De tekst geeft mijn eerste bezoek aan India weer in 1998 en de foto's geven beelden van mij tweede bezoek, aangeboden door de parochie van Wildert bij mijn afscheid.
Woensdag 14 januari vloog ik naar Madras en jawel, ik overnachte er bij de paters SJ. De straten zijn er properder en de chauffeurs rijden rustiger. Ik heb er een wandeling gemaakt. Ik had dorst en kocht een fles water. Het deksel scheen mij niet erg origineel en ik heb dan maar een groene kokosnoot leeg gedronken.
Ik heb ook mijn vuile schoenen laten poetsen. De man maakte er werk van. Het bleef maar duren. Hij leek op mijn schoenen verliefd te zijn. Toen ik vroeg hoeveel het kostte, antwoordde hij dat ik mocht geven wat ik wou. Hi is er wel bij gevaren.
De volgende dag wenste ik met de trein naar Trichy te rijden. De Jesuïten hebben voor een ticket met voorbehouden plaats gezorgd. Zij hebben mij tot aan mij zitplaats begeleid en mij voorgesteld aan mijn buurman, die ook een christen was. Ik heb tweemaal koffie en een gebakje moeten aannemen en ik mocht hem niets aanbieden, want ik was zijn gast.
We waren vertrokken om kwart voor vier in de namiddag en na 320 km kwamen we toe om 10 uur 's avonds. Bij het uitstappen vroeg een man met alleen een lendendoek om zijn heupen of hij mijn valies mocht dragen. Maar mijn buurman had die al in de hand en was niet van plan om die af te geven. De man vroeg het een tweede en een derde keer en smeekte toen op zijn knieen. Hij droeg mijn valies op zijn hoofd voor ons uit. Buiten het station was de buurman mij te vlug af om hem een fooi te geven.
Een Jesuït bleek al een tijdje achter een Herman Dupré te zoeken en voerde mij naar het college. In Ranchi moet de telefoonrekening wel hoger geweest zijn dan normaal.
Voor een staatsexamen oefenen de leerlingen de leerstof samen in. Luidop hameren zij de teksten er in, ook de minder begaafde leerlingen om toch zo ver mogelijk te geraken.
Voor een turnwedstrijd tussen scholen wordt er duchtig geoefend. Men wil niet onderdoen.
|