xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Ik ben een reizigster
De wereld is een knikker op een zwart gordijn. De sterren zijn lichtjes dat branden met de wet van Edison. De nevels zijn abstracte kunstwerken van nonchalante kunstenaars. De wolken zijn ontplooide watjes verkrijgbaar bij de drogist. Het universum is een machine zonder maker. Het universum is werkend maar niet werkend ontstaan.
Al kijkend stromen gedachtes door me heen. Ik zit op een stoeltje in de tuin naar de hemel te kijken. Ik stel vragen en de antwoorden hangen boven mij: Waarom zijn we zo blind? vraag ik me af. De tijd hangt aan een zijden draadje en niemand weet wat tijd inhoudt. Het tikken van de klok doet me realiseren dat ik hier al veel te lang zit, dat ik al te lang deze vragen stel. Ik sta op, en hoop op een nieuwe dag.
Bismillahi Rahmani Raheem
Ik ben een moslima. Ik ben 16 jaar en woon in een huis. Ik ben westers opgevoed en zo hoorde het in eerste instantie ook te zijn, want ik ben een moslima, ik geloof in het lot. Ik ben een gevangen ziel, gevangen in een lichaam, dat haar voetstappen doet trillen door het stof van de aarde. Mijn hart, kloppend tegen het glas van mijn compas, dat zich diep in mijn borst genesteld heeft. Een compas dat niets anders doet dan wijzen, ergens naar boven, achter wolken en atmosfeer. Ik heb geen vrienden en hou er geen. Ik ben een vreemdeling, een reizigster. Mijn enige Vriend is Allah, Die altijd met me mee op reis gaat, en Die mijn reis ook voor me heeft uitgestippeld, ook al weet ik Zijn Plan niet.
Ik ben op reis, op een permanente aardbodem. Ik ben op reis, naar het Beloofde. Het leven is net als de onvoorspelde oceaan. Ik bouw er geen huis op, zoals Jezus vrede zij met hem heeft gezegd. Mijn ziel is licht, mijn hart is vloeistof, mijn dromen zijn stof. Mijn lot en bestemming aan de horizon genesteld, die zich aan die lijn hebben gelijkgemaakt, geen zicht op waar ik heenga. Mijn liefde is beperkt, en gaat niet verder dan het oppervlak van mijn hart. Alleen Allah is Degene waar ik van Hou.
Mijn ziel is als een tere veer, dat zich door wind en regen heen laat vallen. Mijn ziel zou recht in de dhikr vallen als er geen weerstand zou zijn, van de lucht, van de regen. De veren van mijn ziel, helen alleen door de Genade van Allah.
Maar haar hart, mijn hart, is net zo bloederig als de strijd die er in haar omgaat. Een strijd, waarvan de strijdbijlen pas begraven zullen worden op de dag dat ik mijn laatste adem heb uitgeblazen. Een moment, waarin dit leven zo klein zal zijn als een zandkorreltje, dat zich langzaam een weg baant naar de donkere, koude dieptes van een verwoestende oceaan. Oh, waar is mijn hart, haar hart, dat niets anders doet dan vechten, vechten tegen influisteringen. Influisteringen, zo zacht. Influisteringen die zich laten neerdalen, door mijn huid, in mijn bloedbanen.
Ik ben een vreemdeling, een reizigster. De wereld is als een kaars dat langzaam uitdooft. Ik heb geen weet, noch het idee wat er zal gebeuren nadat deze vlam zich langzaam heeft vermengt met het kaarsvet.
Voorwaar, mijn ziel is eigendom van Allah.
Geschreven door zuster Qamar
bron http://www.ontdekislam.nl/forum/viewtopic.php?f=31&t=68099
|