1978-04-16-zo, op zee, ± Porto, naar de straat van Gibraltar
Hier zijn we weer. Vanmorgen rond 06h waren we ter hoogte van Porto. We vaarden 16 km in zee (uit de kust heet dat hoor) en hebben geen land gezien vandaag.
Geen land zien vond ik toen nog, als bleuke, blijkbaar iets dat moest vermeld worden.
Morgen namiddag gaan we langs Gibraltar, de Middellandse Zee in. Vandaag hebben we maar 8 uren gewerkt, op weekdagen zijn het er 10. Het schip rolt behoorlijk, maar ik ben niet meer zeeziek geworden. ’k Heb mijn doop gehad. Naar het schijnt ben ik er door. Olé!
Ik wil nooit meer zeeziek worden, of luchtziek of wagenziek of iets anders. ’t Is gene lol.
’k Heb nu wat meer gegevens over het schip. Gekregen van de 2de stuur. Het heeft een laadvermogen van 65.000 ton, naar gelang de lading geeft dat dan een ander volume. Het schip zelf weegt, met bemanning en al, 20.000 ton We doen gemiddeld 12 knopen, dat is een 22 km/h. Fruitschepen gaan tot 60 km/h. Die rollen meer: ze zijn lichter geladen en varen sneller.
Voor het ogenblik varen we 'ralenti' (economical speed, in Algemeen Goed Scheeps) want we mogen niet te vroeg toekomen. Onze plaats is nog niet vrij => hoogstwaarschijnlijk zullen we aan de kade liggen deze keer. (Napels)
Ivm met ladingen die gaan schuiven, de marco had enkele nachten geleden een SOS van een schip ontvangen van een schip dat daardoor in moeilijkheden gekomen is. We zaten er ± 100 km van af. (km? Blijkbaar dierf ik toen nog niet over zeemijlen praten) En aangezien dit een druk bevaren route is waren andere schepen dichter bij dan wij. De 11 opvarenden zijn gered. ’t Zal wel in de krant staan zeker? De Hollanders zijn gaan redden. De marco vertelde dat Nederlanders echte haaien zijn. (sleepvaart) De wet op het bergen van wrakken bestaat nog, snapt ge. En de %-tjes tellen, amai! Proper he.
Druk bevaren is het hier wel. ’s Avonds zie ik wel 8 of 10 schepen. Op zee kunt ge goed zien dat de aarde rond is en bol. Dat ze daar voor ooit ene ter dood veroordeeld hebben pleit toch niet voor de katholieken he.
’k Heb eens overlezen wat ik tot hier toe geschreven heb. Er staat veel over mij en weinig over andere mensen. Die info hou ik voor als er eens 3 weken niks te beleven valt. Dan schrijf ik over de anderen, de hiërarchie, de 'standing' van een stewardess (houdulle vast) en de algemene toestand en zo. Het schip beschrijven ook. U vraagt, wij antwoorden.
Vanaf vandaag moeten we niet zuinig zijn met water. Dat zit zo: het water wordt hier aan boord gemaakt, ontzout en bewaard in tanks. Dat zoet water wordt dan gebruikt voor de hele huishouding (26 personen) Maar met die Amoco Cadiz (Bretagne, 1974) konden ze in grote zones geen zeewater meer pompen omdat het vervuild zeewater de installaties zou naar de bliksem helpen. Daardoor moesten we het doen met wat in voorraad was. Tof hoor. Vol zeep onder de douche staan en dan ineens geen water meer, geen warm of geen koud. Enfin, da’s nu over.
Verwarming en /of airconditioning komen ook van de machine. Elektriciteit ook => iedereen laat zijn lichten branden. MAAR: die TL lampen hebben een beperkte levensduur. Die lampen trekken zich dat niet aan, dat ze gratis consumeren. Die floepen na een tijd. En dan brult de elektrieker dat hij wel wat anders te doen heeft in ’t machien dan buislampen te vervangen in de cabines, de gangen (alleyways, m!) en de wc’s. Over dat brullen heb ik het later wel eens.
De verhoudingen liggen hier heel raar. Hiërarchisch staat alles op papier, maar in de praktijk loopt het wel anders. Gelukkig ben ik niet op mijn toot gevallen. En nu vallen mijn ogen toe. Slaapwel.
m, toen 26j en het bleuke onder de opvarenden - tekst uit de scheepscorrespondentie van toen - https://nl.wikipedia.org/wiki/Amoco_Cadiz_(schip,_1974)
|