Moge Allah ‘azza wa djal onze kennis doen vermeerderen, Ameen. Moge Allah ons leiden naar de waarheid en ons weerhouden van het slechte, Ameen. Moge Allah ons sieren met de schoonheid van Imaan & Taqwa, Ameen.
Dit is een waargebeurd verhaal, waarbij je rillingen en kippenvel krijgt over je hele lijf! lees het en je zult zien....
Een Arabische (islamitisch) meisje ging op een dag naar een feest bij haar vriendinnen. Ze bleef er tot dat ze klok slag 24.00 uur hoorde. Ze realiseerde dat het laat is geworden en wilde naar huis gaan, dat is ver van waar ze zit. Ze is geraadpleegd om met de bus naar huis te gaan hoewel de trein sneller is. Maar zoals jullie weten alle stations zitten vol met criminelen en moordenaars en zeker op dat tijdstip. Daar aangekomen probeerde ze rustig te blijven, en probeerde ze haarzelf te overtuigen dat er niets zal gebeuren. Dat meisje was een NIET gepraktiseerde moslimse. Zij koos ervoor om met de trein te gaan omdat die sneller is. Toen ze op de ondergrondse 'wacht lokaal' zat, ging er door haar hoofd allerlei enge verhalen, die 's nachts op dat station gebeurt zijn. Zij was alleen op dat lokaal, behalve die enige enge MAN, helemaal in het zwart gekleed. In het begin was ze bang voor die man maar ze spaarde alle moed bij elkaar om rustig te blijven.De man kwam dichter en dichter naar haar toe tot hij juist voor haar stond. En toen begon ze wat Koran verzen die ze kende te reciteren.En ineens draaide die man zich en ging er van door. Ze bleef dat lezen totdat de trein kwam en ze er instapte om naar huis te gaan. Tot haar grootste schrik leest ze de volgende ochtend in de krant dat er op dezelfde station, waar ze gisteren was, 5 minuten na haar vertrek een meisje is vermoord en dat de dader aangehouden is. Ze ging naar het politiebureau en ze vertelde aan de politie dat ze daar ook, 5 minuten voor het misdrijf was, ze vroeg aan de politie of ze de dader 1 vraag mocht stellen aan de man? "Ze vroeg"; herken je mij? De man antwoordt: Ken ik jou dan? Zij zegt: Ik ben het meisje van gisteren op 't station ik was daar toen je voor me stond weet je nog?. En hij zei: Ja ik herken je. Vervolgens zegt zij: Waarom heb je mij dan niet vermoord in plaats van dat meisje? Daarop zei hij: Hoe kon ik je vermoorden, en als ik je vermoord had, wat zouden die TWEE GROTE MANNEN die links en rechts achter jou stonden met mij gedaan hebben??
In deze serie van indrukwekkende verhalen zullen wij enkele ontroerende gebeurtenissen vastleggen met de hoop dat mensen er leringen van trekken en om de Imaan te versterken.
Werkelijk, hoe zielig is een man wiens gewoontes en begeertes hem tot hun slaaf maken en hij gaat met hen mee zover als het kan. De zonde maakt Mohammed tot zijn slaaf en hij stond de zonde toe om hem te besturen. Hij had zichzelf niet meer onder controle en hij kon zich er niet van bevrijden. Dit leidde hem naar de vernietiging. Hij beging vele zonden en hij deed ze snel. Hij bereikte op een gegeven moment het toppunt van paniek en bezorgdheid. En dat was duidelijk te zien aan zijn gezicht.
Hij verrichte lange tijd niet één Rak'ah voor Allah en hij kon de weg naar de moskee niet vinden. Hoeveel jaren gingen voorbij waarin hij niet bad? Telkens als hij Moskee ****** (de moskee in zijn buurt) passeerde, voelde hij zich beschaamd, alsof de minaret hem verweet en zei: "Wanneer kom je ons bezoeken? Wanneer ga je berouw tonen?" Maar Mohammed kon niets anders doen dan zijn hoofd buigen uit verlegenheid.
In de maand Ramadhaan, wanneer de duivels vastgeketend zijn en het geluid van de Waarheid oneindig te horen is, en het universum gevuld is met vrees en nederigheid, kwam er een geluid van de minaret van Moskee ******, een emotioneel geluid wat de aayat van de Qor-aan reciteerde. Het was het gevoel van comfort, het was het gebed, het was Salaat at- Taraawieh'
En zoals gewoonlijk passeerde Mohammed de moskee met de intentie om niet naar binnen te gaan. Een vriendelijke jongeman sprak hem echter aan en vroeg hem hoe hij erover dacht om deel te nemen aan het gebed in de moskee: "Kom, kom, laten we gaan."
Mohammed wilde zich verontschuldigen, maar de vriendelijke jongenman hield vol en overtuigde hem om mee te gaan. De ziel van Mohammed ging als een klein vogeltje in de ochtend, zeer onschuldig, en wilde zich een weg banen richting het licht nadat het moe was geworden van het vliegen in het donker.
Mohammed zei: "Ik ken de Doe'aa-e van de openingssmeekbede niet en ook de Tah'iyyat (Tashahhoed) niet. Gedurende een lange periode heb ik niet gebeden, ik ben het vergeten." "Nee Mohammed," zei de vriendelijke jongeman, "jij bent het niet vergeten, maar dat is het werk van Shaytaan en zijn groep, de verliezers. Zij hebben het jou laten vergeten. "Door het volhouden van die ene vriendelijke jongeman, ging Mohammed na een lang vaarwel eindelijk weer eens de moskee binnen.
En wat vond Mohammed.....: ogen gewassen door tranen, verwelkt door de Ibaadah (aanbidding) , gezichten verlicht door Taqwah (godvrees), aanbidders die leken op fladderende vogels in de sfeer van Imaan (geloof), en de recitatie van de Imaam was heel emotioneel, in zijn stem was een trilling die het hart raakte.... En voor de eerste keer na zijn afscheid van zeven jaar, fladderde Mohammed ook zozeer in deze sfeer, dat hij zijn gebed niet afmaakte. Zijn hart was vol ontzag, hij trok zich terug naar achter in de moskee en leunde tegen een muur, hij zuchtte jammerlijk en zei tegen zichzelf: "Bij Allah, hoe kon ik deze grote beloning missen?! Wat heeft mij hier vandaan geleid?" Vervolgens begon hij aan een langdurige huilbui... hier is hij, huilend... hij huilde met heel zijn hart... hij huilde over zijn verloren tijd.. hij huilde over zijn dagen in het verleden... hij huilde over zijn strijd tegen Allah met zijn zonden...!
Zijn hart brandde.. alsof er een stukje gloeiend houtskool rustte tussen zijn ribben. Telkens als het afkoelde begon het weer opnieuw, totdat het vlam vatte en het hem brandde... het is het brandende gevoel van zonden. Moge Allah met jou zijn, jij terugkerende zondaar. Hoe vaak ben jij omgedraaid in het vuur van de zonden, terwijl jouw ziel verlangde naar de weg van geloof....!
Hij huilde - volgens de Imaam - zoals het gehuil van een dronkaard. Een golf van pijn en spijt sleurde hem mee en schudde zijn gedachten en liet hem denken dat Allah hem nooit zou vergeven.
De mensen kwamen en gingen om hem heen staan.... zij vroegen wat er mis was met hem.. hij wilde hen niet beantwoorden.. hij leefde slechts enkele momenten met zijn verdrietige en vermoeide zelf, dat moe werd door het botsen in de donkere tunnel van vernietiging.
In hem was een vulkaan van spijt en pijn, die niemand van de aanwezigen kon doven. Aldus gingen zij weer terug naar hun plaats van gebed. Op dat moment kwam 'Abdoellaah. Nadat hij probeerde om Mohammed te kalmeren, zei Mohammed stotterend: "Allah zal me niet vergeven, Allah zal me niet vergeven," en hij begon weer te huilen...
'Abdoellaah bleef hem troosten en zei tegen hem: "Broeder, Allah is Barmhartig, Genadevol. Allah strekt Zijn Hand uit in de nacht zodat de zondaar die zonden heeft begaan overdag, berouw kan tonen, en Hij strekt Zijn Hand uit overdag, zodat de persoon die 's nachts zonden heeft begaan, berouw kan tonen."
Mohammed hief zijn hoofd op, met ogen vol tranen, en hij zei met een wanhopige stem: "Nee, Allah gaat mij niet vergeven, Allah gaat mij niet vergeven."
Vervolgens was hij even stil om op adem te komen, hij dacht aan de vele zonden die hij begaan had en stelde enkele vragen hoe hij uit deze situatie kon ontsnappen. Hij zei: "Je weet niet hoe groot mijn zonden zijn. Allah zal mij niet vergeven. Ik heb gedurende 7 jaar niet gebeden."
'Abdoellaah hield vol en bleef hem overtuigen dat de Barmhartigheid van Allah zeer groot is en zei tegen hem: "Broeder, dank Allah dat je niet gestorven bent in deze toestand. Broeder Allah swt zegt: 'O zoon van Aadam, als je Mij zonder deelgenoten aan Mij toe te kennen, dan kom Ik naar jou toe met Vergeving zo omvangrijk als de aarde. * En wanhoop aan de Barmharigheid van Allah is nog erger dan jouw ongehoorzaamheid tegenover Hem." Vervolgens bleef hij de aayaat betreffende de Barmhartigheid en hoop reciteren en de ah adieth over berouw en de gulheid van Allah betreft het accepteren van de berouwvolle. Op deze manier ontwaakte hij in Mohammed een vonk van hoop en Mohammed voelde dat de deur van het berouw op een kier stond en dat hij door deze kleine opening kon gaan.
En hier braken Mohammed's sterke golven van wanhoop op de stranden van de waardevolle adviezen van 'Abdoellaah. Vervolgens voelde hij de zware last die op zijn schouders ziel kon fladderen. Het wilde fladderen in de nieuw wereld van berouw...!
En hier is zijn borst nu, als een jong land dat de eerste beplanting van vruchten voorbrengende adviezen ontving, de adviezen die veiligheid, comfort en hoop brachten voor de ziel van Mohammed, zoals de regen met de wil van Allah groen op het gezicht van de dode aarde brengt...!
'Abdoellah stelde vervolgens voor: "Wat denk jij mijn dierbare broeder, om Ghoesl te gaan verrichtte zodat je rust in jezelf krijgt en aan een nieuw leven begint?"
Mohammed ging akkoord en ging Ghoesl verrichten met als doel om rust te verkrijgen. Hij waste zichzelf en verwijderde alle viezigheid van de zonden die aan hem kleefden. Vervolgens waste hij zijn hart en vulde het met licht. Mohammed ging (samen met 'Abdoellaah) weer richting de moskee waar de Imaam nog steeds de aayaat van Allah aan het reciteren was.. Zijn lippen bewogen met deze aayaat en de harten van de aanwezigen neigden naar de aayaat.
En zij bleven met elkaar praten... en de wijze woorden kwamen van de lippen van 'Abdoellah met de geur van oprechtheid, waarheid en hoop, vrij van enige valsheid.
Er werd verhaald dat 'de leider van de gelovigen' (Amier ul-Moe'minien) Hichaam bin cAbdul-Malik arriveerde in het Heilige Huis van Allah als een pelgrim. Toen hij eenmaal in al-Haram (de moskee in Mekka, met daarin de welbekende Kacbah) was, gaf hij het bevel om een man van de Sahaabah (de metgezellen van de Profeet -vrede zij met hem) bij hem te laten komen. Er werd hem echter verteld dat alle Sahaabah reeds gestorven waren. Hierop zei hij: "Eén van de Tabicien (de leerlingen van de Sahaabah) dan." De Tabici Taawoes al-Yamaanie werd toen bij hem gebracht. Hij kwam bij 'de leider van de gelovigen' binnen, deed zijn schoenen uit en legde die aan de zijkant van zijn vloerkleed. Taawoes groette niet met de benaming 'Amier ul-Moe-eminien', noch sprak hij hem aan met zijn edele roepnaam, maar ging tegenover hem zitten zonder daarvoor toestemming voor te hebben gekregen en zei: "Hoe is het met jou, O Hichaam?" Hichaam bin cAbdul-Malik werd zeer woedend op Taawoes, zo erg zelfs dat hij eraan dacht hem te doden. Er werd hem echter verteld dat hij zich in al-Haram bevond en het dus voor hem onmogelijk was om iemand te vermoorden.
Hichaam bin cAbdul-Malik zei tegen Taawoes al-Yamaanie: "O Taawoes, wat heeft jou er naartoe geleid om te doen wat je gedaan hebt?" Taawoes antwoordde: "Wat heb ik dan gedaan?" Hij werd hierdoor nog bozer en kwader en zei: "Je hebt jouw schoenen uit gedaan, legde die vervolgens aan de zijkant van mijn vloerkleed en je groette me niet met 'Amier ul-Moe'minien'. Daarnaast sprak je me niet eens aan met mijn edele roepnaam, je ging tegenover mij zitten zonder toestemming en voegde eraan toe: "O Hichaam, hoe is het met jou?"
Taawoes zei: "Wat betreft het feit dat ik mijn schoenen uitdeed en die naast je vloerkleed legde, dit doe ik voor mijn Heer vijf keer per dag en Hij verwijt mij dit niet, noch wordt Hij woedend op mij. Dat ik je niet met 'Amier ul-Moe'minien' groette was vanwege het feit dat niet alle gelovigen tevreden zijn over jouw leiderschap en ik vreesde dat ik daarover zou liegen als ik je 'Amier ul-Moe-minien' noemde. Over wat je zei, dat ik je niet met een edele roepnaam aansprak, dit is omdat Allah, de Verhevene, Zijn profeten bij naam noemde, Hij zei: "O Dawoed, O Yahya, O cIesaa," terwijl Hij Zijn vijanden wel bij hun roepnamen noemde, Hij zei: "Vernietigd zijn de handen van Aboe Lahab en vernietigd is hij." De reden waarom ik tegenover je ging zitten is dat ik de Amier ul-Moe'minien cAli ibn Abi Taalib (moge Allah met hem tevreden zijn) hoorde zeggen: "Als je wilt kijken naar een man die in de Hel zal terechtkomen, kijk dan naar een zittende man met om zich heen staande mensen." Toen droeg Hichaam bin cAbdul-Malik Taawoes al-Yamanie op: "Geef mij advies!" Hij zei: "Ik hoorde Amier ul-Moe'minien cAli ibn Abi Taalib (moge Allah tevreden zijn met hem) zeggen: "In de Hel zijn er slangen zo groot als kruiken en schorpioenen zo groot als muilezels. Zij bijten iedere leider die niet rechtvaardig regeert over zijn burgers." Vervolgens stond Taawoes op en ging weg.
De Profeet Ibrahim (aleihi salaam) verliet Egypte vergezeld door zijn neef Lut (Lot) die daarna naar de stad Sadum (sodom) ging die aan de westerse kust van de Dode Zee lag.
De stad was gevuld met kwaad. De inwoners beloerden, beroofden en vermoorden reizigers. Een ander gemeenschappelijk kwaad onder hen was dat de mannen seks hadden met mannen in plaats van met vrouwen. Deze onnatuurlijk daad werd later bekend als sodomie (naar de stad Sodom). Het werd openlijk en schaamteloos bedreven.
Op het toppunt van deze misdrijven en zonden openbaarde Allah aan Profeet Lut (aleihi salaam) dat hij de mensen moest aansporen om hun ongepast gedrag op te geven maar ze waren zo diep verzonken in hun immorele gewoontes dat ze doof waren voor Luts preken. Ondergedompeld in hun onnatuurlijke begeertes weigerden ze te luisteren,
zelfs toen Lut hen waarschuwde voor Allahs bestraffing. Ze dreigden hem uit de stad te verdrijven als hij zou blijven prediken.
Allah openbaarde:
« Ook het volk van Lut verloochende de boodschappers. Toen hun broeder Lot tot hen zeide: "Wilt gij niet rechtvaardig worden? Waarlijk, ik ben u een getrouwe boodschapper. Vreest daarom Allah en gehoorzaamt mij. En ik vraag u er geen beloning voor. Mijn beloning is slechts bij de Heer der Werelden. Nadert gij van alle schepselen de mannen? En verlaat gij uw vrouwen, die uw Heer voor u heeft geschapen? Neen, gij zijt een volk dat de perken te buiten gaat."
Zij zeiden: "Als gij niet ophoudt, o Lut, zult gij zeker worden verbannen."
Hij zeide: "Waarlijk, ik veracht uw handelwijze. Mijn Heer, red mij en mijn familie van hetgeen zij doen."
Daarom redden Wij hem en zijn hele gezin. Behalve een oude vrouw die achterbleef. » {26:160-171}
Het gedrag van Luts mensen bedroefde zijn hart. Hun ongezonde reputatie verspreidde zich door het land terwijl hij er tegen vocht. De jaren gingen voorbij en hij bleef aanhoudend in zijn missie maar het mocht niet baten. Niemand reageerde op zijn oproep en geloofde behalve zijn familieleden en zelfs in zijn huishouden geloofden niet alle leden. Luts vrouw was, net als Nuhs vrouw, een ongelovige.
Allah verklaarde: « Allah vergelijkt de ongelovigen met de vrouw van Nuh en met die van Lut. Zij behoorden aan twee Onzer rechtvaardige dienaren maar zij waren hun ontrouw. Daarom baatten haar echtgenoten haar niet tegen Allah, en er werd tot hen gezegd: "Gaat het Vuur in tezamen met degenen die er binnengaan." » {66:10}
Als thuis de plek voor gemak en rust is, dan had Lut er geen gevonden, hij werd zowel binnen als buiten zijn eigen huis gekweld. Zijn leven was een aanhoudende kwelling en hij leed zwaar maar hij bleef geduldig en standvastig met zijn mensen. De jaren gingen voorbij en nog steeds geloofde er niet eentje
in hem. In plaats daarvan kleineerden ze zijn boodschap en daagden hem bespottend uit: « "Breng de straf van Allah over ons als gij de waarheid spreekt." » {29:29}
Verpletterd door wanhoop bad Lut tot Allah om hem de overwinning te schenken en de verdorven te vernietigen. Daarom verlieten de engelen Ibrahim (aleihi salaam) en gingen naar Sadum, de stad van Lut (aleihi salaam). Ze bereikten de muren van de stad in de namiddag. De eerste persoon die ze zag was Luts dochter die bij de rivier zat en haar kruik met water vulde. Toen ze haar gezicht omhoog wendde en hen zag, was ze verbijsterd dat er mannen van zulke uitzonderlijke schoonheid waren op aarde.
Eén van de drie mannen (engelen) vroeg haar: "O jongedame, is er een plaats om te rusten?"
Zich het karakter van haar mensen herinnerend, antwoordde ze: "Blijf hier en ga niet naar binnen totdat ik mijn vader in heb gelicht en terug ben." Haar kruik bij de rivier achterlatend rende ze naar huis.
"O,vader!" schreeuwde ze. "Je wordt verwacht door jongemannen bij de stadspoort en ik heb nog nooit gezichten als die van hen gezien!"
Lut voelde zich gekweld en rende zo snel mogelijk naar zijn gasten. Hij vroeg ze waar ze vandaan kwamen en waar ze naartoe gingen.
Ze beantwoordden zijn vragen niet maar vroegen of hij hungastheer kon zijn. Hij begon met ze te praten en benadrukte het de aard van zijn mensen. Lut was gevuld met tumult; hij wilde zijn gasten overtuigen, zonder hen te beledigen, om daar niet de nacht door te brengen, maar aan de andere kant wilde hij hen tegemoet komen in de verwachte gastvrijheid die normaal aan gasten werd geschonken. Tevergeefd probeerde hij hen het gevaar van de situatie in te laten zien. Uiteindelijk vroeg hij hen te wachten tot de nacht viel zodat niemand hen zou zien.
Toen de duisternis over de stad viel escorteerde Lut zijn gasten naar zijn huis. Niemand was zich bewust van hun aanwezigheid. Maar toen Luts vrouw hen zag, sloop ze stil het huis uit zodat niemand haar opmerkte. Snel rende ze naar haar mensen met het nieuws en het verspreidde zich over alle inwoners als een vuurtje. De mensen haastten zich opgewonden naar Lut. Lut was verrast door hun ontdekking van zijn gasten en vroeg zich af wie hen geïnformeerd kon hebben. De zaak werd duidelijk maar hij kon zijn vrouw nergens vinden wat hem nog meer verdriet bezorgde.
Toen Lut de meute zijn huis zag naderen, sloot hij de deur maar ze bleven erop bonzen. Hij zei hen de bezoekers met rust te laten en Allahs bestraffing te vrezen. Hij drong er op aan dat ze seksuele bevrediging bij hun vrouwen zouden zoeken opdat Allah datgene wettig had gemaakt.
Luts mensen wachtten totdat hij zijn korte preek beëindigd had en barstten toen in lachen uit. Verblind door passie ramden ze de deur in. Lut werd erg kwaad maar hij stond machteloos tegenover deze gewelddadige mensen. Hij was niet in staat het misbruik van zijn gasten te voorkomen maar bleef stevig staan en bleef op de meute inpraten.
Op dat verschrikkelijke moment wenste hij dat hij de kracht had om ze allemaal weg te duwen van zijn gasten. Zijn gasten zagen hem in staat van hulpeloosheid en verdriet en zeiden: "Wees niet bezorgd of bang Lut want wij zijn engelen en deze mensen zullen jou niet schaden."
Toen ze dit hoorden was de meute doodsbang en vluchtte van Luts huis en ze riepen hem dreigementen toe terwijl ze weggingen. De engelen waarschuwden de Profeet Lut (aleihi salaam) dat hij zijn huis moest verlaten voor zonsopgang en zijn familie mee moest nemen behalve zijn vrouw.
Allah had bepaald dat de stad Sadum verwoest zou worden. Een aardbeving deed de stad hevig schudden. Het was alsof een machtige kracht de hele stad opgetild had en in één schok had neergeworpen. Een storm van stenen beregende de stad. Iederen en alles was vernietigd, inclusief Luts vrouw.
Allah vertelt over dit verhaal: « En vertel hun van Ibrahims gasten. Toen zij bij hem binnentraden zeiden zij "Vrede", hij antwoordde: "Voorwaar, wij vrezen u."
Zij zeiden: "Vreest niet, wij geven u blijde tijding over een zoon, die met kennis zal zijn begiftigd."
Hij zeide: "Geeft gij mij blijde tijding hoewel de ouderdom mij heeft achterhaald? Wat is het dan, waarover gij mij blijde tijding geeft?"
Zij zeiden: "Wij hebben u inderdaad in waarheid blijde tijding gegeven, behoor dus niet tot hen die wanhopen."
Hij zeide: "Wie kunnen aan de genade van hun Heer wanhopen, dan de dwalenden?" Hij zeide: "Wat is uw taak, o gij boodschappers?"
Zij zeiden: "Wij zijn naar een schuldig volk gezonden. Doch wat de familie van Lot betreft, hen zullen Wij allen redden. Behalve zijn vrouw. Wij hebben besloten, dat zij tot degenen zal behoren die achterblijven."
Toen de boodschappers tot de familie van Lut kwamen, zeide hij: "Voorwaar, gij zijt een groep vreemdelingen."
Zij zeiden: "Neen, wij zijn met hetgeen waarover zij (de ongelovigen) twijfelden tot u gekomen. En wij zijn met de waarheid tot u gekomen en wij spreken zeker de waarheid. Ga daarom gedurende de nacht met uw familie weg en volg achter hen. En laat niemand uwer omkijken en gaat waarheen u is bevolen."
En Wij deelden hem dit gebod mede dat hun levenswortel tegen de morgen zou worden afgesneden. En de mensen der stad kwamen verheugd.
Hij zeide: "Dit zijn mijn gasten maakt mij daarom niet te schande. En vreest Allah en onteert mij niet."
Zij zeiden; "Hebben wij u niet verboden de mensen (te ontvangen)?"
Hij zeide: "Dit zijn mijn dochters als gij iets wilt doen."
Bij uw leven, dezen zwerven in hun bedwelming blindelings rond. Dus overviel de straf hen bij zonsopgang. En Wij keerden de stad ondersteboven en Wij deden brokken klei over hen regenen. Hierin zijn voorzeker tekenen voor hen die onderzoeken. En zij ligt aan een bestaande weg. Hierin is voorzeker een teken voor hen die (willen) geloven. » {15:51-77}
Ook verklaard Allah: « Daarom redden Wij hem en zijn hele gezin. Behalve een oude vrouw die achterbleef. Daarna vernietigden Wij de anderen. En Wij deden een regen op hen regenen, en vreselijk was de regen voor hen, die waren gewaarschuwd. Daarin is waarlijk een teken maar de meesten hunner willen niet geloven. En voorwaar, uw Heer is de Machtige, de Genadevolle » {26:170-175}
Het boek was gesloten voor de mensen van Lut (aleihi salaam). Hun steden en namen werden gewist van het aardoppervlak. Ze zijn uit het geheugen verwijderd. Eén van de verdorven boeken was gesloten.
Lut (aleihi salaam) ging richting Ibrahim (aleihi salaam). Hij bezocht hem en toen hij het verhaal van zijn mensen vertelde, verbaasde het hem dat Ibrahim (aleihi salaam) dit al wist. En dus ging Lut (aleihi salaam) door met mensen uit te nodigen tot Allah net als Ibrahim (aleihi salaam) de geduldige die zich berouwvol tot Allah wendde, en de twee hielden stevig vast aan hun missie.
Hij dacht steeds na. Hij zweeg meer dan hij sprak. Hij sprak nooit zomaar. Wanneer hij sprak, gebruikte hij nooit te veel of te weinig woorden.
Hij werd nooit kwaad omwille van wereldlijke aangelegenheden, noch omwille van persoonlijke zaken. Hij dacht nooit aan wraak nemen. Hij sprak nooit kwaad. Hij was van nature vergevingsgezind.
Niet alleen vergaf hij zijn vijanden, maar hij respecteerde en waardeerde hen tevens.
* Hij onthield zich van 3 dingen:
Hij discussieerde met niemand, hij sprak nooit veel, hij hield zich niet bezig met nutteloze dingen.
Hij brak nooit de hoop van hen die hoopten. Hij uitte nooit openlijk zijn afkeur.
Hij berispte niemand, noch in het bijzijn van die persoon, noch in diens afwezigheid. Hij onderzocht nooit de fouten van anderen. Hij luisterde zo aandachtig naar diegene die het laatst sprak, alsof deze de eerste was die het woord voerde.
Wanneer men lachte om iets, lachte hij mee en wanneer men zich verwonderde over iets, verwonderde hij zich mee.
Hij weigerde om lofbetuigingen aan zijn adres te aanvaarden, indien deze niet op waarheid berustten. Hij was steeds vastberaden en charismatisch. Wanneer hij sprak, luisterde iedereen. Zijn woorden waren zo helder en zo betoverend als parels en diamanten.
Wanneer hij een wandeling maakte met anderen, liep hij altijd in de achterhoede. Zijn stappen waren levendig en vastberaden. Hij wankelde niet bij het lopen. Zijn passen waren groot en krachtig. Hij boog zich een klein beetje naar voor, alsof hij een helling afdaalde. Hij liep rustig, met grote zelfzekerheid en harmonie.
Hij weigerde niemand die hem om hulp vroeg. Ooit had hij een vriend die jonger was dan hem bij diens schouders vastgepakt en gezegd: " wees nederig en bescheiden, zoals een reiziger".
Hij had steeds een rustige en glimlachende uitstraling. Hij gebruikte zelfs geen slechte woorden, hoewel die in het dagelijks taalgebruik van zijn tijd ingeburgerd waren. Zelfs op zeer woelige en stressvolle momenten bleef hij beleefd en verhief hij zijn stem niet.
Hij at samen met de armste mensen. Men kon hem zelfs niet onderscheiden van hen. Hij at wat hij kreeg. Hij maakte geen onderscheid. Hij droeg besheiden en onopvallende kledij. Hij onthield zich van opschepperij en van pracht en praal.
Hij wendde nooit zijn hoofd af wanneer hij sprak of aangesproken werd. Hij zat nooit op een geprivilegieerde plaats.
Wanneer hij zijn huis verliet, zei hij: "God, behoed mij ervoor de juiste weg te verlaten of gedwongen worden te verlaten, behoed mij ervoor onrecht aan te doen en aan onrecht te worden blootgesteld, behoed mij ervoor onrespectvol te zijn en onrespectvol behandeld te worden." Hij was geen gewone mens, maar hij leefde wel als een gewone mens.
Een man was aan het lopen door de marktplaats op een namiddag, en op dat ogenblik was een muezzin bezig met het oproep tot het gebed, zijn ogen staarde naar een vrouw der achterkant. Ze was vreemd aantrekkelijk, alhoewel ze helemaal zwart was gekleed, en geheel bedekt was, inclusief gezichtsluier, ze draaide zich om net alsof ze wist dat ze bekeken werd, en ze gaf hem een ja knik net voordat ze de hoek om ging.
Alsof hij werd geraakt door de bliksem, werd zijn aandacht aan haar nog sterker, zijn hart werd een gevangene van haar teken die zij gaf, hij had nog even last van een stemmetje die zei `is het niet tijd om te bidden? Maar het gebed was al voorbij dacht hij, dus er zat niets op dan haar te achtervolgen.
Hij haastte zich om haar bij te houden, ze was snel en hij zag er van ver vele straten verder kwam hij dichterbij en zag er, ze liep een stukje terug, en de man dacht dat hij haar glimlach zag onder haar sluier of was dat zijn fantasie? De man ging met zichzelf praten.
De arme man zei tegen zichzelf `wie is zij? Is ze de dochter van een rijke familie? Wat wilt ze van me?' Ze ging weer een hoek van een straat om en toen de man snel de hoek om ging, zag hij haar niet meer, na een tijdje zoeken zag hij haar weer maar nu was ze nog sneller dus de man dacht misschien is ze bang of boos. De man bleef haar volgen en eindigde opeens buiten de stad.
De zon ging onder en ze liep wat langzamer, en daar bleef ze even stil staan en keek naar de man, ze was aangekomen op een begraaf plaats, al zou deze man normaal denken zou hij bang zijn maar zijn gedachtes waren ergens anders. Dit vond hij een echte liefdes plek waar de liefdesparen in het geheim komen dacht hij bij zichzelf.
Ze waren drie meter van elkaar vandaan en ze keek nog naar hem, en liep daarna verder, ze liep een kelder in en liep de trap af naar beneden waar een oude bronzen deur was die ze opende, de man achtervolgde haar.
Hij stapte naar binnen en zag dat het een grote kamer was. Van buiten was dit niet te zien er waren zelf kaarsen aan de muren die de ruimte verlichten. En daar zat de vrouw op een aantal oude kussens nog steeds helemaal bedekt
De vrouw zei met een fluisterende stem `doe de deur op slot en breng de sleutel`
Hij deed de deur op slot en wilde de sleutel brengen maar ze zei gooi de sleutel maar
De man gooide de sleutel maar die viel in een put.
Toen begon de man bang te worden en zag de wolken boven zich hangen en hij hoorde haar lachend zeggen `ga door want je vond het ook niet erg om je gebed te missen toch?`
De man was nu stil en zei niets.
"De tijd voor het avond gebed is ook al voorbij," zei ze met een valse lach "Waarom ben je zo stil? kom hier bij me en neem mij ! dat is toch hetgeen waarvoor je achter me aan kwam?"
Hij werd bang en zijn buik draaide rond van de zenuwen.
`Het is tijd om me te laten zien `zei ze en ze deed haar gezichtsluier af en het was geen gezicht van een jonge dame, maar een oud en griezelig wezen, dat de man nog nooit heeft gezien
Ze zei `Kijk goed naar me! Mijn naam is dunya, (deze wereld). Ik ben je geliefde, jij spendeert je tijd aan het achtervolgen van mij, en nu heb je me bereikt, in je graf . Welkom Welkom!`
ze begon te lachen en te lachen, totdat ze uitspatte in stof en verging in schaduw en de kaarsen aan de muur gingen één voor één uit......
Allah zegende de nakomelingen van Adam, zijn kinderen en kleinkinderen, en zij verspreidden zich en vermenigvuldigde zich. Adams nakomelingen hebben vele dorpen gesticht. Ze ploegden het land, plantten de gewassen en leefden in gemak en tevredenheid. Ze volgden de weg van hun voorvader Adam. Ze aanbaden alleen Allah en vereerden niets buiten hem. Satan had niet voor Adam gebogen, toen Allah hem dat opgedragen had. Daarom werd hij buitengesloten en voor eeuwig verdoemd. Maar hoe konden Satan en zijn nakomelingen zich hier tevreden mee stellen? Aanbaden de mensen niet nog steeds Allah? Dat mocht niet zo zijn! Zouden Adams nakomelingen naar de Tuin gaan, terwijl Iblies en zijn nakomelingen naar het Vuur zouden gaan? Satans plan: Hij besloot om de mensen op te roepen om afgoden te aanbidden, opdat ze naar het Vuur zouden gaan. Hij wist dat Allah alle zonden van mensen vergeeft, als Hij dat wenst, behalve 1. Allah vergeeft nooit, dat mensen andere dingen naast Hem of in zijn plaats aanbidden. Als hij naar de mensen toe zou gaan en tegen hen zou zeggen: Vereer de afgoden dan zouden ze hem vervloeken en wegjagen. Dus moest hij iets anders bedenken, een slimmere manier, om de mensen te laten doen wat hij wilde. Er hadden mensen geleefd die Allah vreesden en hem dag en nacht aanbaden en die vaak aan hem dachten. Ze hadden van Hem gehouden en daarom had Allah van hen gehouden en hun gebeden verhoord. De mensen hielden van hen en spraken met respect over hen, nog lang nadat ze gestorven waren en naar Allahs genade gegaan waren. Satan was hiervan bewust. Daarom ging hij naar de mensen en noemde deze mannen. Hij zei; wat denk je van Die- en die en Die- en die? Zij zeiden; Geprezen zij Allah! Dat waren mensen van Allah en Zijn vrienden. Satan vroeg; hoe groot is je verdriet over hen? Ze antwoorden; Werkelijk erg groot. Hij vroeg; hoe groot is je verlangen naar hen? Ze antwoorden; Werkelijk erg groot. Hij vroeg; waarom kijken jullie dan niet elke dag naar hen? Zij zeiden; hoe kunnen wij dat nu doen als ze dood zijn? Satan zei; maak tekeningen van hun en kijk elke dag naar hen. De mensen vonden het een goed idee van Satan en deden wat hij zei. Dus telkens wanneer ze die afbeeldingen zagen dachten ze aan hen. Na verloop van tijd begonnen de mensen beelden te maken. Ze maakten veel beelden van de heilige mannen en zetten ze in hun huizen en moskeeën neer. En zo gingen de mensen verder .. Zonen zagen dat hun vaders de beelden kusten en aankleden en ze zagen, dat ze hun hoofden bogen en neerknielde in hun aanwezigheid. Toen de vaders doodgingen deden hun zonen er een schepje bovenop. Ze gingen de beelden dingen vragen en begonnen dieren te offeren. Allah werd erg boos op de mensen. Hij vervloekte hen. Ze liepen op Allah's aarde maar wezen Hem af. Allah was zo boos op de mensen dat Hij de regen terughield en Hij maakte de dingen moeilijk voor hen. De mensen begrepen het niet, dus besloot Allah hen goede raad te geven. Allah wilde dat deze boodschapper een man zou zijn, iemand van hun eigen mensen. Zo zouden ze hem begrijpen. Allah besloot om Noeh naar de mensen te sturen. Noeh deed zijn best om de mensen hun afgoden in de steek te doen laten, maar slechts een paar mensen geloofde in hem. Noeh bleef 950 jaar bij zijn volk hen oproepend tot Allah. Maar zijn volk wilde niet geloven. Noeh werd boos ter wille van Allah en gaf de hoop voor zijn volk op. Hij zei; O Allah, laat zelfs niet 1 van de ongelovigen op aarde. Allah verhoorde zijn gebed en besloot wat het lot van de ongelovigen zou zijn. Allah wilde de gelovigen en Noeh sparen. Hij gaf de Noeh de opdracht om een groot schip te bouwen. De ongelovigen zagen waar Noeh mee bezig was en bespotte hem. Maar hij was geduldig. De belofte van Allah kwam. Het regende en het regende tot de hemel als een zeef was, die het water niet kon vasthouden. Allah openbaarde aan Noeh: neem degene van je volk en familie die geloven mee. En neem van elk diersoort een paar. Noeh had een zoon die tot de ongelovigen behoorde en toen Noeh zijn zoon in zondvloed zag zei hij; O, mijn zoon, kom bij ons aan boord en wees niet met de ongelovigen. Zijn zoon zei; ik zal mijn toevlucht op een berg zoeken, die mij tegen het water zal beschermen. Noeh zei; er is deze dag geen bescherming tegen het gebod van Allah, behalve voor de mensen aan wie hij Barmhartigheid toont. En de golven kwamen tussen hen beiden, hij behoorde tot de verdronkenen (11:42-43) Na de zondvloed Toen er gebeurd was wat Allah wilde, en de ongelovigen verdronken waren, hield het op met regenen en zonk het water weg. Noeh en de mensen uit de ark daalden af en wandelden in vrede over de aarde. Allah zegende de nakomelingen van Noeh en ze verspreidden zich in het land en vulden de aarde.
Dit is een heel mooi verhaal...moeite waard om ff te lezen
Dit is een heel mooi verhaal...moeite waard om ff te lezen
Dit is het verhaal van een gewone man Die handelt in strijd met Allah's plan Wanneer u uzelf hierin weerspiegelt ziet Heb dan berouw en zondig verder niet
Het was eens midden in de nacht Toen de dood een bezoekje bracht De slapende riep: "Wie klopt daar aan?" "Ik ben Israel, laat me binnengaan"
De man kreeg het koud en weer heet Rilde, badend in het doodszweet Schreeuwende tegen zijn slapende vrouw "Laat hem weggaan...alsjeblieft...gauw!""
Engel des Doods, neemt mijn leven niet Ik ben nog niet klaar zoals je ziet Mijn familie is afhankelijk van mij Geef me toch nog wat tijd erbij
De Engel klopte, weer en weer "Vriend, je leven nemen doet niet zeer Het is je ziel waar Allah om vraagt Het helpt niet als je nu nog klaagt
Hysterisch, huilend riep de man "O Engel, de dood, ik ben zo bang ervan Ik geef jou goud, ik word je slaaf Maar zend me toch niet naar het graf"
"Laat me erin vriend", zei de Engel toen "Kom uit je bed, ga de deur opendoen Want, laat jij me nu niet zelf erin Dan kom ik door de deur als een Djinn"
De man pakte een pistool om zich te beweren Net alsof dat de Engel zou kunnen deren "Ik schiet je hoofd eraf, Dan ga jij wellicht naar je eigen graf"
Maar de Engel stond al naast zijn bed "Vriend, je ondergang is al ingezet Engelen sterven immers niet, dom mens Leg je pistool neer, het is Allah's wens
Waarom ben je bang, vertel eens man Om te sterven volgens Allah's plan? Glimlach nu maar en laat geen traan Wees blij dat je tot hem terug mag gaan
O Engel, ik schaam me dood en buig mijn hoofd Vergeten was ik Allah, Zijn Naam zij geloofd Werken voor geld, verdeed ik mijn tijd Zelfs niet denkend aan eigen gezondheid
Allah's geboden gehoorzaamde ik niet Vijf keer bidden? Dat deed ik niet Ik zag de Ramadan komen en gaan Maar had geen tijd vol berouw te staan
De plicht van de Hadj heb ik uitgesteld Dat vond ik zonde van mijn tijd en geld Alle liefdadigheid heb ik genegeerd Wel heb ik steeds meer rente begeerd
Ik zag geen kwaad in een slokje wijn Vond het gezellig met vrouwen te zijn O Engel, neemt me Alsjeblieft niet mee Spaar mijn leven nog een jaar of twee
Dan gehoorzaam ik de regels van de Koran
Kijk keer bidden van nu af aan Het vasten en Hadj zal ik volbrengen En me niet in andermans zaken mengen
Ik zal aan anderen geen rente vragen En liefdadigheid, alle dagen Ik zal me niet over een wijnglas buigen Maar van Allah's EENHEID getuigen
Wij Engelen doen alles op Allah's bevel Wij kunnen niets doen tegen zijn Wil De Dood is voorbeschikt voor iedereen Man, vrouw of kind, uitgezonderd geen
Dit is je laatste moment, kom erbij Je verleden trekt aan je voorbij Hoewel ik je angsten begrijpen kan Is het nu te laat voor tranen, man
Jarenlang heb je op aarde kunnen leven Je hebt nooit geld aan armen gegeven Je ouders heb je nooit gerespecteerd En nooit iets van je fouten geleerd
Je negeerde dagelijks de roep van de Adhaan Je las nooit een stuk uit de Koran Beloften verbrak jij altijd, je leven lang Voor jou waren zelf je vrienden bang
Goederen opgepot, gigantische winst Jouw personeel verdiende het minst Geld verdienen was je grootste plezier Ontspannen deed je met gokken en bier
Met vitaminepillen hield jij je gezond Terwijl je nooit aan iemands ziekbed stond Ook heb je nooit aan iemand een liter bloed gegeven Voor het redden van een andermans leven
O mens, je hebt zoveel verkeerd gedaan En met hulpacties aan de kant gestaan Jij hebt andere mensen nooit vergeven Kijk maar zelf terug op je leven
Het Paradijs voor jou? Geen idee!! Eerder de hel, een grote vlammenzee Je kunt je zonden niet afbetalen Ik ben hier om je ziel te halen
Er is een triest eind aan dit verhaal De man had tot dan geen enkele kwaal Sprong schreeuwend uit zijn bed, kwam ten val En viel plotseling dood....Hartaanval????
O, lezer, wellicht heeft dit verhaal Voor U een boodschap. Als de dood komt, zijn we onvoorbereid Dus gebruik iedere minuut van uw tijd en gedenk Allah die u het leven heeft gegeven en tevens zal ie het van je ontnemen.. Verander uw leven nu het nog kan en toon berouw Zodat u HET PARADIJS binnen kan gaan Insha Allah!!!
Ergens in een Islamitisch land was een docente tijdens een damescollege het volgende verhaal van de kapster van Fircauwns dochters aan het vertellen, ze zei: Op een dag toen de kapster de haren van één van de dochters van Fircauwn aan het kammen was, viel de kam op de grond. Ze boog zich voorover om haar kam op te rapen en zei: Bismillah.
De dochter vroeg haar: Bedoel je mijn vader?
Zij antwoordde: Nee! Hij is de Heer van mij, van jou en van jouw vader.
De dochter meldde dit vervolgens aan haar vader die onmiddellijk de kapster liet komen. Hij vroeg haar: Heb jij een Heer buiten mij?
Jazeker! Mijn en jouw Heer is Allah, Die in de hemel is, antwoordde zij dapper.
Hierop liet Fircauwn een grote koperen pan met olie halen. De pan werd vervolgens aan de kook gebracht totdat de olie begon te borrelen. De Fircauwn gaf opdracht om de vrouw en haar kinderen in deze hete pan te gooien.
De vrouw deed haar laatste verzoek en vroeg: Zou je misschien één ding voor me kunnen doen?
De Fircauwn vroeg: En dat is?
De kapster vroeg: Zou je mijn botten samen met die van mijn kinderen in een gewaad willen wikkelen en vervolgens kunnen begraven?
Hij antwoordde: Dat gun ik jou als laatste wens.
Fircauwn gaf opdracht om eerst haar kinderen in de pan te gooien. De kapster moest toezien hoe haar kinderen één voor één in de grote pan werden gegooid en hoe hun botten even later naar boven kwamen drijven. Geen moment wankelde ze in haar geloof en zij bleef standvastig, totdat het haar beurt en die van haar kleine baby was. Op het moment dat de moeder het niet over haar hart kon krijgen om haar laatste kind af te staan, sprak de baby, en zei: O moeder, wees standvastig want u bent op het Ware Pad. De foltering in dit leven is namelijk veel milder dan die in het Hiernamaals. Uiteindelijk werd zij samen met haar baby in de hete olie gegooid.
Het verhaal greep de leerlingen zo aan dat zij allen door emoties werden overweldigd. Geschrokken draaiden zij zich om toen bleek dat één van de leerlingen, die mede opviel door het feit dat zij zich niet hield aan de Islamitische kledingvoorschriften, zo geëmotioneerd raakte dat zij flauwviel. De leerlingen snelden zich naar haar toe om haar te helpen en brachten haar naar buiten voor wat frisse lucht en even later kwam de jongedame ondersteund door haar medestudenten weer binnen.
De docente ging verder met haar verhaal en vertelde over de beloningen die de gelovige vrouw te wachten staan in het Paradijs. Zoals de kapster van Fircauwn. Zij bleef standvastig en het verliezen van haar eigen leven en dat van haar vijf kinderen konden haar niet van haar geloof doen wankelen. De hete olie verscheurde haar vlees terwijl zij zich in haar lot had berust. Nog steeds waren de leerlingen aangedaan door dit verhaal. Het gehuil in de klas werd overtroffen door luid geschreeuw. Het bleek afkomstig te zijn van de jongedame die zojuist was flauwgevallen. Opnieuw werd zij door haar medeleerlingen naar buiten genomen om op adem te komen. Even later kwam ze enigszins gekalmeerd de les binnen.
De docente vervolgde haar verhaal. Ze begon verder te vertellen over de gunsten van het Paradijs en over de bestraffing die de ongelovigen te wachten staat in de Hel. Nu weer werd de les verstoord door de jongedame die hevig begon te weeklagen en enkele momenten later viel zij op de grond neer. Haar klasgenoten en de docente verzamelden zich om haar heen en riepen haar bij haar naam, maar zij reageerde niet. De jongedame richtte haar ogen naar de hemel en het besef begon door te dringen dat de jongedame dit wereldse leven aan het verlaten was.
De docente en de klasgenoten begonnen haar aan te sporen de geloofsgetuigenis uit te spreken en zeiden: Zeg: ,,Laa ilaaha ill-Allah. Getuig dat niets of niemand het recht heeft aanbeden te worden, behalve Allah. Getuig dat er geen ware god is, behalve Allah. Maar de jongedame reageerde niet terwijl haar blik zich verscherpte. Nog steeds bleven de aanwezigen haar aansporen de geloofsgetuigenis uit te spreken: Getuig dat er geen ware god is, behalve Allah. Getuig dat er geen ware god is, behalve Allah. Tenslotte keek zij naar hen en haar laatste woorden voordat ze deze wereld verliet waren: Ik getuig Ik getuig Ik getuig jullie dat ik mijn plaats in de Hel zie. Ik getuig jullie dat ik mijn plaats in de Hel zie. Ik getuig jullie dat ik mijn plaats in de hel zie.
Eén van onze vrome voorgangers vertelt: Op een dag zag ik hoe een ijzersmid kokend heet ijzer met zijn handen aan het bewerken was en dat dit hem helemaal geen pijn deed. Ik zei tegen mezelf: ,,Dit moet wel een rechtgeleide dienaar zijn, aangezien het vuur hem niet kan schaden. Ik kwam dichterbij en groette hem. Hij groette mij terug. Waarop ik hem vroeg: ,,Bij Degene Die jou begunstigd heeft met deze gave, verricht smeekbede voor mij. De man begon toen te huilen en zei tegen mij: ,,Bij Allah, mijn broeder, ik ben niet zo goed als jij van mij denkt. Ik zei toen tegen hem: ,,O broeder, niemand behalve rechtgeleide mensen kunnen dit doen. Hij zei: ,,Aan dit gaat een merkwaardig verhaal vooraf. Ik zei: ,,Als je het me wilt vertellen, graag. Hij zei: ,,Goed. Op een dag was ik hier in deze smederij van mij aanwezig toen plotseling een vrouw de zaak binnenliep. Zij was zeer aantrekkelijk. Nog nooit heb ik een vrouw met zo een mooi gezicht gezien. Zij vroeg mij: ,,O broeder, heb je iets te geven in de Naam van Allah? Toen ik naar haar keek was ik helemaal weg van haar en zei: ,,Als jij met mij naar huis gaat dan zal ik je alles geven wat je wilt. Lang bleef zij naar mij staren om vervolgens te vertrekken. Zij bleef dagen weg, maar kwam terug en zei: ,,Onder dwang van omstandigheden zie ik mij genoodzaakt om op jouw voorstel in te gaan. Hierop sloot ik de zaak en liep met haar naar huis. Eenmaal thuis aangekomen zei zij: ,,Ik heb mijn kinderen in een benarde positie achtergelaten. Zou het mogelijk zijn dat jij mij tenminste nu iets geeft zodat ik dit naar hen toe kan brengen. Dan beloof ik later terug te komen. Hierop gaf ik haar wat geld en ik deed haar plechtig beloven terug te zullen komen. Dit deed zij ook. Een uur later was zij terug. Ik liet haar binnen en deed de deur achter ons dicht. Waarop zij vroeg: ,,Waarom heb je de deur dicht gedaan? Ik antwoordde: ,,Uit vrees voor de mensen. Hierop vroeg zei: ,,Waarom vrees je dan niet de Heer van de mensen? Ik zei tegen haar: ,,Hij is de Meest Vergevingsgezinde, de Genadevolle. En ik stormde op haar af en merkte vervolgens dat zij beefde en dat tranen over haar wangen rolden. Ik vroeg haar toen: ,,Waarom beef je en huil je zo? Zij antwoordde: ,,Uit vrees voor Allah, de Almachtige, en zei vervolgens tegen mij: ,,Als je mij laat gaan omwille van Allah dan verzeker ik jou dat Allah jou in het wereldse leven en in het Hiernamaals niet zal straffen met het Vuur. Ik stond vervolgens op, gaf haar alles wat ik bij mij had en zei: ,,Ik laat je gaan, uit vrees voor Allah. Toen zij vertrok werd ik overmand door slaap. In mijn slaap zag ik een mooie vrouw die op haar hoofd een kroon van rode robijnen droeg. Zij zei tegen mij: ,,Moge Allah jou namens ons belonen met het goede. Ik vroeg haar toen: ,,Wie ben jij? Zij antwoordde: ,,Ik ben de moeder van het meisje dat jij hebt laten gaan omwille van Allah, de Verhevene. Moge Allah jou in dit wereldse leven en in het Hiernamaals behoeden voor het Vuur.Daarna werd ik wakker en sindsdien schaadt vuur mij niet en ik hoop dat het mij in het Hiernamaals ook niet zal schaden.
Salaam mensen! we hebben het vaak over de hel maar laat het ons nu eens over het paradijs hebben (want dit is eigenlijk waar iedereen terecht wil komen Inshallah !! ik hoop echt Inshallah dat ons droom zal uitkomen!! Veel leesplezier!!
Het Paradijs Als we ons afvragen wat ons voornaamste doel is in dit wereldse leven, dan zullen velen van ons als antwoord: gelukkigheid in het wereldse leven. Daar is waar iedereen (of de meesten van ons) naar streeft, we zitten op school, om later een goede baan te krijgen, om geld te verdienen, om gelukkig te zijn... Maar laten we niet vergeten dat dat niet alles is, en dat er veel meer van ons wordt verwacht. Alles in dit wereldse leven vergaat.
Een mooi voorbeeld waar we veel van kunnen leren is dat van de kameel van de Profeet . Zij heette AL-Qaswaae, en stond bekend als het snelste rijdier te midden van de rijdieren van de sahaba. Niemand van de sahaba twijfelde er ooit over om de kameel van de Profeet in te halen. Op een dag kwam er een oude man met een ezeltje, en die haalde met alle gemak al-Qaswaae in... De Profeet zei hierop: "Allah heeft vastgesteld dat er niets in deze wereldse leven zal rijzen, of ooit zal het weer dalen." Dit geldt voor alles, na gezondheid komt ziekte, na rijkdom komt armoede, na een leuk uitje, ben je moe en na het leven komt de dood...
Gelukkigheid in het wereldse leven is dus niet volmaakt, je hebt eigenlijk geen garantie en er volgt vaak iets negatiefs...In het paradijs zal het insha Allah anders zijn, daar heb je andere maatstaven, andere soorten blijdschap en gelukkigheid, en waaronder dat daar wel geldt, dat dat je uiteindelijke doel is, en dat het eeuwig zal zijn. Laten we eens wat dichterbij gaan...laten we ons eens oorstellen hoe het paradijs eruit zal zien. Hoe ziet die plek er nou uit, waar we zo hard voor werken en waar we zo erg naar streven?? De Profeet heeft ons een aantal beschrijvingen gegeven, waar we veel uit kunnen halen...in ieder geval genoeg om ons leven ervoor op te offeren.
Stel je eens voor....
Het einde van de dag des oordeels is nabij...alles is geweest, iedereen weet wat zijn eindbestemming zal zijn, voor de moslims, de godvrezende mensen op het aardse leven, is het zwaarste voorbij, hen staat een eeuwig leven vol verassingen te wachten. Zij zijn ook voorbij de siraat, dit is de 'brug' die boven het hellevuur loopt. Volgens een overlevering van de Profeet is deze zo hun als een haartje, en zo scherp als een zwaard, en het ligt aan je daden hoe snel je eroverheen komt!! De Profeet zegt dat er mensen zijn die in een fractie van een seconde erover heen zijn, de ander doet er wat langer over, ook zijn er die er kruipend overheen komen.....Zorg ervoor dat je ook deze siraat zo snel mogelijk voorbij bent, zorg er dus voor dat je altijd godsvrezend bent, dat je altijd gehoorzaam bent, en Allah (Subhana wa Ta'ala) zal Zijn hulp aan jou schenken. Goed, je bent de siraat voorbij, aan deze kant staan alleen maar moslims, iedereen die het wereldse leven goed heeft doorgebracht, we staan allemaal voor de poorten van het paradijs, maar...ze zijn gesloten!!
We gaan op zoek naar degene die de poorten voor ons zal openen, alle profeten zeggen dat ze daar niet voor bestemd zijn. Dan... komt de Profeet Mohammad hij loopt naar de poort, en klopt daarop...de engel die binnen staat, die de taak heeft deze poort te bewaken, vraagt: "Wie is daar?" De Profeet antwoordt: "Ik ben het, Mohammad ibn 3abdillah!", waarop de engel antwoordt: "Welkom Mohammad! Allah heeft mij verboden deze poort te voor iedereen te openen, behalve voor jou!" De Profeet vertelt ons dat deze poort een breedte heeft even groot als de afstand van Mekka tot Shaam (Syrië), en ondanks deze breedte, zal het erg druk worden voor deze poorten, tenslotte willen alle moslims zo snel mogelijk binnen zijn..Ook dat wordt bepaald door je daden....zullen wij tot diegenen behoren die samen met de Profeet het paradijs binnengaan..of....zij die al laatste binnentreden Doen wij wel hard genoeg ons best om het paradijs als eersten naar binnen te gaan, of kan het ons allemaal niet zoveel schelen??
Is dat niet nog een goede reden om nog meer en meer je best te doen in dit leven? De Profeet zei: "Er is een groep die het paradijs binnengaat, en hun gezichten zijn als de volle maan in een donkere nacht (van blijdschap), de groep die daarna komt, is als het licht van een planeet, en die daarna komt..." en het wordt steeds minder. Natuurlijk is je blijdschap niet te beschrijven als je als eerste, samen met onze Profeet het paradijs binnentreedt!! Wie zal dat niet willen??Ik wil dat....jij wilt dat..iedereen!! Maar werken we er wel hard genoeg voor?? Hopelijk zal deze les ons meer moed geven, en meer kracht om ons nog meer naar onze schepper te richten.... Dat was de binnenkomst, in het paradijs. De Profeet gaat door met het beschrijven: "De kammen zijn van goud...parfum zijn muskus geuren...en veranderen voortdurend." Stel je voor..als slechts een kam van goud zal zijn...waar zal de rest uit bestaan?? De Profeet gaat verder: "De bewoners van het paradijs, zijn constant bezig met tasbee7, het is een instinctief iets, zoals jullie nu ademen" Je zou je afvragen..je bent in het paradijs gekomen omdat je hier, in dit leven, hard hebt gewerkt, en Allah (Subhana wa Ta'ala) hebt aanbeden..moet dat in het paradijs ook?? Moeten we daar ook tasbee7 doen? Nee, maar in het paradijs is alles zo prachtig, dat je niet anders kan, dan Allah (Subhana wa Ta'ala) gedenken voor al deze schoonheden, net als hier, in dit leven, als je een mooi uitzicht ziet, roep je meteen : "Subhaaana Allah". Daarmee kun je het vergelijken. Maar in het paradijs veranderd alles constant, het wordt steeds mooier en mooier, waardoor je nog meer Allah (Subhana wa Ta'ala) gaat gedenken.... Aan de poorten van het paradijs roept Allah (Subhana wa Ta'ala) naar ons, en hij zegt woorden, die je alle moeite en verdriet van het aardse leven doen vergeten..Hij zegt: "O bewoners van het paradijs! Jullie zijn nu gezond, en zullen nooit meer ziek worden, jullie zijn jong, en zullen nooit meer oud worden, jullie zijn levend, en zullen nooit sterven, jullie zijn gelukkig en zullen nooit verdriet meemaken!" Hoe zou jij je voelen als Allah (Subhana wa Ta'ala) dit tegen jou zou zeggen..Het maakt allemaal niet meer uit, je hebt eeuwige garantie, je hebt bereikt wat je wilt, je hebt echte geluk en blijdschap bereikt! Deze woorden alleen, zijn meer dan alles van jou waard wat je in dit leven doet... Hoe kunnen mensen nog hun gebeden nalaten, in ruil voor al dit moois?? Hoe kun je nog bewust ervoor kiezen zonden te begaan als je al deze dingen hebt gehoord??
Maar er is meer:
De Profeet Mousa ('alaihi asalaam) vroeg aan Allah (Subhana wa Ta'ala) : "O Allah, wie heeft de laagte gradatie in het paradijs?" Allah (Subhana wa Ta'ala) zei: "Degene die de laagste gradatie heeft, is diegene die het laatste uit het vuur komt. Elke keer als hij eruit probeert te komen, wordt hij weer teruggetrokken, hij probeert het weer, en hij wordt teruggetrokken, de derde keer komt hij eruit. Als hij eruit is zegt hij: Alhamdoelillah, voor degene die mij van jou heeft gered. Daarna zeg ik tegen hem: "O mijn dienaar, ga mijn paradijs binnen. Wil jij een bezit zo groot als de machtigste koning op aarde? Je krijgt net zoveel als de machtigste koning, en dat nog een keer, en nog een keer en nog een keer, en nog een keer, en nog een keer (5x), en daarbij krijg je alles wat je hart begeert." Yaa Subhana Allah, dit is degene die het laagst staat in het paradijs, hoe zal het zijn met diegene die het hoogst staat Zo groot is de barmhartigheid van Allah (Subhana wa Ta'ala) !! De Profeet zei ook: "Hij met de laagste gradatie heeft een bezit, die zo groot is, dat hij er meer dan 1000 jaar ervoor nodig heeft om het helemaal te bezichtigen, hij met de hoogste gradatie, bezichtigt Allah (Subhana wa Ta'ala) dag en nacht." Masha Allah, dag en nacht, wat zou je nog meer willen, als je constant naar een schoonheid zit te kijken!!! En 1000 jaar, stel je voor...paleizen, rivieren, dieren, bossen, voetbalvelden (als je ervan houdt...) etc..etc...allemaal voor jou!!
De sahaba vroegen eens aan de Profeet : "Beschrijf de gebouwen van het paradijs voor ons, o Profeet van Allah." De Profeet antwoordde: "Een baksteen van goud en een baksteen van zilver, het cement is van musk, en de kiezelsteentjes zijn parels... " Stel je de geur van het paradijs eens voor...alleen het cement is al van musk...en de gebouwen...subhaana Allah... Maar de hadeeth is nog niet af...het mooiste is: "...en het plafond is de troon van de Barmhartige..." Masha Allah...dus boven al datgene, heb je nog altijd Allah (Subhana wa Ta'ala) naast je...wat wensen wij nog meer? Hoe kun je het nog maken jou verplichtingen niet na te komen??!!
De volgende overlevering zou je ook aan het denken moeten zetten:
"Een afmeting van een boog in het paradijs is beter dan de wereld en wat erbij hoort." De afmeting van een boog, komt ongeveer overeen met 1 meter...dus een meter, is beter dan al het goede wat we hier op aarde hebben gezien?? Alle blijdschap, alle feesten, etc... 1 vierkante meter uit het paradijs, overwint het?? En dan nog te bedenken, dat je nooit dat kleine stukje zult krijgen...maar meer.. .veel meer!!
De vrouwen in het paradijs De Profeet zei: "Als een van Nour al3ayn (Letterlijk: Licht van het Oog) een puntje van haar vinger naar buiten zou steken, lichten de hemelen en aarde daarvan op, zonder de zon en de maan." Allah (Subhana wa Ta'ala) zegt in Surah 55 : Ayah 30: "Voorwaar, Wij hebben dezen tot een wonderlijke schepping gemaakt, Wij maakten haar maagden, Beminnelijk, van gelijke leeftijd." De Profeet zei: "Als een vrouw haar paleis binnenkomt, en tegen haar man praat, zal hij het hele paradijs vergeten..." Dus al die zaken die hebben opgenoemd...vergeet hij...in een paar seconden...door zijn eigen vrouw....??
In de tijd van de sahaba kwam het eens voor dat als een briesje langs kwam, een metgezel zei dat hij daarin de geur van het paradijs rook.... Aan het begin van een slag rook ieder de geur van het paradijs op bepaalde plaatsen, als men na het gevecht naar ze op zoek ging...lagen de martelaren precies daar waar ze geur van het paradijs voordat de slag begon roken....Subhana Allah, de Profeet zegt: "De geur van het paradijs is te ruiken van een afstand van een reis van 500 jaar!" Dus de metgezellen stonden zo dicht bij het paradijs....en wij... staan wij verder dan een reis van 500 jaar van het paradijs.....
Er is nog een punt: Adam (as) werd toen hij geschapen werd in het paradijs gezet, velen van ons denken dat dat zijn huis en eeuwige verblijfplaats was, maar let op de volgende aya, voordat Allah (Subhana wa Ta'ala) Adam schiep: "En toen uw Heer tot de engelen zeiden: "Ik wil een stedehouder op aarde plaatsen" (Surah 2 : Ayah 30) Dus het paradijs was zijn eerste thuis, het is alsof Allah (Subhana wa Ta'ala) tegen ons wil zeggen, dat is waar jullie vandaan komen, dus zorg ervoor dat je daar terugkomt!! Je kunt het vergelijken met het verlangen naar je vaderland, hier in het wereldse leven...zo moeten wij ook verlangen naar het paradijs...
Tenslotte nog een mooi moment:
Allah (Subhana wa Ta'ala) zal de mensen van het paradijs bij zich roepen, en zegt: "O mijn dienaren, ik wil dat jullie mij komen bezoeken!" Dan komt iedereen rond de troon van Allah (Subhana wa Ta'ala) zitten. Allah (Subhana wa Ta'ala) zegt: "Vrede zij met jullie allen." Zij antwoorden: "O Allah, u bent de vrede, en de vrede komt van u, geprezen zij u, de meest bramhartige en vrijgevige." Allah (Subhana wa Ta'ala) zegt: "Wens iets." Zij antwoorden: "Wij wensen slechts het aanschouwen van uw gezicht..." Allah (Subhana wa Ta'ala) benaderd iedereen persoonlijk en zegt: "O mijn dienaar, ik ben tevreden over jou, ben jij ook tevreden over mij? Herinner je je die zonde, en die zonde, en die zonde...?" De dienaar: "Maar Allah, u had mij toch vergeven?" Allah (Subhana wa Ta'ala) zegt dan: "Zeer zeker, met mijn vergeving heb je jou status in het paradijs bereikt. Wens maar mijn dienaar!" De dienaar begint op te noemen: "Ik wil dat, en dat, en ook nog dat mijn Heer...en dat en dat..." Totdat de dienaar niks meer weet..dan zegt Allah (Subhana wa Ta'ala): "Ben je dat en dat en dat niet vergeten" Subhaana Allah...Hoe Barmhartig is onze heer Zouden wij al dit goede van ons willen laten gaan..voor een kort leven, wat wij hier doorbrengen
Van jongs af aan horen we van onze ouders, leraren en leraressen, dat we veel van Allah moeten houden, en dat die en die metgezel die zoveel van Allah hield, aan het einde dat en dat bereikte.
Maar hoe zit het met het omgekeerde? Houdt Allah ook van ons? Hoeveel houdt Allah van ons? Dat is waar het dit keer over gaat: de liefde van Allah . Hoeveel houdt Allah van ons? Hoe is onze relatie met Allah? Wij moeten goed in de gaten houden dat onze relatie tot Allah gebaseerd is op liefde
Allah houdt ervan om ons te vergeven en Hij wil ons maar al te graag het paradijs laten binnen gaan, en deze relatie is niet, zoals velen denken, gebaseerd op haat en angst voor het hellevuur. Het mooiste is, dat wanneer je Allah aan het aanbidden bent, je er blij mee bent dat jij dat kan doen, je bent er trots op, je houdt ervan om Allah te aanbidden! Dit is een groot verschil met iemand die Allah aanbidt omdat hij bang is om anders in het vuur te belanden.
Jullie vragen je nu vast af: wat zijn de bewijzen dat Allah van ons houdt? Hier een aantal overleveringen:
De Profeet (vzmh) zegt: Als Allah van een dienaar houdt, dan roept Hij Djibriel (Gabriël): Djibriel, Ik houd van diegene (en noemt hem bij naam), dus jij houdt ook van hem! Dan roept Djibriel: Jullie in de hemelen, Allah houdt van die en die, dus houdt ook van hem! En daarna wordt de liefde voor hem ook op aarde gezaaid.
Stel je voor, Allah (VVIH) houdt van jou, dan noemt Hij jou bij jouw eigen naam! Djibriel gaat ook van je houden, hij die met de Profeet de hemelse reis heeft meegemaakt, hij die ons de Qoer'aan heeft gebracht, hij gaat ook van je houden. En daarna roept hij ook de anderen in de hemelen, dus alle profeten, Moesa (Mozes), Iesa (Jezus), Soeleiman (Salomo), Sajjida Marjam (Maria). Stel je eens voor dat Ibrahiem (Abraham) ook van jou gaat houden. En boven dat alles komt nog dat ook mensen hier op aarde van je gaan houden, omdat Allah van je houdt! Vaak komt het voor dat je iemand aardig vindt, dat je hem of haar liefhebt, maar je durft het tegen niemand te zeggen, je houdt het voor jezelf. Maar nee, Allah (VVIH) laat het iedereen weten; alle engelen, alle profeten, en ook nog alle mensen gaan van je houden. Allah (VVIH) zegt in een hadieth qoedsi (overlevering van Allah): Mijn dienaar komt het meest dichtbij Mij met de dingen die Ik hem verplicht heb. En hij komt steeds dichterbij met de vrijwillige daden, totdat Ik van hem houd. En als Ik van hem houd, dan ben Ik zijn oor waarmee hij luistert, zijn oog waarmee hij ziet, zijn hand waarmee hij handelt, zijn voet waarmee hij wandelt, en als hij Mij vraagt, dan geef Ik hem en als hij Mij om bescherming vraagt, bescherm Ik hem. Wat betekent ik ben zijn oor waarmee hij luistert en .? Hij zal je ervan weerhouden om naar het verbodene te luisteren en stel dat het toch een keer gebeurt, dan komt het nooit in je hart, Hij laat het nooit gebeuren dat je naar verboden dingen kijkt, maar als het een keertje voorkomt, blijft ook dat ver van je hart, etc.
Op een keer was de Profeet (vzmh) bij een paar metgezellen en het was erg warm. Zij zagen een moeder die haar zoontje tegen de zon probeerde te beschermen. De profeet (vzmh) zei tegen zijn metgezellen: Zien jullie die moeder, hoe zij met haar zoontje omgaat? Allah is Barmhartiger ten opzichte van jullie dan deze moeder ten opzichte van haar zoon.
Dus zoveel houdt Allah (VVIH) van ons. Hoeveel houden onze moeders van ons? Dat is niet te beschrijven, maar dat is niets vergeleken met de liefde van Allah. Toen Ali dit hoorde zei hij: Als er op de dag des oordeels tegen mij wordt gezegd: Laat jouw ondervraging door je ouders gebeuren, dan zou ik hier niet mee instemmen. Waarom niet? Want Allah is Barmhartiger dan onze vaders en moeders! Zou onze moeder het over haar hart kunnen verkrijgen om ons in het vuur te gooien? Maar Allah is nog Barmhartiger dan je moeder! Dit duidt op het niveau van het geloof van Ali (mAtmhz3) en het toont ons wat wij met deze overlevering moeten doen.
De Profeet (vzmh) zegt: De Barmhartigheid van Allah is verdeeld in honderd delen. Hij heeft slechts één deel naar de aarde neergezonden. Op de dag des oordeels haalt Hij de andere 99 delen erbij en verspreidt Hij deze onder zijn dienaren. Dus al die barmhartigheid in deze wereld, alle moeders, de liefde voor familieleden sinds de tijd van Adam (vzmh), is slechts een honderdste deel van alle barmhartigheid? En op de dag des oordeels komt er nog meer barmhartigheid over ons heen? Soebhaan Allah (verheerlijkt is Allah).
De Profeet (vzmh) zegt: Er is zoveel barmhartigheid, dat zelfs de duivel denkt dat hij daar kans op maakt.
Allah zegt in een hadieth qoedsi: Degene die Mij ter lengte van een duim nadert, kom Ik een armlengte dichterbij, en als hij een armlengte dichterbij Mij komt, kom Ik een meter dichterbij, en als hij lopend naar Mij toe komt, ga Ik rennend naar hem toe.
Zo groot is de liefde van Allah voor ons. Hij verwacht slechts een initiatief van ons. En toch zijn er nog mensen onder ons die Allah niet willen aanbidden. Stel je voor dat Allah zou zeggen: als je een armlengte naar mij toe komt, kom ik ter lengte van een vinger naar je toe: dat zouden we al heel wat hebben gevonden, dat Hij in ieder geval naar ons toe komt. Mooier zou zijn: als jij een armlengte naar me toe komt, kom ik ook een armlengte naar je toe. Dat zouden we echt mooi hebben gevonden. Maar Allah blijft ons verassen. Hij bewijst altijd weer dat Hij inderdaad de Barmhartige is, dat Hij Degene is Die het meeste van ons houdt, want Hij komt nog meer jou toe!
De profeet (vzmh) zegt: De eerste hemel in de tweede hemel is als een korrel zand in een woestijn, en de tweede hemel in de eerste is als een korrel zand in een woestijn, , en de zesde hemel in de zevende als een korrel zand in de woestijn, en de zevende hemel is vergeleken met de Troon van Allah als een korrel zand in een woestijn, en de troon in de hand van Allah is als een korrel zand in de woestijn!
We kunnen veel uit deze overlevering begrijpen, maar kun je je voorstellen hoe klein je eigenlijk bent op deze wereld? En toch is de mens het enige wezen dat zo eigenwijs is om nee te zeggen tegen zijn Schepper! En toch is Allah (VVIH) zo Barmhartig voor ons.
En Hij komt elke nacht naar de aardse hemel, zoals in de hadieth qoedsi wordt vermeld, en roept: Is er iemand die een smeekbede heeft, dan vergeef Ik hem, en is er iemand die Mij vraagt dan geef Ik hem, en is er iemand die vergeving vraagt dan vergeef Ik hem. Allah (VVIH) komt helemaal naar ons toe en vraagt ons of wij vergeving nodig hebben? Wat willen wij nog meer? Hij heeft ons geschapen en Hij heeft ons het leven ingeblazen! Ingeblazen wil zeggen dat wij direct van Hem geschapen zijn, zo hoog staan we bij Hem aangeschreven! En daarna gebood Hij de engelen om voor ons te buigen! De engelen, die Allah constant aanbidden en gedenken, en toch is de mens degene die Allah weigert te danken en gedenken! Terwijl Hij zo graag goede daden van ons ontvangt en ons nog liever ervoor beloont:
In een hadieth qoedsi zegt Hij: Een goede daad wordt tien keer zoveel beloond en een slechte daad wordt slechts een keer bestraft!
Ook heeft de Profeet (vzmh) gezegd: Als je een dadel geeft, ontvangt Allah (VVIH) het met Zijn rechterhand en plant het, wanneer je in het paradijs komt is het zo groot als de Oehoed berg. Dit is slechts een dadel. Hoe zit het met de rest van alle dingen die we aan onze arme broeders en zusters geven?
Kijk naar het begin van elk hoofdstuk in de Qoer'aan, het begint met: In de naam van Allah, de Genadevolle, de Barmhartige. Elke dag lees je dat, het geeft je een rustig gevoel. Bij elk gebed zeg je een aantal keer dat Allah de Genadevolle, de Barmhartige is. Waarom heeft hij geen andere namen uitgekozen die Zijn macht over ons weergeven, of hoe streng Hij kan zijn? Om ons altijd een hoop te geven, om ons te stimuleren om vergeving te vragen en berouw te tonen, zodat je weet dat Hij de Barmhartige en Genadevolle is.
Kijk naar de 99 schone namen van Allah, twee duiden op zijn macht: al-Qadier en al-Aziez, drie op zijn boze kant: al-Djabbaar, al-Moentaqqiem en al-Qahhaar, de rest verwijst naar de Barmhartigheid van Allah. Het is alsof Allah tegen ons wil zeggen: Mijn Barmhartigheid overwint mijn woede. En dit zegt Hij inderdaad in een hadieth qoedsi.
Voorbeelden van mensen waarvan Allah (VVIH) houdt:
Chadidja, de eerste echtgenote van de Profeet (vzzmh): De engel Djibriel kwam naar de Profeet (vzzmh) toe en zei: Allah (VVIH) groet Chadidja en Hij heeft een paleis van diamant in het paradijs voor haar gereedgemaakt. Chadidja, de vrouw die de Profeet steunde in moeilijke tijden, de eerste die hem geloofde. Kijk wat ze ervoor terug heeft gekregen, zijn we niet jaloers?
Abdoellah ibn-Hiraam: Hij had negen dochters. Bij de Oehoed slag wilde hij en zijn zoon allebei erg graag meegaan, maar ze konden zijn dochters niet alleen achterlaten. Zij hebben erom geloot en Abdoellah won, hij zei tegen zijn zoon: Bij Allah, als het niet het paradijs was, had ik met je geruild!
Hij wist dat hij in deze veldslag zou overlijden en de beloning voor de martelaren is het paradijs. En inderdaad, hij overleed. Zijn zoon kwam aan het einde van de veldslag naar hen toe om zijn vader te zien. Toen hij bij hem stond zei de Profeet: De engelen zijn nog steeds bij jouw vader en hij is de enige die met Allah heeft gesproken zonder een tussenmiddel. Allah zei tegen hem: Wens wat je wilt, Mijn dienaar. Abdoellah zei: Het is al genoeg dat ik Uw zie, mijn God! Allah zei: Wens wat je wilt, Mijn dienaar. Abdoellah zei: Ik wil weer terug naar het wereldse leven en ik wil weer vechten voor Allah en weer overlijden voor Allah!
Allah zei: Dat is het enige wat Ik jou niet kan geven! Want Ik heb gezegd: En zij zullen nooit naar de aarde terugkeren. Maar je hebt het paradijs!
Waarom voelen wij ons zo groot, zo machtig, terwijl Allah (VVIH) de Machtigste is. Waarom zijn wij te trots om onze harten te verlichten met de liefde van Allah. Hoe meer jij van Hem gaat houden, hoe meer Hij naar je toe komt. De liefde voor Allah is wat jou je handen voor Hem doet opheffen om Hem te smeken, maar zolang je hart vol zit met trots zul je nooit kunnen genieten van de zuivere liefde van Allah!
We zouden graag willen weten of Allah van ons houdt, ja toch? Kijk dan naar de volgende vier punten. Herken je jezelf erin?
- Het volgen van het rechte pad. De Profeet (vzmh) zei: Allah geeft het wereldse aan degenen waarvan Hij houdt en waarvan Hij niet houdt, maar het geloof geeft Hij alleen aan degenen waarvan Hij houdt!
- Het vergemakkelijken van de aanbidding. Als Allah van je houdt, zal Hij het makkelijker voor je maken om Hem te aanbidden en goede daden te verrichten. Soms ben je helemaal niet van plan om iets te doen en dan pakt het volledig anders uit dan je had verwacht, veel positiever, dit is een teken van de liefde van Allah.
- Het bemoeilijken van zonden
Het komt wel eens voor dat al je vrienden iets gaan doen, iets wat niet helemaal in orde is en dat juist jij niet kan of niet mag van je ouders, of plotseling komt er iets tussen: nog een teken van de liefde van Allah voor jou! Hij probeert je zo ver mogelijk van de zonde te houden. Heb vertrouwen in Allah dat Hij jouw grote Beschermer is!
- Een islamitische omgeving
Allah zorgt ervoor dat je vriendenkring ook bezig is met de islaam, dat de sfeer waar je je tijd doorbrengt ook islamitisch is, dat je ver van zonden blijft en van hen die de zonden begaan.
Bismillah Irahman Irahiem, Alhamdolilahi Rabil Alamien Wasalatu wasalamu 'ala khairy khaliqihi Muhamadin wa 'ala aalihi wa sahbihi adjma'ien (In de Naam van Allah de Barmhartige, de Genadevolle. Alle lof zij Allah, de Heer der Werelden. Vrede en zegeningen zij met de beste schepping Mohammed en op zijn afstammelingen, metgezellen en allen)
Ondankbaar
Dit verhaal gebeurde tijdens het feest 'Ied ul Fitr' (afsluiting van de vastenmaand Ramadan). Er was iemand die erg welgesteld was. hij was erg rijk en had een overvloed aan goederen. op die dag kwam een straatarme man (Fakir) en hij belde bij de rijke man aan; de arme zei dat hij op reis was en graag wat wilde eten. de rijke man duwde hem opzij en schold hem uit; joeg hem weg van zijn huis. Hij zei dat hij zijn Ied ul Fitr verstoorde. de rijke man was met zijn vrouw en kinderen aan het feesten. de Fakir voelde zich zeer bedroefd, met zijn totale ziel en geest sprak hij tot Allah (SWT): "O Allah, geef mij ook zulke rijkdommen en ik verzoek U mij ook zo'n dag te schenken, opdat ik in UW naam kan weggeven en dat ik dankbaarheid kan tonen en dat UW arme dienaren kan helpen."
Allah's Wil geschiedde en binnen 1 jaar kreeg de rijke man grote ( ook financiële) tegenslagen. Hij werd uiteindelijk ook een fakir. De eens arme Fakir had echter in 1 jaar tijd zo'n groot succes door Allah's Wil. Toen hij na 1 jaar het ied ul Fitr feest vierde werd er op zijn deur geklopt. Hij vroeg wie aan de deur was. Een stem zei: "Ik ben een Fakir en ik ben arm, ik wil graag iets hebben om te eten" De nieuwe rijke man herkende de Fakir. het was dezelfde man, bij wie hij een jaar gelden had aangebeld." de fakir kreeg zoveel te eten. na het eten zei de rijke man: "Nu mag je ook nog van mijn bezittingen nemen, zoveel als je wenst. Ik was het die een jaar geleden bij jou thuis aangebeld had en jij hebt mij weggezonden. Ik heb Allah (SWT) beloofd, dat als ik iets van Allah's rijkdom zou bezitten, ik de armen zou helpen. Vandaag is het moment aangebroken dat juist u nu bij mijn huis aanbelt. U bent deelgenoot van mijn rijkdom omdat ik toen bij jou had aangeklopt. Je had mij weggejaagd. En vandaag heeft Allah (SWT) mij verrijkt."
Toen hij dat hoorde, begon hij te huilen. Hij begon zich te richten tot Allah (SWT)
Enkele sahaabah (metgezellen) zaten bijeen in de afwezigheid van de Profeet (vrede zij met hem) onder hen waren Khalied ibnoe al-Walied, cAbd ar-Rahman ibnoe cAuwf, Bilaal en Aboe Dharr, terwijl deze laatste in een driftige bui was. Zij waren een bepaald onderwerp aan het bespreken. Aboe Dharr deed een voorstel met betrekking tot een strategische kwestie, hij zei: "Ik stel voor dat het leger zo en zo wordt opgesteld.", waarop Bilaal zei: "Nee, dit is een slecht voorstel. Hierop zei Aboe Dharr: "Zelfs jij, o zoon van een zwarte (vrouw) komt mij verbeteren. Er is geen god dan Allah. Wie ben jij?"
Bilaal stond vervolgens verbaasd, geschrokken en in een staat van grote woede op en zei: "Bij Allah, ik zal de Profeet (vrede zij met hem) hierover informeren!" en hij vertrok vervolgens. Toen hij bij de Profeet (vrede zij met hem) aankwam, zei hij: "Heb jij niet gehoord wat Aboe Dharr over mij heeft gezegd?" Hij (de Profeet, vrede zij met hem) vroeg: "Wat zij hij dan?" Hij (Bilaal) zei: "Hij heeft zus en zo gezegd." Het gezicht van de Boodschapper (vrede zij met hem) veranderde hierop van kleur en Aboe Dharr die reeds op de hoogte was gebracht van het beklag van Bilaal kwam de moskee binnenstormen en zei: "O Boodschapper van Allah, as-salaamoe caleikoem wa rahmatoellahi wa barakaatoeh."
De Profeet (vrede zij met hem) was erg boos, zo erg dat zelfs werd gezegd: "Wij wisten niet of hij (de Profeet, vrede zij met hem) hem terug groette, of niet." Hij zei: "O Aboe Dharr, heb jij hem uitgescholden vanwege het feit dat zijn moeder zwart is. Waarlijk jij bent een persoon die nog iets van Djaahiliyah (onwetendheid) in zich heeft! Hierop begon Aboe Dharr te huilen en kwam naar de Profeet (vrede zij met hem), hij ging zitten en zei: "O Boodschapper van Allah, vraag vergeving voor mij, vraag Allah om mij te vergeven." Daarna verliet Aboe Dharr huilend de moskee.
Hij vertrok en plaatste zijn hoofd op de grond voor Bilaal die kwam aanlopen. Bilaal die in de tijd van de Djaahiliyah niets voorstelde (in de ogen van de mensen) vanwege de heersende discriminatie. Deze discriminatie werd overigens compleet weggevaagd met de komst van de Islam. cOmar zei zelfs: "Aboe Bakr is onze heer en hij heeft onze heer (Bilaal) vrijgekocht."
Toen Aboe Dharr zijn hoofd op de grond had, zei hij: "Bij Allah! O Bilaal, ik zal mijn hoofd niet van de grond optillen, totdat jij erop stampt met je voet. Jij bent eervol en ik ben laag." Bilaal begon te huilen van dit aanblik. Hij boog zich vervolgens voorover en kuste de wang van Aboe Dharr en zei: "Deze wang verdient het niet om met de voet gestampt te worden, maar verdient het om gekust te worden." Hierop stonden zij beiden op, omhelzden elkaar en huilden.
Dit was de omgang van de metgezellen onderling sinds zij de Islam omarmden.
Ps. De nacht van Dinsdag 28 juni op woensdag 29 juni 2011 is het de gezegende Miraç. Laten we middels deze nacht een ander koers geven aan ons leven Laten we het bidden niet slecht als een gewoonte, maar als een Miraç naar de Schepper proberen te beleven. Laten we gebruik maken van de vruchtbaarheid van die nacht,op zoek gaan naar wegen die naar Hem leiden.
De nachtelijke hemelvaart
"Al'isra'e" is het nachtelijk vertrek van de profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, van Mekka naar de Alaqsa-moskee in Jeruzalem en "almi'raadj" is het stijgen naar de bovenaardse wereld (d.i. de hemel). Dit heeft zowel lichamelijk als ook geestelijk echt plaatsgevonden. ,,Heilig is Degene die 's nachts Zijn dienaar (Mohammed) van de Masdjid al Haram (de Gewijde Moskee te Mekkah) naar de Masdjid al Aqsah heeft gebracht, waarvan Wij de omgeving hebben gezegend, opdat Wij hem van Onze Tekenen lieten zien. Voorwaar, Hij is de Alhorende, de Alziende." [Alisra': 1].
"Almi'raadj" zou in soerat An-nadjm genoemd zijn, in de verzen zeven tot achttien. Een andere stelling is dat in de desbetreffende verzen uit de Koran iets anders bedoeld wordt. Toen dit plaats heeft gevonden ontstonden er verschillende meningen. Er is overgeleverd dat deze gebeurtenis plaats heeft gevonden in hetzelfde jaar dat de profeet gezonden werd; volgens andere overleveringen was het in het jaar vijf na het gezantschap; ook wordt genoemd de 27ste van de maand Radjab in het jaar tien na het gezantschap of anders 17 Ramadan in het jaar 12 na het gezantschap. Volgens een nog andere overlevering vond het plaats op 17 Raibi'e I van het jaar 13 na het gezantschap.
Volgens de meest betrouwbare overleveringen is het verhaal samengevat als volgt: De engel Jibriel, vrede zij met hem, bracht de "buraaq" (een dier groter dan een ezel en kleiner dan een muilezel). De profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, besteeg de "buraaq" vanuit de gewijde moskee in Mekka tot de Aqsa-moskee vergezeld door Jibriel. Hij knoopte het vast op de plek waar alle profeten dat deden en liep de moskee binnen en verrichte een gebed bestaande uit twee "rak'ah" waarbij hij de andere profeten voorging tijdens het gebed (als imam).
Jibriel heeft hem twee kommen aangeboden met in de ene drank en in de andere melk waarbij de profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, voor de kom met melk koos. Jibriel zei: ,,U maakte een keus die is aangeboren. U bent naar het rechte pad geleid en heeft uw volk daar naar toe geleid. Als u voor de kom met drank had gekozen dan had u uw volk naar het verkeerde pad geleid." De profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, steeg daarna vanuit de aqsa-moskee naar de wereldlijke hemel. Jibriel vroeg om toestemming voor hem waarna hij door mocht. Daar heeft de profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, Adam, vader van de mensheid, ontmoet en heeft hem begroet. Adam groette hem terug, verwelkomde hem en erkende zijn gezantschap. Aan de rechterkant van Adam bevond zich een mistige wolk. Elke keer als hij ernaar keek begon hij te lachen, het waren de zielen van degenen die de voorspoed reeds hadden bereikt maar als hij naar zijn linkerkant keek huilde hij want daar bevonden zich de zielen van degenen die alleen tegenspoed vonden. Daarna steeg de profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, naar de tweede hemel waar Jibriel weer toestemming voor hem vroeg en die opnieuw kreeg. Daar ontmoette hij Yahiah, de zoon van Zakariah en Iesa, de zoon van Maryam, vrede zij met hen. Hij begroette hen waarna zij hem hebben geantwoord, verwelkomd en zijn gezantschap erkend. Daarna steeg de profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, naar de derde hemel. Daar ontmoette hij Yoesoef, vrede zij met hem. Hij was een beeldschone jongeman. De profeet en hij begroetten elkaar waarna hij de profeet verwelkomde en zijn gezantschap erkende. Vervolgens steeg de profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, naar de vierde hemel waar hij Idries ontmoette, vrede zij met hem. De profeet begroette ook hem waarna deze teruggroette, de profeet verwelkomde en zijn gezantschap erkende. In de vijfde hemel ontmoette hij Haroen Ibn Imraan, vrede zij met hem, en in de zesde hemel ontmoette hij Moesa Ibn Imraan, vrede zij met hem.
Toen de profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, Moesa passeerde heeft hij gehuild. Er werd aan hem gevraagd: ,,Waarom huil je?" Hij antwoordde: ,,Ik huil om een jongeman die later dan mij is gezonden, waardoor meermensen van zijn volk het paradijs binnenkomen dan er van mijn volk binnen komen". Hierna steeg de profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, naar de zevende hemel waar hij Ibrahim, vrede zij met hem, ontmoette en hem begroette. Ibrahiem, vrede zij met hem, leunde met zijn rug tegen de "albayt alma'moer", een huis dat dagelijks door zeventig duizend engelen wordt bezocht die daarvan nooit meer terugkeren. Na zijn bezoek aan de hemelen is de profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, gestegen naar "sidratil-muntaha" d.w.z. "de lotusboom van de eindbestemming"; een boom waarvan de bladeren op de oren van olifanten lijken en de vruchten op kannen. Deze boom werd plotseling bedekt met een gouden laag. Allah, de Verhevene, verhulde de boom zodat geen mens meer de schoonheid ervan zou kunnen beschrijven.
Hierna is de profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, gestegen naar Allah, de Verhevene en kwam dichtbij Hem. Op een gegeven moment stond hij op twee booglengten afstand of nog dichterbij. Allah gaf zijn dienaar de volgende openbaring; hierin werd de profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, en zijn volk het gebod opgelegd om vijftig gebeden per dag en nacht uit te voeren.
De profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, keerde daarop terug en kwam onderweg langs Moesa, die hem vroeg: ,,Wat heeft jouw Heer opgedragen?". Hij antwoordde: ,,Vijftig gebeden". Moesa zei: ,,Je volk kan dit niet aan, ga terug naar je Heer en vraag Hem om vermindering. De profeet draaide om naar Jibriel en kreeg van hem een teken dat hij het wel kon doen als hij het wilde. Toen de profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, was teruggekeerd, kreeg hij een vermindering van tien gebeden waarna hij weer langs Moesa kwam die hem adviseerde om nogmaals om vermindering te vragen. Zodoende bleef hij heen en weer gaan tussen Allah, de Verhevene, en Moesa totdat het aantal slechts vijf gebeden was geworden. Daarna verwees Moesa hem weer om vermindering te vragen en Moesa, vrede zij met hem, voegde eraan: ,,Bij Allah, ik heb de mensen van Israël minder dan dit gevraagd, toch zijn zij verzwakt en hebben het nagelaten". De profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, zei: ,,Ik durf uit verlegenheid mijn Heer het niet nog een keer te vragen. Ik geef hieraan toe en ik ben zo tevreden". Toen de profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, op een verre afstand was werd er geroepen: ,,Ik heb mijn verplichting opgelegd en heb haar verlicht voor mijn dienaren. Het is vijf maar in feite vijftig. Mijn uitspraak is niet aan verdere veranderingen onderhevig". De profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, keerde na deze nacht terug naar het gewijde Mekka, alwaar hij de volgende ochtend zijn verhaal aan de mensen van Quraish deed. Hij stelde hen op de hoogte van wat Allah, de Verhevene, hem had laten zien van Zijn wonderlijke tekenen. Zij scholden hem voor leugenaar uit en begonnen hem weer lastig te vallen. Sommigen begonnen met spot in hun handen te klappen. Anderen zetten hun armen boven hun hoofd. Iemand vertrok naar Abu Bakr en vertelde hem het verhaal van de profeet. Abu Bakr zei: ,,Als hij dat heeft verteld, dan heeft hij ook de waarheid verteld". De mensen vroegen toen: ,,Geloof jij hem hierin?". Hij antwoordde: ,,Ik geloof hem in meer dan alleen dit. Ik geloof hem in alle berichten die van de hemel heen en weer gaan". Vandaar dat hij "as-siddieq" d.w.z. "de vertrouweling" werd genoemd. De ongelovigen wilden de profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, toetsen en vroegen hem de Alaqsa-moskee te beschrijven. Hij had deze moskee immers niet eerder gezien. Allah, de Verhevene, maakte de moskee voor hem zichtbaar,waarna hij alle hoeken en deuren van de moskee aan hen kon beschrijven. Zij konden hem niet tegenspreken en zeiden: ,,Hij heeft een juiste omschrijving gegeven". Zij vroegen hem naar een karavaan van hen die vanuit het shaam gebied onderweg was. Hij informeerde hen over het aantal kamelen en de omstandigheden waarin deze karavaan zich bevond. Ook wist hij te vertellen wanneer deze zou aankomen en welke kameel voor de karavaan zou lopen. Het vond allemaal precies plaats zoals hij had gezegd. Zij hielden echter vast aan hun ongelovigheid. De volgende ochtend na de isra'e-nacht kwam Jibriel en leerde de profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, de wijze waarop de vijf gebeden verricht werden en de tijdstippen ervoor. Daarvoor was het gebed altijd twee "rak'ah" geweest, tweemaal in de ochtend en tweemaal 's avonds.
Er waren twee gezinnen, die buren waren. De ene gezin had het goed en de andere had het slecht. Beide gezinnen zijn moslims. De vrouw van de man die het slecht had was hoogzwanger. Toen zij een keer naar huis liep, rook ze de geur van het eerlijke eten die haar buurvrouw had gemaakt. Ze bleef even zo staan en liep zuchtend verder. De vrouw van de man die het goed had zag dit en had medelijden met haar. Toen het eten klaar was bracht ze het naar haar buren toe. De zwangere vrouw was haar echt dankbaar.
De man die het goed had, zou op bedevaart gaan en hij heeft daarvoor geld opzij gelegd. Hij had genoeg en besloot om te gaan samen met vrienden van hem. Ze gaan morgen vertrekken en spraken tijd en plaats met elkaar af.
Toen hij thuis kwam die avond, vertelde zijn vrouw over hun arme buren en wat er was gebeurd. Ze vertelde dat ze graag wat voor ze wou doen. Haar man zei opeens: weet je wat, zoals je weet ga ik morgen naar Mekka, maar dat zeg ik af. We zullen het gespaarde geld aan onze buren geven. Zij hebben het harder nodig dan ik.
Die avond nog zijn ze naar hun buren geweest om het geld te geven. Toen ze vertelden waarom ze er waren, reageerde het arme gezin heel emotioneel en waren ze heel dankbaar dat er aan hen werd gedacht. De man belde later die avond zijn vrienden af om het af te zeggen. Zijn vrienden reageerden verbaasd en vroegen waar dit vandaan kwam. De man vertelde dat zijn moment om te gaan nog niet was aangebroken.
De dagen erna toen zijn vrienden in Mekka waren en gezamenlijk gingen bidden zagen ze opeens hun vriend ergens tussen de menigte staan. Bismillah zei een van hen. Is hij dan toch wel gekomen? Later belden ze hem op om te vragen of hij er toch was. De man reageerde verbaasd en vertelde dat hij gewoon thuis zat. Zijn vrienden waren verbaasd en vertelden dat zij hem toch echt hebben zien staan.
Following Dunya> >by Sheikh Nu HaMim Keller> >translated by abdoelaziez
Een man was aan het lopen door de marktplaats op een namiddag, en op dat ogenblik was een muezzin bezig met het oproep tot het gebed, zijn ogen staarde naar een vrouw der achterkant. Ze was vreemd aantrekkelijk, alhoewel ze helemaal zwart was gekleed, en geheel bedekt was, inclusief gezichtsluier, ze draaide zich om net alsof ze wist> >dat ze bekeken werd, en ze gaf hem een ja knik net voordat ze de hoek om ging. Alsof hij werd geraakt door de bliksem, werd zijn aandacht aan haar nog> >sterker,> >zijn hart werd een gevangene van haar teken die zij gaf, hij had nog even> >last> >van een stemmetje> >die zei `is het niet tijd om te bidden? Maar het gebed was al> >voorbij dacht hij, dus er zat niets op dan haar te achtervolgen. Hij haastte zich om haar bij te houden, ze was snel en hij zag er van ver> >vele> >straten verder kwam hij dichterbij en zag er, ze liep een stukje terug, en> >de> >man dacht dat hij haar glimlach zag onder haar sluier of was dat zijn> >fantasie? De man ging met zichzelf praten De arme man zei tegen zichzelf `wie is zij? Is ze de dochter van een rijke> >familie? Wat wilt ze van me?' Ze ging weer een hoek van een straat om en> >toen de> >man snel de hoek om ging, zag hij haar niet meer, na een tijdje zoeken zag> >hij> >haar weer maar nu was ze nog sneller dus de man dacht misschien is ze bang> >of> >boos. De man bleef haar volgen en eindigde opeens buiten de stad. De zon ging onder en ze liep wat langzamer, en daar bleef ze even stil staan en keek naar de man, ze was aangekomen op een begraaf plaats, al zou deze man> >normaal denken zou hij bang zijn maar zijn gedachtes waren ergens anders.> > Dit> >vond hij een echte liefdes plek waar de liefdesparen in het geheim komen> >dacht> >hij bij zichzelf .Ze waren drie meter van elkaar vandaan en ze keek nog naar hem, en liep> >daarna> >verder, ze liep een kelder in en liep de trap af naar beneden waar een oude> >bronzen deur was die ze opende, de man achtervolgde haar. Hij stapte naar binnen en zag dat het een grote kamer was. Van buiten was> >dit> >niet te zien er waren zelf kaarsen aan de muren die de ruimte verlichten.> >En> >daar zat de vrouw op een aantal oude kussens nog steeds helemaal bedekt. De vrouw zei met een fluisterende stem `doe de deur op slot en breng de> >sleutel` Hij deed de deur op slot en wilde de sleutel brengen maar ze zei gooi> >de> >sleutel maar De man gooide de sleutel maar die viel in een put.> >> >Toen begon de man bang te worden en zag de wolken boven zich hangen en hij> >hoorde haar lachend zeggen `ga door want je vond het ook niet erg om je> >gebed> >te missen toch?` De man was nu stil en zei niets. "De tijd voor het avond gebed is ook al voorbij," zei ze met een valse lach> >"Waarom ben je zo stil? kom hier bij me en neem mij ! dat is toch hetgeen> >waarvoor je achter me aan kwam?" Hij werd bang en zijn buik draaide rond van de zenuwen `Het is tijd om me te laten zien `zei ze en ze deed haar gezichtsluier af> >en het> >was geen gezicht van een jonge dame, maar een oud en griezelig wezen, dat> >de man> >nog nooit heeft gezien Ze zei `Kijk goed naar me! Mijn naam is dunya, (deze wereld). Ik ben je> >geliefde, jij spendeert je tijd aan het> >achtervolgen van mij, en nu heb je me> >bereikt, in je graf . Welkom Welkom!` >ze begon te lachen en te lachen, totdat ze uitspatte in stof en verging in> >schaduw en de kaarsen aan de muur gingen één voor één uit......
Er was eens een zakenman die wachtte op zijn vliegtuig om een belangrijke handelsovereenkomst af te sluiten. Toen de adhaan ( oproep tot het gebed) klonk ging hij salaat doen. Toen hij terug kwam van de salaat was zijn vliegtuig reeds vertrokken en bedroefd ging hij zitten. Korte tijd later kwam het nieuws dat het vliegtuig verongelukt was. De man maaktesoedjoed in dankbaarheid tot Allah Ta3la voor zijn veiligheid doordat hij het vliegtuig had gemist door de salaah en hij herinnerde zich de volgende ayaah :
"en het kan zijn dat je iets verafschuwd dat goed voor je is en dat je van iets houdt wat slecht voor je is. Allah weet maar jullie weten niet ( Soera Al-Baqarah: 216)
Het goede is in alles wat Allah heeft bepaald en kunnen we ook begrijpen door het volgende voorbeeld"Als een gelovige zijn hand is verwond, moet hij Allah dankbaar zijn dat zijn hand niet gebroken is. En als zijn hand gebroken is moet hij Allah loven dat zijn hand niet afgesneden is of dat hij zijn rug niet brak, wat nog ernstiger is.
Nadia: "De buurvrouw bijvoorbeeld, elke keer als ik met haar zit verteld ze me dat ik hijaab moet dragen."
Somia: "Oh, Hijaab en muziek! Daar wordt het meest over gesproken."
Nadia: "Ik luister naar muziek zonder hoofddoek, haha!"
Somia: "Misschien gaf ze je wel een advies."
Nadia: "Ik heb haar advies niet nodig. ik ken mijn geloof, kan ze zich niet bij haar eigen zaken blijven?"
Somia: "Misschien zie je het verkeerd, en bedoelde ze het goed."
Nadia: "Ze moet zich niet bemoeien met mijn zaken, dat zou goed zijn..."
Somia: "Maar haar plicht is om het goede aan te moedigen."
Nadia: "Nou echt niet he, dat was echt niet om aan te moedigen, en wat bedoel je met 'het goede'?"
Somia: "Nou, een hijaab is iets goeds om te dragen."
Nadia: "Wie zegt dat?"
Somia: "Het staat in de Koran, toch?"
Nadia: "Ja ze gaf me een quote"
Somia: "Volgens mij Surah Nur, en andere plekken in de Koran."
Nadia: "Ja maar het is toch geen grote zonde, mensen helpen om te gaan bidden is veel belangrijker."
Somia: "Dat is waar, maar grote dingen beginnen toch met kleine dingen."
Nadia: "Dat is waar, maar wat we dragen is toch niet zo belangrijk. Het is belangrijk om een goed hart te hebben."
Somia: "Wat je draagt is niet belangrijk?"
Nadia: "Ja dat is wat ik zeg."
Somia: "Maar waarom spendeer je een uurtje voor de spiegel elke ochtend?"
Nadia: "Wat bedoel je?"
Somia: "Nou je geeft veel geld uit aan cosmetica, en al de tijd die je spendeert aan jouw haar etc."
Nadia: "Dus?"
Somia: "Dus, je uiterlijk is wel belangrijk."
Nadia: "Nee, ik zei het dragen van Hijaab is niet zo belangrijk iets in het geloof."
Somia: "Als het niet zo belangrijk zou zijn, waarom is het dan genoemd in de heilige Koran?"
Nadia: "Je weet dat ik niet alles kan volgen wat in de Koran staat."
Somia: "Je bedoelt: God verteld jou iets om te doen, je weigert het dan betekend het dat het ok is?"
Nadia: "Ja , Allah vergeeft veel."
Somia: "Allah vergeeft degene die berouw tonen en niet terug keren naar die zonde."
Nadia: "Wie zegt dat?"
Somia: "Dezelfde boek die ons verteld om hijaab te dragen."
Nadia: "Maar ik hou niet van de hijaab, het geeft me niet de volledige vrijheid."
Somia: "Maar de lotions, lipsticks, mascara en andere cosmetica geeft je wel de vrijheid?! Wat is jou definitie eigenlijk van vrijheid?"
Nadia: "Vrijheid is het doen van dingen die ik graag wil doen."
Somia: "Nee , vrijheid is het doen van het goede."
Nadia: "Kijk! Ik heb zoveel mensen gezien die geen hijaab dragen maar aardige mensen zijn, en heb zoveel mensen gezien die hijaab dragen maar onaardig zijn."
Somia: "Oke, dit heb ik vaak gehoord! Er zijn mensen die heel erg aardig zijn maar ze zijn alcoholisten, moeten we dan met ze allen alcoholist worden?
Nadia: "Ik wil geen extremist worden of een fanatiekeling. Ik ben OKE en dit ben ik zonder hijaab."
Somia: "Dan ben je een soort van fanatiekeling, een extremist in het niet gehoorzamen van Allah."
Nadia: "Je snapt me niet, als ik hijaab draag, wie wil dan met me trouwen?!"
Somia: "Dus alle vrouwen met hijaab zullen nooit trouwen?"
Nadia: "Oke! Wat als ik ben getrouwd en mijn man houd niet van hijaab? En wil dat ik het af ga doen?"
Somia: "Wat als je man een roofoverval wil plegen samen met jou?"
Nadia: "Dat is niet hetzelfde, bankovervallen is een misdaad."
Somia: "Niet gehoorzaam zijn aan jou Schepper is dan geen misdaad?"
Nadia: "Maar wie wil me dan aannemen als ik solliciteer?"
Somia: "Een bedrijf die mensen respecteert voor wie ze zijn."
Nadia: "Ja maar niet na 9-11"
Somia: "Ja na 9-11. Weet je niet dat Hanane medicijnen studeert en stage loopt bij de AMC en hoe heet ze ook alweer die altijd die witte hijaab draagt en Ya.."
Nadia: "Yasmine!"
Somia: "Ja Yasmine, ze heeft haar HBO afgerond en werd zelfs gevraagd om na haar stage te blijven bij hetzelfde bedrijf."
Nadia: "Waarom kleineer je het geloof door een stuk stof heey?"
Somia: "Waarom kleineer jij het vrouwelijke door hoge hakken en lipstick kleuren?"
Nadia: "Je beantwoordde mijn vraag niet."
Somia: "In feite heb ik je beantwoord, Hijaab is niet een stukje stof. Het is het gehoorzamen van Allah in een moeilijke omgeving. Het is moed, geloof in actie en echte vrouwelijkheid, in plaats van korte strakke kleding."
Nadia: "Dat wordt fashion mode genoemd, jij woont echt in een grot of stenen tijdperk? Ten eerste hijaab werd uitgevonden door mannen om vrouwen te onderdrukken."
Somia: "Echt waar? Ik wist niet dat mannen vrouwen konden onderdrukken door een hijaab."
Nadia: "Ja, dat is hetgeen ik bedoel."
Somia: "En wat bedoel je als ik zeg vrouwen die met hun man discussiëren om een hijaab te dragen, en wat te zeggen over de vrouwen in Frankrijk die de straat op gingen en tegen de mannen zeiden we willen de hijaab blijven dragen?
Nadia: "Ja maar dat is anders."
Somia: "Hoe bedoel je anders? de buurvrouw die je het advies gaf om hijaab te dragen, zij was een vrouw toch?"
Nadia: "Ja maar"
Somia: "Maar fashion mode dat gedessineerd en gepromoot wordt door merendeels mannen, dat geeft jou vrijheid? Mannen hebben juist een deel in de onderdrukking van vrouwen die bijna naakt lopen!
Nadia: "Wacht laat me even uitpraten."
Somia: "Je zei dat mannen vrouwen onderdrukken door de hijaab?"
Nadia: "Klopt."
Somia: "Hoe dan."
Nadia : "Doordat ze worden verteld wat ze moeten dragen,duuuh!"
Somia: "Is het niet de tv, magazines en films die je vertellen wat je moet dragen, en laten zien hoe 'aantrekkelijk' je moet zijn?"
Nadia: "Natuurlijk, dat is de mode."
Somia: "Is dat niet onderdrukken? Zoveel reclame etc om je te stimuleren dat je gaat dragen wat zij willen dat je gaat dragen?"
Nadia is stil..
Somia: "Het onderdrukt jou niet alleen, maar de gehele wereld."
Nadia: "Wat heeft hijaab te maken met al deze reclame en zo?
Somia: "Ja het heeft er mee te maken, zie je dat niet Nadia? Hijaab is anti consumerend, vrouwen die biljoenen euro's verspillen aan mode dat wordt gemaakt door merendeels mannen, en dan heb je islam dat zegt verspil niet en focus op je ziel, en niet op je uiterlijk, en maak je geen zorgen om wat mannen van je uiterlijk vinden."
Nadia: "Ik begrijp je niet Somia?"
Somia: "Vraagje aan jou? Wat vind je belangrijker bij de man die in jouw huwelijksbootje gaat stappen inshAllah, zijn uiterlijk of innerlijk?
Nadia: "Innerlijk vind ik belangrijker, want dat is blijvend."
Somia: "Dat vind ik ook, en waar hoop je op waar je aanstaande voor kiest jouw innerlijke of uiterlijk?"
Nadia: "Ik hoop dat diegene mij kiest voor mijn innerlijke?"
Somia: "Ik ook, en wat heb je liever waar je werkgever je voor kiest jouw innerlijke of uiterlijk?
Nadia is een tijdje stil en zegt dan: "Ik begrijp je Somia."
Salaam alaikoem broeders en zusters , Ik ben Said Mondria en ik zal inshallah elke dag een nieuw verhaal plaaten en ik hoop dat jullie ze leuk vinden . Jullie mogen reageren dat kan onderaan elk verhaal ik kijk er naar uit. Salaam alaikoem, Said.