XX
20/9/10
Chianti is de wijnstreek gelegen tussen Firenze en Siena. Radda in Chianti, Grève in Chianti ze laten niets liggen om hun streek te promoten. Als we in Grève zijn is de zon weer van de partij. Tijd om wat te bekomen. Zeteltjes en tafeltje buiten. Aperitieven met een flesje chianti classico, een rugeta-slaatje met peccorino, wat brood en pestou. Ja Chianti ligt klaarblijkelijk in het verlengde van de Hof van Eden.
XX
18/9/10 Adam en Eva in de Hof van Eden, wij in Toscane.(zie foto). Wijngaarden, Middeleeuwse dorpen, robuuste villas en halve kastelen van wijnboeren en kapitaalkrachtige buitenlanders, die her en der heuvels domineren, hun tuinen die afwisselen met de wildheid van een bos of een rotspartij. Een mooi samengaan van gave natuur en menselijke inbreng. **
Elk dorp heeft wel iets te bieden, historisch, kunst of prachtige natuur. We kiezen er een drietal uit: Massa Marittima, (zie foto) San Gimignano en Volterra. Drie hoogvliegertjes **
Ook in onze hemel blijkt het te kunnen regenen en het is niet zomaar een vlaagje. Het water slaat te pletter op het dak van onze camper, dat we er echt niet gerust in zijn. Aangevuld met enorme donder en bliksem en een nieuw ontstaan riviertje dat zich een weg baant tussen onze voor- en achterwielen, zijn we op weg om een nacht met slapeloze momenten te beleven.
XX
17/9/10
Het weer wordt minder goed en dan is het beter dat we richting van Frankrijk beginnen te rijden, tot Marina di Grosetto. Het weer wordt nog slechter, warm, doef, bewolkt en dreigend met regen. Het is anders een mooie plaats om te wandelen in de bossen maar we beslissen morgen het binnenland in te trekken.
XX
15/9/10
Als we van La Dispoli verlaten, rijden we niet ver naar een plaatsje aan de Tirreense Zee, Montalto Marina. De meeste vakantiegangers zijn vertrokken. s Nachts hebben we het ganse dorp bijna voor ons alleen. Overdag komen er op het strand enkele frigoboxtoeristen en een groter aantal, misschien wel 50 zwartjes en Pakistani, de helft van hun lichaamgewicht behangen met saccoches, paraplus of parasols, zonnebrillen en een varia aan prullaria. Nog nooit zoveel keer grazie gezegd op één dag, na elke afwimpeling iets van hun spullen te kopen. Het doet pijn die sukkelaars zo te moeten bejegenen, allemaal jonge mannen die hard zouden kunnen werken maar die s avonds niets of slechts weinig verkocht hebbend met honger in bed moeten kruipen. **
Ik bel een paar keer naar mijn nicht. Er is voorlopig geen ruzie meer geweest, ze spreekt niet met haar dochter.
XX
14/9/10
We geraken uit de bergen op weg naar Rome. We hebben afgesproken dat we de stad niet gaan bezoeken, het wordt een uitsluitend familiebezoek. Twee à drie dagen zouden wij bij een nicht van mij verblijven. Haar dochter, die haar vriend en drie kinderen wonen in. Na wel geteld één dag, uur op uur, zijn we terug weg, in ruzie. Jammer voor mijn nicht, want wij zien elkaar doodgraag. **
Ze heet Marie Rose, ze was een heel mooi Brussels meisje als ze op 16 à 17 jaar trouwt met Enzo, een Italiaan. Hij had zoals in die tijd gebruikelijk van uit het zuidelijke Bari een contract om twee jaar in de Waalse kolenmijnen te werken. Daarna werkt hij in een Italiaans restaurant en nog later openen ze een winkel in lederwaren telkens in Brussel. En ineens verhuizen ze naar Rome. Als het koppel dan nog eens afkomt stapt zij uit hun Mercedes in bont van echte beesten gekleed als een star. Een paar jaar later ga ik, op reis in Italië, voor een paar dagen bij hen langs. Een immense dubbele villa, op een terrein van enkele hectaren. Allemaal van hen. Ik kijk binnen mijn ogen uit naar de drie opeenvolgende salons, de ene groter en chiquer dan de andere. Zijn slaapkamer waar ik mag logeren, een kitscherig maar rijk gedoe, is gevuld met op rijtjes geklasseerde kostuums met bijpassende schoentjes ( want Enzo is zowel klein als stokmager), geel met geel, purper met purper. **
Een paar jaren later ga ik terug op bezoek, hij leek er nog op vooruit gegaan te zijn. Hij vraagt me mee om met de nog dikkere Mercedes zijn pachten te gaan ontvangen. Mijn nicht daar tegenover was intussen de meid geworden, ook als hij mensen ontving. Onder die mensen waren ook lieven. Soms feestjes tot 100 man, zei ooit zijn dochter. **
Weer later op bezoek in hun huis aan zee, was Marie Rose slaaf geworden. Hij liep s morgens even rond op de promenade en inviteerde naar zijn goesting mensen, soms een tiental, voor de lunch. En dan was het te koud of te warm, te zacht of te hard gebakken.
Ondertussen had ik voor mezelf al lang uitgemaakt, terecht of niet, dat Enzo een maffiosi is.
Ondertussen viel er ook een echtscheiding. Marie Rose hield er twee eigendommen aan over. Een degelijk villa-achtige duplexwoning en een schoenwinkel in een goed gelegen winkelstraat. Hij hertrouwde en zijn vroegere oogappel, zijn dochter Lisa, werd persona non grata op verzoek van de nieuwe. **
Lisa was getrouwd met een Algerijn, die ooit rijk zou worden zei hij. Intussen leden ze honger en de moeder waarvan ze voordien beschaamd was, werd haar reddingsboei. Ze ging inwonen. De Algerijn werd niet rijk en bleef maanden hangen in zijn land waar hij nog andere vrouwen had en een echtscheiding volgde. **
Intussen had Lisa en man, geld nodig gehad en werd de verkoop van de schoenwinkel een must. En, terwijl ze dan toch bij een notaris zaten, liet ze haar moeder tekenen dat zij mede-eigenaarster is van de villa. Een paar jaar later leerde Lisa een nobody kennen die haar welwillend zijn sperma leende voor een derde kind en voor de rest terecht is gekomen in wat voor hem het Luilekkerland bij uitstek moet zijn. Niet werken, een meid, een wijf en je voor de rest niets aantrekken ook niet van de twee zoons die niet perce op hem zaten te wachten. Nu wordt Marie Rose, getiranniseerd, uitgebuit door haar dochter. Ze komt al jaren niet verder dan 100 meter van het huis. Om de vuilnis in de bak te gooien. Ze heeft 600 per maand van de gemeente die ze integraal moet afgeven. Ik kon daar niet langer op toezien zonder te kunnen verzekeren dat niets zou gebeuren. **
Ik ben triest, maar dat is niets in vergelijking met mijn nichtje, zij moet verder haar lijdensweg ondergaan. Levenslang gevangenis in haar eigen huis. Ze beseft dat wel. **(zie foto)
XX
12/9/10
We trekken verder het gebergte in hoger en hoger. Ons doel zijn de Monte Sibillini met als stopplaats Casteluccio, een dorp gelegen op 1450 meter (zie foto)
Het is op afstand omringd door een soort toplesse reuzen die de boomgrens met hun tot 2500 meter overschrijden en de twee, het dorp en de bergen worden gescheiden door een bijzonder eigenaardige vallei, de Piano Grande ( zie foto). Het is moeilijk te schatten hoe groot die vlakte is maar men zegt dat het het grootste voetbalveld ter wereld is, sedert er ooit een match is gespeeld van 100 tegen 100 spelers. Maar dat zegt zeker niet genoeg over hoe immens groot en indrukwekkend de vallei is. Het had ook 10000 tegen 10000 gekunnen maar scheidsrechter Debleeckere was niet vrij die dag. Het dorp zelf doet weinig moeite om er opgeblonken uit te zien, een troost eigenlijk. Ooit waren er een 700 inwoners maar door terugkerende incestueuze dinges werd dat herleid tot nog een 150 tot men vreemde schaapherders begon aan te trekken. Toen wij aan het wandelen waren zon 2000 meter hoog ontmoetten we zon herder, een vriendelijke Roemeen die op die hoogtes zes maanden per jaar met zijn 700 schapen leeft.
Voor mensen die graag wandelen, noteer het Sibbilinigebergte. U kunt niet ontgoocheld terugkomen.
XX
10/9/10
We zijn weer op weg en op ons eentje. Plezante wandelingen gedaan, vooral omdat Lamberto zowat elke wilde vijgenboom in de streek weet staan en hun vruchtjes zijn nu op hen best. Vijgen zelf, rijp van de boom plukken, cest un régal. Ook een plezant verjaardagsfeestje mee gemaakt en we prijzen ons gelukkig dat we zoals voorzien niet voortijdig zijn weg gegaan. Het is de gewoonte dat op het einde de totale rekening wordt voor gelegd en dat dit verdeeld wordt onder het aantal deelnemers. Wisten we totaal niet. Dat was gisteren . We rijden door de Appinino Umbrio, de Appenijnen dus. Urbano, Gubbio, Assisi en andere, met een opeenvolging van heuvels en laag gebergte telkens een brok wilde bijna onaangetaste natuur. Volgen ongezien sprookjesachtige valleien zoals de Spoletovallei voor het hooggebergte zich aanmeldt. De bergflanken zijn bezaaid met oude dorpjes, waarbij wij een keuze om even te blijven aan het toeval overlaten. Assisi hadden wij uitgesloten, een bedevaartsoord met vijf miljoen bezoekers zijn twee redenen om er niet te stoppen. Het wordt Trevi (zie foto)een nog door toeristen miskend juweel. Als een roofvogelnest hoog op zijn bergtop is het stadje half omgeven door bergen tot in de nog begroeid met olijfbomen. Ze maken er de beste olie van Italië. Het is ook de streek van de truffels en een speciale saus ervan gemaakt. Als onze frigo opengaat slaat een walm van het spul je neusgaten binnen. Trevi, wat niets te maken heeft met de Romeinse fontein ( Tre vie= drie wegen, straten) gaat nog steeds gebukt onder de slagen toe gebracht door de zware aardbeving in september 1996. Een mooi gedeelte is hersteld maar er staan nog meerdere kranen en wat Rika vond dat er nogal veel en alleen mannen in de straten lopen, wil zeggen dat er nog altijd met man maar niet teveel macht verder af gewerkt wordt
XX 8/9//10 We zijn blijven hangen bij onze vrienden in Montefiore, na hun gemeend aandringen om mede met de familie Sues verjaardag te vieren. Ze is vandaag 66 geworden. Het wordt een bonte bende van een 20 à 30 tallige Italo- Brittenmix waar wij zowat de witte konijnen zijn because ons nomadenbestaan. Ze geraken er niet over uitgepraat.
Sue is Engelse en ze heeft een zuster, ook Sue die juist één jaar en twee dagen ouder is. En een verhaal
Het verhaal start een kleine twee jaar voor haar geboorte, zo rond eind 1942, begin 1943. Haar vader dient bij RAF (de Britse luchtmacht) en is al een hele tijd niet thuis ergens oorlog aan het voeren. Als hij ongeveer eind 43 terug komt vertelt zijn vrouw Sues moeder hoe hard ze het heeft gehad en ook dat ze mama is geworden van een dochtertje dat ze Susan heeft genoemd en waarvan hij uiteraard de vader niet kan zijn. De man begrijpt dat het moeilijke tijden zijn en kan de misstap vergeven maar wil hem ook vergeten. Hij stelt zijn vrouw voor de keuze, de baby of hem. Het kindje wordt geadopteerd, ze hervatten hun leven en binnen de kortste keren is zij terug in verwachting en wordt tegen september (opnieuw) een dochtertje geboren dat raar maar waar ook Susan zal heten. Vader sterft, een stuk later moeder en niets of niemand zegt Sue iets over het bestaan van de andere Sue. Op haar sterfbed overhandigt mama een klein stapeltje brieven, correspondentie onder geliefde echtgenoten. Sue leest er een, maar wil liever niet verder snuisteren en wachten tot ze zich daarvoor gereed voelt.
Ze trouwt, heeft kinderen, scheidt en trouwt opnieuw met Lamberto haar huidige echtgenoot.
De andere, één jaar oudere Sue, heeft gewacht tot haar beide pleegouders overleden zijn om op zoek te gaan naar haar roots. We zijn dan al in de late jaren 80. Het wordt een lange zoektocht waarbij ze de naam van hààr vader niet kan traceren en als ze uiteindelijk ontdekt wie haar moeder is, valt het op dat haar naam wordt vernoemd in stukken. Ze begrijpt er niks van, ja ze is geboren in september weliswaar twee dagen later maar dat neemt ze voor een vergissing tot ze uiteindelijk vaststelt dat ook het jaar verschillend is. Haar vader vindt ze niet, haar moeder is dood en haar hoop is vanaf dan dat ze een zus heeft. Het eerste praktisch spoor dat ze vindt is het telefoonnummer van jongere Sues ondertussen ex echtgenoot. Die weigert gegevens door te geven. Ze laat haar telefoonnummer achter. De man belt zijn dochter en vraagt haar, haar moeder op te bellen met melding dat ze eens een nummer moet opbellen. Jongste Sue is dan aan het apresskiën in Andorra. Het eerste wat in haar opkomt is dat ze misschien erfgename is van god weet van wie. Ze twijfelt te bellen maar de jolige bende hitst haar op. Ze belt. Hier Sue, je had gevraagd om je op te bellen. Ja, zit je? Mijn naam is eveneens Sue en ik ben je halfzuster. Can we meet? Twee dagen later haalt Sue, Sue af aan het vliegveld van Barcelona.
Terwijl ik hiemee bezig ben, zitten twee dames, Sue en Sue,(zie foto) voor mij aan tafel zich als verschrikkelijke lachtaarten mekaar verschrikkelijk gaarne te zien.
In haar research is Sue de oudste te weet gekomen dat hun Mom tussen het brievenstapeltje op haar sterfbed een eigen brief aan haar dochter had gedropt waarin ze haar geheim prijsgaf.
Jongere Sue had na haar scheiding de brieven van haar ex verbrand en gedacht waarom zou ik die andere niet ook verbranden. De zussen zouden elkaar mogelijks dan vele jaren vroeger in de armen hebben kunnen nemen.
Voor ons is het nu tijd om de camper af te halen die we hebben laten nazien op veiligere remmogelijkheden en dan is t van: we vieren feest tot morgen vroeg en zingen; volare ooohooo. Ciao
XX 7/9/10 We zijn aangekomen bij onze vrienden Sue (Suzan) en Lamby (Lamberto). We hebben hen leren kennen in Portugal. Een dorpje in Appenijnen (Montefiore Conca), met prachtige zichten op dit licht berg- tot heuvelachtig landschap. We wisten het Lamberto is een verteller die geen stiltes verdraagt en desnoods drie keer hetzelfde overdoet beter dan dat je de klok zou horen tikken. Een straf, echt op zijn Italiaans, verhaal. Geef er aandacht aan als je ooit denkt met de auto door Italië te reizen. Hij is aan het rijden als hij plots eenpok hoort, een licht voorwerp dat tegen zijn auto slaat. Hij rijdt verder tot hij wordt aangemaand te stoppen door een auto die hem volgt.
Scusie Senore heb je geen pok tegen je auto gehoord. Ja zegt Lamby. Dat was jij die tegen mijn achteruitkijkspiegel reed zegt de nette meneer. Sorry zegt Lamby. t Is niks zegt de andere, t is 250. Dat wordt iets voor de verzekering vindt onze vriend. Ach komt laat vallen geef me 100 en je bent van alle papperassen af en ik kan verder zegt de Nette. Ik heb er maar 50 bij me liegt Lamby. Deal zegt de andere en verdwijnt na ontvangst met zijn dikke bmw, vlugger kan het niet. Lamby heeft intussen zijn verhaal al aan buren, vrienden en graag luisterenden gedaan en iedereen zegt, oh die ouwe truc met een kogeltje dat pok zegt als ze het schieten tegen je auto en dan geld komen vragen voor een inderdaad kapotte spiegel. Lamby maakt zich nu nog furieus dat hij blijkbaar de enige Italiaan was die er nog nooit van gehoord had en zo 50 kwijt speelde.
XX 5/9/10
We strijken neer in la Republica di San Marino, waarschijnlijk de kleinste republiek ter wereld, 61 km2 groot. Het telt een 30.000 inwoners en er wonen er een 10.000 buiten de republiek. Plezant is dat als er vijfjaarlijks verkiezingen zijn zij gratis hun reis betaald worden om ter plaatse te komen kiezen. Kan handig zijn om je verlof te regelen. De hoofdstad, ook San Marino ligt op de Monte Titano zo,n 750 meter hoog. Er loopt een lift naartoe of je kunt het ook via ongeveer 1 km trappen doen. Deden wij zelf twee keer, en de tweede keer was naar benden gaan juist niet even moeilijk of klimmen. Zo het gevoel dat je benen een eigen leven beginnen te leiden en lijden.
XX 4/9/10 We maken ons gereed om verder te trekken. De rugpijn wordt dragelijker. Het is nog steeds erbarmelijk warm en alleen het zeebriesje over de middag maakt dat in- en uitademen niet tot een zware job herleid wordt. In een mail verwijst mijn goeie vriend Cis naar de uitwijzing van Roma Zigeuners in Frankrijk, jokend of ik Sarko bij gelegenheid de les wil gaan spellen.
Misschien krijgt hij nog de gelegenheid mij hetzelfde ivm Berlus in Italië te vragen. Een hoop van de uitgewezenen zijn, lijkt het, ondertussen hier aan gekomen, met alle gevolgen van dien. Romas hebben een zeer slechte reputatie en als ervaringsdeskundige kan ik beamen dat ze die soms niet gestolen hebben. Van iemand die in Roemenië reisde vernam ik dat ook de niet Romasbevolking daar, er nogal racistische tegenover staat, spijts, zo zei de iemand, hij het zigeunervolk zeer lieve mensen vond. Mijn mening is dat waarschijnlijk een internationaal georganiseerde dievenbende aan het werk is. Deze avond zelf zijn wij van volgend getuige: Een Roemeense camionette staat een paar meters van ons geparkeerd. De duisternis valt in en een tweede komt er bij staan en nog iets later een grotere. Onmiddellijk gaan ze als mieren tekeer en beginnen ze kartonnen dozen slecht met tape aaneen geflanst over te laden. Ik loop er tussen door en Rika ziet vanuit de camper dat één man al mijn bewegingen volgt. Ik vind het mijn plicht de politie met bureel om de hoek op de hoogte te brengen. Er gebeurt niets. Een half uur later vertrekt de kleine file van drie. Waren het dieven of brave huisvaders, ik zou het niet kunnen zeggen, maar ik twijfel en dit mag als racistisch over komen maar ik heb er geen goed oog in. Hopelijk strijken ze niet neer in Brugge, want dat is nog wat andere toebak dan de ex-bischoppelijke verhaaltjes die nu de mensen conversatie geven. Finale: Misschien heeft ofwel Sarko, ofwel de oppositie, ofwel de media met of zonder opzet slecht gecommuniceerd en moest men het gehad hebben over dievenbenden en niet over een Volk.
XX
3/9/10
Van het zuidelijk (Pinarella) front weinig nieuws tenzij dat onverwachts enkele dagen geleden een stekende rugpijn me heeft herleid tot een verticaal levend zoogdier. Nu, we paren het plezant nuttige aan het onaangename en leven voor een groot deel van de dag op het strand tot betere tijden zich aankondigen. Er schijnen reacties te zijn op onze vertellementen, maar ons Rika is er nog niet in geslaagd ze tevoorschijn te laten toveren.
XX
19/8/10
We zijn in Italië maar het valt echt niet op. Tot in Bolsano dat in ondertitel komt na de Duitse benaming Bozen is het allemaal Duits wat de klok slaat. De bouwstijl, worsten en vooral de taal. De Italiaanse overheid heeft er duidelijk geen zon problemen mee als de Fransen om minderheden bij hun doen te laten. Kennen we dat ook niet een beetje van bij ons, alhoewel: minderheid!!!!
We stoppen in een vergeten gat, Naturns in het Italiaans Naturno, waar je nergens met een camper mag blijven staan. Gekookt en gebraden na een wegens de hevige warmte hels ritje, stoppen wij toch maar op het eerste beste plekje schaduw. Een in een kraampje verkopende worstenman, zegt dat er geen probleem kan zijn. Uit eeuwige dankbaarheid koop ik een klein worstje voor een grote prijs,3. Eerste signaal dat Italië een duur land is.
XX 20/8/10 Italië heeft een wijd net van gratis staanplaatsen met service van water en toilet. We kiezen er een in een boekje met alle plaatsen over gans Europa waar je gratis of tegen lage prijzen kunt staan en rijden tot Bassano del Grappa zonder te weten wat er te beleven valt. We hebben, shame on us, geen gids voor het noordelijk deel. Toevallig belt mijn dochter Sylvie en blijkt dat wij op een parel van een stadje zijn gevallen. We zullen er uiteindelijk drie dagen blijven hangen met een dag in Vicenza. Uiteraard niet alles maar toch veel is te herleiden naar de naam Andrea Palladio, een 16eE. architect. (Zie fotos van de brug en de Villa la Rotonda)
Een groot aantal van zijn villas, eerder kleine paleizen, werelderfgoed van Unesco. Google maar eens.
XX
23/8/10
We zijn in Venetië en ik zal nooit meer zeggen of schrijven, het Brugge van het zuiden. Anders, onvergelijkbaar anders. Het Canal Grande, San Marco(zie foto) het verkeer op de reien, busboten, taxiboten, vrachtvervoer, privéboten en het commerciële gondelgedoe( zie foto), nee het is toch heel wat anders en heel wat echter dan wat zich bij ons afspeelt. Maar weg van dat, Brugge blijft altijd schone.
Wat verschrikkelijk tegenvalt, ook de vorige dagen, is de prijs die je moet betalen om ergens binnen te gaan zoals bijv de Duomo. Dit en het lange wachten in files bij temperaturen rond de 40à 45 graden,zorgen ervoor dat wij ipv enkele dagen beslissen ons anker de volgende dag al te lichten op zoek naar een strandje met ergens een beetje schaduw.
XX
29/8/10
Al die tijd staan wij ondertussen in Pinarella, een strand aan de Adriatische Zee. Over die zee valt wel iets te zeggen. Er naartoe loop je over een prachtig zandstrand dat echter eindigt voor je een voetje in het water kun zetten in een groene strook van stinkende algen, strook die ook nog meters ver in de zee doorloopt. Walgelijk en toch kuieren of zwemmen daar mensen in rond. Het strand zelf is over kilometers bezet met ligstoelen en bijhorende parasols. Het is not done of misschien wel zelf verboden er op je handdoekje te gaan liggen. Ik ga bij een uitbater van een van zon concessies naar de prijs vragen die 20 per dag per persoon blijkt te zijn. En zonder parasol probeer ik. Dat doen wij niet. Iets verder kan het wel tegen 6 en nog elders lukt het al voor 4.50. s Avonds verneem ik van een buur dat er op wandelafstand wel een strook voor gratis handdoekje leggen bestaat. Dat is het voordeel van niet afstandelijk te doen en maar proberen je zo verstaanbaar mogelijk te maken in het Italiaans. Het zijn zeer lieve en hulpvolle mensen. Maar hoe ze dat ook zijn, ons naar een internetpoint brengen lukt niet, ook niet door twee zich in het zweet zettende politieagenten. Qua grootte moet Pinarella moet vergelijkbaar zijn met Blankenberge
XX
30/8/10
Eindelijk zien we onze eerste niet Italiaanse camper en het is dan nog een Belg enfin de nummerplaat want de eigenaar ervan is een Italiaanse Waal. De man vraagt of ik hem eens kan uitleggen waar BHV eigenlijk over gaat. Hij is al de ganse tijd in zijn streek van Mons aan Jean et Toutlemonde uitleg proberen te krijgen en niemand ginder weet iets intelligenter te zeggen dan dat het een twistpunt is tussen Zij en Ons. Hij vindt dat het verschrikkelijk jammer zou zijn als Vlaanderen zijn onafhankelijkheid zou uitroepen. Kijk, zijn camper komt van Oostende, zijn veranda van Brugge, tout vient de la Flandre. A suivre monsieur De Wever????
XX 16/8/10 Ik ben wel niet van plan er een echt dagboek van te maken door per dag iets te melden, maar het weer en andere omstandigheden zijn ernaar om momenteel toch iets dergelijks te doen. We zijn in Altkirch in Alsase ( Elzas), we vinden er geen straat die een beetje vlak is tenzij een strook die zowat de hoofdbaan naar het stadje is. Wel plat maar met veel lawaai en vroeg opstaan dus. Dit en het feit dat het blijft regen maken dat we nogal vlug te been zijn om verder te trekken. Jammer want ik had maar al te graag een paar woorden gewisseld met enkele locals. Spijts Frankrijk zijn alle dorpen er Duitsnamig en spreken de mensen onder elkaar een soort gesplet, (erger dan plat dus) Duits. XX 17/8/.10 Eindelijk is het gestopt met regenen. We rijden Zwitserland binnen, nu niet echt het land van mijn dromen spijts de soms bijna bovenmenselijk prachtige natuur. We gaan dat dus vlug afhaspelen. Basel, Wintherthur en we stoppen in Vaduz, de hoofdstad van het ministaatje Liechtenstein. De autoplaten beginnen steevast met mijn initialen F(ranquet)L(eo) maar staan in feite voor Furstendom Liechtenstein. Want het staatje heeft een echte vorst die woont in een echt kasteel hoog in de bergen ( zie foto) . Rika stelt terecht vast dat alle meneertjes zo midden in de week zo mooi in hun maatpakken zitten, waarbij en supplement meestal een modieuze das geshowd wordt. Mooi maar niet meer van deze tijd denkt ze. Mis, want in Liechtenstein krioelt van de banken en een bank eist van zijn personeel dat soort van outfitjes, ook bij ons nog een beetje. Ik spreek als ervaringsdeskundige. Het staatje is eigenlijk een stukje Zwitserland met een apart statuut, waar rijke burgers wel enig voordeel kunnen uit putten. De munt is er de Zwitserse frank, Vaduz voetbalclub speelt in de Zwitserse competitie en noem maar op. Een tip voor niet gejaagde reizigers die door Zwitserland zouden trekken. Men denkt nogal eens dat je verplicht bent een vignet te kopen om in het land te mogen reizen. Niets is minder waar. Wij hebben er geen wat dan het enorme voordeel brengt dat je Gps, ingesteld op geen tolwegen je soms via derderangwegen door een prachtig decor brengt. Je moet dan wel tijd en een gps hebben XX 18/8/10 De dag begint goed als we de parking in Vaduz willen verlaten. Je mag er s nachts gratis staan, maar vanaf 7.00 tot 17.00 moet je na één uurtje gratis 0.50 betalen. Het is dat laatste dat de machine me vraagt als we een stuk na zeven vertrekken. Ik steek één euro in de gleuf, krijg iets terug dat ik zonder bekijken voor 50 cent neem. Ik geraak met mijn ticket niet buiten en roep de Vaduz politie op. De man vraagt dat ik gedetailleerd het ganse proces zou faken er me erna op wijzend dat er met CHF franken en niet met euro dient betaald. Ik heb er geen. Na over en weer argumenteren zegt de vriendelijke agent dat het vaderland Liechtenstein dan maar 0.63 eurocent verlies aan ons zal maken. Danke, bitte en het bareel gaat open. De dag eindigt ook bijna slecht. Zoals gezegd rijden wij op alternatieve wegen geleid door onze Bernard-gps. Die brengt ons over de Flüelapas, 2383meter hoog met wat sneeuw aan de top.(zie foto). Prachtig, prachtig. Er op en erover en als we bijna aan de voet aan de overkant zijn, na verschrikkelijke haarspeldbochten en meer dan 10% stroken, leg ik onder het rijden mijn hand op Rikas hoofd en stel, dat ons bakske dat goed gedaan heeft. Helemaal beneden (met hoerechance) blijkt ineens dat wij geen remmen meer hebben. Paniek. Ik kan alleen maar zeggen dat het nu bewezen is dat Rika geen houten kop heeft en verder bezoeken wij een garage die er geen meer is maar de man ons zegt dat hij er zo vier per dag aan zijn deur krijgt. Dat het alleen komt omdat ik teveel geremd heb. Maar ik rem op de motor zeg ik. En zonder dat je het weet heb je ook 1000 keer je voet op de rem gezet antwoord hij. Laten afkoelen en weer aanzetten is zijn advies. Maar we moeten nog over een pas, de Ofenpas , 2149 meter. Maar gezien ik dit hier nu tik moet het goed af gelopen zijn, ook met Rika die een uurtje met waarschijnlijk een nogal verhoogde hartslag gezeten heeft.
XX We zijn vrijdag en de dertiende . De count down is begonnen en het is nodig. We hebben nood aan andere en bredere horizonnen dan die van de Brugse ring, ook aan tijd over hebben en afspraakloze dagen beleven. Karper zie je hem of zoiets. Natuurlijk zien we terug op menig mooi moment met familie en vrienden waar wij benevens invitaties voor al eens een culinair hoogstandje de Marokkaanse tagine, met succes, hier en daar mochten introduceren. Straks rijden we naar het schijnbaar steeds meer buitenland wordende Wallonië weg van het, tja wat moet je ervan zeggen, Bisdom Brugge. Ik weet nu al met welke Belgian Joke er succesvol op de lachspieren van onze toekomstige buren voor een nacht zal kunnen gewerkt worden. Schouppe en de kleur van zijn nieuwe autoplaten. Een hilarisch ventje is dat. Minder hilarisch lijkt me het moment dat 1500 mensen een staande ovatie gaven aan iemand die toch nogal vaststaand verdacht wordt wetenschap te hebben gehad van minstens 50 seksuele delicten. Binnen een maand of zoiets komen we in Rome, kzal het d aar eens aan den Dicky gaan uitleggen zie. XX 14 aug.2010. We hebben Bernard onze GPS ingesteld en onder een zijn best doend zonnetje rijden we naar Durbuy, onze eerste pleisterplaats. Niets van, het is er zo druk, van alles een beetje te (zie foto van markt Durbuy) dat we beslissen naar Chiny door te rijden, waar we ons geheim plaatsje hebben, om alleen en niet gestoord een paar dagen te kunnen nemen om weer op onze plooi te geraken. Ook weer niets van , de ganse nacht regent het en er worden nog pakken van dat verwacht voor de komende dagen zodat we beslissen, ons heil wat dieper in Frankrijk te gaan zoeken. XX 15 aug 2010 Al jaren aan een stuk de datum dat mensen er me via opbellen of sms-sen aan herinneren dat ik weer een nummertje hoger in de rangschikking van oud zijn ben geworden. Er zijn er zelf die het aandurven te vragen: en hoe oud ben je nu? Het omgekeerde van het jaar waarin ik geboren ben en waarvan de som van beide cijfers gelijk is aan 10 lijkt me een politiek correct antwoord dan. We tanken vol in Luxembug (0.98/L), rijden over Metz en Nancy, waar we beslissen om tot Gérardmer door te rijden om de champagne te ontkurken. Het regent de ganse rit door La Lorraine, een naam die me eerder aan nimfachtige toestanden doet denken vergeleken met Lotharingen, de Nederlandse vertaling. Visachtiger kan toch niet. Gérardmer, een stadje in de Vogezen blijkt ook een toeristentrekpleister te zijn aan een meertje. Met 665meter boven de zeespiegel zal het behalve dat we dicht tegen een zwart dreigende hemel lijken te liggen, ook een stukje kouder worden. We halen ons winterslaapgerei uit de koffer en laten de wereld voor wat hij is en na enkele roemers godendrank zingen we luidkelig dankwoorden voor de milde sponsors uit Londen en Wervik. Ha-le-loe-ja
We zijn stilaan aan de voorbereidingen voor het vertrek begonnen. Dat zal in principe op 14 augustus zijn. Bij de dokter prescripties voor te nemen medicatie voor een jaar ver en die bij de apotheker ophalen. t Is heel wat. Goedkoop aan leesboeken geraken is een andere klus. Voorraad voor een jaar ver is niet te doen, alleen al door het gewicht. Wij leven in de wetenschap dat wij Vlamingen maar vooral Nederlanders zullen ontmoeten met wie wij lectuur zullen uitwisselen
Ook de wachtkamers van andere soorten dokters moeten nog aangedaan worden met in de hoofdrol, onze tandarts. Als je eens gezien hebt hoe die in niet stedelijke gebieden in Marokko tewerk gaan en met welk middeleeuws materiaal ze malheuren veroorzaken vertrek je wel beter met een tandgewijs zo gezond mogelijke mond.
Aha, we weten ook al waar we naartoe gaan. Het Brugge van het zuiden oftewel Venetië en dan doorsteken tot Rome.. Het wordt een maandje Italia, en daarna laten we ons leiden door de temperaturen om zeker nieuwjaar in Marokko te ondergaan.
We zijn een paar weken terug in Brugge. Het treft ons dat heel geregeld mensen ons aanspreken en jammer vinden dat ons stukje niet verder in het Brugsch Handelsblad zal verschijnen. We hebben het erover bij onze vrienden An en Cis uit de sprietwegelstraat die we bij hen thuis hebben uitgenodigd voor een Marokkaanse tagine en bbq. Opzet is dat scwone dochters Febe en Silke met assistentie van Katrien, Rikas zus het voorbereidend groentjes snijden voor hun rekening nemen. Huisbaas Cissen zal de kip roosteren die Rika eerst versneden heeft. An zorgt voor tapas en haar onovertroffen tiramisu en haar nicht Nancy voor een tongstrelende mochito.
En de Leo, ikke dus, heb de zware superviserende verantwoordelijkheid op mijn frêle schouders te torsen.
Terug naar ons gesprek over de stopzetting van onze column. Afgezien van het werken met een deadline en het soms moeilijk bereikbaar zijn van een internetbron, heb ik er altijd plezier in gevonden de stukjes te maken. Een blog, het woord valt. Ok, maar hoe geraak aan je een blog.
Nancy en Rika zetten zich met succes aan het werk en oh jeugdige onstuimigheid Febe wil al direct een fanclub oprichten.
Tegen half augustus gaan we terug de baan op, richting Italia. Hopelijk krijgen onze stukjes op deze blog evenveel aandacht als deze die wij kregen in de drie voorbije jaren. Tot lezens.
Rika en Leo