Petrus krijgt nogal op zijn donder. Jezus heeft meerdere keren gepredikt over het koninkrijk, dat Hij gaat stichten. Nu vertelt Hij dat ze Hem zullen doden. Dan valt de toekomstdroom van Petrus helemaal weg. Op dat ogenblik denkt Petrus nog dat het geloof in Jezus hem een groot voordeel zal schenken. Mettertijd leert Petrus dat het geloof een grote inzet vraagt en omwille van zijn geloof in Jezus wordt hij gedood.
Een volgeling van Jezus moet zichzelf verloochenen. Dat houdt in dat men God in het leven God moet laten zijn.
In een voorbede tijdens een eucharistieviering bad men om de genezing van een man, die de dokters totaal hadden opgegeven. Dat is geen geloven meer. Dat is God voor zijn kar zetten. God moet in gang schieten en wel met een wonder.
De dood hoort bij het leven. Ons christelijk geloof beschermt ons niet tegen de menselijke dood maar geeft uitzicht op een eeuwig leven in de heerlijkheid van Gods liefde.
Zichzelf verloochenen houdt ook in dat men met zijn hart naar medemensen kijkt.
De anderen moeten kunnen voelen dat ge echt om hen begaan zijt.
Laten wij vanuit de kracht van ons geloof de wereld menselijker maken.
|