Ranchi
Op de vlieghaven van Calcutta was mijn valies nog niet toegekomen. Bij mijn aankomst in Ranchi stond de overste van de Paters Jesuïten mij op te wachten.
In het seminarie stapte ik uit de auto en een van de tien Vlaamse Jesuïten, Pater De Cuyper, vroeg mij naar mijn bagage. 'Vlug terug instappen' zei hij tegen de overste. In de stad kochten ze voor mij ondergoed, hemden, sokken, een lichte broek, een pyama en zakdoeken. Ik vroeg achter de rekening maar ik kreeg ze niet.
Wel had ik voor mijn afreis van het geld, dat de parochie mij bezorgd had, een bedrag overgeschreven naar Ranchi om het sociale werk van de paters Jesuïten daar te ondersteunen. Ook vernam ik daar hoe streng de autoriteiten het gebruik van elke schenking naar india controleren.
's Avonds zat ik met de paters Jesuïten in de lees- en recreatiezaal. Ook de Vlamingen waren na meer dan 30 India aangepast aan het klimaat. Er was geen verwarming. Zij droegen een pullover, hadden een sjaal om hun hals en een muts liet alleen hun ogen, hun neus en hun mond vrij. Zij dronken hete thee. Ik zat daar in mijn opgerolde hemdsmouwen en ze vroegen mij of ik geen jas aantrok. Ik antwoordde: 'Toch niet bij deze goede temperatuur, zeker !'
De volgende morgen beging ik dezelfde vergissing. Ik ging mijn kamer buiten naar de refter voor het ontbijt. De zon scheen zoals bij ons op een zomerse voormiddag. Heel geestdriftig riep ik tweemaal uit: ' Wat een heerlijke dag !' Ze bekeken mij met rare ogen. Het was de koudste dag van het jaar.
Eén foto is genomen in de school te Jampatti. De zuster met de zonnebril is zuster Marie-Therese. Als zij op bezoek was in ons land, is zij met mij in alle klassen van onze gemeentelijke school geweest. De kinderen vertelden alles thuis. Heel veel volwassenen vroegen mij om meer uitleg.
De andere foto toont een kleine zustergemeenschap, die mij uitgenodigd had.

|