1983-07-22, ergens in Japan
Dag allemaal te gader,
Op den duur weet ik niet meer waar we precies zitten. Al die Japanse namen lijken zo op mekaar en met dit schip gaat alles zo vlug, dat ik de namen van de havens niet kan onthouden. -het was een producttanker, kerosine
De vlucht heeft verschrikkelijk lang geduurd. Ik denk dat we alles bijeen 36hrs onderweg geweest zijn, maar daar ik ben niet zeker van. 'k Zat in de knoei met BT en LT -Belgische tijd en Lokale tijd- en ik kan er nog altijd niet goed aan uit. 'k Heb daar een briefje geschreven en ik hoop dat het toegekomen is. Heeft mama Chris kunnen bereiken? -dat afwasje!-
Van Kopenhagen was het ongeveer 10 hrs vliegen naar Anchorage, Alaska. -aha! dan had ik me tóch goed herinnerd Daar moesten we 40 minuten wachten omdat het vliegtuig moest bunkeren. Er moest ook nieuwe proviand aan boord komen, twee containers van Marriott. Dat is een keten klasse-hotels over Noord-Amerika. -en later wereldwijd
We vlogen met SAS, dat was te merken aan de service, Scandinavisch comfort. Warme doekjes op onze kop, willen of ni. Weer eens lang vliegen en we waren in Tokio. Het is als die tijd niet donker geweest want we vlogen door de poolzomer en daarna richting oost, De Rijzende Zon tegemoet. Volgens wat ze hier aan boord vertellen mogen we ons gelukkig prijzen dat we over de noordpool gevlogen zijn want over Azië duurt de reis vier dagen aan een stuk. Geen overnachting tussendoor. Waarschijnlijk te duur. -viér dagen? Zou dat geen fabeltje geweest zijn?
In Tokio stond een busje ons op te wachten. Na een uurke rijden waren we in Chiba. Ze rijden hier links. Veel Japanse wagens op de baan. Hoe zou dát komen? Het schip was nog niet toegekomen en we mochten een nachtje op hotel.
Van Tokio naar Chiba is een mooie weg. Een landschap dat lijkt op de Ardennen maar dan met Japanse huisjes in en een weer lijk een zomer in België, regenachtig en bewolkt. Precies thuis, op een paar elementen na. Het hotel was fantastisch. Geen overdreven luxe maar wel alle comfort. Echt wat men nodig heeft na een reis van een halfrond. Ik was helemaal opgeblazen, gezwollen enkels en voeten, etc van zo lang stil te zitten in een vliegtuig. -dat is er met de jaren absoluut niet op gebeterd
We komen in het hotel toe, douchen, eten, lekker. Ik heb het duurste genomen, de rederij mag maar betalen, want we krijgen hier aan boord geen overuren. -daar stond Nedloyd om bekend, de gierigste rederij in België.
Nedloyd had toen ocharme vier schepen onder Belgische vlag in uitbating en had een kantoor op de Britselei. Volgens mijn ervaring beschouwden zij zeevarend personeel als onkost ipv als investering. Bij hen blijven varen was financieel gezien puur tijdverlies. Het verhaal ging dat die Belgische vestiging met vier schepen, een manier was om een kwiet van een schoonzoon een bezigheidje te geven bij de Belgen want ze wilden hem liever niet in het moederbedrijf. Dat is het verhaal dat toen circuleerde. Waar of niet waar …?
'k Dacht in het hotel slaap te kunnen inhalen, om 's anderendaags fris en fit aan boord te kunnen gaan. Ja, salut! Om 22h was ik weer wakker, tot 04h. Toen het tijd was om op te staan lag ik de spinnen als een kat natuurlijk. Het heeft hier nog 3 dagen geduurd eer het tijdsverschil uit mijn lijf was. Nu krijg ik tenminste vaak en honger op de gepaste tijden en niet meer op de onmogelijkste uren van de dag of de nacht.
Aan het hotel kwamen ze ons weer met dat gek busje halen. Er was iets in die wagen dat om de paar seconden 'tingting' deed. We dachten eerst dat het een signaal was van de ruitenwissers, of van de richtingaanwijzers, maar dat was het niet. En aan de chauffeur of aan de agent moesten we het niet vragen, hun Engels was onverstaanbaar. Dat hebt ge hier. Ze staan daar iets te blaffen gedurende een paar minuten en als ge hen dan duidelijk maakt dat ge het niet verstaan hebt zeggen ze met die schijnheilige grijns: Don't you speak English?
Waar het fabeltje vandaan komt dat Japanners zo’n beleefd glimlachende mensen zijn weet ik niet. Dat glimlachen is ronduit lelijk. Angstaanjagend bijna. En beleefd zijn ze waarschijnlijk onder mekaar, maar niet tegenover buitenlanders. Ik vind het hautaine mensen. Het enige goede zijn hun parels en hun keuken, de rest mogen ze houden.
Van de bus naar het schip was ook een hele onderneming. De bus kon niet tot aan de gangway rijden. We moesten met onze bagage een trap op en dan een heel eind over metalen rasters waaronder pijplijnen lopen. Ik kreeg direct hoogtevrees. Iedereen was beladen als een muilezel en ik bolde verder met mijn valies. Een geluk dat onder dat ding wielen staan. –rollertjes die met moeite over de rasters konden, het was sleuren en trekken Weer trappen op en dan een soort kiekenladder af. Dat ding doet hier dienst als gangway. De halve bemanning zag ons, de nieuwkomers, staan sukkelen en hijsen en sleuren, maar denk nu niet dat een van die pummels een poot uitsteekt om te helpen hé. -wat nochtans gebruikelijk is
's Middags had ik een van die klutsers aan tafel. Mijn armen daverden nog van de inspanning, door die lastige ondergrond en mijn hand beefde dus een beetje. Zegt dat ventje ineens dat ik niet zenuwachtig moet zijn en dat ik niet bang van hem moet zijn, want hij monsterde toch af. Arrè!
Ik was al direct in volle form : "Als gij u staat te vergapen hoe ik mijn spieren verrek moet ge niet verwachten dat ge in stijl geserveerd wordt. En dat ge afmonstert hebben ze mij al gezegd: diene die altijd te laat aan tafel komt gaat er gelukkig af." Ziezo, die had zijn saus en ik voelde mij van de klop al ingeburgerd. WSN heeft ooit gezegd dat ik als serveuse 'gene kadoo' ben, maar als stewardess nog vele minder denk ik.
Een mess is eigenlijk een klasje, met hier en daar een haantje en dat soort mensen moet DIRECT een antwoord krijgen of de situatie escaleert. Waarna ik de service weer fluwelig en professioneel voorzet, alsof er niks aan de hand is. Het haantje in kwestie krijgt zelfs een extra glimlach. Dit alles uit : “De wijze Lessen van Yvonne”, 1978, nooit uitgegeven, nooit opgeschreven, maar wel geabsorbeerd.
De collega valt mee. We werken nu al 5 dagen samen en het gaat goed. Hopelijk blijft het zo. Zij en haar man (de 2de kok/bakker) blijven nog twee maanden en dan worden ze afgelost, samen met nog een flink deel van de bemanning. De keukenploeg valt mee. Dat is belangrijk voor ons hé. De chef kok is van Genk. Hij kent de winkel in Hasselt, zegt hij. Of dat waar is weet ik niet want de meesten hier lijden al een beetje aan zeekolder en fabuleren. Wat wilt ge op een tanker, misschien ben ik 2 maanden ook zo. De terminals liggen telkens ver van de bewoonde wereld en aan de wal gaan wordt zo een expeditie.
Hoe rest van de bemanning is weet ik nog niet goed. Voorlopig heb ik nog weinig contact met hen. Maar de sfeer is goed. tamelijk democratisch. Buiten de staff wordt iedereen bij de voornaam genoemd. Het zal wel voor een deel aan het isolement liggen. Dit schip is in geen twee jaar nog in Europa geweest, de meeste schepen van Nedloyd trouwens. Het ziet er naar uit dat ik hier de volle 6 maanden zal moeten uitdoen. Financieel is dat erg , we hebben maar een half overuurke per dag.
Dat ik zo over die overtime jammerde komt omdat het beknibbelen op werkuren telkens ging ten koste van de onderhoudsuren, nooit ten koste van de service-uren, want dié tijden bleven ongewijzigd. Gebrek aan onderhoud werkt op het gemoed van de mensen en eerst en vooral op het mijne. De bewoning mag er niet groezelig uitzien, die moet shipshape zijn. Proper en in orde.
Enfin, aan de wal gaan kunnen we toch niet, dus grote uitgaven zullen er niet bij zijn. Als het schip in Europa zou komen monsterde ik direct af en ging onmiddellijk een nieuw volgnummer halen op de Pool om te mikken op een andere rederij. Maar dat plan blijft theorie, vrees ik.
Héhé, al na 1 maand en 16 dagen (zegt mijn zeemansboek) kwam het schip in Rotterdam en dat is een Europese haven, dus mocht ik afmonsteren. Gered!
Mijn cabine ligt benedendeks. Dat heeft een groot voordeel, ik zit ver van alles af, ik heb geen buren en dus kan ik op gelijk welk van de siësta of van de avond zitten typen zonder dat het geratel iemand stoort. Het nadeel is dat we hier niet direct weg kunnen wanneer er iets gebeurt. We moeten eerst de trap op. Verder is hier beneden iets meer lawaai van 't machien dan boven. Eigenlijk zijn het twee cabines met tussenin een gemeenschappelijke badkamer. Bijna een kleine suite? Ruimte genoeg. Maar vuil. Het heeft hier een tijd leeg gestaan en dat is er aan te zien. Ik heb al 1 helft uitgemest, morgen de rest. Morgen varen we weer. We gaan richting Singapore. -strategische positie- Onderwijl wachten we orders af. De collega vertelde dat dit schip evenveel op anker ligt als het vaart. In de 4 maanden dat zij en haar man hier aan boord zijn was er 2 maanden wachten op anker bij, wachten tot het schip gecharterd werd.. Dan zal het met het lawaai hier beneden wel loslopen. -als er zoveel geankerd wordt
Dit hier is onze 4de en laatste haven in Japan. Ik zal blij zijn wanneer we vertrekken. De bibliotheek hier aan boord is enorm. Ik denk niet dat ik in 6 maanden tijd alles uitgelezen krijg. De collega is een Spaanse, spreekt vloeiend Frans wegens opgegroeid in Brussel. Dat is hier de kans van mijn leven om een beetje Spaans te leren en nu heb ik mijn Spaanse boekjes niet bij. Dat moet weeral lukken hé. Hoe waren de vakanties? Laat eens iets weten.
Ik heb al een stuk of vijf zichtkaarten naar 't cafeetje gestuurd, enkel en alleen om er ene te doen watertanden. Wanneer we op zee zijn ga ik een beetje zonnebaden, dat moet lukken zonder te verbranden. Ik ben nog een beetje bruin van het sloeproeien. En er is een zwembadje aan boord.
Sloeproeien was een cursus die iedereen moest volgen. Tijdens het verlof dat vooraf ging aan dit contract heb ik die cursus van 3 weken gevolgd. Interessant, boeiend en tijdens de praktijkoefeningen soms hilarisch. Maar die episode is voor een tekst apart, die ik later tussen de andere teksten plaats, daar wordt ge van op de hoogte gehouden hoor, wanneer het zover is.
Het deck ziet er volgens mij eigenaardig uit. Tot hiertoe was ik gewoon de panelen van luiken te zien. -bulkcarriers Hier niks geen panelen. Enkel pijperijen en valven, een wirwar. Hoe ze er aan uitraken weet ik niet. Er zal wel een systeem inzitten anders was het schip niet zó ontworpen. Maar ik vind een bulkcarrier veel mooier.
Daar heb ik later totaal anders leren over denken hoor. Maar dit schip was een producttanker en de wirwar van pijperijen was groot in tegenstelling tot rust van een bulkcarrier. Alhoewel aan deck van een bulkcarrier de luikdeksels en hun onderbouw het rondomrond-zicht aan deck eigenlijk evenzeer belemmeren. Er gaat niks boven een olietanker. Wijds zicht alom. Bij goed weer op volle zee een ganse dag horizon. Zalig.
Ziezo, nu stop ik ermee. Dit moet vanavond nog in de bus, zodat de marco het nog kan meegeven aan de agent. PS : Laura en Dee, hoe is het met die grijze Opel Manta die soms ook 'auto' genoemd wordt? Rijdt het ding nog?
Dat was een autootje dat ik ooit gehad heb, ik die niet graag rij, een ouwe Manta 1000, en ik had hen die geleend omdat ze moesten wachten op hun nieuwe wagen. Het grappige was, dat autootje had de stoere zwarte zijspiegels van een Volvo. Precies een insect. Jammer dat ik geen foto van heb van dat zot ding.
|