Ik ben Lia Govers
Ik ben een vrouw en woon in Turijn (Italie) en mijn beroep is kantoorbeambte m. talenkennis, free-lance vertaalster, nu niet langer werkend.
Ik ben geboren op 22/01/1952 en ben nu dus 72 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: wandelen, lezen, familie, vrienden, trips, films, sport .
Op mijn 20e jr voorgoed naar Italie vertrokken. In NL de Pedagogische Akademie gedaan en in Italie ook in Pedagogiek afgestudeerd. Heb deze studie nooit voor werk gebruikt. Voor 1999 ben ik 4 jr lang 'paranoid schizofreen' geweest.
levensproblemen Genezen van 'schizofrenie' is mogelijk!
16-09-2010
deels kommentaar op artikel in Deviant
In het artikel 'Leren van elkaar' dat in het septembernummer 2010 van het tijdschrift Deviant is verschenen schrijft Alice Faber (medewerker Centrum voor Consultatie en Expertise) over het feit dat in geval van ernstig problematisch gedrag - net als in de verstandelijke gehandicaptensector - de psychiatrie de hulp kan inroepen van het Centrum voor Consultatie en Expertise.
Onder het stukje 'Methodieken' in dit artikel wordt geschreven dat een veel gebruikte methodiek die van de ontwikkelingspsycholoog Jacques Heijkoop is, die met zijn methode 'Anders kijken naar ..' probeert m.b.v. een uitgebreide videoanalyse de betrokkenen anders te leren kijken naar een client. Daarna wordt er dit geschreven: "Een man met een schizofrene stoornis wordt door de politie binnengebracht bij een psychiatrische instelling. .... Er waren sterke aanwijzingen dat hij zichzelf in een psychotische toestand hersenletsel had toegebracht. ..."
De vette letters en onderstreping zijn van mij, maar juist alleen over deze zin wil ik het hier hebben.
Daar dit stukje (en de rest van de tekst) door A. Faber wordt aangehaald, gaat het zeker niet om science fiction. Het is dus een voorval uit de dagelijkse praktijk van de psychiatrie. Bij het beter lezen van deze zin kom je het woord 'hersenletsel' tegen.
Hoe kan men zulks nu concluderen? Had die man zich soms in zijn hoofd geschoten? Had hij iets door zijn hoofd geboord? Hangen zijn hersenen er soms zichbaar uit? (Sorry voor de cru-heid) Of zie je van buitenaf niets aan hem, maar alleen zijn agressief gedrag (handelingen en woorden)? Dit is wel het meest waarschijnlijke. Het gaat dus om onbegrijpbaar gedrag.
In feite haalt de schrijfster iets verderop aan dat er daarna via een hersenonderzoek (MBI-scan) niets werd gevonden. En dat zijn agressief gedrag "veel te maken had met hun (i.e. van de medewerkers) manier van handelen." Maar op welk punt zit men binnen de dagelijkse psychiatrie? Nog steeds met een bio-bio-bio-uitleg?
Male tempora currunt ofwel : dat ziet er niet al te goed uit voor mensen met dergelijke problemen! Morgen verder kommentaar, geloof ik.
Gisteren kwam bij mij nog een van de twee laatste kopien van het tijdschrift Deviant (september 2010) binnen en zonet heb ik in de bus naar het stadscentrum het artikel 'Leren van elkaar' gelezen. Ik heb aardig wat kanttekeningen bij het artikel geplaatst en zal er hier vandaag of morgen wat kommentaar over schrijven. Zo vind ik af en toe wel materiaal om op te reageren.
Af en toe vraag ik mij bij het lezen van artikelen of boeken af: ben ik soms té kritisch, af en toe té fijngevoelig of ben ik een marsman (= iemand die niet op aarde thuishoort ... omdat hij merkt dat anderen niet zo redeneren of voelen als hijzelf doet)?
Eventjes iets over mijn boek - voor eventueel hierin geinteresseerden :
mijn boek is autobiografisch in die zin dat het niet alleen over mijn beleving van mijn schizofrenie, opname en latere jaren gaat, maar ik heb er echt een heel beginhoofdstuk aan gewijd (='Mijn leven voor de (manifeste) schizofrenie' = ca. 50 blz. in de nederlandse versie - 40 blz. in de italiaanse, beter verzorgde versie), te beginnen van mijn vroegste herinnering toen ik circa 3-4 jaar oud was.
Ik houd altijd van voorbeelden of ook vergelijkingen. Daar ik onder Amazon.de zie dat het boek van Arnhild Lauveng als 'autobiografisch' wordt aangeduid (boek dat ik ook gelezen heb), staat er in mijn boek in vergelijking heel wat meer over mijn jeugdjaren, over betekenisvolle nachtmerries, over band tussen lichaam en geest, over familiegedrag (vooral van mijn moeder, maar ook van mijn vader), over de hele periode voor en kort na mijn vertrek uit huis (op mijn 18° jaar), over mijn problemen met partners, enzovoort. Het heeft méér details (*).
Okay, zoals al elders hier geschreven is de nederlandse versie taaltechnisch niet perfect, maar het is géén roman - zoals ik het boek van Elyn Saks zou willen beschrijven. Het is door meerdere personen, die hier binnen de psychiatrie werken, als 'nuttig' beschreven.
Het heeft ook een hoofdstuk over 'mijn fantasieen en hun betekenis'.
(* = Verder ben ik zeker ook meer methodisch in mijn geschrijf dan A. Lauveng. Ik heb een paar jaar geleden ook de inhoud van Arnhild Lauveng's boek in 'n korte samenvatting aan mijn psychotherapeute willen doorgeven (haar boek is niet in het italiaans vertaald), maar dat was mij echt bijna onmogelijk)
Af en toe moet ik zelf toch ook mijn geschrijf in dit archief herlezen. Zo was ik zeker van dat ik al wat had geschreven over een bepaald argument en dit vond ik dan ook zonet in de maand maart terug.
Maar ook herlas ik een betekenisvolle droom van mij, die ik in dit archief op 8 maart 2010 heb neergeschreven. Een mooie en betekenisvolle droom! Ook nu nog, nu dit blog nog steeds ... (? waarom?) door zovelen gelezen schijnt te worden.
Voor familieleden van mensen met de 'schizofrene' problematiek zal het zeker niet gemakkelijk zijn toe te geven dat deze problematiek ook met de manier waarop men tijdens de jeugd bejegend is te maken heeft (of 'kan hebben').
Juist omdat dit ook inhoudt dat zijzelf daardoor ook 'op het spel staan': hetzij als broers en zussen die een soortgelijk gedrag van hun ouders te verwerken hadden of hebben, hetzij als ouders die niet alleen alles op de 'biologische ziekte' van hun kind af kunnen schuiven. Al elders in dit blog heb ik er over geschreven.
Hoevele reacties heb ik de laatste jaren wel niet gehoord of gelezen, hetzij in Nederland, in Amerika, in Italie en elders op verschillende websites van familieleden, hen persoonlijk sprekend of lezend.
En niet gemakkelijker zal het zijn voor bepaalde professionals. Diegenen die hun hele werkcarrière hebben opgebouwd op bepaalde zekerheden, niet ten laatste diegenen die alles via de biologische orzaak verklaren... Toegeven dat je ook wel eens fout had kunnen zitten is zeker niet gemakkelijk.
Tussen de professionals zal voor velen gelden dat afgestudeerd zijn voor hen gelijk staat aan 'alles inherent het gestudeerde weten'. Die aureool van betweterij vind je overal, ook tussen mensen die andere zaken gestudeerd hebben.
Om dan nog maar te zwijgen over de interessen van de farmaceutische industrie.
Ik geloof dat ik de engelstalige versie van mijn verhaal, die al door een nieuwzeelandse vriendin gemaakt is vóór de afgelopen winter, pas over anderhalf jaar zal publiceren, zodra ik hier in Italie officieel mijn bijna 22-jarige werkpensioen zal krijgen - op 60-jarige leeftijd.
Wie weet waarom ik eigenlijk zo koppig ben geweest om dit verhaal ook op eigen kosten in het engels te laten vertalen? Ik verdien er geen cent mee, integendeel heb ik voor de vertaling zelf betaald.
In Nederland schijnt het niet van de grond te komen, hoogstwaarschijnlijk omdat het een 'lastig' verhaal is voor de zogenaamd 'haalbare' nederlandse psychiatrie. Zie hiervoor wat ik al mijn blog heb geschreven, ook betreffende de verschillende nooit tot op nu gemaakte recensies.
Zus Patricia, die in Duitsland woont, suggereerde mij nog het in het duits te (laten) vertalen, daar er best een grote markt is. Dat schijnt ook wel, daar bijvoorbeeld het boek van Arnhild Lauveng ook in het duits vertaald is. Maar waarom zou ik er nog ander eigen geld mee verliezen? Het schijnt de moeite niet te lonen.
De betweters blijven betweters: experts (professionals) vooral hiertussen. Maar ook familieleden (zie Ypsilon en hun recensie).
Door enorm velen wordt de 'schizofrene' problematiek als een van de ergste beoordeeld.
Buiten het feit om dat ik vaak discuteerbaar 'gezonde' mensen vrij om rond zie lopen, die nooit met de GGZ in aanraking komen, zou ik hier enkel één mij bekend voorval willen aanhalen.
Tien maanden van mijn verblijf binnen de therapeutische woongemeenschap ('98-'99) heb ik samen op een tweepersoonskamer met een depressieve vrouw van mijn eigen leeftijd doorgebracht. Laat ik haar hier maar K. noemen. Daar die woongemeenschap toen pas sinds 1 jaar geopend was, heeft zij daar dus niet méér tijd doorgebracht. Over opnamen van haar van voor 1998 weet ik niets.
Over haar gedrag tijdens die 10 maanden dit: zodra ik aan het enige schrijfbureau op die kamer zat te lezen en K. binnenkwam, werd ik meteen uitgenodigd het schrijfbureau vrij te maken, zelfs als K. er daarna géén gebruik van maakte. Zij scheen er van uit te gaan dat die kamer haar persoonlijke kamer was, waar ik op de een of andere manier 'verdragen' moest worden. (*) Soortgelijk gedrag had zij maanden later ook, toen er - als cadeau van een zus van haar - een kleine televisie op onze kamer werd geplaatst. En 'versuft' door de medicijnen (en misschien ook vanwege mijn innerlijke ongemak van toen) ben je heel wat minder assertief.
Tijdens de laatste maanden van mijn verblijf daar maakte ik bij droog weer ellenlange wandelingen buiten de structuur en K. zeurde er om mij eens met haar mee te nemen, waar ik persoonlijk echt niet naar verlangde. Uiteindelijk heb ik haar 1 keer meegenomen, maar dat was dan ook voor mij de laatste keer: om de tien minuten wilde K. een bar in om iets te drinken en verder wilde zij mijn wandelritme ook nog vertragen omdat zij het niet bijhield. Na mijn vertrek uit de woongemeenschap werd K. in een andere woonstructuur ondergebracht, waar méér zelfstandigheid in het doen en laten heerste. Daar heb ik haar nog 2 of 3 keer bezocht en met haar in de stad gewandeld, maar daar kapte ik van af, omdat K. zeker niet een persoon is die echt in mijn lijn ligt. Verder probeerde zij van alles om thuis bij mij uitgenodigd te worden, iets wat ik nooit heb toegelaten, juist omdat K. een gedrag vertoonde van een 'dominante' aard (waar ik hier mee bedoel dat alléén zij aldoor uit moest maken wat men moest doen in haar gezelschap, kortom je moest 'naar haar pijpen dansen'. Althans dat probeerde zij aldoor...).
Achtergrondinformatie over K.: na een scheiding was K. met haar kleine dochter ver weg van de stad gaan samenwonen met een gescheiden man met zijn kleine zoon. Alles normaal, volgens K.'s verhaal aan mij, totdat K. - ik geloof na het overlijden van haar moeder - depressief wordt en wordt opgenomen. Dochtertje van K. belandt zo bij haar biologische vader, die samenwoont met een vrouw. Biologische vader komt niet al te lang daarna te overlijden en dochter kiest voor het blijven samenwonen met deze vriendin van haar biologische vader, waar zij mee blijft wonen tot op haar volwassen leeftijd. Met K. heeft deze dochter - die al ca. 22 jr. oud was in '98 - nooit meer contact op willen nemen. K. verneemt nieuws over haar via andere familieleden, ook nu zij ondertussen al oma is geworden. K. heeft nog 3 of 4 andere familieleden, waarvan een ook binnen Turijn, die ik persoonlijk nooit heb gezien.
In al deze jaren sinds mijn vertrek uit de therapeutische woongemeenschap heb ik K. meermaals ontmoet: soms herkende zij mij, soms niet. Zij is verschillende keren in ietwat zelfstandigere woonstructuren geplaatst, maar keerde aldoor weer terug naar de therapeutische woongemeenschap waar ik haar voor het eerst heb leren kennen. De vorige maand zag ik haar daar ook weer. Ook met vriend X heb ik haar nog wel eens ontmoet, in het restaurantje waar wij vaak samen eten, en ik heb gemerkt dat K. er erg behendig in is je een soort 'schuldgevoel' toe te schuiven zodra je haar wensen niet vervult, die bijna alleen in een 'claim' op al jouw vrije tijd bestaan. Over therapie heb ik K. (of X voor haar) nooit horen spreken. Als zij spreekt, is zij er wel van overtuigd 'genezen' te zijn.
Het schijnt dat K. alle persoonlijke verantwoordelijkheid voor zoeken binnen haarzelf van zich af schuift (is dit wel juist ..?) of, in ieder geval, bezit zij hiervoor de kwaliteiten of krachten niet.
Betrekkelijkheid. Mensen met de 'schizofrene' problematiek zijn de 'ergsten'?
(* = 'verdragen' op de kamer, maar eenmaal buiten de kamer, op gangen, in de eetzaal en elders, maakte K. een soort 'claim' op mij alsof ik haar iets schuldig was vanwege het samenwonen op die kamer?)
Binnen onze famile is het volgens meer dan één familielid behoorlijk nadelig geweest dat er geen vrienden van mijn ouders waren. Bij ons thuis kwamen uiteindelijk en ook nog eens sporadisch alleen wat familieleden van mijn moeder en meestal één broer van mijn vader (met vrouw en af en toe dochters) over de vloer.
Mijn moeder had uiteindelijk alleen wat buurtkennissen, waar ze af en toe buiten (over de heg) of bij hén binnenshuis mee sprak en mijn vader had, buiten de familieleden om, alleen wat 'vrienden' (of was het er maar één?) in zijn werknemers. Mijn vader was echt een 'beer' (net zoals andere familieleden, mijzelf ook vaak inbegrepen), zoals men in Italie wel eens zegt voor mensen die liever weinig contacten met anderen onderhouden.
Zo vond er uiteindelijk dus nooit een uitwisseling of confrontatie plaats over de opvoedingssituaties binnenshuis, zoals normalerwijs elders wel gebeurt. En lezen over opvoeding was al helemaal niet van de orde. En dit is op zich - ook nogal objectief bekeken - echt géén pluspunt geweest, uiteindelijk.
Vandaag heb ik vriend X en Y weer ontmoet tijdens het middageten in de stad in een restaurantje, waar zij beiden sinds een paar jaar - net als in andere 51 (of meer) eetgelegenheden binnen Turijn - met maar 2 euro eigen bijdrage een normale warme maaltijd krijgen, terwijl ik gewoon als klant betaal. De gemeente van Turijn betaalt het ontbrekende gedrag (5 euro) tot een maximum vaste prijs van 7 euro per maaltijd erbij. Dit alleen gedurende de weekdagen. Hierover heb ik elders in dit blog al geschreven, zoals ik ook al schreef dat ik er tot op nu véél eenzame of alleenstaande mannen met verschillende problemen naar toe heb zien komen.
Natuurlijk geldt dit maar voor één middagmaaltijd. 'S Avonds vinden zij thuis of elders een andere oplossing.
Na het eten heb ik nog een uur met X gewandeld. In totaal voor mij bijna 4 uur wandelen vandaag binnen de stad.
Wat mij voor vriend X niet al té positief en stimulerend lijkt, is dat hij bovenal alléén in gezelschap blijft van mensen, die nog steeds problemen hebben. Hij zoekt als tijdverdrijf vooral gelegenheden uit die door de turijnse GGZ-organisatie 'Il Bandolo' georganiseerd worden of hij verblijft af en toe op de 'Centri diurni' (= dagverblijven) van de GGZ-ziekenfondszones, of neemt nog deel aan feestjes binnen de therapeutische woongemeenschap. Af en toe ontmoet hij een (enige) zus of broer. Ook mijn ex-psychotherapeute dacht dat dit niet al té positief was.
Okay, hij is niet getrouwd, maar bijna alleen zulk gezelschap is niet erg stimulerend.
Ik merk het ook wel in zijn interessen, uit de inhoud van zijn gesprekken...
Ben ik zelf nu zo geprivilegeerd, vraag ik mij af en toe af. Zeker zijn mijn familie-ervaringen anders dan de zijne. Vanwege de costante aanwezigheid van een partner ben ik zeker geprivilegeerd, maar hoogstwaarschijnlijk (?) ook vanwege andere persoonlijke krachten...
Een mengsel van gevoelens vanochtend en de laatste dagen:
gisteren was ik er verbaasd over mijzelf na een lekkere wandeling van circa twee uur, het laatste half uur richting huis rustig onder een soort lichte motregen lopend, gade te slaan totaal zonder de behoefte aan een paraplu en toch mijzelf zó goed gehumeurd terug te vinden, zelfs vrolijk.
Alsof ik sensaties opnieuw beleefde als toen ik circa 20 jaar oud in Egmond, Alkmaar of ergens in de bossen tussen Bergen en Schoorl liep, terwijl het toen ook lichtjes regende, en ik tegen mijn toen daar al gekende toekomstige man vertelde "dat regen goed is voor je haar" (..?)
Af en toe heb je wel van die sensaties dat je - ondanks de tijd die voorbij gaat - nog dezelfde gevoelens van dertig of meer jaar tevoren schijnt te hebben: een soort gevoel van een steeds gelijk-Ik, ook al heb je ondertussen vele andere ervaringen opgedaan en hebben die ervaringen je ook gevormd.
Tijdens het allerlaatste stukje lopen onder huis zag ik ook, binnen een schooltuin, zo'n 7 - 8 of meer huismussen gewoon allen tesamen boven op een hek, alsof het ook hen totaal niet stoorde dat het (mot)regende. Ik heb nog geprobeerd ze op de foto vast te leggen, maar ze waren al weggevlogen. En vlak daarná kwam bij mij nog de gedachte op dat je je in zo'n situatie uiteindelijk weer één-voelt -zijn-met-de-natuur, wat bij mij vaak echte geluksensaties op kan roepen, buiten alles om (?) wat ik daar hierover ook in dit blog heb geschreven.
Thuis weer andere nogal prettige belevenissen met man en zoon - zoon die steeds dichter bij het einde van zijn studie is.
Vanochtend: een mailtje van een dierbaar familielid over een broer, die weet binnen enkele weken te moeten sterven... en zich daarop dapper voorbereidt, een jonge zoon en vrouw achterlatend.
Op een blog dat ik volg lees ik over de herinnering aan een vriend, die zelfmoord heeft gepleegd en dat lezend komen bij mij de herinneringen aan Daniel (zie mijn blog en details in mijn boek) weer te boven, maar ook de herinnering aan een buurvrouw, die tijdens mijn jeugd zelfmoord heeft gepleegd en waarvan mijn vader toen het lichaam ontdekte. [Dezelfde buurvrouw, waartegen mijn moeder - in mijn aanwezigheid - over mij klaagde, toen ik zo'n 3-4 jaar oud was, "dat zij nog nooit zo'n huilend kind had gehad". ]
Verder nog zussen, die mijn boek gelezen hebben en waarbinnen - onwetend - die lectuur toch ook wel iets in beweging heeft gebracht. Herinneringen komen te boven, ontdekkingen van hun 'overlevingstechnieken' binnen onze familie. [Waar een boek - autobiografie - al niet goed voor is.]
Het leven ... Het leven gaat door en af en toe ben ik daarvan een soort buitenstaande toeschouwer en beschrijvende persoon.
Eerlijk gezegd kwam de lichte kritiek op het toenmalige gedrag van een paar psychiatrische verpleegkundigen pas in mij op toen mijn psychiater mij er toe aanspoorde om binnen het genoemde psychiatrieartikel eventueel ook persoonlijke notes op te nemen, eventuele kritiek inbegrepen.
En het was echt niet mijn gewoonte om mij over bepaald gedrag te uiten of te beklagen, maar speciaal uitgenodigd (en gestimuleerd) ... kwam in mij deze herinnering te boven:
tijdens een van mijn bezoeken - rond 2007 of 2008 - aan deze woongemeenschap kwam ik opnieuw in contact met sommige, mij voor de rest sympathieke psychiatrische verpleegkundigen, waarvan één juist een van de personen was waaraan ik zo vaak mijn ongemak over het gedrag van dat meisje op mijn/onze kamer het meest had doorgegeven. Daar die driepersoonskamer toen juist was omgebouwd tot kamer voor secretarie-activiteiten kwam de herinnering aan haar gedrag en mijn ongemak van toen weer te boven, iets wat ik hem ook luidop aanhaalde, er over klagend als iets wat mij behoorlijk gestoord had.
Het was toen zijn kommentaar dat mij toen ietwat versteld heeft doen staan en wel in de aard van: "Och, wat was dat toch: zomaar wat ondeugend gedrag." = iets wat zijn beoordeling van het gedrag van dat 21-jarige meisje rechtvaardigde alsof het om een klein meisjes-gedrag ging, waarvan je maar iets moet verdragen, al met al.
Nu moet dit hoogstwaarschijnlijk wel begrepen worden vanuit de italiaanse cultuur, waarbinnen vaak zelfs té overdreven tollerant gedrag ten opzichte van 'kinderen' aanwezig is. Zo kun je vaak mensen tegenkomen, die gewoon allerlei gedrag van kinderen overal als zijnde 'normaal' of 'door-de-beugel-kunnende' beschouwen en net zulk tollerant gedrag van hun medemensen verwachten.
Maar op andere wijzen zal dit soort verschil van beoordelingen (in dit geval tussen wat voor mij als 'al versufte en waanzinnige tòen' onverdraaglijk was en wat voor die psychiatrisch verpleegkundige als onschuldig, te tollereren klein-meisjegedrag werd aangezien) zeker getoetst moeten worden voor betere communicatie binnen de psychiatrie, dunkt mij.
Oh ja: nog deze note: de psychiater waaraan ik dit storende gedrag nà drie maanden eindelijk direct signaleerde, antwoordde mij toen: "Waarom heeft u mij dat niet eerder gezegd?"
In het italiaanstalige psychiatrieartikel dat ik samen met mijn (ex-)psychiater in Italie heb geschreven, heb ik ook een lichte kritiek geuit voor wat betreft de communicatie tussen de personen die binnen de psychiatrie werken. Eerlijk gezegd had dit voor mij enkel en alleen betrekking op mijn signaleringen binnen de therapeutische gemeenschap, waar ik pas na drie maanden verblijf 'bevrijd' werd van het wonen binnen dezelfde kamer samen met een meisje (21 jr. oud ca.) dat mij behoorlijk pestte. Ik signaleerde bijna elke dag (of meermaals per dag) dat ik door haar gedrag gestoord werd (lees mijn boek). Ik signaleerde het echter alleen aan de zgn. psychiatrische verpleegkundigen...
Volgens mij kan die communicatie ook verbeteren, daar het zeker niet de patient moet zijn (ik haal hier mijzelf aan) :"die toch al 'waanzinnig' en 'versuft' is vanwege de toegediende medicijnen er voor te zorgen dat zijn (ongemak-)signaleringen de juiste persoon bereiken" (opdat die maatregelen neemt om je/de situatie te verbeteren).
In de afgelopen jaren heb ik de therapeutische gemeenschap meerdere keren bezocht om bepaalde personeelleden daar te begroeten, iets wat toen altijd op een joviale manier gebeurde.
De vorige keer dat ik er heen ging - een paar weken geleden - was het de eerste keer nà de publicatie van dit psychiatrie-artikel en eerlijk gezegd was toen het onthaal iets 'lauwer'...
Zal ik te fijngevoelig zijn en overdreven conclusies willen trekken?
Is het niet gemakkelijker patienten of ex-patienten op een paternalistische manier te bejegenen ...? Zo in de stijl van (om het op de manier van de indianen uit de films weer te geven) : ik (verpleegkundige of professionist) 'goed-zijn' of 'expert-zijn' en jij (patient of ex-patient) 'dom-zijn' of 'niet-mondig-zijn' ..?
Zullen de toekomstige verhoudingen het mij pas zeggen? Ben ik soms te wantrouwig? (Karakteristiek die ik trouwens - volgens mij - zeker van mijn vader geerfd heb.)
Nog een klein detailtje over mijn tweede tekening, waarover ik op 28 augustus jl heb geschreven en die ik binnen de therapeutische woongemeenschap maakte:
de twee volwassene, gestiliseerde personen, die van boven de wolken de wereld aanschouwden bevonden zich nogal rechts op het tekenblad en hun positie daarboven was naar links toe overgeheld.
[Lees hier 'links' als de positie van het 'onbewuste'.]
Vraag: zag ik daarmee mijzelf - en mijn Animus - tóen al als toekomstige toeschouwer van mijn eigen onbewuste..? Is dat mogelijk? Als je Jung's gedachten leest, toch wel.
Ik heb nu met veel interesse het hoofdstuk 'Psicoterapia configurante' (hfd. n° VI) in het boek 'La psicoterapia come sfida esistenziale' van Gaetano Benedetti gelezen, met al de verschillende etappes binnen de psychotherapie van mensen met de 'schizofrene' problematiek. Erg duidelijk uitgelegd, ook met voorbeelden via de tekeningen. Prettig leesbaar...
Ik vind er vele andere lecturen, herinneringen en gedachtes in terug.
Hier een stukje, door mij zelf vertaalde tekst uit het italiaanstalige boek Quale psicoanalisi per le psicosi verzorgd door A. Correale en L. Rinaldi, in 1997 verschenen.
Blz. 30:
Een indrukwekkende omvang van gegevens schijnt nu eenmaal aan te tonen dat er in het geval van de psychosen in het bijzonder van de schizofrene erg diepe schade aan de eendrachtige structuur van het Zelf aan het werk is, dat wil zeggen aan de ruimte-tijd- en aan de lichaams-structuren en verder aan de eendrachtige en stabiliserende structuren van het Zelfgevoel, die zich vormen in de periode waarin de geest nog niet over symbolische strumenten beschikt die geschikt zijn om , door middel van beelden of woorden, dát voor te stellen (uit te beelden) wat hij beleeft. De schade aan het Zelfgevoel komt hoofdzakelijk voort in subjecten die daar toe ontvankelijk zijn uit het gebrek aan integrerende bekrachtiging, van het samen beleven en deelneming van de kant van de voor het kind betekenisvolle figuren van belangrijke en herhaalde verhoudingservaringen.