Allah ziet alles
Hasan had 3 zoons: Faroeq, Abdoellah en Qasim. Hij hield veel van ze. Hij wilde graag dat ze goede moslims zouden worden. Hasan was zelf een goede moslim. Hij deed zijn best om alle bevelen van Allah te volgen.
Op een dag wilde Hasan zijn 3 zonen testen. Hij gaf ze elk een beetje snoep en zei: Eet jullie snoep op een plaats waar je denkt dat niemand je kan zien, en als je dat hebt gedaan moet je terugkomen.
Faroeq nam zijn snoepjes en ging naar zijn kamer. Hij deed zijn kamer van binnen op slot en ging zijn snoepjes opeten, terwijl hij dacht dat niemand hem daar kon zien.
Abdoellah ging naar de kelder van het huis en hij was zeker dat niemand daar was. Hij at zijn snoepjes in het donker.
Qasim dacht steeds over een plek waar hij zijn snoepjes kon eten zonder dat iemand hem kon zien. Hij kon niet zon plek bedenken. Elke keer als hij een plek had bedacht, herinnerde hij zich dat Allah hem kon zien. Qasim at zijn snoepjes dus niet op.
Faroeq en Abdoellah gingen terug naar hun vader en vertelden wat ze hadden gedaan. Qasim kwam ook terug en gaf de snoepjes terug aan zijn vader. Hij zei: Er is geen plaats die geheim is voor Allah, dus ik heb de snoepjes niet opgegeten.
Hasan was erg blij met Qasim. Hij zei tegen Faroeq en Abdoellah dat ze van hun broer Qasim moesten leren. Hasan zei ook: Lieve zoons van me, bedenk altijd dat Allah alles weet en dat Hij alles ziet. Hij is altijd met ons. Dus we mogen nooit iets slechts doen, ook niet stiekem!xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
|