Moge Allah ‘azza wa djal onze kennis doen vermeerderen, Ameen. Moge Allah ons leiden naar de waarheid en ons weerhouden van het slechte, Ameen. Moge Allah ons sieren met de schoonheid van Imaan & Taqwa, Ameen.
In de Naam van Allah de Barmhartige de Genadevolle
Er was eens een oud vrouwtje wat langs een veldweg kwam. Ze was tamelijk oud, maar haar loop was licht en haar lachen had de frisse glans van een jong meisje. Bij een ineengekrompen gedaante bleef ze staan.
Ze kon niet veel herkennen, het wezen leek bijna figuurloos. Ze bukte zich en vroeg "wie ben jij".
Twee bijna levenloze ogen keken haar moe aan. "Ik"? Ik ben het Verdriet, fluisterde de stem. Och, riep het oude vrouwtje blij alsof ze een oude bekende groeten. "Je kent mij"? vroeg het verdriet. Maar natuurlijk ken ik jou, zei het oude vrouwtje. Maar waarom ga je niet weg van mij vroeg het verdriet. Waarom zou ik vluchtte voor jou mijn liefje. Je weet toch maar al te goed dat je elke vluchteling inhaalt. Maar wat ik wilde vragen waarom zie je er zo moedeloos uit?
Ik ben verdrietig antwoordde verdriet met een grauwe stem. De oude vrouw ging naast haar zitten en zei vertel mij nu maar eens wat jouw zo verdrietig maakt. Het verdriet zuchtte eens diep. Zou er dit keer nu eens iemand naar haar luisteren. Ze had het al dikwijls gehoopt.
Ach begon ze, weet je niemand mag mij. Het is nu eenmaal mijn bestemming om onder de mensen te gaan en een tijdje bij ze te blijven, Maar als ik kom dan schrikken ze terug. Ze zijn bang van mij en willen me dan vermijden.
Het verdriet begon heel hard te snikken en zei : Er zijn zelfs spreekwoorden uitgevonden waarmee ze me willen verbannen". Ze zeggen dan"Ach, het leven is een groot feest'. En hun valse lachen leidt tot maagkrampen en ademnood. Ze zeggen alleen zwakkelingen huilen, en hun opgekropte tranen doen hun hoofd bijna uit elkaar springen. Of ze verdoven zich met alcohol en drugs zodat ze mij niet hoefden te voelen.
O Ja, bevestigde het oude vrouwtje, zulke mensen ben ik ook al vaak tegen gekomen.
Het verdriet zakte nog verder in elkaar. En terwijl ik de mensen alleen maar wil helpen. Als ik heel dicht bij hun ben kunnen ze zichzelf ontmoeten. Ik help hun een nest te bouwen waarin ze hun wonden kunnen verzorgen. Wie verdrietig is heeft een hele dunne huid. Het leed breekt weer op als een slecht genezen wond en dat doet pijn. Maar alleen wie het Verdriet toe laat en alle ongehuilde tranen huilt, kan zijn wonden werkelijk genezen. Maar de mensen geloven me niet en willen niet dat ik hen help. In plaats daarvan schminken ze een schelle lach over hun littekens. Of leggen een dik pantser over hun bitterheid heen. Het verdriet zweeg...
Haar huilen was eerst zwak, toen sterker en tenslotte vertwijfeld. Het oude vrouwtje nam de in elkaar gedoken gedaante troostend in haar armen. Wat voelde ze warm en zacht aan, dacht ze en streelde zacht het bevende hoopje. Huil maar verdriet, huil maar fluisterde ze liefdevol. Rust maar uit zodat je weer nieuwe krachten krijgt, vanaf nu zal je niet meer alleen zijn. Ik zal bij je blijven zodat de moedeloosheid niet meer aan de macht is.
Het verdriet stopte met huilen. Ze ging rechtop zitten en bekeek haar nieuwe vriendin verbaasd aan. maar....maar.....wie ben jij eigenlijk?
Ik? vroeg het oude vrouwtje. Ik...Ik ben, DE HOOP.
Er werd verhaald dat 'de leider van de gelovigen' (Amier ul-Moe'minien) Hichaam bin cAbdul-Malik arriveerde in het Heilige Huis van Allah als een pelgrim. Toen hij eenmaal in al-Haram (de moskee in Mekka, met daarin de welbekende Kacbah) was, gaf hij het bevel om een man van de Sahaabah (de metgezellen van de Profeet -vrede zij met hem) bij hem te laten komen. Er werd hem echter verteld dat alle Sahaabah reeds gestorven waren. Hierop zei hij: "Eén van de Tabicien (de leerlingen van de Sahaabah) dan." De Tabici Taawoes al-Yamaanie werd toen bij hem gebracht. Hij kwam bij 'de leider van de gelovigen' binnen, deed zijn schoenen uit en legde die aan de zijkant van zijn vloerkleed. Taawoes groette niet met de benaming 'Amier ul-Moe-eminien', noch sprak hij hem aan met zijn edele roepnaam, maar ging tegenover hem zitten zonder daarvoor toestemming voor te hebben gekregen en zei: "Hoe is het met jou, O Hichaam?" Hichaam bin cAbdul-Malik werd zeer woedend op Taawoes, zo erg zelfs dat hij eraan dacht hem te doden. Er werd hem echter verteld dat hij zich in al-Haram bevond en het dus voor hem onmogelijk was om iemand te vermoorden.
Hichaam bin cAbdul-Malik zei tegen Taawoes al-Yamaanie: "O Taawoes, wat heeft jou er naartoe geleid om te doen wat je gedaan hebt?" Taawoes antwoordde: "Wat heb ik dan gedaan?" Hij werd hierdoor nog bozer en kwader en zei: "Je hebt jouw schoenen uit gedaan, legde die vervolgens aan de zijkant van mijn vloerkleed en je groette me niet met 'Amier ul-Moe'minien'. Daarnaast sprak je me niet eens aan met mijn edele roepnaam, je ging tegenover mij zitten zonder toestemming en voegde eraan toe: "O Hichaam, hoe is het met jou?"
Taawoes zei: "Wat betreft het feit dat ik mijn schoenen uitdeed en die naast je vloerkleed legde, dit doe ik voor mijn Heer vijf keer per dag en Hij verwijt mij dit niet, noch wordt Hij woedend op mij. Dat ik je niet met 'Amier ul-Moe'minien' groette was vanwege het feit dat niet alle gelovigen tevreden zijn over jouw leiderschap en ik vreesde dat ik daarover zou liegen als ik je 'Amier ul-Moe-minien' noemde. Over wat je zei, dat ik je niet met een edele roepnaam aansprak, dit is omdat Allah, de Verhevene, Zijn profeten bij naam noemde, Hij zei: "O Dawoed, O Yahya, O cIesaa," terwijl Hij Zijn vijanden wel bij hun roepnamen noemde, Hij zei: "Vernietigd zijn de handen van Aboe Lahab en vernietigd is hij." De reden waarom ik tegenover je ging zitten is dat ik de Amier ul-Moe'minien cAli ibn Abi Taalib (moge Allah met hem tevreden zijn) hoorde zeggen: "Als je wilt kijken naar een man die in de Hel zal terechtkomen, kijk dan naar een zittende man met om zich heen staande mensen." Toen droeg Hichaam bin cAbdul-Malik Taawoes al-Yamanie op: "Geef mij advies!" Hij zei: "Ik hoorde Amier ul-Moe'minien cAli ibn Abi Taalib (moge Allah tevreden zijn met hem) zeggen: "In de Hel zijn er slangen zo groot als kruiken en schorpioenen zo groot als muilezels. Zij bijten iedere leider die niet rechtvaardig regeert over zijn burgers." Vervolgens stond Taawoes op en ging weg.
Mounir is een student aan de universiteit. Wanneer hij thuis terugkomt brengt hij zijn vrije tijd door achter het beeldscherm van zijn computer om de wereld van het internet te doorspitten. Echter, hij kent enkel het duistere gedeelte ervan. Wanneer hij in aanwezigheid van andere mensen en zijn familieleden is, is hij iemand die oprecht en serieus is. Hij is een de prins waarvan elke vrouw droomt. Maar op het moment dat hij zijn kamer binnentreedt, verandert hij in een slaaf van zijn lusten. 'Abdoerrahman is zijn beste vriend maar hij is een dienaar van Allah die graag uitnodigt tot de weg van Allah (Verhevene is Hij).
'Abdoerrahman reed in de auto van Mounir mee. Onderweg naar hun bestemming kwamen ze een controlepost tegen. 'Abdoerrahman deed de la van het dashboard open om de autopapieren uit te halen en hij zag dat daar een foto van een naakte vrouw lag!!
Een lange stilte overmeesterde de auto die gevolgd werd door een diepe zucht van Mounir, die van de schaamte gloeiend rood werd en begon te zweten. De politieman wees hem aan om door te rijden. Hij keek naar 'Abdoerrahman terwijl deze laatste Allah vroeg om vergeving en de lofprijzing over Hem sprak waarna de volgende discussie plaatsvond.
'Abdoerrahman zei: Mounir; wat doet deze foto hier? Mounir zei: Een student vroeg hierom en ik ben onderweg naar hem om het aan hem te geven.
'Abdoerrahman zei: Weet je dan niet dat je bezig bent met het begaan van een zonde? Weet je niet dat degene die naar een zonde uitnodigt, de zonde zal delen met een ieder die het zal volgen? Heb je geen vrees voor Allah? Hoe kun je vrees voor de politie hebben en geen vrees voor de Schepper?
Mounir antwoordde schreeuwend: genoeg!! Houd je preken voor mensen in de moskee, ik ben nog jong en waar ik mee bezig ben is niet erger dan het begaan van overspel/ontucht en ik zal berouw tonen wanneer Allah mij zal leiden. IK WIL JE PREKEN NIET MEER AANHOREN!!!
'Abdoerrahman zei: Laat mij hier uitstappen alsjeblieft ik wil de zonde niet met je delen!
Mounir keert terug naar huis en doet de deur van zijn kamer dicht. En zet de computer aan. Hij gaat weer door met zijn hobby, het bekijken van pornografische websites. Pornografische websites te bekijken, onzedelijke foto's en films; dit is wat ik nodig heb om te ontspannen en mezelf op te vrolijken na het aanhoren van de woorden van die achterlijke. O wat zijn deze foto's opwindend...hij staat op en doet de deur op slot..ja, ik ga me uitkleden, blijf naakt en fantaseer dat ik met hen ben. Het is een opwindend gevoel. Ik ga mezelf masturberen en ik zal dan het echte genot ondervinden. Het is het genot dat elke mens zal opvrolijken, denkt hij. En het zijn slechts enkele moment en hij is klaar met zijn satanische lusten maar hij voelt plotseling een zware pijn in zijn hart. Hij schreeuwt, aaaaaaaaaaaaah terwijl zijn hand bevuild is. O mijn Rabb. Mijn Rabb.Aaaaaaaaaaaah pijn!!! En de pijn werd steeds erger.
Zijn ouders hoorden het geschreeuw en hij deed de deur van de kamer open terwijl het pijn hem overmeestert had waardoor hij niet aan het aantrekken van zijn kleren kon denken. Het is "een genot" dat hij meemaakte EN HET IS NU een schandaal geworden. Hij probeert op dat moment zijn toestand uit te leggen, maar de Engel Des doods was sneller dan hij en hij sterft in deze toestand.
Dit is slechts een fictief verhaal, beste broeders en zusters, maar kunnen degenen die verslaafd zijn aan pornografische websites ons verzekeren dat het verhaal van Mounir niet plaats zal/kan vinden? En wie wenst er eigenlijk in deze toestand te sterven?
Niemand zal hier tevreden mee zijn, of wel?
Toon daarom berouw beste broeder voordat je je leven slecht beëindigt en weet dat Allah blij zal zijn met het berouw van de dienaar ook al zou hij een moordenaar zijn: "Zeg: " O mijn dienaren die buitensporig zijn tegenover zichzelf, wanhoopt niet aan de Genade van Allah. Voorwaar, Allah vergeeft alle zonden."
Een muis keek door een gat in de muur en zag dat de boer en zijn vrouw een pakketje opende.
Wat voor voedsel zit erin?: dacht de muis die best wel trek had in eten Maar hij schrok toen hij zag dat het een muizenval was!
De muis ging snel naar het weiland en de muis schreeuwde als waarschuwing en vroeg om hulp: er is een muizenval in het huis!! Er is een muizenval in het huis!!
De kip die kakelde ging rechtop staan en kwam met zijn hoofd omhoog en zei: hé muis, ik kan je vertellen dat dit het einde van jouw leven is. Maar het heeft geen consequentie voor mij en het boeit me helemaal niet.
De muis keerde zich om en ging naar het schaap en zei tegen het schaap: er is een muizenval in het huis!! Er is een muizenval in het huis!!
De schaap moest lachen en zei: sorry maar dat is jouw probleem. Ik heb het te druk om me ook nog eens druk te maken om jouw problemen.
De muis ging vervolgens snel naar de koe en zei tegen de koe: er is een muizenval in het huis!! Er is een muizenval in het huis!!
De koe zei: zolang ik hier kan relaxen op het gras en ik mezelf kan onderhouden voel ik me goed en een muizenval doet me weinig.
De muis ging verdrietig terug naar zijn huisje, met zijn hoofd omlaag en een traan die over zijn wang liep. De muis vond het jammer dat zijn vrienden geen medeleven toonde
Dezelfde nacht was er een hard geluid dat door het huis heen klonk - het was het geluid van de muizenval die zijn prooi had gevangen.
De boer zijn vrouw vloog de trap af om te zien wat de muizenval had gevangen Het was donker waardoor ze niet kon zien dat het een giftige slang was die vast zat met zijn staart in de muizenval!
Toen de vrouw dichterbij kwam beet de slang de vrouw van de boer. De boer schrok van haar kreet en nam haar snel mee naar het ziekenhuis. De volgende dag kwamen ze terug en kregen het recept mee van de dokter. Het recept was kippensoep om de koorts te laten dalen dus de man slachtte de kip en deed het in de soep.
Maar de vrouw werd niet beter en haar gezondheid ging achteruit! Vrienden en buren kwamen vaak langs. En om de gasten eten te geven, slachtte de boer het schaap.
De vrouw van de boer werd maar niet beter en op laatst ging zij dood. Zo veel mensen kwamen langs, waardoor de boer genoodzaakt werd de koe te slachten om iedereen te voeden die langs kwam.
De muis zag dit allemaal gebeuren met groot verdriet
Dus de volgende keer als je hoort dat iemand een probleem heeft zeg dan niet meteen dat het je niets aan gaat. We zijn met zijn allen op een reis dat het leven heet dus ieder moet zijn broeder/zuster helpen.
Hadieth: De Profeet Mohammed (vrede en zegeningen zij met hem) heeft gezegd: Wie geen medelijden heeft met het lot van anderen zal zien, dat hijzelf de goddelijke barmhartigheid moet ontberen. [hadith Muslim]
Abu Mousa, (moge Allah met hem tevreden zijn), heeft overgeleverd: De Profeet (vzzmh) heeft gezegd: De gelovige vormt samen met een andere gelovige een soort bouwwerk. Het ene deel steunt op het andere. Hij maakte een gebaar door zijn vingers in elkaar te schuiven. [hadith Bukhari & Muslim]
Allahs Boodschapper (vzzmh) heeft gezegd: Op de Dag des Oordeels zal Allah, de Verhevene, verkondigen: "Waar zijn degenen die van elkaar houden omwille van Mijn Genoegen? Deze dag zal Ik hen beschermen in de schaduw die Ik schenk. Vandaag is er geen andere schaduw dan de Mijne." [hadith muslim]
De Profeet (vrede en zegeningen zij met hem) zei: De gelovigen zijn in hun wederzijdse liefde net als de menselijke lichaam. Wanneer het oog pijn heeft, dan voelt het hele lichaam de pijn. Wanneer het hoofd pijn doet, zal het hele lichaam daaronder lijden." [hadith Moslim]
Geen van jullie heeft geloofd totdat hij wenst voor zijn broeder datgene wat hij wenst voor zichzelf. [hadith Muslim en Bukhari]
De Profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd: Als iemand van zijn broeder houdt, moet hij hem dat vertellen. [hadith Aboe Dawoed en At-Tirmidhi]
De Profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd: "Wees niet afgunstig op andere Moslims, bied bij een verkoop niet hoger dan een andere Moslim, voel geen wrok jegens een andere Moslim, wees niet tegen een andere Moslim en laat hem niet in de steek, doe geen bod terwijl een transactie al gaande is. O, dienaren van Allah, wees als broeders (of zusters) voor elkaar. Een Moslim is de broeder (of zuster) van een andere Moslim, doe hem (of haar) geen kwaad, kijk niet neer op hem (of haar) of breng geen schande over hem (of haar). Vroomheid is een zaak van het hart (en de Profeet zei dit drie maal). Het is slecht genoeg voor iemand om neer te kijken op zijn Moslimbroeder (of -zuster). Bloed, eigendom en eer van een Moslim zijn onschendbaar voor een Moslim." [hadith Muslim]
Toen de Profeet (vrede zij met hem) opdroeg: "Help je (Moslim)broeder (of zuster) wanneer hij onrecht begaat, en wanneer hem onrecht wordt aangedaan", vroeg iemand hem: "O Boodschapper van Allah, ik begrijp hoe ik hem kan helpen als hem onrecht wordt aangedaan, maar hoe kan ik hem helpen als hij zelf onrecht begaat?" Daarop antwoordde de Profeet