1982-05-11, op weg naar Thunderbay, Canada (Grote Meren)
Dag allemaal,
Het is hier verschrikkelijk warm. Nu weet ik niet of ik het voor vertrek nog gezegd heb of nadien al geschreven. Ik had bij WB een frigo voor de cabine besteld. Heeft hij al iets laten horen? Liefst zo’n ultra smal model. Het moet tussen de kleerkast en de seat komen en voldoende plaats overlaten om naar de badkamer te kunnen. Hem zal ik ook nog een briefje schrijven. Hopelijk bereikt hem dat vroeg genoeg om iets klaar te hebben staan tegen dat het schip er is. Ziezo, genoeg over die frigo.
Er is weer een mooie film op TV, iets met square dansen en gevechten. ’k Schrijf deze brief tijdens de reclamebeelden.
Zaterdagavond zijn we naar de plaatselijke Seamen’s Mission geweest. We kregen daar cake en koffie van de dominee en zijn vrouw. Precies of wij waren uitgehongerde landlopers. Maar eerst zouden we bidden. Die dominee begon daar zo heel modern een gebedje te improviseren over gods beschermende hand boven ons hoofd tijdens hevige stormen wanneer wij bang zijn en zo. Die pee zou ons nog efkes nerveus maken ! Liever een paar bekwame officieren boven op de brug en beneden in ’t machien dan een beschermende hand die ergens boven ons hoofd zou moeten zweven. Die dominee had ons nog nooit horen vloeken tijdens stormweer.
Terwijl ik dit zit te typen herinner ik het mij. ’k Zit hier te lachen gelijk een zotteke. In mijn zeevarende jaren had ik een tamelijk uitgebreid gamma vloeken. Tot zelfs in het Spaans, en dat waren nu juist niet de mooiste of de properste. Maar als dame vervloekt men het stormweer men binnensmonds natuurlijk. Die Spaanse vloeken had ik van de Spaanse matrozen. Er waren termen bij die zelfs de Chileense matrozen niet kenden. En ikke wel. Nànanàà ♫ !
Môja, we kregen cake en dat bidden hoorde erbij. Onze revanche kwam direct daarna. De dochter van de dominee was ook present. Het gesprek ging over Argentinië. Miemamzel veronderstelde dat dat land in Afrika lag. Algemeen gegrinnik en gekijk. Zeelieden zijn niet zo tactvol op den vreemde. Zij weet misschien alles over god, maar over zijn schepping weten wíj meer. Als er één land in het nieuws geweest is de laatste weken, dan zal het toch wel Argentinië zijn met de Falklands. En dan durft zij zoiets zeggen, luidop. Zodoende dierven wij lachen, ook luidop.
Ondertussen zijn we twee dagen verder en zijn we aan de grote kuis begonnen want het schip – de bewoning - is weer verschrikkelijk onderkomen. Ziezo, dat is het voor vandaag.
|