1981 -02 -07, Livorno , Italië
Het is nu 19h49. Dat wil zeggen dat ik al 49 minuten naar een Italiaans radiostation luister. Ofwel zijn die zangers allemaal vreselijk kwaad (misschien te weinig zout op de spaghetti) of anders gaat het over vree gepassioneerde liefdes. Ze blèren hun stem kapot. Ha, hier zingt der ene over : finalmente tú, securamente tú. Die staat in panne langs de weg en ziet Via Securamente TU-ring Wegenhulp finalmente opdagen. van opluchting zingt hij met grote uithalen. Dit is een liedje waar ik in kan komen. Het gaat precies al een beetje beter toch hé, met mijn Italiaans? –larie hoor, ik heb die taal nooit willen leren-
Vanmorgen zijn we aangekomen, en vanmiddag, zodra we onze lires op zak hadden ging ik een boodschapke doen. Onderdelen voor de miniatuurboten voor de broer van TC. Na Japan is Italië het land van de losse onderdelen, zegt die.
En hier begint het verhaal. Ik heb niks tegen Italianen hoor, absoluut niet, maar laat deze brief niet aan Silvano lezen.
Het adres had ik van een italiëktueel, dat is een Italiaan die ook kan spreken zonder handgebaren. 'Modellismo, Via della Campana, zijstraat van de Via Garibaldi'. Garibaldi deed me direct denken aan de geschiedenisboekskes van de schooljaren: 'Het Italië van Garibaldi' 3 x overschrijven en thuis laten tekenen!
Ik mocht meerijden met Mario, ene van het agentschap. Tof van hem hé, zo uit zichzelf een lift aanbieden. 5.000 lires maar tot in de stad. Dat heb ik spontaan betaald. Dat alles dicht was had hij wel voorspeld, maar ik wou en zou toch efkes het terrein verkennen en in stilte dacht ik : toe of niet toe, doetternitoe, ik bel wel en dan gaat die deur open voor mij … ter plaatse twee grote metalen rolluiken en géén bel!
Rolluiken naar beneden en het moreel ook. Een beetje rondgelopen. Alles gesloten, heilige siësta. Geprobeerd in de plaatselijke Gele Gids andere modellismo adressen te vinden maar ik geraakte aan hun rubriekensysteem niet aan uit en ik heb het maar gauw & rap opgegeven. Ik moest om 15h30 weer aan boord zijn, aan het werk.
De Italiaanse reputatie indachtig van ik-haast-mij-langzaam, begon ik een uur op voorhand de terugreis te organiseren: bar binnen, een rood wijntje -dronk ik toen nog wíjn?- en wil u aub een taxi bestellen? Zodus, al moest ik nog drie kwartier wachten op de taxi, dan kwam ik nog op tijd aan boord. Madam van de bar probeert drie verschillende telefoonnummers. Twee antwoorden niet (zaterdag) en de derde geeft de bezettoon. Die had de hoorn afgelegd, het is zaterdag voor iedereen, dacht die.
1981-02-27 - vervolg, op zee
Er beginnen andere mensen (mannen) naar ons te kijken, vragen aan de barmadam wat of er niet gaat, maar dan met veel meer woorden. En ze werden ineens behulpzaam, allemaal. Zó behulpzaam! En ik had nochtans niks misdaan … Ze moesten weten waar ik naar toe ging. Ik toon het kaartje waar het adres van het schip opgeschreven stond. Op dat kaartje stond ook het adres van de shipchandler -scheepsbevoorrader- met prijsaanbiedingen voor champagne en kaviaar. Ze stuurden me al naar een ander adres waar ik champagne en kaviaar vele, vele goedkoper kon kopen. En zij een % hadden waarschijnlijk. Ik kreeg het warm en werd kwaad: Nondedju, gene kaviaar nodig en een taxi aub naar Sintelmar en naar nergens anders. Dat verstonden ze. die nondedju? Sintelmar was niet zo ver, dat kon ik gemakkelijk te voet doen volgens ene die scheel keek. Jaja, die zou het wel eens uitleggen. "Cinque minuti" zei ene die er meer kijk op had. En toen deed die schele 'mon oeil' of zoiets en begonnen die twee ruzie te maken. Ik heb betaald en ben in een andere bar iets gaan drinken om een taxi te bestellen. Die barmoeder legde het beter aan boord. Ze stuurde ene Bimbi de straat op om een taxi te gaan zoeken. Het werd ondertussen hoogdringend tijd en ik werd nog wat zenuwachtiger. Maar Bimbi kwam toch terug met een taxi, een echte, met vier wielen en zo. Ik had die taxichauffeur gezegd dat ik gehaast was en we zijn drie keer bijna dood geweest dus had ik dat beter niet gezegd. Enfin, ik was op tijd aan boord, dat telt ook mee.
De collega gaat aan de wal, ik zou de service in mijn eentje doen, en ik vraag of hij in 'Modellismo, Via della Campana, zijstraat van de Via Garibaldi' efkes wou langsgaan voor onderdelen die op het papiertje staan. Later op de avond kwam de collega weer aan boord. De vent van het modellismo had zijn geld niet willen aannemen. Hoe? Wat? Omdat het een spiksplinternieuw ongevouwen biljet van 100 USD was betrouwde die spaghetti het niet. Collega had dan naar een bank gezocht om te wisselen in die rotlires, maar op zaterdag zijn alle banken hier dicht zodus kwam hij zonder mijn materiaal weer aan boord. De onderdelen voor de broer van TC zijn hier drie keer goedkoper dan in België, de collega heeft die dingen in zijn handen gehad, maar hij kon ze niet kopen.
Maar welk groot licht gaat er ook met een 100 dollarbiljet aan de wal in het Italië van 1980! Túúrlijk dacht die man van Modellismo dat het een vervalsing was! Misschien maakte hij na zijn uren zelf ook vervalsingen als kleine onderaannemer bij de maffia, modellist zijnde.
Zeg nu zelf, wie wil er in zo’n land op vakantie komen. Ik alleszins niet. De Italianen hebben het bij mij verkorven en het is hun eigen fout. Zij zijn begonnen.
PS : binnen twee dagen zijn we in Freemantle, Australia.
|