Aywaille aan de Amblève in de provincie Luik
Foto genomen uit Wikipedia
Op een verlengd weekeinde in het begin van de maand november wilde ik met mijn klas twee dagen doorbrengen in Aywaille.
De leerlingen zouden voor alles instaan. Alleen voor de slaapgelegenheid had ik daar afgesproken met de hulpdienst voor ongevallen in de grotten.
Een deel van de klas ging zorgen voor een treinreis van Zichem naar Aywaille en terug. Voor het groepsticket en voor de uurregeling stonden zij in. Anderen bestudeerden de bodemgesteldheid en de geschiedenis van de streek om dat in de trein aan de anderen uit te leggen.
Bij onze aankomst zegde ik dat ik gedurende deze twee dagen geen leraar wenste te zijn en zeker geen politieagent. Ze vroegen of zij mij dan ook Herman mochten noemen en voegden er onmiddellijk aan toe: ' Maar op school is het opnieuw 'Meneer' hé'. Natuurlijk was ik direct akkoord.
Het duurde niet lang of zes leerlingen kwamen naar mij toe: de ene helft van de klas wilde voetballen en de naderen wilden de omgeving verkennen. Ik vond dat zij dat zelf als grote mensen onder elkaar moesten uitmaken. De hele klas stemde er mee in eerst in de omtrek een wandeling te maken en daarna te voetballen.
Met een luide stem orakelde het haantje de voorste van de klas: 'Wij gaan vandaag niet slapen maar doen het nachtje door !' Daar was ik op voorzien. Onder de leiding van gidsen zouden wij in de namiddag vier uur lang in een grot afdalen. Ik was ervan overtuigd dat na zo'n inspanning niemand de hele nacht wakker kon blijven. Deze grot kende ik niet en zij was daarom ook voor mij een nieuwe ervaring.
In het lokaal stonden allerlei dranken en ook een sigarenkistje met een prijslijst. Voor het verblijf en voor de gidsen in de grot en in de steengroeve hoefden wij niet te betalen. Ik verwachtte van de leerlingen wel dat iedereen het juiste bedrag in het kistje zou neerleggen.
Na het avondeten zaten wij gezellig samen. Om half elf had ons haantje de voorste nog wat te zeggen: 'Mannen, iedereen weet dat er in onze klas leerlingen gewoon zijn om tien uur te gaan slapen. Die hebben niets gezegd maar fijn meegedaan. Dat vind ik tof. Daarom blijven wij nog een half uur op en dan gaan wij allemaal slapen'.
In een tijdspanne van één dag hadden zij geleerd echt om elkaar te geven.
|