met wapens aan tafel
Behalve ooit bij een schietkraam op de kermis ben ik nooit met wapens in aanraking gekomen. Eén keer heb ik een alarmpistool van dichtbij gezien en ik dacht dat het een echt wapen was, 'k wist geeneens dat het niét echt was. Het dichtste dat ik bij echte wapens geweest ben was aan boord van een gastanker, in Venezuela.
Ik moest de vier Venezolaanse watchmen lunch serveren aan tafel, om 11h20. Die gastjes (piepjonge militairen) bewaakten met hun vieren het schip, half-automatisch geweer op de arm. Het zal 1985 geweest zijn, of 1986, en ik weet niet welk politiek regime er toen in Venezuela was.
We lagen tamelijk ver het binnenland in, ergens op de Orinoco, ver van de bewoonde wereld, en we laadden ammonia bij een onooglijke terminal met daarnaast nog onooglijker barakken voor hun werknemers.
Dat zo ver het binnenland in een gastanker moest bewaakt & verdedigd worden vond ik toen vreemd. Verdedigd tegen wie of wat … Tegen de libellen? Orinoco libelle, mooie diertjes maar het waren er heel veel, té veel.
© Markus Wortmann
En dat die militairkes alle vier tegelijk en gewapend kwamen eten vond ik nog veel vreemder. Wie bewaakte ondertussen de voorpiek, de achterpiek, de gangway en de brug tegen die duizenden libellen? Niemand. De vier posten waren onbemand. Heet dat niet een bres in het bewakingssysteem … wat een macho-gedoe heel die bewakingsshow.
Enfin, ze waren om 11h15 met veel vertoon & decibels de mess binnengekomen, met hun werkschoenen recht van deck op de beige linoleum. Ze hadden zich zonder vragen neergepladijsd en ik kon ze nog eerst van plaats doen veranderen want ze hadden als hooligans zomaar de tafel van de mecaniciens ingepalmd. Zoiets kan natuurlijk niet. Ze zouden eten aan het linker uiteinde van de grote tafel, de gastentafel, zoals dat voor hen voorzien was. Dus vroeg ik hen aan dié tafel plaats te nemen. Wat ze met gezucht en met tegenzin deden. De toon was gezet.
En toen plaatsten ze elk hun geweer naast zich tegen de tafel, tussen hen in. Dat kon niet, tussen die stoelen moest ik kunnen staan om te serveren. De geweren stonden in de weg. Dus : geweren aan de kleerhaken bij de deur, uit mijn weg. Dat wilden ze niet, de geweren moesten naast hen blijven staan, securidad! (Jaja securidad, tegen de libélulas zeker …)
Ik deed teken naar de kleerhaken bij de deur, wapens afgeven in de vestiaire, geweren aan de haken of anders 'no comida', op een toon alsof ik het voor het zeggen had aan boord. 'No comida?' deden ze, dan zouden ze wel eens naar de commandante gaan. 'Commandante?', dat is maar een woord. Ik nam de telefoon en begon een nummer te draaien, het nummer van de keuken. Want ik kon onmogelijk rechtstreeks de kaptein bellen, dan zou ik mijn chef passeren …
'k Leg de wapen-situatie uit aan chef LD, en dat ik bang was van die halfautomatische dingen, en dat de watchmen allevier tegelijk aan tafel waren. Gewapend.
"Stuur ze maar naar Den Ouwe," antwoordde chef LD. "Allevier".
Ondertussen werd er aan de tafel zenuwachtig overlegd, fluisterend, alsof ik Spaans verstond. Ik legde de hoorn neer. Ik deed teken en zei dat ze alle quatro naar arriba mochten gaan, naar el commandante. Rápidamente. Jamaar! Zo'n moeilijke jongens waren zij nu ook weer niet hoor! Ineens was het No Problema! En met krampachtig-vergoelijkende grimassen haalden ze elk de lader uit hun wapen, legden die voor hun bord, en deden dan wat lacherig. Maar de geweren werden weer schuin tegen de tafelrand gezet en ze stonden nog evenzeer in mijn weg.
"Bueno," zei ik genadig en serveerde zo goed mogelijk de soep. Toen ik met de schotels voor het hoofdgerecht binnenkwam hadden die iele mannekes de soepterrine leeggegeten en stonden de broodmandjes van de andere tafels bij hen op tafel, zo goed als leeg. Ik dacht dat ik iets kreeg. Niet om de soep, soep is er altijd genoeg, daarom had ik de terrine ook op tafel laten staan, maar om het stokbrood.
Hoe moest ik bij de 2de service, om 12h, aan 'mijn' mannen uitleggen dat er niet genoeg stokbrood meer was voor bij de soep?
De vier leken verbaasd dat er nog een hoofdgerecht volgde. Ik zette de schotels op het dressoir, bracht de broodmandjes in veiligheid en ruimde de soepborden af.
Bij het serveren van het hoofdgerecht schopte ik per abuus & met een knal de eerste twee geweren omver. Nu ze ongeladen waren dierf ik dat per abuus wel. En ik excuseerde me natuurlijk. En omdat er duidelijk nog eten te krijgen was excuseerden zij zich ook voor dat wapengekletter. De twee mannen aan de overkant van de tafel legden hun geweren al opzij, nog voor ik bij hen was.
Uiteindelijk zag het er zo uit : de vier mannen zaten aan het ene uiteinde van de lange tafel, de vier laders lagen tussen hen in, en de vier geweren lagen op de andere helft van de tafel. Al die olierommel bovenop een wit tafelkleed!
Om 11h50 hoorde ik de deur van de traphal gaan. Klokvast. Dat was kaptein PE die naar de keuken ging voor zijn dagelijks overleg en praatje met chef LD. Klokvast, er zijn nog zekerheden in deze wereld.
Kaptein PE (in haven altijd in full uniform) komt langs de deur van de mess, ziet die ijzerwinkel op tafel liggen, en kijkt lichtjes vragend naar mij. Ik doe discreet teken dat ik het ook niet weet, waarom er aan deck geen enkele bewakingspost bemand is. En dat ik er niet kan aan doen dat die rommel op een wit tafelkleed ligt.
Van uit de deur bekijkt kaptein PE die mannen. Zwijgend. Traag en één voor één bekijkt hij ze. Nog steeds zwijgend. 1 stilte zegt soms meer dan 1000 woorden.
Toen zei hun hoofdman iets en ze stonden recht, namen hun wapengerei en wrongen zich onderdanig langs kaptein PE naar buiten. Die zette ook geen stap teveel opzij hé, van theatraal gedoe kende hij alles.
Ene van die gasten had in zijn haast zijn lader op tafel laten liggen. De man werd door kaptein PE terug geroepen, terug geblaft eigenlijk : "Hombre! …" Hombre kon zich weer naar binnen wringen, lader nemen en terug naar buiten wringen. Staart tussen de poten. Ziezo, de 1ste service was afgelopen. Ze waren zelfs hun appel vergeten mee te nemen. En in de tropen is appel een lekkernij.
Voor het avondeten aten ze in de dutymess (de werkmess). Dat leek me logisch ja, met werkbottinnen komt men niet in de mess, dan eet men in 'den duty'. En naar ik gehoord had kwamen ze daar om beurten eten. Dat leek me ook logisch ja, als er moet bewaakt worden, moet er bewaakt worden. Zelfs tegen libélulas.
EZW-08/2013, HiH 10/2014, 07/2016 , blog 02 tekst 585 – foto = https://www.pixoto.com/images-photography/animals/insects-and-spiders/dragonfly-orinoco-river-106636312
|