Eén van de vele prachtige voorbeeldenxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Bismilaahi Rahmaani Rahiem
Esselam ou alikom warahmatohAllah wabarakatoh
Ik wil graag met jullie dit prachtige verhaal delen van één van de sahaba van onze geliefde nabi Mohammed salalaaho wahalai waselam. Zijn naam was Ikrimah ibn Abi Djahl, Radia Allaho anho Een prachtig voorbeeld van iemand die het verstand op een juiste manier gebruikte. De sahaba - metgezellen - waren er om ons stof tot nadenken te geven.
Hoe interpreteren wij vandaag de dag het woord geduld of standvastigheid of geloof? SubhanAllaah!! Ik zie vaak hoe broeders en zusters reageren wanneer iemand iets beledigends zegt over de Islaam, ik zie hoe snel zij zich gekwetst voelen en reageren. Hier in het westen, wat wij vandaag de dag meemaken is niks van wat de sahaba meemaakten. Handel niet zomaar, maar denk a.u.b. eerst na vorens een reactie te geven op wat iemand uit onwetendheid of ongeloof zegt. Als ik voor mijzelf spreek, kan ik nog heel veel leren! Insha Allah zal het jullie harten raken en zal elk gebed van jullie doordrenkt worden met khushu en volle concentratie. Jarab!! dat de Imaan van de moslims versterkt wordt en ons behoedt van pijnlijke bestraffingen!! Amin!!
Vooraf wil ik vragen, mijn gebruikersnaam is eigenlijk Hijaabi Silaahi, maar ik ben mijn wachtwoord vergeten en kan de site niet zomaar bezoeken zonder lid te zijn. Daarom een nieuwe account aangemaakt. Excuses, maar hoe kan ik de andere account verwijderen?
Hopelijk zal jullie het verhaal behagen.
Bismilaahi Rahmani Rahiem
De schrijver is Abdulwahid Hamid
Ikrimah ibn Abi Djahl, één van de metgezellen
Hij was eind dertig op de dag dat de Profeet, saws, zijn boodschap van leiding en waarheid openbaar maakte. Hij was hoog in aanzien bij de Qoeraisj, daar hij rijk en van adellijke afkomst was. Anderen zoals hij, zoals Sad ibn Waqash, Moesab ibn Oemair en andere zonen van adellijke families in Mekkah waren moslim geworden. Ook hij zou dat gedaan kunnen hebben als zijn vader hem niet tegengehouden zou hebben. Zijn vader, Aboe Djahl, was de grootste voorstander van shirk en één van de grootste tirannen van Mekkah.
Met martelingen krenkt hij de eerste gelovigen om hun overtuiging te testen, maar zij bleven standvastig. Hij gebruikte allerlei tactieken om hen de Waarheid te laten verwerpen maar zij hielden zich er stevig aan vast.
Ikrimah beschermde het leiderschap en de macht van zijn vader terwijl hij zich verzette tegen de Profeet, sAws. De vijandigheid jegens de Profeet, sAws, de vervolgingen van diens volgelingen en zijn pogingen om de voortgang van de islam te belemmeren en de moslims te onderdrukken wonnen de bewondering van zijn vader.
Bij Badr leidde Aboe Djahl de Mekkaanse polytheïsten in het gevecht tegen de moslims. Hij zwoer bij al Laat en Al-Oezzah dat hij niet naar Mekkah zou terugkeren totdat hij Mohammed, sAws, had vernietigd. Bij Badr offerde hij drie kamelen aan deze afgoden. Hij dronk wijn en luisterde naar muziek van zingende vrouwen om de Qoeraisj tot het gevecht aan te sporen. Aboe Djahl was één van de eerste die in dit gevecht viel. Zijn zoon Ikrimah zag zijn lichaam doorboord met speren en hoorde hem zijn laatste kreet van doodsangst uitroepen.
Ikrimah keerde terug naar Mekkah en liet het levenloze lichaam van het stamhoofd, zijn vader, achter. Hij wilde hem begraven in Mekkah maar de verpletterende nederlaag maakte dit onmogelijk.
Vanaf die dag brandde het vuur van haat nog sterker in het hart van Ikrimah. Anderen, wiens vaders ook gedood waren bij Badr, werden ook steeds vijandiger jegens Mohammed, sAws, en zijn metgezellen.
Dit leidde uiteindelijk tot de slag bij Oehoed. Bij Oehoed werd Ikrimah vergezeld door zijn vrouw, Oemm Hakim. Zij en andere vrouwen stonden achter de gevechtslinie en sloegen op hun trommels om zo de Qoeraisj tot de strijd aan te zetten en om zo de ruiters die de neiging hadden te vluchten te beschimpen. De rechterzijde van de Qoeraisj werd geleid door Khalid ibn Walid. Aan de linkerzijde was dit Ikrimah ibn Abi Djahl. De Qoeraisj brachten de moslims grote verliezen toe en voelden nu dat zij wraak hadden genomen op het verlies bij Badr. Dit was echter niet het einde van de strijd.
Tijdens de strijd van de Greppel, bestormden de moeshrikoen van de Qoeraisj Medinah. Het was een lange bezetting. De bronnen en het geduld van de moeshrikoen liepen op hun einde. Ikrimah die de spanning van de bezetting voelde groeide, zag dat een deel van de, door de molsims gemaakte, greppel op een plaats smaller was. Met heel veel moeite slaagde hij erin deze te passeren. Een kleine groep Qoeraisjieten volgde hem hierin. Het was een roekeloze onderneming. Eén van hen stierf onmiddellijk en het was nog maar net op het nippertje dat Ikrimah zijn leven kon redden.
Negen jaar na zijn hidjrah keerde Profeet, sAws, naar Mekkah terug met duizenden van zijn aanhangers. De Qoeraisj zagen hen aankomen en besloten de weg voor hen vrij te houden omdat zij wisten dat de Profeet, sAws, instructies had gegeven aan zijn bevelhebbers geen vijandigheid te tonen. Ikrimah en enkele anderen braken deze onderlinge overeenkomst tussen de Qoeraisj en trachtten de weg van de moslimgroepen te blokkeren. Khalid ibn Walid, die inmiddels moslim was geworden, ontmoette en versloeg hen in een kleine aanval waarin enkele van Ikrimahs mannen werden gedood en anderen vluchtten, tot die laatste groep behoorde ook Ikrimah.
De geringe invloed die Ikrimah nog had, was nu totaal verwoest. De Profeet, sAws, ging Mekkah binnen en vergaf iedereen van de Qoeraisj en schonk ieder die de Heilige Moskee binnentrad, die in hun huizen bleven en die naar het huis van Aboe Soefjan, de hoogste leider, was gegaan amnestie. Echter weigerde hij enkele individuen amnestie te geven welke hij bij naam noemde. Hij gaf het bevel dat dezen gedood dienden te worden zelfs als ze gezien werden in het gebied rond de Kabah. Bovenaan deze lijst stond Ikrimah ibn Abi Djahl. Toen Ikrimah dit hoorde, kneep hij er tussenuit door Mekkah vermomd te verlaten en ging hij richting Jemen.
Oemm Hakim, Ikrimahs echtgenote, ging toen naar het kamp van de Profeet, sAws. Met haar was Hind ibn Oetbah, de echtgenote van Aboe Soefjan en de moeder van Moeawiyyah, en nog zon tien andere vrouwen die trouw wensten te zweren aan de Profeet, sAws. In het kamp waren op dat moment twee van zijn vrouwen en zijn dochter Fathimah aanwezig en met hen nog andere vrouwen van de Abdoelmoettalibstam. Hind nam het woord. Ze was gesluierd en schaamde zich voor wat ze met Hamza, de oom van de Profeet, sAws, had gedaan bij de slag van Oehoed.
O Boodschapper van Allah, zei zij, Alle lof zij Allah, die de religie openbaar heeft gemaakt welke Hij voor Zichzelf heeft gekozen. Ik smeek u, met het oog op verwantschap, mij rechtvaardig te behandelen. Ik ben een gelovige vrouw geworden die de waarheid van uw missie bevestigt. Daarop ontsluierde zij zichzelf en zei:
Ik ben Hind, de dochter van Oetbah, O Boodschapper van Allah.
Jij bent gegroet, antwoordde de Profeet, saws.
Bij Allah, O Profeet, ging Hind verder, er was geen huis op aarde welke ik liever wilde verwoesten dan het uwe. Nu is er geen huis op aarde welke ik meer wenst te eren en verheffen met lof dan het uwe.
Oem Hakim stond op en getuigde van haar geloof in de islam en zei:
O Boodschapper van Allah, Ikrimah is naar Jemen gevlucht, uit angst dat u hem zult doden. Geef hem zijn veiligheid en Allah zal u veilig stellen.
Hij is veilig, beloofde de Profeet, saws.
Oem Hakim ging direct op zoek naar Ikrimah. Een Griekse slaaf vergezelde haar. Toen zij al ver op weg waren, trachtte hij haar te verleiden maar ze kreeg het voor elkaar hem af te schepen tot ze op de plaats van de ArAbieren kwam. Daar zocht zij hun hulp tegen hem. Ze bonden hem vast en hielden hem bij hen. Oem Hakim vervolgde haar reis tot ze eindelijk Ikrimah had gevonden aan de kust van de Rode Zee in de regio van Tihamah. Hij was net aan het onderhandelen over het vervoer met een islamitische zeeman die zei:
Wees zuiver en oprecht en ik zal je vervoeren.
Hoe kan ik zuiver zijn? vroeg Ikrimah.
Zeg, ik getuig dat er geen god is dan Allah, swt, en dat Mohammed, saws, Zijn boodschapper is.
Dit is juist hetgeen waarvoor ik vlucht, zei Ikrimah.
Op dit moment kwam Oem Hakim op Ikramah af en zei:
O neef, ik kom naar jou uit naam van de edelste mannen, de beste der mannen van Mohammed ibn Abdoellah, saws. Ik vroeg hem om amnestie voor jou. Dit heeft hij verleend. Vernietig jezelf niet.
Heb je met hem gesproken?
J, ik heb met hem gesproken en hij heeft jou amnestie verleend, verzekerde zij hem en hij ging met haar mee terug.
Ze vertelde hem over de Griekse slaaf die had getracht haar oneervol te behandelen en Ikrimah ging direct naar de Arabische plaats, legde beslag op hem en doodde hem.
Op één van de rustplaatsen onderweg wilde Ikrimah met zijn vrouw slapen maar zij weigerde heftig en zei:
Ik ben een moslima en jij bent een moeshriek.
Ikrimah was totaal van zijn stuk gebracht en zei: Leven zonder jou en zonder dat jij met mij slaapt is een onmogelijke situatie.
Toen Ikrimah Mekkah naderde, zei de Profeet, sAws, tegen zijn metgezellen:
Ikrimah ibn Abi Djahl zal als een gelovige komen en als een moehajir (vluchteling). Beledig zijn vader niet. De beledigingen van de doden zullen hen niet bereiken.
Ikrimah en zijn vrouw kwamen naar de plaats waar de Profeet, sAws, zat. De Profeet, sAws, stond op en groette hem enthousiast.
Mohammed, zei Ikrimah, Oem Hakim heeft mij verteld dat jij mij amnestie verleent.
Dat klopt, zei de Profeet sAws, je bent veilig.
Waartoe nodig jij uit? vroeg Ikrimah.
Ik nodig jou uit te getuigen dat er geen god is behalve Allah en dat ik Zijn boodschapper en Zijn profeet ben. Om het gebed te verrichten en de zakaat te betalen en alle andere verplichtingen van de islam uit te voeren.
Bij Allah, antwoordde Ikrimah, u heeft alleen maar opgeroepen tot waarheid en alleen datgene bevolen wat goed is. U leefde onder ons vanaf het begin van uw missie en u was de betrouwbaarste van ons in spraak en de zuiverste van ons allen, zijn hand naar hem uitstekend zei hij: Ik getuig dat er geen god is dan Allah en dat Mohammed Zijn boodschapper en profeet is. De Profeet, sAws, instrueerde hem toen om te zeggen: Ik roep Allah, swt, aan en allen hier aanwezig zijn getuigen dat ik een moslim ben, een moedjahid en een hoehadjir. Ikramah herhaalde dit en zei toen:
Ik vraag u om Allah, swt, om vergiffenis voor mij te vragen, voor alle vijandigheid die ik aan u heb getoond en alle beledigingen die ik u heb toegeworpen in uw aanwezigheid of uw afwezigheid.
De Profeet, saws, antwoordde met het gebed:
O Heer, vergeef hem voor alle vijandigheid welke hij toonde en voor alle veldslagen waarin hij trachtte Uw licht te doven. Vergeef hem voor alles wat hij mij om te onteren heeft aangedaan, zowel in mijn aan- als afwezigheid.
Ikrimahs gezicht lichtte op van blijdschap.
Bij Allah, o Boodschapper van Allah, ik beloof u dat wat ik ook heb gedaan om de weg van Allah tegen te werken, ik nu dubbel zo hard op Zijn pad zal werken en aan welke veldslagen ik ook heb deelgenomen tegen Allahs weg, ik nu dubbel zo hard op Zijn weg zal vechten.
Vanaf die dag gaf Ikrimah zichzelf helemaal, als een dappere ruiter in de veldslagen en als een vastberaden aanbidder die veel tijd in de moskee doorbracht met het lezen van Allahs Boek, aan de missie van de islam. Regelmatig legde hij de moeshaf op zijn gezicht en zei dan: Het Boek van mijn Heer, de woorden van mijn Heer. En dan huilde hij uit vrees voor Allah.
Ikrimah bleef trouw aan zijn belofte aan de Profeet, saws. Aan elke veldslag die de moslims daarna moesten ondergaan, nam hij deel en hij was altijd te vinden in het voorste deel van de strijd. Bij de slag van Yarmoek stortte hij zich in de aanval als een dorstige persoon zoekend naar koud water in de verzengende hitte. Tijdens een gevecht waarin de moslims hevig onder vuur stonden, slaagde Ikrimah erin diep in de gelederen van de Byzantijnen te doordringen. Khalid ibn Walid kwam op hem af en zei: Niet doen Ikrimah. Jouw dood zal een zware slag zijn voor de moslims.
Laten we doorgaan Khalid, zei Ikrimah terwijl zijn overtuiging op zijn hoogst was: Jij had het voorrecht om hiervoor met de Boodschapper van Allah te zijn. Maar mijn vader en ik behoorden toen tot zijn ergste vijanden. Laat me nu mijn gang gaan door mij eht goed te laten maken wat ik in het verleden heb gedaan. Ik bevocht de Profeet, saws, bij diverse gebeurtenissen. Zal ik dan nu voor de Byzantijnen vluchten? Dit zal nooit gebeuren.
Toen riep hij uit naar de moslims: Wie belooft hier te vechten tot zijn dood?
Vierhonderd moslims waaronder al Harith ibn Hisjam en Ajjash ibn Abi Rabieah gaven gehoor aan zijn oproep. Ze gingen in de aanval en vochten heldhaftig zonder het leiderschap van Khalid ibn al Walid. Hun gedurfde aanval maakte plaats voor een doorslaggevende overwinning voor de moslims. Toen het gevecht voorbij was, lagen de lichamen drie gewonde moedjahidien verspreid op het slagveld, het waren al Harith ibn Hisjam, Ajjash ibn Abi Rabieah en Ikrimah ibn Abi Djahl. Al Harith riep om water, terwijl hem dit werd gebracht keek Ajjash hem aan en zei Harith: Geef het aan Ajjash. Tegen de tijd dat ze bij Ajjash aankwamen blies hij net zijn laatste adem uit. Toen zij terugkwamen bij al Harith en Ikrimah waren die ook inmiddels overleden.
De metgezellen smeekten dat Allah swt tevreden met hen allen zou zijn en hen de verfrissing van de rivier Kauthar zal schenken in het paradijs, een verfrissing waarna men geen dorst meer zal kennen.
Walikom selaam warahmatohAllah wabarakatoh.
|