons te buigen! De engelen, die Allah constant aanbidden en gedenken, en toch is de mens degene die Allah weigert te danken en gedenken! Terwijl Hij zo graag goede daden van ons ontvangt en ons nog liever ervoor beloont:
In een hadieth qoedsi zegt Hij: Een goede daad wordt tien keer zoveel beloond en een slechte daad wordt slechts een keer bestraft!
Ook heeft de Profeet (vzmh) gezegd: Als je een dadel geeft, ontvangt Allah (VVIH) het met Zijn rechterhand en plant het, wanneer je in het paradijs komt is het zo groot als de Oehoed berg. Dit is slechts een dadel. Hoe zit het met de rest van alle dingen die we aan onze arme broeders en zusters geven?
Kijk naar het begin van elk hoofdstuk in de Qoer'aan, het begint met: In de naam van Allah, de Genadevolle, de Barmhartige. Elke dag lees je dat, het geeft je een rustig gevoel. Bij elk gebed zeg je een aantal keer dat Allah de Genadevolle, de Barmhartige is. Waarom heeft hij geen andere namen uitgekozen die Zijn macht over ons weergeven, of hoe streng Hij kan zijn? Om ons altijd een hoop te geven, om ons te stimuleren om vergeving te vragen en berouw te tonen, zodat je weet dat Hij de Barmhartige en Genadevolle is.
Kijk naar de 99 schone namen van Allah, twee duiden op zijn macht: al-Qadier en al-Aziez, drie op zijn boze kant: al-Djabbaar, al-Moentaqqiem en al-Qahhaar, de rest verwijst naar de Barmhartigheid van Allah. Het is alsof Allah tegen ons wil zeggen: Mijn Barmhartigheid overwint mijn woede. En dit zegt Hij inderdaad in een hadieth qoedsi.
Voorbeelden van mensen waarvan Allah (VVIH) houdt:
Chadidja, de eerste echtgenote van de Profeet (vzzmh): De engel Djibriel kwam naar de Profeet (vzzmh) toe en zei: Allah (VVIH) groet Chadidja en Hij heeft een paleis van diamant in het paradijs voor haar gereedgemaakt. Chadidja, de vrouw die de Profeet steunde in moeilijke tijden, de eerste die hem geloofde. Kijk wat ze ervoor terug heeft gekregen, zijn we niet jaloers?
Abdoellah ibn-Hiraam: Hij had negen dochters. Bij de Oehoed slag wilde hij en zijn zoon allebei erg graag meegaan, maar ze konden zijn dochters niet alleen achterlaten. Zij hebben erom geloot en Abdoellah won, hij zei tegen zijn zoon: Bij Allah, als het niet het paradijs was, had ik met je geruild!
Hij wist dat hij in deze veldslag zou overlijden en de beloning voor de martelaren is het paradijs. En inderdaad, hij overleed. Zijn zoon kwam aan het einde van de veldslag naar hen toe om zijn vader te zien. Toen hij bij hem stond zei de Profeet: De engelen zijn nog steeds bij jouw vader en hij is de enige die met Allah heeft gesproken zonder een tussenmiddel. Allah zei tegen hem: Wens wat je wilt, Mijn dienaar. Abdoellah zei: Het is al genoeg dat ik Uw zie, mijn God! Allah zei: Wens wat je wilt, Mijn dienaar. Abdoellah zei: Ik wil weer terug naar het wereldse leven en ik wil weer vechten voor Allah en weer overlijden voor Allah!
Allah zei: Dat is het enige wat Ik jou niet kan geven! Want Ik heb gezegd: En zij zullen nooit naar de aarde terugkeren. Maar je hebt het paradijs!
Waarom voelen wij ons zo groot, zo machtig, terwijl Allah (VVIH) de Machtigste is. Waarom zijn wij te trots om onze harten te verlichten met de liefde van Allah. Hoe meer jij van Hem gaat houden, hoe meer Hij naar je toe komt. De liefde voor Allah is wat jou je handen voor Hem doet opheffen om Hem te smeken, maar zolang je hart vol zit met trots zul je nooit kunnen genieten van de zuivere liefde van Allah!
We zouden graag willen weten of Allah van ons houdt, ja toch? Kijk dan naar de volgende vier punten. Herken je jezelf erin?
- Het volgen van het rechte pad. De Profeet (vzmh) zei: Allah geeft het wereldse aan degenen waarvan Hij houdt en waarvan Hij niet houdt, maar het geloof geeft Hij alleen aan degenen waarvan Hij houdt!
- Het vergemakkelijken van de aanbidding. Als Allah van je houdt, zal Hij het makkelijker voor je maken om Hem te aanbidden en goede daden te verrichten. Soms ben je helemaal niet van plan om iets te doen en dan pakt het volledig anders uit dan je had verwacht, veel positiever, dit is een teken van de liefde van Allah.
- Het bemoeilijken van zonden
Het komt wel eens voor dat al je vrienden iets gaan doen, iets wat niet helemaal in orde is en dat juist jij niet kan of niet mag van je ouders, of plotseling komt er iets tussen: nog een teken van de liefde van Allah voor jou! Hij probeert je zo ver mogelijk van de zonde te houden. Heb vertrouwen in Allah dat Hij jouw grote Beschermer is!
- Een islamitische omgeving
Allah zorgt ervoor dat je vriendenkring ook bezig is met de islaam, dat de sfeer waar je je tijd doorbrengt ook islamitisch is, dat je ver van zonden blijft en van hen die de zonden begaan.
Bismillah Irahman Irahiem, Alhamdolilahi Rabil Alamien Wasalatu wasalamu 'ala khairy khaliqihi Muhamadin wa 'ala aalihi wa sahbihi adjma'ien (In de Naam van Allah de Barmhartige, de Genadevolle. Alle lof zij Allah, de Heer der Werelden. Vrede en zegeningen zij met de beste schepping Mohammed en op zijn afstammelingen, metgezellen en allen)
Ondankbaar
Dit verhaal gebeurde tijdens het feest 'Ied ul Fitr' (afsluiting van de vastenmaand Ramadan). Er was iemand die erg welgesteld was. hij was erg rijk en had een overvloed aan goederen. op die dag kwam een straatarme man (Fakir) en hij belde bij de rijke man aan; de arme zei dat hij op reis was en graag wat wilde eten. de rijke man duwde hem opzij en schold hem uit; joeg hem weg van zijn huis. Hij zei dat hij zijn Ied ul Fitr verstoorde. de rijke man was met zijn vrouw en kinderen aan het feesten. de Fakir voelde zich zeer bedroefd, met zijn totale ziel en geest sprak hij tot Allah (SWT): "O Allah, geef mij ook zulke rijkdommen en ik verzoek U mij ook zo'n dag te schenken, opdat ik in UW naam kan weggeven en dat ik dankbaarheid kan tonen en dat UW arme dienaren kan helpen."
Allah's Wil geschiedde en binnen 1 jaar kreeg de rijke man grote ( ook financiële) tegenslagen. Hij werd uiteindelijk ook een fakir. De eens arme Fakir had echter in 1 jaar tijd zo'n groot succes door Allah's Wil. Toen hij na 1 jaar het ied ul Fitr feest vierde werd er op zijn deur geklopt. Hij vroeg wie aan de deur was. Een stem zei: "Ik ben een Fakir en ik ben arm, ik wil graag iets hebben om te eten" De nieuwe rijke man herkende de Fakir. het was dezelfde man, bij wie hij een jaar gelden had aangebeld." de fakir kreeg zoveel te eten. na het eten zei de rijke man: "Nu mag je ook nog van mijn bezittingen nemen, zoveel als je wenst. Ik was het die een jaar geleden bij jou thuis aangebeld had en jij hebt mij weggezonden. Ik heb Allah (SWT) beloofd, dat als ik iets van Allah's rijkdom zou bezitten, ik de armen zou helpen. Vandaag is het moment aangebroken dat juist u nu bij mijn huis aanbelt. U bent deelgenoot van mijn rijkdom omdat ik toen bij jou had aangeklopt. Je had mij weggejaagd. En vandaag heeft Allah (SWT) mij verrijkt."
Toen hij dat hoorde, begon hij te huilen. Hij begon zich te richten tot Allah (SWT)
Enkele sahaabah (metgezellen) zaten bijeen in de afwezigheid van de Profeet (vrede zij met hem) onder hen waren Khalied ibnoe al-Walied, cAbd ar-Rahman ibnoe cAuwf, Bilaal en Aboe Dharr, terwijl deze laatste in een driftige bui was. Zij waren een bepaald onderwerp aan het bespreken. Aboe Dharr deed een voorstel met betrekking tot een strategische kwestie, hij zei: "Ik stel voor dat het leger zo en zo wordt opgesteld.", waarop Bilaal zei: "Nee, dit is een slecht voorstel. Hierop zei Aboe Dharr: "Zelfs jij, o zoon van een zwarte (vrouw) komt mij verbeteren. Er is geen god dan Allah. Wie ben jij?"
Bilaal stond vervolgens verbaasd, geschrokken en in een staat van grote woede op en zei: "Bij Allah, ik zal de Profeet (vrede zij met hem) hierover informeren!" en hij vertrok vervolgens. Toen hij bij de Profeet (vrede zij met hem) aankwam, zei hij: "Heb jij niet gehoord wat Aboe Dharr over mij heeft gezegd?" Hij (de Profeet, vrede zij met hem) vroeg: "Wat zij hij dan?" Hij (Bilaal) zei: "Hij heeft zus en zo gezegd." Het gezicht van de Boodschapper (vrede zij met hem) veranderde hierop van kleur en Aboe Dharr die reeds op de hoogte was gebracht van het beklag van Bilaal kwam de moskee binnenstormen en zei: "O Boodschapper van Allah, as-salaamoe caleikoem wa rahmatoellahi wa barakaatoeh."
De Profeet (vrede zij met hem) was erg boos, zo erg dat zelfs werd gezegd: "Wij wisten niet of hij (de Profeet, vrede zij met hem) hem terug groette, of niet." Hij zei: "O Aboe Dharr, heb jij hem uitgescholden vanwege het feit dat zijn moeder zwart is. Waarlijk jij bent een persoon die nog iets van Djaahiliyah (onwetendheid) in zich heeft! Hierop begon Aboe Dharr te huilen en kwam naar de Profeet (vrede zij met hem), hij ging zitten en zei: "O Boodschapper van Allah, vraag vergeving voor mij, vraag Allah om mij te vergeven." Daarna verliet Aboe Dharr huilend de moskee.
Hij vertrok en plaatste zijn hoofd op de grond voor Bilaal die kwam aanlopen. Bilaal die in de tijd van de Djaahiliyah niets voorstelde (in de ogen van de mensen) vanwege de heersende discriminatie. Deze discriminatie werd overigens compleet weggevaagd met de komst van de Islam. cOmar zei zelfs: "Aboe Bakr is onze heer en hij heeft onze heer (Bilaal) vrijgekocht."
Toen Aboe Dharr zijn hoofd op de grond had, zei hij: "Bij Allah! O Bilaal, ik zal mijn hoofd niet van de grond optillen, totdat jij erop stampt met je voet. Jij bent eervol en ik ben laag." Bilaal begon te huilen van dit aanblik. Hij boog zich vervolgens voorover en kuste de wang van Aboe Dharr en zei: "Deze wang verdient het niet om met de voet gestampt te worden, maar verdient het om gekust te worden." Hierop stonden zij beiden op, omhelzden elkaar en huilden.
Dit was de omgang van de metgezellen onderling sinds zij de Islam omarmden.
Ps. De nacht van Dinsdag 28 juni op woensdag 29 juni 2011 is het de gezegende Miraç. Laten we middels deze nacht een ander koers geven aan ons leven Laten we het bidden niet slecht als een gewoonte, maar als een Miraç naar de Schepper proberen te beleven. Laten we gebruik maken van de vruchtbaarheid van die nacht,op zoek gaan naar wegen die naar Hem leiden.
De nachtelijke hemelvaart
"Al'isra'e" is het nachtelijk vertrek van de profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, van Mekka naar de Alaqsa-moskee in Jeruzalem en "almi'raadj" is het stijgen naar de bovenaardse wereld (d.i. de hemel). Dit heeft zowel lichamelijk als ook geestelijk echt plaatsgevonden. ,,Heilig is Degene die 's nachts Zijn dienaar (Mohammed) van de Masdjid al Haram (de Gewijde Moskee te Mekkah) naar de Masdjid al Aqsah heeft gebracht, waarvan Wij de omgeving hebben gezegend, opdat Wij hem van Onze Tekenen lieten zien. Voorwaar, Hij is de Alhorende, de Alziende." [Alisra': 1].
"Almi'raadj" zou in soerat An-nadjm genoemd zijn, in de verzen zeven tot achttien. Een andere stelling is dat in de desbetreffende verzen uit de Koran iets anders bedoeld wordt. Toen dit plaats heeft gevonden ontstonden er verschillende meningen. Er is overgeleverd dat deze gebeurtenis plaats heeft gevonden in hetzelfde jaar dat de profeet gezonden werd; volgens andere overleveringen was het in het jaar vijf na het gezantschap; ook wordt genoemd de 27ste van de maand Radjab in het jaar tien na het gezantschap of anders 17 Ramadan in het jaar 12 na het gezantschap. Volgens een nog andere overlevering vond het plaats op 17 Raibi'e I van het jaar 13 na het gezantschap.
Volgens de meest betrouwbare overleveringen is het verhaal samengevat als volgt: De engel Jibriel, vrede zij met hem, bracht de "buraaq" (een dier groter dan een ezel en kleiner dan een muilezel). De profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, besteeg de "buraaq" vanuit de gewijde moskee in Mekka tot de Aqsa-moskee vergezeld door Jibriel. Hij knoopte het vast op de plek waar alle profeten dat deden en liep de moskee binnen en verrichte een gebed bestaande uit twee "rak'ah" waarbij hij de andere profeten voorging tijdens het gebed (als imam).
Jibriel heeft hem twee kommen aangeboden met in de ene drank en in de andere melk waarbij de profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, voor de kom met melk koos. Jibriel zei: ,,U maakte een keus die is aangeboren. U bent naar het rechte pad geleid en heeft uw volk daar naar toe geleid. Als u voor de kom met drank had gekozen dan had u uw volk naar het verkeerde pad geleid." De profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, steeg daarna vanuit de aqsa-moskee naar de wereldlijke hemel. Jibriel vroeg om toestemming voor hem waarna hij door mocht. Daar heeft de profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, Adam, vader van de mensheid, ontmoet en heeft hem begroet. Adam groette hem terug, verwelkomde hem en erkende zijn gezantschap. Aan de rechterkant van Adam bevond zich een mistige wolk. Elke keer als hij ernaar keek begon hij te lachen, het waren de zielen van degenen die de voorspoed reeds hadden bereikt maar als hij naar zijn linkerkant keek huilde hij want daar bevonden zich de zielen van degenen die alleen tegenspoed vonden. Daarna steeg de profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, naar de tweede hemel waar Jibriel weer toestemming voor hem vroeg en die opnieuw kreeg. Daar ontmoette hij Yahiah, de zoon van Zakariah en Iesa, de zoon van Maryam, vrede zij met hen. Hij begroette hen waarna zij hem hebben geantwoord, verwelkomd en zijn gezantschap erkend. Daarna steeg de profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, naar de derde hemel. Daar ontmoette hij Yoesoef, vrede zij met hem. Hij was een beeldschone jongeman. De profeet en hij begroetten elkaar waarna hij de profeet verwelkomde en zijn gezantschap erkende. Vervolgens steeg de profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, naar de vierde hemel waar hij Idries ontmoette, vrede zij met hem. De profeet begroette ook hem waarna deze teruggroette, de profeet verwelkomde en zijn gezantschap erkende. In de vijfde hemel ontmoette hij Haroen Ibn Imraan, vrede zij met hem, en in de zesde hemel ontmoette hij Moesa Ibn Imraan, vrede zij met hem.
Toen de profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, Moesa passeerde heeft hij gehuild. Er werd aan hem gevraagd: ,,Waarom huil je?" Hij antwoordde: ,,Ik huil om een jongeman die later dan mij is gezonden, waardoor meermensen van zijn volk het paradijs binnenkomen dan er van mijn volk binnen komen". Hierna steeg de profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, naar de zevende hemel waar hij Ibrahim, vrede zij met hem, ontmoette en hem begroette. Ibrahiem, vrede zij met hem, leunde met zijn rug tegen de "albayt alma'moer", een huis dat dagelijks door zeventig duizend engelen wordt bezocht die daarvan nooit meer terugkeren. Na zijn bezoek aan de hemelen is de profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, gestegen naar "sidratil-muntaha" d.w.z. "de lotusboom van de eindbestemming"; een boom waarvan de bladeren op de oren van olifanten lijken en de vruchten op kannen. Deze boom werd plotseling bedekt met een gouden laag. Allah, de Verhevene, verhulde de boom zodat geen mens meer de schoonheid ervan zou kunnen beschrijven.
Hierna is de profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, gestegen naar Allah, de Verhevene en kwam dichtbij Hem. Op een gegeven moment stond hij op twee booglengten afstand of nog dichterbij. Allah gaf zijn dienaar de volgende openbaring; hierin werd de profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, en zijn volk het gebod opgelegd om vijftig gebeden per dag en nacht uit te voeren.
De profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, keerde daarop terug en kwam onderweg langs Moesa, die hem vroeg: ,,Wat heeft jouw Heer opgedragen?". Hij antwoordde: ,,Vijftig gebeden". Moesa zei: ,,Je volk kan dit niet aan, ga terug naar je Heer en vraag Hem om vermindering. De profeet draaide om naar Jibriel en kreeg van hem een teken dat hij het wel kon doen als hij het wilde. Toen de profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, was teruggekeerd, kreeg hij een vermindering van tien gebeden waarna hij weer langs Moesa kwam die hem adviseerde om nogmaals om vermindering te vragen. Zodoende bleef hij heen en weer gaan tussen Allah, de Verhevene, en Moesa totdat het aantal slechts vijf gebeden was geworden. Daarna verwees Moesa hem weer om vermindering te vragen en Moesa, vrede zij met hem, voegde eraan: ,,Bij Allah, ik heb de mensen van Israël minder dan dit gevraagd, toch zijn zij verzwakt en hebben het nagelaten". De profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, zei: ,,Ik durf uit verlegenheid mijn Heer het niet nog een keer te vragen. Ik geef hieraan toe en ik ben zo tevreden". Toen de profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, op een verre afstand was werd er geroepen: ,,Ik heb mijn verplichting opgelegd en heb haar verlicht voor mijn dienaren. Het is vijf maar in feite vijftig. Mijn uitspraak is niet aan verdere veranderingen onderhevig". De profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, keerde na deze nacht terug naar het gewijde Mekka, alwaar hij de volgende ochtend zijn verhaal aan de mensen van Quraish deed. Hij stelde hen op de hoogte van wat Allah, de Verhevene, hem had laten zien van Zijn wonderlijke tekenen. Zij scholden hem voor leugenaar uit en begonnen hem weer lastig te vallen. Sommigen begonnen met spot in hun handen te klappen. Anderen zetten hun armen boven hun hoofd. Iemand vertrok naar Abu Bakr en vertelde hem het verhaal van de profeet. Abu Bakr zei: ,,Als hij dat heeft verteld, dan heeft hij ook de waarheid verteld". De mensen vroegen toen: ,,Geloof jij hem hierin?". Hij antwoordde: ,,Ik geloof hem in meer dan alleen dit. Ik geloof hem in alle berichten die van de hemel heen en weer gaan". Vandaar dat hij "as-siddieq" d.w.z. "de vertrouweling" werd genoemd. De ongelovigen wilden de profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, toetsen en vroegen hem de Alaqsa-moskee te beschrijven. Hij had deze moskee immers niet eerder gezien. Allah, de Verhevene, maakte de moskee voor hem zichtbaar,waarna hij alle hoeken en deuren van de moskee aan hen kon beschrijven. Zij konden hem niet tegenspreken en zeiden: ,,Hij heeft een juiste omschrijving gegeven". Zij vroegen hem naar een karavaan van hen die vanuit het shaam gebied onderweg was. Hij informeerde hen over het aantal kamelen en de omstandigheden waarin deze karavaan zich bevond. Ook wist hij te vertellen wanneer deze zou aankomen en welke kameel voor de karavaan zou lopen. Het vond allemaal precies plaats zoals hij had gezegd. Zij hielden echter vast aan hun ongelovigheid. De volgende ochtend na de isra'e-nacht kwam Jibriel en leerde de profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, de wijze waarop de vijf gebeden verricht werden en de tijdstippen ervoor. Daarvoor was het gebed altijd twee "rak'ah" geweest, tweemaal in de ochtend en tweemaal 's avonds.
Er waren twee gezinnen, die buren waren. De ene gezin had het goed en de andere had het slecht. Beide gezinnen zijn moslims. De vrouw van de man die het slecht had was hoogzwanger. Toen zij een keer naar huis liep, rook ze de geur van het eerlijke eten die haar buurvrouw had gemaakt. Ze bleef even zo staan en liep zuchtend verder. De vrouw van de man die het goed had zag dit en had medelijden met haar. Toen het eten klaar was bracht ze het naar haar buren toe. De zwangere vrouw was haar echt dankbaar.
De man die het goed had, zou op bedevaart gaan en hij heeft daarvoor geld opzij gelegd. Hij had genoeg en besloot om te gaan samen met vrienden van hem. Ze gaan morgen vertrekken en spraken tijd en plaats met elkaar af.
Toen hij thuis kwam die avond, vertelde zijn vrouw over hun arme buren en wat er was gebeurd. Ze vertelde dat ze graag wat voor ze wou doen. Haar man zei opeens: weet je wat, zoals je weet ga ik morgen naar Mekka, maar dat zeg ik af. We zullen het gespaarde geld aan onze buren geven. Zij hebben het harder nodig dan ik.
Die avond nog zijn ze naar hun buren geweest om het geld te geven. Toen ze vertelden waarom ze er waren, reageerde het arme gezin heel emotioneel en waren ze heel dankbaar dat er aan hen werd gedacht. De man belde later die avond zijn vrienden af om het af te zeggen. Zijn vrienden reageerden verbaasd en vroegen waar dit vandaan kwam. De man vertelde dat zijn moment om te gaan nog niet was aangebroken.
De dagen erna toen zijn vrienden in Mekka waren en gezamenlijk gingen bidden zagen ze opeens hun vriend ergens tussen de menigte staan. Bismillah zei een van hen. Is hij dan toch wel gekomen? Later belden ze hem op om te vragen of hij er toch was. De man reageerde verbaasd en vertelde dat hij gewoon thuis zat. Zijn vrienden waren verbaasd en vertelden dat zij hem toch echt hebben zien staan.
Following Dunya> >by Sheikh Nu HaMim Keller> >translated by abdoelaziez
Een man was aan het lopen door de marktplaats op een namiddag, en op dat ogenblik was een muezzin bezig met het oproep tot het gebed, zijn ogen staarde naar een vrouw der achterkant. Ze was vreemd aantrekkelijk, alhoewel ze helemaal zwart was gekleed, en geheel bedekt was, inclusief gezichtsluier, ze draaide zich om net alsof ze wist> >dat ze bekeken werd, en ze gaf hem een ja knik net voordat ze de hoek om ging. Alsof hij werd geraakt door de bliksem, werd zijn aandacht aan haar nog> >sterker,> >zijn hart werd een gevangene van haar teken die zij gaf, hij had nog even> >last> >van een stemmetje> >die zei `is het niet tijd om te bidden? Maar het gebed was al> >voorbij dacht hij, dus er zat niets op dan haar te achtervolgen. Hij haastte zich om haar bij te houden, ze was snel en hij zag er van ver> >vele> >straten verder kwam hij dichterbij en zag er, ze liep een stukje terug, en> >de> >man dacht dat hij haar glimlach zag onder haar sluier of was dat zijn> >fantasie? De man ging met zichzelf praten De arme man zei tegen zichzelf `wie is zij? Is ze de dochter van een rijke> >familie? Wat wilt ze van me?' Ze ging weer een hoek van een straat om en> >toen de> >man snel de hoek om ging, zag hij haar niet meer, na een tijdje zoeken zag> >hij> >haar weer maar nu was ze nog sneller dus de man dacht misschien is ze bang> >of> >boos. De man bleef haar volgen en eindigde opeens buiten de stad. De zon ging onder en ze liep wat langzamer, en daar bleef ze even stil staan en keek naar de man, ze was aangekomen op een begraaf plaats, al zou deze man> >normaal denken zou hij bang zijn maar zijn gedachtes waren ergens anders.> > Dit> >vond hij een echte liefdes plek waar de liefdesparen in het geheim komen> >dacht> >hij bij zichzelf .Ze waren drie meter van elkaar vandaan en ze keek nog naar hem, en liep> >daarna> >verder, ze liep een kelder in en liep de trap af naar beneden waar een oude> >bronzen deur was die ze opende, de man achtervolgde haar. Hij stapte naar binnen en zag dat het een grote kamer was. Van buiten was> >dit> >niet te zien er waren zelf kaarsen aan de muren die de ruimte verlichten.> >En> >daar zat de vrouw op een aantal oude kussens nog steeds helemaal bedekt. De vrouw zei met een fluisterende stem `doe de deur op slot en breng de> >sleutel` Hij deed de deur op slot en wilde de sleutel brengen maar ze zei gooi> >de> >sleutel maar De man gooide de sleutel maar die viel in een put.> >> >Toen begon de man bang te worden en zag de wolken boven zich hangen en hij> >hoorde haar lachend zeggen `ga door want je vond het ook niet erg om je> >gebed> >te missen toch?` De man was nu stil en zei niets. "De tijd voor het avond gebed is ook al voorbij," zei ze met een valse lach> >"Waarom ben je zo stil? kom hier bij me en neem mij ! dat is toch hetgeen> >waarvoor je achter me aan kwam?" Hij werd bang en zijn buik draaide rond van de zenuwen `Het is tijd om me te laten zien `zei ze en ze deed haar gezichtsluier af> >en het> >was geen gezicht van een jonge dame, maar een oud en griezelig wezen, dat> >de man> >nog nooit heeft gezien Ze zei `Kijk goed naar me! Mijn naam is dunya, (deze wereld). Ik ben je> >geliefde, jij spendeert je tijd aan het> >achtervolgen van mij, en nu heb je me> >bereikt, in je graf . Welkom Welkom!` >ze begon te lachen en te lachen, totdat ze uitspatte in stof en verging in> >schaduw en de kaarsen aan de muur gingen één voor één uit......
Er was eens een zakenman die wachtte op zijn vliegtuig om een belangrijke handelsovereenkomst af te sluiten. Toen de adhaan ( oproep tot het gebed) klonk ging hij salaat doen. Toen hij terug kwam van de salaat was zijn vliegtuig reeds vertrokken en bedroefd ging hij zitten. Korte tijd later kwam het nieuws dat het vliegtuig verongelukt was. De man maaktesoedjoed in dankbaarheid tot Allah Ta3la voor zijn veiligheid doordat hij het vliegtuig had gemist door de salaah en hij herinnerde zich de volgende ayaah :
"en het kan zijn dat je iets verafschuwd dat goed voor je is en dat je van iets houdt wat slecht voor je is. Allah weet maar jullie weten niet ( Soera Al-Baqarah: 216)
Het goede is in alles wat Allah heeft bepaald en kunnen we ook begrijpen door het volgende voorbeeld"Als een gelovige zijn hand is verwond, moet hij Allah dankbaar zijn dat zijn hand niet gebroken is. En als zijn hand gebroken is moet hij Allah loven dat zijn hand niet afgesneden is of dat hij zijn rug niet brak, wat nog ernstiger is.
Nadia: "De buurvrouw bijvoorbeeld, elke keer als ik met haar zit verteld ze me dat ik hijaab moet dragen."
Somia: "Oh, Hijaab en muziek! Daar wordt het meest over gesproken."
Nadia: "Ik luister naar muziek zonder hoofddoek, haha!"
Somia: "Misschien gaf ze je wel een advies."
Nadia: "Ik heb haar advies niet nodig. ik ken mijn geloof, kan ze zich niet bij haar eigen zaken blijven?"
Somia: "Misschien zie je het verkeerd, en bedoelde ze het goed."
Nadia: "Ze moet zich niet bemoeien met mijn zaken, dat zou goed zijn..."
Somia: "Maar haar plicht is om het goede aan te moedigen."
Nadia: "Nou echt niet he, dat was echt niet om aan te moedigen, en wat bedoel je met 'het goede'?"
Somia: "Nou, een hijaab is iets goeds om te dragen."
Nadia: "Wie zegt dat?"
Somia: "Het staat in de Koran, toch?"
Nadia: "Ja ze gaf me een quote"
Somia: "Volgens mij Surah Nur, en andere plekken in de Koran."
Nadia: "Ja maar het is toch geen grote zonde, mensen helpen om te gaan bidden is veel belangrijker."
Somia: "Dat is waar, maar grote dingen beginnen toch met kleine dingen."
Nadia: "Dat is waar, maar wat we dragen is toch niet zo belangrijk. Het is belangrijk om een goed hart te hebben."
Somia: "Wat je draagt is niet belangrijk?"
Nadia: "Ja dat is wat ik zeg."
Somia: "Maar waarom spendeer je een uurtje voor de spiegel elke ochtend?"
Nadia: "Wat bedoel je?"
Somia: "Nou je geeft veel geld uit aan cosmetica, en al de tijd die je spendeert aan jouw haar etc."
Nadia: "Dus?"
Somia: "Dus, je uiterlijk is wel belangrijk."
Nadia: "Nee, ik zei het dragen van Hijaab is niet zo belangrijk iets in het geloof."
Somia: "Als het niet zo belangrijk zou zijn, waarom is het dan genoemd in de heilige Koran?"
Nadia: "Je weet dat ik niet alles kan volgen wat in de Koran staat."
Somia: "Je bedoelt: God verteld jou iets om te doen, je weigert het dan betekend het dat het ok is?"
Nadia: "Ja , Allah vergeeft veel."
Somia: "Allah vergeeft degene die berouw tonen en niet terug keren naar die zonde."
Nadia: "Wie zegt dat?"
Somia: "Dezelfde boek die ons verteld om hijaab te dragen."
Nadia: "Maar ik hou niet van de hijaab, het geeft me niet de volledige vrijheid."
Somia: "Maar de lotions, lipsticks, mascara en andere cosmetica geeft je wel de vrijheid?! Wat is jou definitie eigenlijk van vrijheid?"
Nadia: "Vrijheid is het doen van dingen die ik graag wil doen."
Somia: "Nee , vrijheid is het doen van het goede."
Nadia: "Kijk! Ik heb zoveel mensen gezien die geen hijaab dragen maar aardige mensen zijn, en heb zoveel mensen gezien die hijaab dragen maar onaardig zijn."
Somia: "Oke, dit heb ik vaak gehoord! Er zijn mensen die heel erg aardig zijn maar ze zijn alcoholisten, moeten we dan met ze allen alcoholist worden?
Nadia: "Ik wil geen extremist worden of een fanatiekeling. Ik ben OKE en dit ben ik zonder hijaab."
Somia: "Dan ben je een soort van fanatiekeling, een extremist in het niet gehoorzamen van Allah."
Nadia: "Je snapt me niet, als ik hijaab draag, wie wil dan met me trouwen?!"
Somia: "Dus alle vrouwen met hijaab zullen nooit trouwen?"
Nadia: "Oke! Wat als ik ben getrouwd en mijn man houd niet van hijaab? En wil dat ik het af ga doen?"
Somia: "Wat als je man een roofoverval wil plegen samen met jou?"
Nadia: "Dat is niet hetzelfde, bankovervallen is een misdaad."
Somia: "Niet gehoorzaam zijn aan jou Schepper is dan geen misdaad?"
Nadia: "Maar wie wil me dan aannemen als ik solliciteer?"
Somia: "Een bedrijf die mensen respecteert voor wie ze zijn."
Nadia: "Ja maar niet na 9-11"
Somia: "Ja na 9-11. Weet je niet dat Hanane medicijnen studeert en stage loopt bij de AMC en hoe heet ze ook alweer die altijd die witte hijaab draagt en Ya.."
Nadia: "Yasmine!"
Somia: "Ja Yasmine, ze heeft haar HBO afgerond en werd zelfs gevraagd om na haar stage te blijven bij hetzelfde bedrijf."
Nadia: "Waarom kleineer je het geloof door een stuk stof heey?"
Somia: "Waarom kleineer jij het vrouwelijke door hoge hakken en lipstick kleuren?"
Nadia: "Je beantwoordde mijn vraag niet."
Somia: "In feite heb ik je beantwoord, Hijaab is niet een stukje stof. Het is het gehoorzamen van Allah in een moeilijke omgeving. Het is moed, geloof in actie en echte vrouwelijkheid, in plaats van korte strakke kleding."
Nadia: "Dat wordt fashion mode genoemd, jij woont echt in een grot of stenen tijdperk? Ten eerste hijaab werd uitgevonden door mannen om vrouwen te onderdrukken."
Somia: "Echt waar? Ik wist niet dat mannen vrouwen konden onderdrukken door een hijaab."
Nadia: "Ja, dat is hetgeen ik bedoel."
Somia: "En wat bedoel je als ik zeg vrouwen die met hun man discussiëren om een hijaab te dragen, en wat te zeggen over de vrouwen in Frankrijk die de straat op gingen en tegen de mannen zeiden we willen de hijaab blijven dragen?
Nadia: "Ja maar dat is anders."
Somia: "Hoe bedoel je anders? de buurvrouw die je het advies gaf om hijaab te dragen, zij was een vrouw toch?"
Nadia: "Ja maar"
Somia: "Maar fashion mode dat gedessineerd en gepromoot wordt door merendeels mannen, dat geeft jou vrijheid? Mannen hebben juist een deel in de onderdrukking van vrouwen die bijna naakt lopen!
Nadia: "Wacht laat me even uitpraten."
Somia: "Je zei dat mannen vrouwen onderdrukken door de hijaab?"
Nadia: "Klopt."
Somia: "Hoe dan."
Nadia : "Doordat ze worden verteld wat ze moeten dragen,duuuh!"
Somia: "Is het niet de tv, magazines en films die je vertellen wat je moet dragen, en laten zien hoe 'aantrekkelijk' je moet zijn?"
Nadia: "Natuurlijk, dat is de mode."
Somia: "Is dat niet onderdrukken? Zoveel reclame etc om je te stimuleren dat je gaat dragen wat zij willen dat je gaat dragen?"
Nadia is stil..
Somia: "Het onderdrukt jou niet alleen, maar de gehele wereld."
Nadia: "Wat heeft hijaab te maken met al deze reclame en zo?
Somia: "Ja het heeft er mee te maken, zie je dat niet Nadia? Hijaab is anti consumerend, vrouwen die biljoenen euro's verspillen aan mode dat wordt gemaakt door merendeels mannen, en dan heb je islam dat zegt verspil niet en focus op je ziel, en niet op je uiterlijk, en maak je geen zorgen om wat mannen van je uiterlijk vinden."
Nadia: "Ik begrijp je niet Somia?"
Somia: "Vraagje aan jou? Wat vind je belangrijker bij de man die in jouw huwelijksbootje gaat stappen inshAllah, zijn uiterlijk of innerlijk?
Nadia: "Innerlijk vind ik belangrijker, want dat is blijvend."
Somia: "Dat vind ik ook, en waar hoop je op waar je aanstaande voor kiest jouw innerlijke of uiterlijk?"
Nadia: "Ik hoop dat diegene mij kiest voor mijn innerlijke?"
Somia: "Ik ook, en wat heb je liever waar je werkgever je voor kiest jouw innerlijke of uiterlijk?
Nadia is een tijdje stil en zegt dan: "Ik begrijp je Somia."
Een willekeurige dienaar van Allah zei: In een donkere nacht ben ik eens in discussie geraakt met de vervloekte shaytaan zei, toen ik opeens de oproep tot het Fadjr-gebed hoorde en ik mij naar de moskee wilde begeven. Hij zei tegen mij: Je hebt een lange nacht achter de rug, ga nog even liggen.
Ik antwoordde: Ik ben bang dat ik het verplichte gebed mis.
De shaytaan zei: Je hebt tijd zat.
Ik antwoordde: Maar ik ben bang dat ik het gezamenlijke gebed mis.
De shaytaan zei: Wees niet te hard voor jezelf als het gaat om het gehoorzamen van Allah.
Daarna werd ik pas na zonsopgang wakker en hij fluisterde in mijn oor: Heb geen spijt van wat reeds voorbij is. De dag is nog lang.
Ik ging zitten om de lofuitingen van de ochtend te verrichten, waarna hij mij op allerlei gedachten begon te brengen. Ik zei: Je leidt mij af van het verrichten van mijn lofuitingen.
De shaytaan zei: Stel dit uit tot een later tijdstip.
Toen ik besloot berouw te tonen zei de shaytaan: Geniet toch van je jeugd.
Ik antwoordde: Ik ben bang voor de dood.
De shaytaan zei: Je hebt nog een heel leven voor je.
Toen ik de Koran wilde leren zei hij: Ontspan je door wat muziek te luisteren.
Waarop ik antwoordde: Maar dat is haraam.
De shaytaan zei: Er zijn geleerden die daar anders over denken.
Ik antwoordde: Maar ik heb alle overleveringen die duiden erop dat muziek Haram is genoteerd.
De shaytaan zei: Dit zijn allemaal zwakke overleveringen.
Later kwam een mooie vrouw langs waarna ik mijn blik neersloeg. Hierop zei hij: Wat is er nu weer mis met het werpen van een blik?
Ik antwoordde: Dat is gevaarlijk.
De shaytaan zei: Er is niets mis met het bewonderen van schoonheid.
Toen ik mij begaf naar het Oude Huis in Mekka kwam ik hem tegen op mijn weg, waarna hij mij vroeg: Waar ben je van plan naar toe te gaan?
Ik antwoordde: Ik wil de cOemrah verrichten.
De shaytaan zei: Je stelt jezelf daardoor bloot aan gevaren terwijl er zoveel verschillende manieren zijn om het goede te verrichten en waarmee vele beloningen te verdienen valt.
Ik antwoordde: Het is noodzakelijk dat wij aan onszelf werken.
De shaytaan zei: Het paradijs betreedt je niet door je daden.
Toen ik op het punt stond iemand advies te geven, zei hij: Doe jezelf geen schande aan.
Ik antwoordde: Maar de dienaren van Allah hebben hier baat bij.
De shaytaan zei: Ik vrees dat je hierdoor bekendheid zult verkrijgen wat tevens de hoofdoorzaak is van hoogmoed.
Ik vroeg hem daarna: Wat vind je van een aantal personen?
De shaytaan antwoordde: Ik kan je over iedereen wat vertellen.
Ik vroeg: Ahmad ibn Hanbal?
De shaytaan antwoordde: Hij heeft mij kapot gemaakt met zijn volgende uitspraak: ,,Houdt jullie vast aan de Soennah en de Koran die geopenbaard is.
Ik zei: En vertel eens over Ibn Taymiyyah.
De shaytaan antwoordde: Zijn slagen voel ik nog dagelijks op mijn hoofd.
Ik vroeg: En al-Boechari?
De shaytaan antwoordde: Met zijn boek heeft hij mijn huis afgebrand.
Ik vroeg: En Fircauwn?
De shaytaan antwoordde: Hem komt al onze hulp en steun toe.
Ik vroeg: En Salaah ud-Dien, de held van de slag van Hittien?
De shaytaan antwoordde: Begin niet over hem. Hij heeft met ons de grond aangeveegd.
Ik vroeg: En Mohammed Ibnoe cAbd ul-Wahhaab?
De shaytaan antwoordde: Hij heeft mij met zijn dacwah door vuur verteerd laten worden.
Ik vroeg: En Aboe Djahl?
De shaytaan antwoordde: Voor hem zijn wij broeders en familie.
Ik vroeg: En Aboe Lahab?
De shaytaan antwoordde: Wij zijn met hem waar hij ook gaat.
Ik vroeg: En wat kun je vertellen over zedenloze tijdschriften?
De shaytaan antwoordde: Die zijn voor ons als wetsvoorschriften.
Ik vroeg: En tv-schotels?
De shaytaan antwoordde: Daarmee maken wij van mensen monsters.
Ik vroeg: En koffieshops?
De shaytaan antwoordde: Daar verwelkomen wij iedere ijdele tijdsverdrijver.
Ik vroeg: Wat zijn jullie lofuitingen?
De shaytaan antwoordde: Muziek.
Ik vroeg: En jullie daden?
De shaytaan antwoordde: Het geven van valse hoop.
Ik vroeg: En wat vind je van marktplaatsen?
De shaytaan antwoordde: Onze vaandel triomfeert daar en op deze plaatsen komen onze vrienden bijeen.
Ik vroeg: Hoe misleid je eigenlijk de mensen?
De shaytaan antwoordde: Door middel van wellusten, het zaaien van twijfels over de Islam, amusement, het geven van valse hoop en muziek.
Ik vroeg: Hoe misleid je de vrouwen?
De shaytaan antwoordde: Door hen hun aantrekkelijkheden te laten tonen, en hen aan te sporen de geboden van Allah te verlaten en zonden te plegen.
Ik vroeg: Hoe misleid je de geleerden?
De shaytaan antwoordde: Door pronkzucht, zelfbewondering, hoogmoed en afgunst die de harten vult.
Ik vroeg: hoe misleid je het gepeupel?
De shaytaan antwoordde: Door roddels, lasterpraat, ijdele gesprekken en alles wat waardeloos is.
Ik vroeg: Hoe misleid je de koopliederen?
De shaytaan antwoordde: Door hen met rente te laten handelen, gierig te maken en buitensporig te laten zijn in hun uitgaven.
Ik vroeg: Hoe misleid je de jongeren?
De shaytaan antwoordde: Door flirten, verliefdheid, het opwekken van lustgevoelens, het minachten van de voorschriften van Allah en het plegen van zonden.
Ik vroeg: Wat vind je van de doecaat (verkondigers tot de Islam)?
De shaytaan antwoordde: Zij hebben mij kapot, moe en ziek gemaakt. Zij slopen wat ik heb gebouwd. Zij reciteren de Koran als ik zing en zoeken hun toevlucht tot Allah als ik verschijn.
Ik vroeg: En wat zeg je tegen de dronkaards?
De shaytaan antwoordde: Ik zeg tegen hen: ,,Drink maar lekker door, en spoel jouw zorgen en verdriet weg. Je kunt nog altijd berouw tonen.
Ik vroeg: Wat vernietigt jou?
De shaytaan antwoordde: Aayat ul-Koersiy, die bezorgt me ellende en berooft mij van vrijheid waardoor ik in ergernis beland.
Ik vroeg: Van wie hou je het meest?
De shaytaan antwoordde: Van zangers, afgedwaalde dichters, zondaars en een iedere onrustzaaiende verdorvene.
Ik vroeg: Wie haat je het meest?
De shaytaan antwoordde: De bezoekers van de moskeeën en iedere aanbidder van Allah, asceet en strijder.
Toen zei ik: Ik zoek toevlucht tot Allah tegen jou. Waarna hij verdween alsof hij door de grond wegzakte. Dat is het lot wat de leugenaar verdient.
De enige overlevende van een scheepswrak spoelde aan op een klein onbewoond eiland. Hij bad hevig tot Allah, dat Hij hem uit deze benarde positie zou redden. Elke dag inspecteerde hij de horizon op zoek naar hulp, maar nooit vond hij iets. Uitgeput als hij was, maakte hij een klein hutje van drijfhout om hem en zijn weinige bezittingen te beschermen tegen de invloed van de natuurelementen.
Toen op één dag, nadat hij de kust afstroopte op zoek naar voedsel, hij terug kwam bij zijn schuilplaats, kwam hij erachter dat zijn kleine hutje vlam had gevat en hij zag de rook opstijgen naar de hemel. Het allerergste wat hij zich kon bedenken was hem overkomen, alles was verloren. Hij was verslagen door verdriet en woede.
Allah, hoe kunt U mij dit aandoen!?, schreeuwde hij.
Vroeg de volgende dag werd hij echter gewekt door het geluid van een schip dat de kust naderde. Het was gekomen om hem te redden. De man vroeg versuft aan zijn redders: Hoe wisten jullie dat ik hier was? Zij antwoordden: Wij zagen jouw rooksignalen.
Het kan snel gebeuren dat wij ontmoedigd raken als dingen slecht aflopen. Maar wij moeten de moed niet verliezen, want Allah heeft zijn plannen met ons, zelfs als wij worden getroffen door pijn en verdriet. Onthoudt dan ook de volgende keer, als je kleine hutje tot de grond afbrandt, dat dit een rooksignaal kan zijn dat de Genade van Allah aankondigt.
Subhanalah ik heb een mooi verhaal gehoord op een lezing van Shayk Ibrahim Mobarek en wil ze meedelen met jullie Inshalah Ta3ala.
Er was eens een groep van moslims die da3wa deden (mensen uitnodigen tot Allah swt) op straat. Na hun da3wa zijn ze naar een moskee gegaan in buurt waar dat ze da3wa deden. De groep heeft gebeden, en na het gebed vroeg de groep aan de imam van de moskee of hij iemand kent die niet bid. De imam zei: ja ik ken iemand. Namelijk de buur van deze moskee is een zeer rijke man maar bid niet. Hij bid niet? De groep zei: subhanalah!! Buur van de moskee en hij bid niet??? De groep is onmiddellijk naar hem gegaan. Toen ze aan zijn deur zijn aangekomen hebben ze gebeld. Er deed niemand open dus belden ze opnieuw, maar steeds niemand die opendeed. En zo belden ze een vier of vijf keer tot de man opendeed.
De man zei woedend: wie zijn jullie?? De groep antwoordde: wij zijn een groep die mensen uitnodigen tot Allah swt en we willen dat jij meegaat naar moskee om enkele woorden van Allah swt te horen. We gaan namelijk een lezing geven en we willen dat je meegaat.
De man antwoordde: Inshalah ga maar al en ik zal wel komen.
De groep zei: Nee!! We gaan niet weg tot je meegaat. Subhanalah kijk hoe de groep standvastig bleef.
De man antwoordde: Ga maar al ik moet nog Woedoe doen en me omkleden en dan zal ik wel komen. Ik woon namelijk toch naast moskee dus geen probleem. Ik kom onmiddellijk.
De groep zei: Nee Walahi wij gaan niet weg tot jij meegaat.
De man wist dat er geen ander oplossing was dan mee te gaan. Dus kleedde hij zich snel om verrichte de woedoe en is meegegaan.
Eens aangekomen in de moskee begon de groep een lezing te houden. Ze begonnen te vertellen over het leven, de dood enz...
Subhanalah het was alsof de woorden van de groep rechtsreeks in de hart van de man ging. De groep keek naar die man en zagen dat hij aan het huilen was. ;Laaa ilaha ila laah. Hij was aan het huilen. De man wist altijd dat hij verkeerd bezig was maar wou het niet toegeven tot deze dag hij deze mooie woorden hoorde.
Na de lezing ging de man naar de groep en vroeg aan hun. Naar waar gaan jullie nu? De groep antwoordde: we gaan verder da3wa doen Inshallah. De man zei: mag ik meegaan? Kan dat??
De groep antwoordde zeer blij: Natuurlijk mag je meegaan. Het is een gunst van Allah swt die we jou niet kunnen afnemen. Kom maar mee.
De rijke man was zo gelovig dat hij al zijn geld uitgaf omwille van zijn liefde voor Allah swt. Hij gaf miljoenen uit voor de Islam.
Op een dag vroeg de man aan de groep da3wa: Weten jullie nog de dag dat jullie aan mijn deur zijn komen aanbellen en ik wou de eerste drie keer niet opendoen??
De groep zei ja natuurlijk weten we het nog.
De man vroeg: weten jullie wat ik aan het doen was??
De groep antwoordde neen dat weten we niet.
De man zei: die dag had het wereldse leven mij overwonnen. Ik had miljoenen, maar de wereld zag er zwart uit voor mij. Ik had enkel problemen en problemen. Mijn geld had me ziek gemaakt.
Weten jullie wat ik aan het doen was vroeg die man??
Neen zei de groep.
De man zei: Walahi ik stond op het punt zelfmoord te plegen. Ik ben op een stoel gaan staan, heb een stevige touw aan het plafond vastgemaakt. Ik heb de touw stevig rond mijn nek vastgemaakt. Ik was het leven beu en wou mijn eigen ophangen. Ik was op de stoel had stevige touw rond mijn nek vastgemaakt en toen ik de stoel wou wegduwen om mijn eigen te laten vallen voelde ik dat de stoel niet bewoog.
Walahi zei de man het was alsof de stoel in de vloer was gespijkerd. Ik bleef de stoel maar wegduwen maar het wou niet.
Toen hoorde ik de bel. Ik zei tegen mijn eigen. Moet ik de deur openen of moet ik mijn leven nu eindigen???
Mijn ziel zei: maak een eind aan je leven maar toen op dat moment was het precies dat er een stem vanuit mijn hart sprak en zei: ga de deur opendoen. Er zal je iets goeds overkomen.
Ik heb mijn ziel gevolgd en duwde de stoel opnieuw maar het lukte niet. De stoel wou niet bewegen. Toen hoorde ik weer de bel en zei ik in mijn eigen, ik ga de deur openen en terugkomen om een eind te maken aan mijn leven.
Toen de man de deur opende zag ik jullie. Toen wist ik dat Allah swt jullie heeft gestuurd om mij te redden van mijn zelfmoord. Walahi als jullie niet waren gekomen had ik mijn leven slecht beëindigd en behoorde ik in het Hiernamaals tot de ongelovigen. Maar la ilaha ila laah, Allah swt heeft me niet in de steek gelaten.
Subhanalah mensen laat deze verhaal een wijze les zijn voor mij en voor jullie en geef nooit op. Je weet nooit wanneer je wordt gered door Allah swt.
Mash'allah dat deze man berouw heeft getoond en zo zie je maar dat je met rijkdom niets bent want geld is enkel een overlevingsmiddel geen levensdoel!
Niet lang geleden, kwamen drie vrienden naar New York City. Ze besloten om in een hotel te verblijven gedurende hun bezoek. Zo gebeurde het dat ze een kamer kregen op de 60ste verdieping. Het beleid van het hotel was dat iedere nacht na 12 uur 's nachts de liften gesloten werden vanwege de veiligheidsredenen. Dus de volgende dag, huurden de drie vrienden een auto en gingen uit om de stad te verkennen. Ze genoten van films, concerten en andere dingen de hele dag door. Op een gegeven moment, herinnerden zij dat ze terug moesten gaan naar het hotel voor middernacht. Toen ze aankwamen, was het al over twaalven. De liften waren gesloten. Er was geen andere weg om terug naar hun kamer te gaan behalve de trap op helemaal tot de 60ste verdieping. Plotseling kreeg een vriend een idee. Hij zei, "De eerste 20 verdiepingen, zal ik grapjes vertellen om ons bezig te houden. Dan kan een ander verhalen met wijsheid vertellen de volgende 20 verdiepingen. Uiteindelijk kan de laatste persoon 20 verdiepingen met droevige verhalen vullen." Dus, iin van de vrienden begon met de grappen. Met gelach en plezier, bereikten zij de 20ste verdieping. daarna begon een andere vriend verhalen te vertellen vol met wijsheid. Dus leerden zij heel wat, terwijl zij de 40ste verdieping bereikten. Nu was het tijd voor de droevige verhalen. Dus de derde vriend begon, "Mijn eerste droevig verhaaltje is dat ik de kamersleutel in de auto heb achtergelaten."
wat is het moraal van dit verhaal? Dit verhaal lijkt op ons levenscyclus. De eerste twintig jaren van ons leven spenderen wij de tijd met grappen en genieten van wat dan ook. Dan nadat we 20 zijn geworden, gaan wij werken, trouwen, krijgen kinderen en dit is de tijd dat wij onze wijsheid gebruiken. en als we 40 zijn geworden, zien we uiteindelijk de witte haren en beginnen we te denken dat ons leven aan een eind is gekomen en de droefheid/spijt begint.
Het is beter dat we het begin van ons leven starten met de dood te herinneren dan dat we op het eind van ons leven ons erop voorbereiden wanneer weinigen van ons nog de energie hebben om Allah volledig te gehoorzamen
Bismillah Ar-Rahmân Ar-Rahiem (In de naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle)
Een Sheikh vertelde over de wonderen en zegeningen van 'Bismillaah'. Tijdens één van zijn vertellingen was er ook een Joods meisje in het publiek aanwezig. Horende over deze wonderen en zegeningen van 'Bismillaah' werd haar hart geraakt en nam zijn de Islam aan. Vanaf dat moment was 'Bismillaah' constant op haar lippen, op elk moment van de dag en bij elke handeling gebruikte zij het woord 'Bismillaah' b.v. tijdens zitten, staan, slapen, wakker worden, lopen, wandelen, eten bereiden etc etc.
Vanwege het uitspreken van 'Bismillaah' waren haar ouders woedend op haar en ze begonnen haar op allerlei manieren tegen te werken en druk op haar uit te oefenen om het af te leren. De ouders beraamden een plan, om het meisje van iets te kunnen beschuldigen zodat zij ter dood veroordeeld kon worden. De vader van het meisje was de adviseur van de Koning. Op een dag gaf de vader, de ring van het Koning, die met diamanten was ingelegd in bewaring aan zijn dochter. Het meisje zei 'Bismillaah' en deed de ring in haar zak.' S nachts toen het meisje sliep, sloop de vader naar de kamer van de het meisje en stal de ring en gooide de ring diezelfde nacht in de rivier. Een vis slikte de ring in.
'S Ochtends heel vroeg gooide de een visser zijn net uit en als door "een wonder" kwam dezelfde vis in zijn net terecht. Op zijn beurt verkocht de visser de vis aan de adviseur en deze gaf de vis aan zijn dochter om het te bereiden en klaar te maken voor een feestmaal. Het meisje zei 'Bismillaah' en nam de vis aan en 'Bismillaah' zeggende sneed ze de vis open en plotseling zag zij de ring in de buik van de vis, 'Bismillaah' zeggende haalde ze de ring uit de buik van de vis en 'Bismillaah' zeggende deed ze de ring weer in haar zak.
Daarna maakte ze de vis klaar en diende het eten op. Na het eten vroeg de vader onschuldig in het openbaar, zijn dochter naar de diamanten ring van de Koning. Het meisje haalde de ring 'Bismillaah' zeggende uit haar zak, de vader schrok zich te pletter. Vanwege dit wonder mislukte het plan van haar vader. Allah