Moge Allah ‘azza wa djal onze kennis doen vermeerderen, Ameen. Moge Allah ons leiden naar de waarheid en ons weerhouden van het slechte, Ameen. Moge Allah ons sieren met de schoonheid van Imaan & Taqwa, Ameen.
Aboe Dhahdah kiest voor een dadelpalm in het Paradijs
Aboe Dhahdah kiest voor een dadelpalm in het Paradijs
Anas ibnoe Maalik overlevert dat een jonge man naar de Profeet (vrede zij met hem) kwam en vroeg: "O Boodschapper van Allah, ik ben een muur aan het bouwen rondom mijn tuin en mijn buurman heeft een dadelpalm die in de weg staat. Vraag hem die dadelpalm aan mij te schenken als liefdadigheid."
De profeet (vrede zij met hem) sprak tot de buurman en zei: "Geef hem die dadelpalm en jij zult een dadelpalm in Paradijs krijgen." Maar hij weigerde.
De metgezel Aboe Dahdah (moge Allah met hem tevreden zijn) die aanwezig was ging naar de buurman en zei: "Geef mij die dadelpalm in ruil voor mijn tuin met vijfhonderd dadelpalmen." Verbaasd ging de buurman akkoord met de ruil. Aboe Dahdah (moge Allah met hem tevreden zijn) ging naar de Profeet (vrede zij met hem) en zei dat hij die dadelpalm als liefdadigheid aan de jonge man schonk die een muur aan het bouwen was.
De Profeet (vrede zij met hem) was erg verheugd en herhaalde telkens: "Er is zoveel moois voor Aboe Dahdah in het Paradijs."
Later rende Aboe Dahdah (moge Allah met hem tevreden zijn) naar zijn vrouw die in zijn tuin was met haar kinderen. Hij ging niet naar binnen, maar riep daarentegen van buiten: "O Oem Dahdah, de tuin is geruild voor een dadelpalm in het Paradijs."
Hierop reageerde zij: "Wat een gezegende ruil, wat een gezegende ruil" en stuurde haar kinderen weg uit de tuin terwijl ze zei: "Dit is niet meer onze tuin." Voor de poort van de tuin keek ze aandachtig naar haar kinderen en zag dat één van hen dadels in zijn hand had waarna ze op hem af stapte, deze uit zijn hand nam en teruglegde.
Salaloe 3allaikoem wa rahmatoe allahie wa barakatoehoe
dit emotionele berichtje vond ik terug geschreven door een zuster, vandaag de dag worden onze zusters nog steeds onteerd, sta er eens bij stil inshaAllah!
Ik heb slechts een glimp opgevangen van de verschrikkelijkste misdaad dat een vrouw zich kan voorstellen de verkrachting en verminking van een andere vrouw.
Maar dit was niet zomaar een vrouw dit was onze zuster in de Islam, onze zuster in Imaan zo dicht bij als onze bloedzussen... zo dicht bij u en ik als onze moeders en dochters, of tenminste, dit is de status die zij in onze harten zou moeten hebben, of wij haar zo behandelen is de vraag.
Wij zouden 's nachts niet rusten en niet slapen indien onze moeders, zussen of dochters eer geschonden werden, en op brute wijze vernederd en gefolterd zoals deze zusters. Indien onze moeders, zussen of dochters gilden van pijn, volledig weerloos, hun harten die uiteen barsten wanneer zij door de vijanden worden verkracht, en niet alleen plegen zij deze kwade misdaad, maar zij fotograferen en filmen het zonder schaamte noch respect.
Wat het erger maakt, is dat dit niet enkel om en zuster gaat, dit is niet in Oost Timor alleen (en hoeveel van ons verrichten een smeekbede voor onze zussen in Oost Timor? Zusters die slechter dan dieren worden behandeld door deze beesten. En hoeveel tijd maken wij vrij om aan hen te denken, of voor onze speciale en edele broeders die hun tijd offeren, hun rijkdom, hun energie, hun ledematen, hun zielen in het pad van Allah, en verdedigen hun zussen, moeders en dochters - zwakke en onderdrukten van deze Ummah.
Nee, dit is niet een zuster. Dit is niet de enige gebeurtenis. Dit is niet in Oost Timor alleen. Maar deze zelfde misdaad neemt dag na dag, uur na uur plaats, onze zussen en moeders en dochters in Tsjetsjenie, Palestina, Kasjmier, Filippines, in Maluku/Indonesie, Iraq gevangenissen en de lijst beeindigt niet. Dit is wat er met onze zussen in Bosnie en Kosovo gebeurde, en dit nog maar enkele jaren geleden - zussen even dicht bij ons als onze zussen in Schotland!
Mijn dierbare broeders en zusters, ik vraag me af, hoeveel zusters zullen nu wel niet in kwelling verkeren wanneer ik dit schrijf? Ik vraag me af, hoeveel broeders zullen nu wel niet verscheurd zijn van pijn wanneer zij zien wat er met hun vrouwen en dochters gebeurt?
Onze mooie moslimzusters, moeders en dochters zijn van hen verlegenheid, bescheidenheid, waardigheid beroofd, net zoals zij van hen kleding werden beroofd door deze monsters.
Mijn dierbare broeders, zouden jullie in de nachten door snurken, warm gewikkeld, gezellig en aangenaam in jullie luxe slaapkamers indien de kleren van uw vrouw werden verscheurd op de manier als de zusters in Oost Timor?
Ik wou, mijn dierbare broeders en zusters, dat ik de woorden zou kunnen vinden om precies uit te drukken wat in mijn hart is, ik handel er niet gerechtvaardigd naar. Ik wou dat ik jullie de grafische gruwel waarvan ik slechts een glimp heb gevangen kon laten zien. Maar de foto's zijn te grafisch, subhan Allah, de awrah van onze zusters tentoongesteld, en met alle respect voor haar en betreft de twijfelachtige kwesties, wil ik toch maar niet de URL hier plakken.
Het is genoeg dat ik u vertel dat het uw zuster is wiens ledematen door de laarzen van de soldaten verpletterd zijn - ja, soldaten, het was meer dan een monster die haar dit aandeed, haar zachte armen verpletterd.
Het is uw zuster wiens kleren werden afgescheurd.
Het is uw zuster die door een soldaat gekokhalsd werd, haar armen verpletterd terwijl de anderen dwongen om haar benen te spreiden en haar ondergoed verscheurden.
Het is uw zuster die vastgebonden, gefilmd en gefotografeerd werd tijdens de verkrachting, en God mag weten hoe vaak zij wel niet door deze monsters werd verkracht.
Het is uw zuster die herhaaldelijk geschonden werd, opnieuw en opnieuw, vanuit verschillende hoeken.
Het is uw zuster die een sigarettenpeukje in haar gevoelige lichaamsdelen kreeg uitgedoofd.
Het is uw zuster die uit schaamte en angst in een hoek terugdeinsde toen deze monsters naar haar keken, met kwellende woorden over haar kwetsbare, naakt en misbruikte lichaam.
Het is uw moslim zuster die door deze gestoorde mannen op de muur gehangen werd als een stuk vlees, totaal misbruikt en een kruisbeeld in haar borst kerfden!
Het is uw zuster wiens gezicht in vuiligheid werd afgedrukt, naakt, alsof de vernedering niet genoeg was geweest, vastgeknoopte touw rond haar hoofd en snijdend moet zij dit verdragen, en de foltering gaat brutaal door.
Het is u zuster die leefde en stierf (letterlijk verlaten) doodsbang, vernederd, weerloos, en alleen, als een hoop vuilnis op het terrein. Zij werd door hondsdolle beesten met hen wrede eetlust behandeld alsof zij lager dan vuilnis was.
Mijn ogen zijn na het bekijken van 12 fotos gevuld met tranen. Ik kan me niet voorstellen hoe zij zich voelde tijdens de martelingen, de werkelijke horror.
Een broeder heeft mij geinformeerd dat er ook een "real player" opname is, het geluid alleen doet de huid krimpen.
Moge Allahs vervloeking op deze monsters dalen, en hen folteren in de diepe Hellevuur, op de manier zoals zij onze dierbare zusters hebben gemarteld.
Dan was het einde bitter voor hen die kwaad deden, omdat zij de tekenen van Allah loochenden, en er over spotten. [Surah ar-Rum 30:10]
Mijn dierbare broeders en zusters, wat moet er nog gebeuren voordat wij ontwaken? Hoeveel zusters moeten er nog verkracht worden? Hoeveel lichamen moeten er nog gefolterd worden? Hoeveel van onze vaders en broers moeten er vernederd en gefolterd worden? Hoeveel bloed moet er nog vergoten worden en hoeveel kreten moeten weergalmen alvorens wij naar de realiteit waarin wij leven ontwaken?
Mijn dierbare broeders en zusters, hoe vaak moet de straf van Allah ons overkomen alvorens onze slapende harten van hun achteloosheid ontwaken, voordat wij de beproevingen van onze broeders en zusters herinneren, voordat wij huilend smeekbedes verrichten en onze zakken legen om hen omwille God bij te staan, voordat wij de gunst van Allah herinneren, niet slechts in onze harten of op onze tongen, maar in onze daden dat wij deze herinnering van Allah zien en dankbaarheid voor Zijn gunsten met onze ledematen, voordat onze broeders hun bedden zullen verlaten en voordat wij, de moeders en dochters van deze Ummah, hen aanmoedigen, smeken opdat zij hun huizen verlaten en dierbaren om zo de eer van deze Ummah te verdedigen, voordat onze harten de liefde voor deze wereld ruilen voor de liefde voor het Hiernamaals?
"Wanneer mensen vrekkig worden, overeenkomsten met fijne dingen en hun aandacht vestigen op landbouwactiviteit en Jihad in de Weg van Allah verloochenen, dan zal Allah ellende op hen doen neerdalen totdat zij terug keren naar de religie. (Ahmad en Abu Dawud; Ibn Al-Qattaan classificeert hem als Sahih)
Moge Allah ons uit Zijn woede naar Zijn welbehagen leiden, en ons de kans geven om als een Ummah te handelen, onze toestanden beteren, en naar onze Rabb (in alle vormen van aanbidding) terug keren. Indien niet, dan zal dit zich blijven herhalen.
Soebhanaka Allahoemma Wabihamdik Ash-hadoe an La illaha illa Anta Astaghfiroeka wa Atoeboe Ilayk!
wa salamoe 3alaikoem wa rahmatoe Allahie wa barakatoehoe.
Abu Darda : Ik ben niet bang dat er tegen mij zal worden gezegd : "Oh Aamir wat heb je geleerd?" , maar ik vrees meer dat er aan mij zal worden gevraagd : "Oh Aamir, wat heb je gedaan met wat je hebt geleerd !"
InshaAllah behoren wij tot degene wiens streven, spreken, doen en laten slechts voor Allah, de Heer der Werelden is.
Ya Allah, vergeef ons, want slechts U weet wat zich in onze harten bevindt.
Op een dag koopt een man van een imam een ezel. Een ezel met gebruiksaanwijzing, want het was niet voor niets het eigendom geweest van een imam, niet waar? Met een luid en breed uitgesponnen Alhamdulillah! zet je het beest in gang. Met een luid en kortaf Amien! laat je het stoppen. De man is maar wat blij met zijn aankoop en bestijgt onmiddellijk het beest om de gebruiksaanwijzing uit te proberen.
Alhamdulillah! schreeuwt de man. De ezel begint te lopen. Amien! Direct houdt de ezel halt. Das kicken! schreeuwt de man van blijdschap en met een Alhamdulillah! gaat de man huiswaarts, trots als een pauw op zijn nieuwe aankoop. De weg terug gaat door berggebied. Dan nadert de man een ravijn en hij probeert zich te herinneren waarmee hij ook al weer de ezel kan stoppen.
Stop! zegt hij. Halt! schreeuwt hij. Maar de ezel loopt stug door. Oh nee Dan gooit de man het over een andere boeg. Koran! Moskee! Alsjeblieft! Stop!!! Maar de ezel gaat stug door, nu in galop. De man nadert de ravijn met rasse schreden. In zijn wanhoop doet hij een smeekgebed.
Yaa Allah. Roep deze ezel een halt toe voor hij mij in de diepte doet storten. Amien. Één stap verwijderd van het ravijn stopt de ezel. De man slaakt een zucht van verlichting, veegt dan het zweet van zijn voorhoofd en prijst vervolgens vol overtuiging zijn Heer en zegt: Alhamdulillah!
Er was een vrome aanbidder in de stam Israël. Hij was de vroomste persoon van zijn tijd. In zijn tijd waren er drie broers die een zuster hadden. Ze was een maagd. En zij was hun enige zuster. Zij stonden allemaal op het punt om de stad te verlaten om oorlog te gaan voeren. Zij wist niet met wie ze hun zuster moesten achter laten en wie ze konden vertrouwen om voor haar te zorgen. Ze vertrouwde hem allemaal. Ze gingen naar hem toe en vroegen of ze haar bij hem konden laten. Zij zou in het gebouw naast hem verblijven tot zij terug zouden komen van de strijd. Hij weigerde hun verzoek en zocht toevlucht bij Allah tegen hen en tegen hun zuster. Zij drongen hem aan totdat hij uiteindelijk instemde. Hij zei: "Zet haar in het huis naast mij plaats van aanbidding." Dus zij brachten haar naar dat huis en vertrokken en lieten haar achter. Ze bleef een tijdje naast die vrome persoon wonen. Hij zette voedsel neer voor haar voor zijn plaats van aanbidding. Dan sloot hij de deur en keerde terug naar zijn plaats van aanbidding. Dan vertelde hij haar dat ze uit haar huis moest komen en het voedsel moest nemen. Toen benaderde Sjaitaan hem voorzichtig. Hij moedigde hem aan om haar vriendelijke te behandelen. Hij vertelde hem dat het niet goed was om de vrouw uit haar huis te laten komen gedurende de dag want iemand zou haar kunnen lastig vallen. Als hij het voedsel direct naar haar deur bracht zou dat een grotere beloning voor hem opleveren.
Hij ging een tijdje door om naar haar deur te gaan en het voedsel voor de deur te plaatsen zonder tegen haar te spreken. Toen kwam Iblies weer en moedigde hem aan om goed te doen en meer beloning te krijgen. Hij zei: "Als je het voedsel zou brengen en het in haar huis zou plaatsen voor haar zou je een nog grotere beloning krijgen." Hij bleef hem aanmoedigen. Dus hij begon het voedsel in haar huis te plaatsen. Dat hield hij een tijdje vol.
Toen kwam Iblies steeds weer opnieuw en moedigde hem aan om goed te doen. Hij zei: "Als je een poosje met haar praat zal ze gerust gesteld worden door jouw gesprek, want ze is bang en ze is helemaal alleen." Hij begon toen met haar te praten vanaf het dak van zijn plaats van aanbidding.
Toen kwam Iblies weer. Hij zei: "Als je naar beneden zou komen en tegen haar zou praten terwijl ze bij haar deur zit en tegen jou praat, dan zou dat nog gemakkelijker zijn voor haar". Hij bleef hem verder aanmoedigen totdat hij naar beneden kwam en bij zijn deur ging zitten en tegen haar sprak. Het meisje kwam uit haar gebouw en ging voor haar deur zitten en ze spraken een tijdje met elkaar.
Toen kwam Iblies weer en moedigde hem aan om grote beloningen te krijgen voor de goede behandeling van haar. Hij zei: "Als je vanaf de deur van jouw plaats van aanbidding dicht bij haar deur gaat zitten dan zou dat nog gemakkelijkere zijn voor haar". Hij bleef hem aansporten totdat hij het deed. Hij zette die handeling een tijdje voort. Toen kwam Iblies weer. Deze keer zei hij: "Als jij haar huis binnengaat en met haar praat en ervoor zorgt dat ze haar gezicht niet meer in het openbaar hoeft te vertonen dan zou dat nog beter zijn voor jou". Hij bleef hem aansporten totdat hij het huis binnen ging en de hele dag pratend met haar doorbracht. Toen de nacht viel, keerde hij terug naar zijn plaats van aanbidding.
Toen kwam Iblies achter hem aan en zorgde ervoor dat ze nog aantrekkelijker voor hem werd. Totdat de aanbidder opstond en haar kuste. En Iblies ging verder met haar mooi te laten lijken in zijn ogen en dat hij naar haar verlangde totdat hij uiteindelijk gemeenschap met haar had. Ze werd zwanger en baarde een jongen.
Toen kwam Iblies en vertelde de aanbidder: "Zie je dan niet in wat de broers van het meisje met jou zullen doen als ze zien dat ze jouw zoon heeft gebaard?" Je zult niet veilig zijn als jouw zaak bekend wordt. Je zou de jongen moeten vermoorden en begraven, op die manier kan niemand jouw buitenechtelijke verhouding verhullen en zullen ze je niets aandoen om wat je haar hebt aangedaan'. Toen zei hij tegen hem: "Denk je dat zij wat jij haar hebt aangedaan voor haar broers zal verhullen en het vermoorden van haar zoon?' Pak haar, vermoord haar en begraaf haar met haar zoon.' Hij ging verder met hem opruien totdat hij haar had vermoord en haar in het gegraven gat met haar zoon gooide. Toen zette hij een grote rots erop en hij plaatse het op gelijke hoogte. Toen keerde hij terug naar zijn plaats van aanbidding en bad daar. Hij bleef in die toestand zolang als Allah wilde, totdat de broers terug waren gekomen van de strijd. Zij kwamen naar hem toe en vroegen hem om hun zuster. Hij rouwde om haar verlies een begon te huilen. Hij zei: "Ze was de beste van de vrouwen en dat is haar graf". De broers kwamen naar het graf en huilden om hun zuster en vroegen Allah genade met haar te hebben. Ze bleven een aantal dagen bij haar graf en gingen toen haar hun gezinnen.
Toen de nacht hen overviel en ze naar hun beden gingen, kwam Sjaitaan naar de oudste en vroeg hem om zijn zuster. De broer vertelde hem wat de vrome man had verteld en hoe haar graf aan hen werd getond. Sjaitaan vertelde hem dat de vrome man gelogen had. Hij zei: "Hij heeft jullie niet de waarheid verteld over jullie zuster. Hij heeft haar zwanger gemaakt en ze baarde zijn zoon en toen vermoordde en begroef hij haar uit angst voor jullie. Toen gooide hij hen in een gegraven gat dat hij achter de deur van het huis waarin zij verbleef had gegraven. Rechts van de ingang. Ga en treed het huis binnen waar zij in verbleef rechts van de ingang zul je alles vinden waarover ik je heb verteld".
Toen ging hij naar de middelste broer en deed hetzelfde. Daarna ging hij naar de jongste broer en deed hetzelfde. Toen ze ontwaakten waren ze allen verrast door wat ze hebben gezien. Toen ze elkaar ontmoetten, zeiden ze allemaal: "Ik heb iets verbazingwekkend gezien vannacht en zij brachten elkaar op de hoogte van wat ze hadden gezien."
De oudst zei: "Die droom betekent niets dus negeer het maar". De jongste zei: "Ik zal het niet met rust laten totdat ik naar die plek ben geweest om te kijken." Ze gingen allemaal totdat ze bij de deur aankwamen van het huis waar hun zuster verbleven had. Ze opende de deur en zochten naar die plek die aan hen in hun dromen beschreven was. Ze vonden hun zus en haar zoon begraven in een gat zoals hen was verteld. Ze vroegen de aanbidder erover en hij bevestigde wat Iblies had verteld. Toen namen ze hem mee en stond op het punt om hem te kruisigen. Toen ze hem op het houten kruis hadden gelegd, zei Sjaitaan tegen hem: "je weet dat ik je metgezel was die je verleidde met de vrouw totdat jij haar zwanger maakte en haar een zoon vermoordde. Als je me vandaag gehoorzaamt en Allah ontkend die je gemaakt en gevormd heeft, dan zal ik je redden uit jouw moeilijke positie". De aanbidder verloochende Allah. Toen hij Allah verloochende, verliet Sjaitaan de plek tussen hem en de ander en zij waren in staat om hem te kruisingen.
Uit dit verhaal kunnen we een methode opmaken waarvan Sjaitaan gebruikt maakt om de mensheid te misleiden. Hij neemt de mens stap voor stap, niet alles tegelijk, maar misleiding. Hij overdrijft niet, noch verveelt hij de persoon. Elke keer dat de persoon tevreden is met een stap neemt hij de mens naar de grote handeling van ongehoorzaamheid. Dit gaat door totdat hij hem kan aanzetten tot de grootse zonde en zijn vernietiging. Als zij afwijken van Allah's pad, slaat hij toe om de controle over hem te krijgen.
De man heeft zina gepleegd, 2 mensen vermoord en shirk (ongeloof) begaan door de Sjaitaan te aanbidden.
"Zoals Sjaitaan wanneer hij tegen de mens zegt: "Geloof niet in Allah." Maar wanneer (de mens) niet in Allah gelooft, zegt Sjaitaan: "ik ben vrij van jullie en ik vrees Allah, de Heer van de Wereldwezens!" (surat Al-Hashr 59: 16)
Voor de tijd dat de Profeet Mohammed (vzmh) begon met het verkondigen van Allahs woord, waren er veel Arabieren die liever een zoon dan een dochter hadden. Zonen waren sterk en konden hard werken. Zij hadden veel voordelen voor hun ouders en familie. Maar dochters waren zwak, dachten de Arabieren. En dat niet alleen, meisjes waren vervelend en een last en een kostenpost voor de familie.
Veel Arabische vaders konden geen meisjes gebruiken en wanneer er een dochter geboren werd in plaats van een zoon, dan waren zij helemaal niet blij. Sommigen werden erg boos door de geboorte van een dochter en begroeven haar levend. Gelukkig was er een vader die naar de Profeet (vzmh) ging en hij biechtte deze verschrikkelijke misdaad op.
Deze vader was ooit een fanatieke afgod aanbidder, zoals alle Arabieren voordat de Profeet Mohammed (vzmh) tot hen kwam en hun de weg naar de Islam wees. Voordat hij een moslim werd, had deze Arabier een dochter. Een lief klein meisje die hem altijd kuste. Wanneer haar vader haar riep, kwam het kleine meisje naar hem toegerend en stond altijd klaar om haar liefde voor haar vader te tonen.
Op een dag riep de vader haar en natuurlijk kwam zij snel aanrennen. Hij nam haar mee op een lange wandeling en het meisje rende en huppelde blij naast haar vader op weg, het arme kleine ding. Ze had nooit gedacht dat een vreselijk lot haar te wachten stond. Na een tijdje kwamen vader en dochter bij een waterbron. Plotseling, zonder waarschuwing pakte hij haar op en gooide haar in de bron. Het kleine meisje was vreselijk bang en gilde in angst: Papa oh Papa! Maar de vader weigerde om naar haar smeken en hulpgeroep te luisteren. In plaats daarvan gooide hij een lading aarde in de bron om zijn dochter te begraven en toen ging hij naar huis, haar achterlatend om te sterven.
Het was een hartverscheurend verhaal. De vader was vol van wroeging door de vreselijke moord die hij had gepleegd. De vader zou de rest van zijn leven moeten lijden onder dit schuldgevoel.
Natuurlijk was de Profeet (vzmh) vervuld van afschuw toen hij hoorde wat de vader had gedaan. Zijn hart deed zeer van verdriet. Tranen welden op in zijn ogen en liepen over zijn gezicht en zijn baard in. De Profeet (vzmh) moest zo huilen dat zijn gezicht en baard helemaal nat werden. Toen zijn vrienden de Profeet (vzmh) zo zagen huilen, werden zij allen erg ongelukkig en ook hen ogen vulden zich met tranen. Zij wisten dat het terecht was dat de Profeet (vzmh) zoveel tranen vergoot voor het kleine meisje die zon vreselijke dood was gestorven. Want had hij zijn volk niet geleerd dat zij lief moesten hebben? Alle kinderen, jongens en meisjes? En had hij niet gezegd: Allah houdt van diegene die zorgt voor zijn familie, speciaal diegenen die zorgen voor meisjes
En was de Profeet (vzmh) niet de grootste kindervriend die de wereld ooit gezien heeft?
Safwaan ibnoe Soelaym en zijn minachting voor geld
Safwaan ibnoe Soelaym en zijn minachting voor geld
In de tijd dat cOmar ibn cAbd ul-cAziez gouverneur was van Medina, arriveerde de leider der gelovigen Soelaymaan ibnoe Maalik in de stad van de Profeet (vrede zij met hem) en ging de mensen voor in het middaggebed. Vervolgens opende hij de deur 'al-Maqsoera' en ging zitten, leunend tegen de mihrab. Hij richtte zijn gezicht tot de mensen onder wie zich de bekende Safwaan ibnoe Soelaym az-Zoehriy bevond, maar hij herkende hem niet. Soelaymaan vroeg aan cOmar: "O cOmar, wie is die man? Ik heb nooit zo'n edele man als hem gezien die zoveel gemoedsrust uitstraalt."
cOmar antwoordde: "O leider der gelovigen, dat is Safwaan ibnoe Soelaym."
Soelaymaan ibnoe Maalik riep toen zijn bediende en zei: "O bediende, breng voor mij een zak met vijfhonderd goudstukken." Waarop de dienaar dit bracht en Soelaymaan tegen hem zei: "Zie je die man die nu bezig is met het gebed, ga naar hem toe en schenk hem deze goudstukken?" Soelaymaan beschreef Safwaan ibnoe Soelaym duidelijk, zodat de dienaar hem zou herkennen.
De bediende van de leider der gelovigen stapte met de goudstukken af op Safwaan en ging naast hem zitten. Toen Safwaan de man opmerkte maakte hij zijn gebed af, keek de kant van de bediende op en vroeg: "Waarmee kan ik jou van dienst zijn?"
De bediende antwoordde, terwijl hij wees naar Soelaymaan ibnoe Maalik: "De leider der gelovigen droeg mij op om jou deze zak met goudstukken te overhandigen met de boodschap dit geld te gebruiken ten voordele van jouw gezin."
Safwaan zei hierop tegen de bediende: "Ik ben niet degene naar wie jij gestuurd bent."
Hierop vroeg de bediende verbaasd: "Bent u dan niet Safwaan ibnoe Soelaym?"
Safwaan antwoordde: "Ja, ik ben zeker Safwaan ibnoe Soelaym!"
De bediende bevestigde nogmaals: "Dan ben ik naar jou gestuurd."
Safwan vertelde hem: "Ga terug en vraag om bevestiging, als je dit hebt gedaan, keer dan naar mij terug."
De bediende zei: "Houd ondertussen deze goudstukken bij jou, terwijl ik om een bevestiging ga vragen."
Hierop zei Safwaan: "Nee, als ik het vasthoud, dan heb ik het reeds van jou aangenomen. Ga beter om bevestiging vragen, zolang ik hier blijf zitten."
De bediende maakte rechts ommekeer en vertrok. Hierop pakte Safwaan zijn schoeisel en vertrok ook. Hij was niet meer te zien, totdat de leider der gelovigen Soelaymaan ibnoe Maalik uit Medina was vertrokken.
Assalamu alaikum warahmatullahi wabarakatuh broeders en zusters
Mijn leven is heel erg veranderd na gisteren
Mijn leven is heel erg veranderd na gisteren. Waarom? Omdat ik eindelijk een keertje niet aan mezelf dacht, maar aan een ander. Vanaf vandaag ga ik anders door het leven. Zowel innerlijk als toch ook uiterlijk. Wat je van binnen bent, straal je van buiten uit. Het leven zal voortaan voor mij anders zijn dan normaal. Ik eet nu anders, denk anders en praat ook anders. Zo langzamerhand zul je je wel afvragen wat mij is overkomen.
Ik wilde een dag voor Allah vrijmaken. Een dagje business. Business zonder geld, maar met daden alleen. Inde ochtend was ik bij een begrafenisgebed van een broeder in Cairo. Erna ging ik naar de begraafplaats en hielp mee met het dragen van de kist. Daarna werd het lichaam onder de grond gestopt. Ik wilde aan het eind van de dag nog op ziekenbezoek gaan bij een broeder. Dus ging ik op zoek naar een kleinigheid om hem op te vrolijken.Daarna ging ik naar het ziekenhuis om bloed te doneren. Dit lag ook in de planning van de dag. Als eerste vroeg ik wie er het dringends bloed nodig had op dat moment. Voor de meeste van ons is bloed krijgen iets waar we ons niet echt druk over hoeven te maken. Zo duur zal het niet zijn. Maar voor velen is bloeddonatie van levensbelang. Ik kreeg een naam door van een patient en ging de trap af op zoek naar zijn kamer. Ik wilde zeker weten of de persoon wel bestaat, voordat ik mijn bloed gaf. Op de afdeling bleek dat hij die dag al gestorven was. Ik kreeg een nieuwe naam van een andere patient. Toen ik die ging opzoeken, bleek dat het een ideale patient voor mij was. Een man die door een auto was aangereden nadat hij klaar was met de salaat en uit de moskee wilde lopen. Ik maakte kennis met hem en vertelde dat ik hem wat bloed zal doneren. Weer boven op de afdeling bloeddonatie kreeg ik de slang in mijn arm geprikt en begon mijn bloed in een zak te stromen. Door de hitte in Cairo ,die ik niet gewend ben, en doordat ik die morgen niet gegeten had en waarschijnlijk ook die middag in de velle zon op de begraafplaats stond, voelde ik mij niet al te best. Na 4-5 minuten verloor ik het bewustzijn. Het enige wat ik kon zeggen was: La ilaha ila Allah Muhammad rasulollah , en ik stak mijn vinger naar boven... Toen ik bijkwam zag ik een man met een mooie grote baard over me heen gebogen staan. De kamer was ineens druk met allemaal mensen, waarschijnlijk artsen en mijn vriend. Al gauw was ik weer bijgekomen van alles. Nog een beetje slap van daarnet ging op weg naar mijn laatste doel. Een zieke broeder die al drie maanden op bed lag. Hij was vroeger een hoge officier in het Egyptische leger. Alhamdolillah is hij ermee gestopt. Baard mocht hij toen niet hebben en naar de Koran luisteren is als militair streng verboden. Hij lag nog wel in het militair hospitaal, dat nog wel. Ik in mijn jalaba had wel enige moeite om binnen te komen in het hospitaal. Het leger is hier heel erg bang voor baarden en jalaba's. Toen ik mijn buitenlands paspoort liet zien, kon ik meteen doorlopen. (Een buitenlander durft men niet moeilijk te maken, stel je voor dat er een raket vanuit het Witte Huis wordt afgeschoten). De zieke broeder was ontzettend blij met mijn kleine kadootje voor hem. Zijn zus liet ons even alleen in de kamer. Vrouw had hij niet. Hij was verloofd, maar had pas geleden de verloving ingetrokken. De doktoren hebben geconstateerd dat hij een zeldzame ziekte heeft en niet genezen kan worden. Zo jong en nu al doodziek. Op een gegeven moment moest hij hulp krijgen van de zuster. Lopen kon hij niet meer, dus voor bepaalde zaken moest de zuster hem helpen. Ik liep eventjes de kamer uit en wachtte tot ik weer binnen kon. Samen deden we salaat en ik maakte me klaar om weer naar huis te gaan.
Deze dag heb ik de dood gezien, het graf en ziekte. Dit heeft mij laten nadenken. Ben ik Allah wel dankbaar voor alle gunsten die Hij mij heeft gegeven? Ben ik voorbereid op de dood? Het leven zal voor mij nooit meer hetzelfde zijn.
1. Stel dat jouw vriend(in) 100 euro van jou zou stelen. Zou je dan niet tegen hem (haar) tekeergaan? Wat dacht je van een telefoongesprek, waarbij je van méér dan 1000 hasanaat bent beroofd? Als de spreker, aan de andere kant van de lijn, over die-en-die wil praten (m.a.w.: roddelen), verbiedt het hem of verander van gespreksonderwerp. Bescherm jezelf en je hasanaat*
2. Stel je voor dat de directie van alle banken tot overeenstemming komt om geld van de bankrekening van de roddelaars over te schrijven naar de rekeningen van de mensen over wie er geroddeld wordt* Zouden de roddelaars dan niet zwijgen (tijdens bijeenkomsten), omdat ze vrezen hun geld te verliezen? (Wanneer je namelijk over iemand roddelt, worden jouw goede daden naar de 'rekening' van deze persoon overgeschreven)
3. Als je weet dat er een afluisterapparaat (camera?) in jouw buurt ligt, dat ieder woord dat je zegt opneemt, dan zou je goed op je woorden letten, toch? Weet je dan niet dat je wordt geobserveerd door twee engelen, die elk woord noteren? Spreek dus een goed woord of wees zwijgzaam*
4. Stel dat jouw kind iedere keer wanneer hij buiten gaat spelen, de andere kinderen uit de buurt uitscheldt. Ongeacht jouw waarschuwingen wil hij zijn gedrag niet verbeteren. Zou je hem dan geen huisarrest geven en niet meer buiten laten spelen? . O, wat lijkt de tong toch op dit kind! Dus slik al je slechte woorden in, voordat ze eruit komen. Je zult het dan namelijk berouwen*
5. Waarom ben je niet zo zuinig met woorden, zoals bij een internationaal telefoongesprek? Netzoals je een hoge rekening zult krijgen voor alle woorden die tijdens dit telefoongesprek vloeien, zul je een zware afrekening krijgen voor ieder (slecht) woord dat uit je mond komt. Het is zelfs zo dat je de onverwachte hoge telefoonrekening kunt 'goedmaken', door niet opnieuw dezelfde fout te maken. Echter, hoe zal het je vergaan wanneer je op de Dag des Oordeels jouw grote verlies zult zien, terwijl je niet in staat bent om dit grote verlies te compenseren?
6. Stel dat je op reis gaat naar een ver land* Je hebt de barre omstandigheden tijdens de reis doorstaan, je komt bij de grenspost aan en geeft je paspoort aan. Echter, je krijgt je paspoort terug van de douanebeambten met de mededeling: "Je hebt geen geldig identiteitsbewijs om dit land binnen te komen". Ze weigeren dus om jou het land binnen te laten treden* Zou je je dan niet gefrustreerd en verdrietig voelen? . . Wat dacht je ervan als de Toegang tot het Paradijs je wordt ontzegd? Alleen vanwege een slecht woord dat je hebt gezegd over een gelovige broeder, waardoor hij zich diep vernederd voelt en zich niet meer onder de mensen durft te begeven.
7. Stel je voor dat het lichaam van iemand op straat is ontbloot, vanwege een auto-ongeluk. Zou je je dan niet haasten om het lichaam te bedekken, aangezien het slachtoffer macht noch kracht heeft om zelf zijn ontblootte lichaam te bedekken? Hoe zou je dan handelen als er iemand, in jouw bijzijn, slechte woorden over een ander zegt? Dus als deze 'roddelaar' de minpunten van zijn broeder verraadt; zou jij dan niet z.s.m. proberen deze minpunten van jouw broeder (of zuster) te bedekken?
8. Zou jij het lijk van een paard willen eten? Wat dacht je van de persoon over wie je hebt geroddeld? Dat is namelijk erger dan het eten van een dood paard! Want als je een dood paard eet, eet je het vlees van een dier. En in de islam is het toegestaan om van (bepaalde) dieren te eten. Maar tijdens het roddelen eet je van het lijk van de persoon (over wie je roddelt). Het eten van mensen is in de islam, onder alle omstandigheden, verboden!!!
Herinner je de woorden van de Profeet (salla Allahu 'alayhi wa sallam):
Quote: "Laat degene die in Allah en in de Laatste Dag gelooft het goede zeggen of laat hem zwijgen"
Er was eens een slangenvanger die naar de bergen ging. Door de winterkou en hevige sneeuw lagen vele grote slangen er onbeweeglijk bij, alsof ze dood waren.
De slangen-vanger pakte een van die levenloos ogende slangen op en nam hem mee naar Baghdad met als doel hem te gebruiken voor een show. Terwijl hij de slang aan de toeschouwers showde, maakte hij allerlei beweringen over hoe hij de slang op een briljante manier had gevangen.
Toen de zon begon te schijnen en de warmte de slang ommantelde, verdween de kou uit zijn lichaam. De tekenen van leven werden al snel duidelijk en toen de slang begon te bewegen, vluchtte de slangen-vanger en iedereen om hem heen.
Onze Nafs (zelf) is net als die slang. Met Tazkiya (zuivering) en Mushaqqat (inzet) bevriest onze nafs. Het lijkt dood te zijn maar als het een beetje warmte krijgt van het vuur van de zonde, zal het weer bijten. Een beetje blootstelling aan vroegere zonden en de nafs komt weer tot leven.
We moeten niet denken dat we onze nafs vermoord hebben en vervolgens onbedachtzaam worden. Met wat mujahadah (streven), suhbat (gezelschap) van de Sheikh, tilawat (recitatie) van de Qur'an, Dhikrullah (gedenken van Allah), het volgen van de Deen (het geloof) en het opbouwen van liefde voor Allah Ta'ala en Rasoelilah (salAllahu alayhi wasalam), kan de nafs bevroren worden. Maar slechts een sprankje zonde kan de kwade nafs weer doen herleven
In deze serie van indrukwekkende verhalen zullen wij enkele ontroerende gebeurtenissen vastleggen met de hoop dat mensen er leringen van trekken en om de Imaan te versterken.
Werkelijk, hoe zielig is een man wiens gewoontes en begeertes hem tot hun slaaf maken en hij gaat met hen mee zover als het kan. De zonde maakt Mohammed tot zijn slaaf en hij stond de zonde toe om hem te besturen. Hij had zichzelf niet meer onder controle en hij kon zich er niet van bevrijden. Dit leidde hem naar de vernietiging. Hij beging vele zonden en hij deed ze snel. Hij bereikte op een gegeven moment het toppunt van paniek en bezorgdheid. En dat was duidelijk te zien aan zijn gezicht.
Hij verrichte lange tijd niet één Rak'ah voor Allah en hij kon de weg naar de moskee niet vinden. Hoeveel jaren gingen voorbij waarin hij niet bad? Telkens als hij Moskee ****** (de moskee in zijn buurt) passeerde, voelde hij zich beschaamd, alsof de minaret hem verweet en zei: "Wanneer kom je ons bezoeken? Wanneer ga je berouw tonen?" Maar Mohammed kon niets anders doen dan zijn hoofd buigen uit verlegenheid.
In de maand Ramadhaan, wanneer de duivels vastgeketend zijn en het geluid van de Waarheid oneindig te horen is, en het universum gevuld is met vrees en nederigheid, kwam er een geluid van de minaret van Moskee ******, een emotioneel geluid wat de aayat van de Qor-aan reciteerde. Het was het gevoel van comfort, het was het gebed, het was Salaat at- Taraawieh'
En zoals gewoonlijk passeerde Mohammed de moskee met de intentie om niet naar binnen te gaan. Een vriendelijke jongeman sprak hem echter aan en vroeg hem hoe hij erover dacht om deel te nemen aan het gebed in de moskee: "Kom, kom, laten we gaan."
Mohammed wilde zich verontschuldigen, maar de vriendelijke jongenman hield vol en overtuigde hem om mee te gaan. De ziel van Mohammed ging als een klein vogeltje in de ochtend, zeer onschuldig, en wilde zich een weg banen richting het licht nadat het moe was geworden van het vliegen in het donker.
Mohammed zei: "Ik ken de Doe'aa-e van de openingssmeekbede niet en ook de Tah'iyyat (Tashahhoed) niet. Gedurende een lange periode heb ik niet gebeden, ik ben het vergeten." "Nee Mohammed," zei de vriendelijke jongeman, "jij bent het niet vergeten, maar dat is het werk van Shaytaan en zijn groep, de verliezers. Zij hebben het jou laten vergeten. "Door het volhouden van die ene vriendelijke jongeman, ging Mohammed na een lang vaarwel eindelijk weer eens de moskee binnen.
En wat vond Mohammed.....: ogen gewassen door tranen, verwelkt door de Ibaadah (aanbidding) , gezichten verlicht door Taqwah (godvrees), aanbidders die leken op fladderende vogels in de sfeer van Imaan (geloof), en de recitatie van de Imaam was heel emotioneel, in zijn stem was een trilling die het hart raakte.... En voor de eerste keer na zijn afscheid van zeven jaar, fladderde Mohammed ook zozeer in deze sfeer, dat hij zijn gebed niet afmaakte. Zijn hart was vol ontzag, hij trok zich terug naar achter in de moskee en leunde tegen een muur, hij zuchtte jammerlijk en zei tegen zichzelf: "Bij Allah, hoe kon ik deze grote beloning missen?! Wat heeft mij hier vandaan geleid?" Vervolgens begon hij aan een langdurige huilbui... hier is hij, huilend... hij huilde met heel zijn hart... hij huilde over zijn verloren tijd.. hij huilde over zijn dagen in het verleden... hij huilde over zijn strijd tegen Allah met zijn zonden...!
Zijn hart brandde.. alsof er een stukje gloeiend houtskool rustte tussen zijn ribben. Telkens als het afkoelde begon het weer opnieuw, totdat het vlam vatte en het hem brandde... het is het brandende gevoel van zonden. Moge Allah met jou zijn, jij terugkerende zondaar. Hoe vaak ben jij omgedraaid in het vuur van de zonden, terwijl jouw ziel verlangde naar de weg van geloof....!
Hij huilde - volgens de Imaam - zoals het gehuil van een dronkaard. Een golf van pijn en spijt sleurde hem mee en schudde zijn gedachten en liet hem denken dat Allah hem nooit zou vergeven.
De mensen kwamen en gingen om hem heen staan.... zij vroegen wat er mis was met hem.. hij wilde hen niet beantwoorden.. hij leefde slechts enkele momenten met zijn verdrietige en vermoeide zelf, dat moe werd door het botsen in de donkere tunnel van vernietiging.
In hem was een vulkaan van spijt en pijn, die niemand van de aanwezigen kon doven. Aldus gingen zij weer terug naar hun plaats van gebed. Op dat moment kwam 'Abdoellaah. Nadat hij probeerde om Mohammed te kalmeren, zei Mohammed stotterend: "Allah zal me niet vergeven, Allah zal me niet vergeven," en hij begon weer te huilen...
'Abdoellaah bleef hem troosten en zei tegen hem: "Broeder, Allah is Barmhartig, Genadevol. Allah strekt Zijn Hand uit in de nacht zodat de zondaar die zonden heeft begaan overdag, berouw kan tonen, en Hij strekt Zijn Hand uit overdag, zodat de persoon die 's nachts zonden heeft begaan, berouw kan tonen."
Mohammed hief zijn hoofd op, met ogen vol tranen, en hij zei met een wanhopige stem: "Nee, Allah gaat mij niet vergeven, Allah gaat mij niet vergeven."
Vervolgens was hij even stil om op adem te komen, hij dacht aan de vele zonden die hij begaan had en stelde enkele vragen hoe hij uit deze situatie kon ontsnappen. Hij zei: "Je weet niet hoe groot mijn zonden zijn. Allah zal mij niet vergeven. Ik heb gedurende 7 jaar niet gebeden."
'Abdoellaah hield vol en bleef hem overtuigen dat de Barmhartigheid van Allah zeer groot is en zei tegen hem: "Broeder, dank Allah dat je niet gestorven bent in deze toestand. Broeder Allah swt zegt: 'O zoon van Aadam, als je Mij zonder deelgenoten aan Mij toe te kennen, dan kom Ik naar jou toe met Vergeving zo omvangrijk als de aarde. * En wanhoop aan de Barmharigheid van Allah is nog erger dan jouw ongehoorzaamheid tegenover Hem." Vervolgens bleef hij de aayaat betreffende de Barmhartigheid en hoop reciteren en de ah adieth over berouw en de gulheid van Allah betreft het accepteren van de berouwvolle. Op deze manier ontwaakte hij in Mohammed een vonk van hoop en Mohammed voelde dat de deur van het berouw op een kier stond en dat hij door deze kleine opening kon gaan.
En hier braken Mohammed's sterke golven van wanhoop op de stranden van de waardevolle adviezen van 'Abdoellaah. Vervolgens voelde hij de zware last die op zijn schouders ziel kon fladderen. Het wilde fladderen in de nieuw wereld van berouw...!
En hier is zijn borst nu, als een jong land dat de eerste beplanting van vruchten voorbrengende adviezen ontving, de adviezen die veiligheid, comfort en hoop brachten voor de ziel van Mohammed, zoals de regen met de wil van Allah groen op het gezicht van de dode aarde brengt...!
'Abdoellah stelde vervolgens voor: "Wat denk jij mijn dierbare broeder, om Ghoesl te gaan verrichtte zodat je rust in jezelf krijgt en aan een nieuw leven begint?"
Mohammed ging akkoord en ging Ghoesl verrichten met als doel om rust te verkrijgen. Hij waste zichzelf en verwijderde alle viezigheid van de zonden die aan hem kleefden. Vervolgens waste hij zijn hart en vulde het met licht. Mohammed ging (samen met 'Abdoellaah) weer richting de moskee waar de Imaam nog steeds de aayaat van Allah aan het reciteren was.. Zijn lippen bewogen met deze aayaat en de harten van de aanwezigen neigden naar de aayaat.
En zij bleven met elkaar praten... en de wijze woorden kwamen van de lippen van 'Abdoellah met de geur van oprechtheid, waarheid en hoop, vrij van enige valsheid.
In de Naam van Allah de Barmhartige de Genadevolle
Er was eens een oud vrouwtje wat langs een veldweg kwam. Ze was tamelijk oud, maar haar loop was licht en haar lachen had de frisse glans van een jong meisje. Bij een ineengekrompen gedaante bleef ze staan.
Ze kon niet veel herkennen, het wezen leek bijna figuurloos. Ze bukte zich en vroeg "wie ben jij".
Twee bijna levenloze ogen keken haar moe aan. "Ik"? Ik ben het Verdriet, fluisterde de stem. Och, riep het oude vrouwtje blij alsof ze een oude bekende groeten. "Je kent mij"? vroeg het verdriet. Maar natuurlijk ken ik jou, zei het oude vrouwtje. Maar waarom ga je niet weg van mij vroeg het verdriet. Waarom zou ik vluchtte voor jou mijn liefje. Je weet toch maar al te goed dat je elke vluchteling inhaalt. Maar wat ik wilde vragen waarom zie je er zo moedeloos uit?
Ik ben verdrietig antwoordde verdriet met een grauwe stem. De oude vrouw ging naast haar zitten en zei vertel mij nu maar eens wat jouw zo verdrietig maakt. Het verdriet zuchtte eens diep. Zou er dit keer nu eens iemand naar haar luisteren. Ze had het al dikwijls gehoopt.
Ach begon ze, weet je niemand mag mij. Het is nu eenmaal mijn bestemming om onder de mensen te gaan en een tijdje bij ze te blijven, Maar als ik kom dan schrikken ze terug. Ze zijn bang van mij en willen me dan vermijden.
Het verdriet begon heel hard te snikken en zei : Er zijn zelfs spreekwoorden uitgevonden waarmee ze me willen verbannen". Ze zeggen dan"Ach, het leven is een groot feest'. En hun valse lachen leidt tot maagkrampen en ademnood. Ze zeggen alleen zwakkelingen huilen, en hun opgekropte tranen doen hun hoofd bijna uit elkaar springen. Of ze verdoven zich met alcohol en drugs zodat ze mij niet hoefden te voelen.
O Ja, bevestigde het oude vrouwtje, zulke mensen ben ik ook al vaak tegen gekomen.
Het verdriet zakte nog verder in elkaar. En terwijl ik de mensen alleen maar wil helpen. Als ik heel dicht bij hun ben kunnen ze zichzelf ontmoeten. Ik help hun een nest te bouwen waarin ze hun wonden kunnen verzorgen. Wie verdrietig is heeft een hele dunne huid. Het leed breekt weer op als een slecht genezen wond en dat doet pijn. Maar alleen wie het Verdriet toe laat en alle ongehuilde tranen huilt, kan zijn wonden werkelijk genezen. Maar de mensen geloven me niet en willen niet dat ik hen help. In plaats daarvan schminken ze een schelle lach over hun littekens. Of leggen een dik pantser over hun bitterheid heen. Het verdriet zweeg...
Haar huilen was eerst zwak, toen sterker en tenslotte vertwijfeld. Het oude vrouwtje nam de in elkaar gedoken gedaante troostend in haar armen. Wat voelde ze warm en zacht aan, dacht ze en streelde zacht het bevende hoopje. Huil maar verdriet, huil maar fluisterde ze liefdevol. Rust maar uit zodat je weer nieuwe krachten krijgt, vanaf nu zal je niet meer alleen zijn. Ik zal bij je blijven zodat de moedeloosheid niet meer aan de macht is.
Het verdriet stopte met huilen. Ze ging rechtop zitten en bekeek haar nieuwe vriendin verbaasd aan. maar....maar.....wie ben jij eigenlijk?
Ik? vroeg het oude vrouwtje. Ik...Ik ben, DE HOOP.
Er werd verhaald dat 'de leider van de gelovigen' (Amier ul-Moe'minien) Hichaam bin cAbdul-Malik arriveerde in het Heilige Huis van Allah als een pelgrim. Toen hij eenmaal in al-Haram (de moskee in Mekka, met daarin de welbekende Kacbah) was, gaf hij het bevel om een man van de Sahaabah (de metgezellen van de Profeet -vrede zij met hem) bij hem te laten komen. Er werd hem echter verteld dat alle Sahaabah reeds gestorven waren. Hierop zei hij: "Eén van de Tabicien (de leerlingen van de Sahaabah) dan." De Tabici Taawoes al-Yamaanie werd toen bij hem gebracht. Hij kwam bij 'de leider van de gelovigen' binnen, deed zijn schoenen uit en legde die aan de zijkant van zijn vloerkleed. Taawoes groette niet met de benaming 'Amier ul-Moe-eminien', noch sprak hij hem aan met zijn edele roepnaam, maar ging tegenover hem zitten zonder daarvoor toestemming voor te hebben gekregen en zei: "Hoe is het met jou, O Hichaam?" Hichaam bin cAbdul-Malik werd zeer woedend op Taawoes, zo erg zelfs dat hij eraan dacht hem te doden. Er werd hem echter verteld dat hij zich in al-Haram bevond en het dus voor hem onmogelijk was om iemand te vermoorden.
Hichaam bin cAbdul-Malik zei tegen Taawoes al-Yamaanie: "O Taawoes, wat heeft jou er naartoe geleid om te doen wat je gedaan hebt?" Taawoes antwoordde: "Wat heb ik dan gedaan?" Hij werd hierdoor nog bozer en kwader en zei: "Je hebt jouw schoenen uit gedaan, legde die vervolgens aan de zijkant van mijn vloerkleed en je groette me niet met 'Amier ul-Moe'minien'. Daarnaast sprak je me niet eens aan met mijn edele roepnaam, je ging tegenover mij zitten zonder toestemming en voegde eraan toe: "O Hichaam, hoe is het met jou?"
Taawoes zei: "Wat betreft het feit dat ik mijn schoenen uitdeed en die naast je vloerkleed legde, dit doe ik voor mijn Heer vijf keer per dag en Hij verwijt mij dit niet, noch wordt Hij woedend op mij. Dat ik je niet met 'Amier ul-Moe'minien' groette was vanwege het feit dat niet alle gelovigen tevreden zijn over jouw leiderschap en ik vreesde dat ik daarover zou liegen als ik je 'Amier ul-Moe-minien' noemde. Over wat je zei, dat ik je niet met een edele roepnaam aansprak, dit is omdat Allah, de Verhevene, Zijn profeten bij naam noemde, Hij zei: "O Dawoed, O Yahya, O cIesaa," terwijl Hij Zijn vijanden wel bij hun roepnamen noemde, Hij zei: "Vernietigd zijn de handen van Aboe Lahab en vernietigd is hij." De reden waarom ik tegenover je ging zitten is dat ik de Amier ul-Moe'minien cAli ibn Abi Taalib (moge Allah met hem tevreden zijn) hoorde zeggen: "Als je wilt kijken naar een man die in de Hel zal terechtkomen, kijk dan naar een zittende man met om zich heen staande mensen." Toen droeg Hichaam bin cAbdul-Malik Taawoes al-Yamanie op: "Geef mij advies!" Hij zei: "Ik hoorde Amier ul-Moe'minien cAli ibn Abi Taalib (moge Allah tevreden zijn met hem) zeggen: "In de Hel zijn er slangen zo groot als kruiken en schorpioenen zo groot als muilezels. Zij bijten iedere leider die niet rechtvaardig regeert over zijn burgers." Vervolgens stond Taawoes op en ging weg.
Mounir is een student aan de universiteit. Wanneer hij thuis terugkomt brengt hij zijn vrije tijd door achter het beeldscherm van zijn computer om de wereld van het internet te doorspitten. Echter, hij kent enkel het duistere gedeelte ervan. Wanneer hij in aanwezigheid van andere mensen en zijn familieleden is, is hij iemand die oprecht en serieus is. Hij is een de prins waarvan elke vrouw droomt. Maar op het moment dat hij zijn kamer binnentreedt, verandert hij in een slaaf van zijn lusten. 'Abdoerrahman is zijn beste vriend maar hij is een dienaar van Allah die graag uitnodigt tot de weg van Allah (Verhevene is Hij).
'Abdoerrahman reed in de auto van Mounir mee. Onderweg naar hun bestemming kwamen ze een controlepost tegen. 'Abdoerrahman deed de la van het dashboard open om de autopapieren uit te halen en hij zag dat daar een foto van een naakte vrouw lag!!
Een lange stilte overmeesterde de auto die gevolgd werd door een diepe zucht van Mounir, die van de schaamte gloeiend rood werd en begon te zweten. De politieman wees hem aan om door te rijden. Hij keek naar 'Abdoerrahman terwijl deze laatste Allah vroeg om vergeving en de lofprijzing over Hem sprak waarna de volgende discussie plaatsvond.
'Abdoerrahman zei: Mounir; wat doet deze foto hier? Mounir zei: Een student vroeg hierom en ik ben onderweg naar hem om het aan hem te geven.
'Abdoerrahman zei: Weet je dan niet dat je bezig bent met het begaan van een zonde? Weet je niet dat degene die naar een zonde uitnodigt, de zonde zal delen met een ieder die het zal volgen? Heb je geen vrees voor Allah? Hoe kun je vrees voor de politie hebben en geen vrees voor de Schepper?
Mounir antwoordde schreeuwend: genoeg!! Houd je preken voor mensen in de moskee, ik ben nog jong en waar ik mee bezig ben is niet erger dan het begaan van overspel/ontucht en ik zal berouw tonen wanneer Allah mij zal leiden. IK WIL JE PREKEN NIET MEER AANHOREN!!!
'Abdoerrahman zei: Laat mij hier uitstappen alsjeblieft ik wil de zonde niet met je delen!
Mounir keert terug naar huis en doet de deur van zijn kamer dicht. En zet de computer aan. Hij gaat weer door met zijn hobby, het bekijken van pornografische websites. Pornografische websites te bekijken, onzedelijke foto's en films; dit is wat ik nodig heb om te ontspannen en mezelf op te vrolijken na het aanhoren van de woorden van die achterlijke. O wat zijn deze foto's opwindend...hij staat op en doet de deur op slot..ja, ik ga me uitkleden, blijf naakt en fantaseer dat ik met hen ben. Het is een opwindend gevoel. Ik ga mezelf masturberen en ik zal dan het echte genot ondervinden. Het is het genot dat elke mens zal opvrolijken, denkt hij. En het zijn slechts enkele moment en hij is klaar met zijn satanische lusten maar hij voelt plotseling een zware pijn in zijn hart. Hij schreeuwt, aaaaaaaaaaaaah terwijl zijn hand bevuild is. O mijn Rabb. Mijn Rabb.Aaaaaaaaaaaah pijn!!! En de pijn werd steeds erger.
Zijn ouders hoorden het geschreeuw en hij deed de deur van de kamer open terwijl het pijn hem overmeestert had waardoor hij niet aan het aantrekken van zijn kleren kon denken. Het is "een genot" dat hij meemaakte EN HET IS NU een schandaal geworden. Hij probeert op dat moment zijn toestand uit te leggen, maar de Engel Des doods was sneller dan hij en hij sterft in deze toestand.
Dit is slechts een fictief verhaal, beste broeders en zusters, maar kunnen degenen die verslaafd zijn aan pornografische websites ons verzekeren dat het verhaal van Mounir niet plaats zal/kan vinden? En wie wenst er eigenlijk in deze toestand te sterven?
Niemand zal hier tevreden mee zijn, of wel?
Toon daarom berouw beste broeder voordat je je leven slecht beëindigt en weet dat Allah blij zal zijn met het berouw van de dienaar ook al zou hij een moordenaar zijn: "Zeg: " O mijn dienaren die buitensporig zijn tegenover zichzelf, wanhoopt niet aan de Genade van Allah. Voorwaar, Allah vergeeft alle zonden."
Een muis keek door een gat in de muur en zag dat de boer en zijn vrouw een pakketje opende.
Wat voor voedsel zit erin?: dacht de muis die best wel trek had in eten Maar hij schrok toen hij zag dat het een muizenval was!
De muis ging snel naar het weiland en de muis schreeuwde als waarschuwing en vroeg om hulp: er is een muizenval in het huis!! Er is een muizenval in het huis!!
De kip die kakelde ging rechtop staan en kwam met zijn hoofd omhoog en zei: hé muis, ik kan je vertellen dat dit het einde van jouw leven is. Maar het heeft geen consequentie voor mij en het boeit me helemaal niet.
De muis keerde zich om en ging naar het schaap en zei tegen het schaap: er is een muizenval in het huis!! Er is een muizenval in het huis!!
De schaap moest lachen en zei: sorry maar dat is jouw probleem. Ik heb het te druk om me ook nog eens druk te maken om jouw problemen.
De muis ging vervolgens snel naar de koe en zei tegen de koe: er is een muizenval in het huis!! Er is een muizenval in het huis!!
De koe zei: zolang ik hier kan relaxen op het gras en ik mezelf kan onderhouden voel ik me goed en een muizenval doet me weinig.
De muis ging verdrietig terug naar zijn huisje, met zijn hoofd omlaag en een traan die over zijn wang liep. De muis vond het jammer dat zijn vrienden geen medeleven toonde
Dezelfde nacht was er een hard geluid dat door het huis heen klonk - het was het geluid van de muizenval die zijn prooi had gevangen.
De boer zijn vrouw vloog de trap af om te zien wat de muizenval had gevangen Het was donker waardoor ze niet kon zien dat het een giftige slang was die vast zat met zijn staart in de muizenval!
Toen de vrouw dichterbij kwam beet de slang de vrouw van de boer. De boer schrok van haar kreet en nam haar snel mee naar het ziekenhuis. De volgende dag kwamen ze terug en kregen het recept mee van de dokter. Het recept was kippensoep om de koorts te laten dalen dus de man slachtte de kip en deed het in de soep.
Maar de vrouw werd niet beter en haar gezondheid ging achteruit! Vrienden en buren kwamen vaak langs. En om de gasten eten te geven, slachtte de boer het schaap.
De vrouw van de boer werd maar niet beter en op laatst ging zij dood. Zo veel mensen kwamen langs, waardoor de boer genoodzaakt werd de koe te slachten om iedereen te voeden die langs kwam.
De muis zag dit allemaal gebeuren met groot verdriet
Dus de volgende keer als je hoort dat iemand een probleem heeft zeg dan niet meteen dat het je niets aan gaat. We zijn met zijn allen op een reis dat het leven heet dus ieder moet zijn broeder/zuster helpen.
Hadieth: De Profeet Mohammed (vrede en zegeningen zij met hem) heeft gezegd: Wie geen medelijden heeft met het lot van anderen zal zien, dat hijzelf de goddelijke barmhartigheid moet ontberen. [hadith Muslim]
Abu Mousa, (moge Allah met hem tevreden zijn), heeft overgeleverd: De Profeet (vzzmh) heeft gezegd: De gelovige vormt samen met een andere gelovige een soort bouwwerk. Het ene deel steunt op het andere. Hij maakte een gebaar door zijn vingers in elkaar te schuiven. [hadith Bukhari & Muslim]
Allahs Boodschapper (vzzmh) heeft gezegd: Op de Dag des Oordeels zal Allah, de Verhevene, verkondigen: "Waar zijn degenen die van elkaar houden omwille van Mijn Genoegen? Deze dag zal Ik hen beschermen in de schaduw die Ik schenk. Vandaag is er geen andere schaduw dan de Mijne." [hadith muslim]
De Profeet (vrede en zegeningen zij met hem) zei: De gelovigen zijn in hun wederzijdse liefde net als de menselijke lichaam. Wanneer het oog pijn heeft, dan voelt het hele lichaam de pijn. Wanneer het hoofd pijn doet, zal het hele lichaam daaronder lijden." [hadith Moslim]
Geen van jullie heeft geloofd totdat hij wenst voor zijn broeder datgene wat hij wenst voor zichzelf. [hadith Muslim en Bukhari]
De Profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd: Als iemand van zijn broeder houdt, moet hij hem dat vertellen. [hadith Aboe Dawoed en At-Tirmidhi]
De Profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd: "Wees niet afgunstig op andere Moslims, bied bij een verkoop niet hoger dan een andere Moslim, voel geen wrok jegens een andere Moslim, wees niet tegen een andere Moslim en laat hem niet in de steek, doe geen bod terwijl een transactie al gaande is. O, dienaren van Allah, wees als broeders (of zusters) voor elkaar. Een Moslim is de broeder (of zuster) van een andere Moslim, doe hem (of haar) geen kwaad, kijk niet neer op hem (of haar) of breng geen schande over hem (of haar). Vroomheid is een zaak van het hart (en de Profeet zei dit drie maal). Het is slecht genoeg voor iemand om neer te kijken op zijn Moslimbroeder (of -zuster). Bloed, eigendom en eer van een Moslim zijn onschendbaar voor een Moslim." [hadith Muslim]
Toen de Profeet (vrede zij met hem) opdroeg: "Help je (Moslim)broeder (of zuster) wanneer hij onrecht begaat, en wanneer hem onrecht wordt aangedaan", vroeg iemand hem: "O Boodschapper van Allah, ik begrijp hoe ik hem kan helpen als hem onrecht wordt aangedaan, maar hoe kan ik hem helpen als hij zelf onrecht begaat?" Daarop antwoordde de Profeet