1982-10-09, Alexandrië Egypte
Dag allemaal,
Hier zitten we nu. We zijn 04 sept uit Portland (Oregon, wetkust) vertrokken en zijn hier op anker gegaan. Alles bijeen 34 dagen onafgebroken vaart. Het enige wat er tussendoor te zien was: Madeira en Gibraltar. Op de duur staat een mens daar speciaal voor op.
Hier snap ik iets niet. Er moet toch ook Panama geweest zijn! Het Panama-passage is toch iets speciaals, spectaculair, een belevenis tegenover het streepke land dat Madeira is of de Gibraltar-doorvaart. En daar schrijf ik niks over? En het kan niet zijn dat we via Suez naar Alexandrië gevaren zijn, want dan zou ik Madeira en Gibraltar niet vermeld hebben. Mysterie …
Die 34 dagen zijn nochtans omgevlogen. Het blijft hier een goeie ploeg, gelijk wie er vervangen wordt. De nieuwkomers worden in een minimum van tijd aangepast en bijgeknipt tot ze fitten in de ploeg. De chef mecanicien zei een paar dagen geleden: "Dit schip is een tamelijk gemoedelijk bootje, altijd geweest, en dat hebben ze op de compagnie niet graag. Maar we houden het zo." En daar helpen wij dus danig aan mee, newaar.
In Vancouver (Canada, westkust) stonden plots Nooke en Michel aan boord. –Noo is de collega van schip 04 Ik had hen in de maand mei in Montréal gezien, en ze spraken toen al van verhuizen naar de andere kant van het land maar dat het zo rap zou gaan, dat had ik niet gedacht. Een maand of twee geleden schrijf ik hen een kaart van uit San Francisco, naar Montréal, om te zeggen dat het mij zeer spijt maar dat we deze reis aan de westkust zitten, enfin, zaten. En dat ik nog wel eens zou schrijven. Nooke en Michel hadden hun post laten nasturen en toen ze mijn kaartje ontvingen nam hij de gazet van Vancouver en keek in de lijst van zeeschepen of dit schip toevallig in de stad was en om 18h30 stonden ze ineens aan boord. In volle service. Ik dacht dat ik spoken zag.
’k Herinner me dat moment héél goed. Ik stond in de mess met een slakom in mijn hand. ’k Zag door de open deur Noo voorbijgaan in de alleyway. Ze wuifde efkes. De slakom schoof bijna van mijn serviette en mijn knieën werden helemaal rubber: dit kán niet! Montréal ligt op de Saint Laurent, dan is 5000km van hier. Dit is een hallucinatie.
Toen ik in de pantry kwam had ze jas en tas al aan een haakje gehangen en stond ze mee af te wassen. Wat een collega. Wat een weerzien! Terwijl ik dit zit te typen krijg ik weer tranen in de ogen. In de mess vroeg de capt wat er gaande was. Ik zeg dat een ex-collega hier is, getrouwd met Michel xyz en dat ze mij een bezoekje brengen.
- Michel xyz? De chef mecanicien? Geëmigreerd? Is hij hier aan boord? Waar? - Hij is in de keuken en in de mess matrozen gaan goeiedag zeggen, kaptein.
Er werd een fles wijn besteld en of Michel naar de kapteinstafel wou komen. En zijn echtgenote ook natuurlijk. Maar die schat van een Nooke vertikte dat en bleef bij ons in de pantry meewerken tot alles was afgeruimd, afgewassen en weggeborgen. Een collega uit duizend. Hoe de rest van de avond verlopen is weet ik niet meer.
Deze maand is Noo waarschijnlijk in Wilrijk om haar ouders te helpen inpakken. Zij nemen hun meubels mee naar ginder. –zij zijn op hun ouwe dag dan ook maar geëmigreerd, omdat de kleinzoon en zijn echtgenote daar al woonden en werkten en toen ook Noo en haar man. En zij, zij sloten de rij.
Nu over iets anders. Er is gisteren een Egyptenaar aan boord geweest, de agent. Die zou vanmorgen de post brengen. Niks gezien natuurlijk. 'Vanmorgen' zal wel maandag betekenen. En we zouden hier maar 4 dagen op anker liggen. Doe daar maar een 10 dagen bij, want die Arabieren liegen dat het klettert. –dat mag van hun godsdienst En ze hebben zogezegd moderne installaties om de lading te lossen. Het zou máár drie weken duren. -jaja ..., zoals enkele schepen tevoren in Safaga, Rode zeekust
Wat ze hier modern noemen valt nog te bezien. In Rotterdam was het hypermodern en daar kregen ze het schip maar op 7 dagen leeg. Enfin, hoe langer we op anker liggen, hoe liever, want tegen de kaai krijgen we al dat volk over de vloer en dat is ook niet geestig. En vliegen dat die meebrengen! Drie dagen later kruipen de maaikes over de vloer van de alleyway en dat is ook niet geestig. Gelukkig hebben we nogal straffe ontsmettingsmiddelen aan boord. De bootsman heeft de sleutels van een aantal lockers -bergplaatsen- en dat komt vree goed van pas. -ja, dat was dus Alexandrië, ooit de stad van wetenschap, cultuur en beschaving
Via de wereldontvanger kunnen we hier Radio Cyprus ontvangen. Daar zit een BBC zender met goeie muziek. Hier ook trouwens. Er zijn plenty American Forces Network Radio in de buurt. Of toch hun antennes. Nog een Franstalige zender, dat zou Radio Alexandrie kunnen zijn, die een paar uren per dag in het Frans uitzendt. De TV is hier niet veel zaaks. Sinds eergisteren kijken we een feuilleton in het Arabisch en we geraken het er niet over eens wat er nu eigenlijk aan de gang is. We kijken met z’n 3. Nika, mijn nieuwe collega sinds een maand en een paar dagen, de boots en ik.
Mona moest in Vancouver om persoonlijke redenen naar huis en Nika is haar daar komen vervangen.
Elk van ons heeft haar / zijn versie van de aflevering. De bespreking en het fantaseren achteraf zijn plezanter dan het TV-kijken. We hebben ook al een western gezien met Arabische ondertitels. Volgens de boots stonden die vol schrijffouten.
Ik verslijt hier collega's of het niks is. Dat is nu al de derde in 6 maanden tijd. Eergisteren was ik 6 maanden aan boord. Dat ben ik vergeten te vieren begot. Dat moet dus nog gebeuren.
Het is hier zo gemoedelijk aan boord dat ik er over denk om bij te tekenen. Dan zou ik tenminste verlof in lente en zomer hebben en niet in de winter zoals vorig jaar. Hopelijk komt onze eerste captain terug, dan teken ik zeer zeker bij. En die komt terug, daar wordt nu al over gesproken. –hij is niét terug gekomen maar ik heb wel bijgetekend
Nu ik terug denk aan die eerste ploeg hier : in het Panama Kanaal zien we Marcel (een matroos) rennen naar de vlag achteraan, in volle galop. Rennen is streng verboden aan boord dus vragen we wat er gebeurt. "De Montaigle is op komst, we moeten groeten." -de Montaigle was een ander Belgisch schip Groeten houdt in : vlag naar beneden en weer omhoog. + toe-oet, op volle zee. Maar in het kanaal mag de scheepshoorn niet, dus enkel de vlag. Marcel standby bij de vlag.
Ikke naar binnen, twee witte servietten gaan halen om te wuiven, daar moest zo eens iemand aan boord zijn die we kennen. Daarop krijgt het Grieks schip dat we aan het kruisen waren panne aan de stuurinrichting. Ze zaten bijna in den decor. Iedereen vertraagt, wij zeker, om niet te moeten uitwijken of we zaten ook in den decor. Het is daar nogal smallekes. De Montaigle vertraagt dus ook. Zij konden niet zien wat er gebeurde want ze zaten juist in de bocht, maar wij zagen die Griek schuiven en de Montaigle volle kracht achteruit slaan om te remmen (dan komt er heel veel roet uit de schouw) en het duurde nog een tijdje eer we hen kruisten. Alles oké, anders zaten we nu nog in droge dock of op een shipsyard ginderachter.
Dus de twee Belgen schuiven mekaar voorbij, een gejuich en een geroep, precies of het was nationale feestdag. Iedereen herkende wel iemand met wie hij/zij al eerder gevaren had. Ineens zie ik daar de man van Rie staan. Ikke wuiven, maar in grote paniek : waar is Rie dan, is zij wel aan boord? Want dat kiekske wou absoluut een kind en ik was al bang dat ze daardoor thuisgebleven was. –géén zwangere vrouwen aan boord Ineens hoor ik brullen Yoe-hoe, hie-ier ! Ik hoor mijn naam roepen maar ik zie haar niet. Mamzel stond een deck hoger. Allez, goed, ze zag er gezond uit zo van ver. En ze kon weer in haar blauw kleed, dus is ze vermagerd. En niet zwanger.
|