1987-06-01, 13h, op zee
't Is me weeral een week geweest hoor. Waar was ik nu gebleven …
Ah ja, bij dé spaghettisaus. Awel, ik ben de volgende dag naar het Brits schip gestapt met een emmer vers gemaakte spaghettisaus om hen te bedanken voor de hulp, zo moest de Britse chef niet koken. Om 08h45 komen we daar toe, zijn saus stond al op. De trip naar het ander schip is weer een verhaal apart hoor. Dat vertel ik thuis wel, anders komt er geen einde aan de episode. We hebben er een tas koffie gedronken, de Britse chef zou mijn saus invriezen en later gebruiken.
Ik zal het hier nu direct vertellen. Om 06h was ik aan de saus begonnen, een pot voor onze bemanning, en een pot voor de Britse reddende engelen van verse groenten & fruit. Rustig laten sudderen tijdens de ontbijtservice. Saus klaar en in emmer. De emmer (een witte, voor voeding) was vol tot iets onder rand en woog natuurlijk een pak zwaarder dan een emmer water. Een handdoek er over gebonden en we waren weg. Marie ging mee. Of zij zomaar weg kon van haar werk vroeg ik niet, op dat ogenblik was ik KEUKEN en zij was ONDERHOUD. Ik had me dus niet te moeien, maar ik herinner mij dat ik wel bedenkingen had, want van op deck en van uit alle patrijspoorten kan men ons zien stappen. Voor mezelf was ik gerust, want ik had van capt ST carte blanche gekregen ivm mijn tijdsgebruik, maar Marie niet.
Het schip was bijna geladen en lag op ongeveer dezelfde hoogte als de kaai. Onze gangway was binnengehaald en vervangen door een korte houten loopplank. Veel veiliger vond ik dat, met het oog op die saus. Voor we die loopplank afgingen moest ik efkes van hand veranderen, want die emmer woog werkelijk zwaar. Marie vroeg of zij de emmer zou dragen. Ik antwoordde : nee. Waarom niet, en of ik haar niet betrouwde. Ik keek eens recht in haar ogen en zei : nee.
Ik vertrouwde haar om twee redenen niet. Ten eerste : ze was tengerder dan ik, waarom zou zij die zware emmer kunnen dragen? Ten tweede : ze was een sufkop die niet keek waar ze haar voeten zette en om de twee stappen kon struikelen met mijn bedankingscadeau. Dit was niet zomaar een emmer spaghettisaus, dit was een emmer goud! Die emmer moest zonder ongelukken aan boord van het Brits schip geraken. En telkens als hij te zwaar werd zou ik wel van hand veranderen, zo dikwijls als nodig. Zij niet, zij zou mogelijk die emmer laten vallen.
Toen we bij het Brits schip geraakt waren, kwam de matroos van wacht de gangway af en deed teken dat hij de emmer wel zou overnemen. "It's heavy" zei ik. Maar misschien heeft hij dat niet eens gehoord. Matrozen hebben spieren en daardoor hebben zij een ander idee dan ik over wat zwaar is en wat niet. De emmer werd tot in de keuken gebracht. Missie volbracht.
Om 12h is ons schip vertrokken en wij maar wuiven met keukenhanddoeken. Wie bij hen niet te druk bezig was stond ook te wuiven. 't Was plezant geweest en 't was voorbij. Gelukkig maar. Want ik had die middag nog altijd hoofdpijn van dat avondje Engels praten. Als een mens dat niet meer gewoon is hé …
Sindsdien heb ik hier nog eens saus mogen maken, deze keer met meer plezier omdat het niet moést. En gehaktballetjes ook al eens. Onder leiding van Dominique natuurlijk. Da’s wel de 1ste chef die mij in zijn potten laat rommelen. Behalve chef PH dan, maar daar was bij momenten een hoekske af. In '82 was dat. -op schip 07-
16/05 zijn de anciens vertrokken & de vervangers toegekomen. Slechts zes vervangingen in het totaal maar wat een volksverhuizing! We waren ineens met 27 + een cargo surveyor = 28 mensen aan boord van dit schipke. En dan al die Amerikanen die hier rondlopen aan boord. Ik was blij toen ik de 17de ’s morgens de zes zag vertrekken en nog blijer toen we in Houston van de kaai gingen. Met al dat werk heb ik in Houston geen boodschappen kunnen doen. Gelukkig heb ik in de 6 lege cabines nog wat achtergelaten shampoo en tandpasta gevonden. Anders kon ik gaan bedelen links en rechts. Maar ik kom nog allerlei tekort. Dat zal voor Capetown zijn vrees ik. We gaan lossen in Richardsbay en daarna gaat het schip in droogdok in Capetown. 'k Heb nog nooit droogdok meegemaakt. Ik ben benieuwd wat dat voor ons, qua job zoal inhoudt. In Richardsbay komt capt BDS terug. Dat vind ik niet zo'n prettig vooruitzicht. We konden het heel goed stellen met capt ST, maar ja, ons gedacht wordt hier niet gevraagd hé. Capt BDS zijn broerke is hier al aan boord. Hij is voor het ogenblik 2de mecanicien en in Richardsbay vervangt hij deze chef mecanicien. 't Zal wat worden met die twee broertjes daarboven. Hunne pa is walkaptein bij deze rederij, voor 't geval ge het niet moest weten.
'k Hoop maar dat ze niet teveel nutteloze & nodeloze veranderingen gaan doorvoeren want het loopt hier nu op wieltjes en dat zouden we graag zo houden.
Marie is vervangen door een 2de kok/bakker (2nd Cook/Baker). Eindelijk een volwaardige ploeg in de keuken Sinds 16/05 moet ik niet meer in de keuken werken en BLIJ dat ik ben! Het waren zes memorabele en bewogen weken. Aub nooit meer, grootkeuken ligt me niet.
Terwijl ik dit typ voel ik weer de pijn tussen mijn schouderbladen, alles woog zo zwaar. En de pijn in de benen, lang stilstaan aan een werktafel is niks voor mij. Toen al niet. Dat er een 2C/B zou komen in de plaats van een andere steward(ess) hebben Dominique en ik samen bepleit bij capt ST. Hij en zijn madame kenden mijn manier van werken van op schip 09, en dus geloofde hij mij toen ik zei dat ik het onderhoud in dat klein kasteeltje gemakkelijk alleen aan kon. En er kwam een 2C/B ipv een steward(ess). Gered! Danku capt ST.
De 2C/B heet BM en is een verademing na Marie. Hij is nogal een pietje precies. Het zou me niet verwonderen als bij hem thuis de badkamer ingericht is in Rose Bonbon en Gris de Pompadour, maar er is een prima samenwerking en dat is het belangrijkste. Wat een verademing na 'mijn dierbare collega'.
Tiens, heb ik al verteld dat ik haar voorlaatste dag een bord tegen de vloer gekeild heb? Nu moeten ze al veel doen eer ik mijn zelfbeheersing verlies. (tenzij ik jenever gedronken heb, maar dat was vroeger, en dan werd ik giftig, niet gewelddadig). Enfin, ze krijgt me dus zo ver dat ik na zes weken geduld, via het doorgeefraam van uit de keuken plots en zonder een woord een bord tegen de vloer van de pantry keil. Ze mocht al blij zijn dat het niet tegen haar hoofd was. Stil en bleek van schrik heeft ze de rommel opgekuist. De scherven lagen tot in de 4 hoeken van de pantry. Ik zag bleek van koleire. En hartkloppingen! Mensen toch, er is niks zo vermoeiend als kwaad worden. De enige keer dat ik mijn handen uitgestoken heb naar iemand was in '80 en toen had ik ouzo gedronken. Sterke drank is voor niet veel goed precies, enfin, bij mij toch niet.
Deze keer was ik bloednuchter. Natuurlijk, 't was tijdens de middagservice. Zowel de officiersmess als de crewmess zat vol en niemand is komen kijken wat er aan de hand was. Dat was heel wijs van al die mensen. Dominique heeft me naar beneden, naar de groentenfrigo gestuurd om te bekomen. En neem maar een pint uit mijn bak, zei hij. Daar zat ik dan, bij 6°C bovenop een zak aardappelen een pint te drinken. En maar bibberen. Eerst nog van koleire en daarna van de kou. Na ±15 minuten en ben ik naar boven, naar de keuken gaan verder werken. 'k Ben de rest van de dag pompaf geweest. Om 15h was het ongeveer bijgelegd maar samenwerken met Marie hoeft voor mij niet meer. Nee danku, op geen enkel schip nog.
Wat was er gebeurd? Tijdens de middagservice vroeg ze iets aan het doorgeefraam, twee mensen aan een van de tafels had iets gevraagd, een bijkomend ding. Mij staat voor dat het over gebakken halve tomaten ging, maar het is lang geleden. Ik neem een bordje, leg daarop een halve tomaat en geef dat alvast door. Op het tweede bordje leg ik ook een halve tomaat en wanneer ik aan het doorgeefraam kom staat Marie daar wel, maar dat eerste bordje is weg? Was ik dan zo verstrooid? Tijdens de service? Ik nam nog een bordje en legde daar weer een halve tomaat op. Toen ik me naar het doorgeefraam draaide stond Marie daar met twee bordjes te grijnzen. Ze had dat eerste bordje opzettelijk uit mijn zicht gezet. Iemand in de war brengen was haar idee over grappig zijn.
Ten eerste : tijdens de service haalt men geen grappen uit. Ten tweede: het gaat over het eten van andere mensen en dat laat men niet afkoelen om een beetje dwaas te staan grijnzen. Service is service. Punt. Pas achteraf kan wie wil, zich gedragen als een rund.
En toen heb ik een groot bord op de pantryvloer gekeild. Een leeg bord natuurlijk. Niet het derde bordje met die halve tomaat.
|