De drie mannen in een grot
Verteld voor kinderen van een authentieke Hadith van de Profeet Mohammed (vrede zij met hem)
Op een dag waren er drie mannen die samen op reis waren. Het was een mooie dag toen ze hun huizen verlieten, maar nu werd het laat en begonnen de wolken zich te verzamelen in de lucht. Het werd donker doordat ze de zon verborgen. Een van de drie mannen zei; ik denk dat we beter kunnen zoeken om ergens te gaan schuilen, het lijkt alsof er een storm op komst is. De anderen waren het met hem eens. Er was nergens in de buurt een dorp, er waren alleen een paar grotten in de bergen in de buurt, dus besloten ze om een grot te vinden die groot genoeg was om daar de nacht door te brengen. Terwijl ze de smalle bergpaden begonnen te beklimmen, begon de regen te vallen. Hun kleding werd nat dus haastten ze zich totdat zij een mooie droge grot hadden gevonden, en besloten dat dat de juiste plek voor hen was om de nacht in door te brengen. Het begon zo hard te regenen dat het niet lang duurde voordat de kleine rotsen naar beneden liet vallen en de wind de grot begon uit te houwen. Zo nu en dan was er een donder van het onweer, en een flits van licht die de omringende bergen verlichtte. De drie mannen dankten Allah dat ze goed en droog zaten, en ze begonnen het zich zo comfortabel mogelijk te maken, aangezien ze nog de hele nacht voor zich hadden.
De storm werd erger en stromen van water stroomden langs de berg. De regen sloeg tegen de rotsen en de wind huilde harder dan ooit. Plotseling, klonk er een hevig lawaai, en rotsen van allerlei formaten en vormen stuiterden en rolden voor de ingang van de grot. Toen klonk er een nog harder lawaai, van een reusachtige kei die onderaan de berg in stukken viel. De donder werd harder en harder, en het geluid weerklonk in de grot. Alles was zo donker geworden, en de drie mannen kropen dieper de grot in voor veiligheid. Plotseling, stopte het meest harde geluid. De drie mannen vroegen zich af wat er was gebeurt dus ze besloten om in het donker hun weg terug te zoeken naar de ingang van de grot. Tot hun grote schrik zagen ze dat het lawaai dat ze gehoord hadden werd veroorzaakt door een reusachtige kei, die nu de ingang van de grot sloot. De ingang was zo geblokkeerd dat er geen weg meer uit was! De drie mannen waren heel sterk, dus ze duwden en duwden met al hun kracht tegen de kei, om te proberen om een opening te maken die groot genoeg was om er tussendoor te kunnen. Maar hoe hard ze ook duwden, de kei verschoof geen millimeter! Dit is niet goed, zei een van de mannen, we zullen deze kei nooit zelf kunnen verschuiven, het is te groot. Onze enige hoop is Allah te vragen om ons te helpen. Misschien als we hem vragen om ons te helpen in ruil voor onze goede daden, zal Hij onze gebeden accepteren en ons helpen. Ze waren het er allemaal mee eens dat dit de enige manier was en ze zouden elk tot Allah bidden en Hem vragen om hen te helpen.
De eerste man dacht een tijdje na, en toen herinnerde hij zich iets dat hij elke nacht iets voor zijn bejaarde ouders deed voordat ze zouden gaan slapen. Hij had nooit de vriendelijkheid van zijn ouders vergeten toen hij jong was. Hij herinnerde zich hoe zij voor hem hadden gezorgd en hem hadden opgevoed. Nu dat ze oud waren, had hij een kans om hun zijn liefde en respect te laten zien. Hij wist ook dat Allah houdt van degenen die vriendelijk zijn tegen hun ouders. Dus hij dacht bij zichzelf dat misschien als hij Allah zou vragen bij de goedheid van de daad die hij in gedachten had, dat Allah vanuit zijn barmhartigheid de kei voor de grot zou verplaatsen. Dus hij bad, zeggende; O Allah, mijn ouders zijn erg oud, dus elke nacht geef ik hen een kopje melk voordat ze gaan slapen. Ik geef hen altijd als eerste hun melk, voordat iemand anders dat doet in onze familie, om hun te laten zien hoe veel ik van hen hou en hen respecteer. Op een nacht kwam ik heel laat thuis. Ik was aan het zoeken voor veevoeder voor mijn vee, maar het had langer dan gewoonlijk geduurd om het te vinden. Het was zo laat dat mijn ouders in slaap waren gevallen voordat ik hen hun melk kon geven. Ik wou hen niet wakker maken om hun hun melk te geven, noch wou ik de rest van mijn familie melk geven zonder dat ik het eerst aan mijn ouders had gegeven. Dus ik wachtte geduldig naast hen met de kruik in mijn hand totdat de dageraad kwam. De kinderen waren hongerig en begonnen te huilen en mijn ouders werden wakker, dus ik gaf hen hun melk. O Allah, ik deed dit zoekende naar uw tevredenheid, alstublieft help ons nu.
Er was lawaai en de kei bewoog, maar het was niet genoeg om hen er uit te laten klimmen. Het was nu de beurt van de tweede man. Hij bad tot Allah, zeggende; O Allah, ik had een nicht en ik wou haar misbruiken, maar ze liet het me niet toe. Toen kwam er een hongersnood, het was een moeilijke tijd voor iedereen, en ze kwam naar mij om me om hulp te vragen. Ik zei dat ik haar 120 dinaar zou geven als ze zou doen wat ik wou. Ze was wanhopig en stemde toe, maar net toen ik op het punt stond om haar te misbruiken, zei ze; Vrees Allah, en verbreek zijn wet niet. Ik voelde me zo beschaamd en schuldig, dus ik zei haar dat ze kon gaan en het geld mee kon nemen als een gift. O Allah, ik deed dit, zoekende naar uw tevredenheid. Er klonk nogmaals lawaai en de kei bewoog nogmaals, maar nog steeds niet genoeg om hen er uit te laten.
Het was de beurt aan de derde man. Hij bad tot Allah, zeggende; O Allah, ik huurde eens een paar boerenknechten om voor mij te weken. Wanneer ze klaar waren met hun werk, gaf ik hun ieder hun geld; tenminste, iedereen behalve één, die vertrok voordat ik de kans had gekregen om hem te betalen. Ik vroeg me af wat ik het beste kon doen met het geld van deze man; het behoorde niet aan mij toe. Toen kwam in me op dat het een goed idee zou zijn om het te investeren in rundvee voor hem. De tijd ging voorbij en de knecht was nog steeds niet teruggekeerd om zijn geld op te halen. Het rund had kalveren gekregen, en als snel had hij een grote kudde van verschillende dieren, dus ik kocht enkele bedienden om voor de kudde te kunnen zorgen. Toen op een dag toen ik op de markt was, zag ik hem. Ik was erg blij dat hij teruggekeerd was. Voordat ik iets kon zeggen, vroeg hij me naar zijn geld. Ik nodigde hem uit om met me mee te komen en ik liet hem zijn bedienden zien die voor zijn kamelen, runderen en geiten zorgde en zei; Dit alles is van jou! De man dacht dat ik een grapje maakte en zei; Dienaar van Allah, maak geen grapjes met mij!. Maar ik verzekerde hem dat ik geen grapje maakte en dat dit alles aan hem toehoorde, omdat ik zijn geld voor hem geïnvesteerd had. De man was erg blij en nam alles en liet niets achter. O Allah, ik deed dit, zoekende naar uw tevredenheid, dus alstublieft, help ons hier uit!
Toen hij dit zei was er een hard lawaai en de kei bewoog, in feite bewoog het zo veel dat de mannen niet eens uit de grot hoefden te klimmen! Ze konden de grot verlaten zonder ook maar hun hoofden hoeven te buigen. Je kunt je wel voorstellen hoe blij ze waren dat ze de grot uit konden. Ze wisten allen dat ze nog meer hun best moesten doen om Allah tevreden te stellen en meer en meer goede daden moesten doen. De regen was opgehouden. De lucht rook zo fris en goed. De zon scheen weer en de vogels zongen, alsof er nooit een storm was geweest en de mannen vervolgden hun reis, Allah dankend en lovend voor zijn barmhartigheid.
Lessen van het verhaal. 1. We hebben geleerd dat we vriendelijk en respectvol moeten zijn tegenover onze ouders. 2. Allah houdt van degenen die goed zijn voor hun ouders. 3. We moeten niet de wetten van Allah breken. 4. We moeten denken hoe we anderen kunnen helpen omwille van Allah. 5. We moeten ons herinneren dat we niet alleen aan Allah moeten denken wanneer we problemen hebben, maar altijd.
|