te gast bij Wim Helsen ~ Andrea Croonenberghs met een fragment uit 'Grand Hotel Europa' van Ilja Leonard Pfeijffer
Normaal gezien is licht als lucht, in die zin dat je vooral bij ontstentenis ervan in de verleiding komt te reflecteren op het belang ervan. Maar hier leek het licht door mensenhanden gemaakt, bij wijze van bekroning van de architectuur, als een laag bladgoud over een sculptuur of als een met zorg aangebrachte vernislaag over de voorstelling die deze van zichzelf had geschilderd. Maar deze vergelijkingen zijn te statisch, want daarbij was het licht voortdurend in beweging, alsof het de schaduwen achternazat.
Croonenberghs in gesprek met Helsen: de knop voor de ondertiteling staat rechts onderaan, het rechthoekje aanklikken. https://www.vrt.be/vrtnu/a-z/winteruur/5/winteruur-s5a72/ 10min19
Mensen Lief, wat kan zij een tekst brengen. Dit is voor mij meer dan vakkennis, dit is talent. Woordkunst. En nog voor ik mijn gedachte afgerond kreeg bracht Helsen ze al onder woorden. En verder gaat het gesprek over licht, lichtinval, belichting. Ooit heb ik als 13- of 14-jarige aan een jonge lerares gevraagd wat het onderwerp van haar thesis geweest was. Dat vroeg ik wat beverig, want ik vond dat toen van mezelf tegenover een leerkracht een tamelijk vrijpostige vraag. "Over het gebruik van licht in de werken van Vergilius" zei ze. Hopelijk is mijn mond toen niet blijven open hangen, want ik vond het gebruik van licht toen al belangrijk (nu nog) en haar antwoord heb ik altijd onthouden. Noem het toeval, maar mijn eerste echtgenoot was klank- en lichtman. In theaters heb ik zien toveren met licht, vooral tijdens de repetities. ('k Ben daar eens binnen geslopen, een keer. Of meer ...) In een bepaald minimaal decor met stroken witte doeken van boven tot beneden werd een belichting ontworpen. De regisseur riep iets van "meer winterkou" en de mensen van het licht deden iets met kleurenfilters. "Iets minder koud" en dat werd bijgesteld. Op dat minimaal decor heb ik toen het licht zien gaan van putteke winter naar hoogzomer en terug. Toveren met licht. Van ijskoud naar hitte en terug en alles wat daartussen ligt, en wat men kan met licht. Op 04min11 heeft Croonenberghs het over 'lelijk' licht. Daar kan ik helemaal inkomen, 'k ben volledig mee. Vroeger droeg ik zelfs een bril met lichtgekleurd glas omdat TL mij neerslachtig maakte. Wij hebben hier enkel in de badkamer plafondlicht, géén TL, naast een heldere spiegelverlichting van eigen vinding. In de andere ruimtes gaat alles via wandverlichting, vloerlampen, of in de keuken via gericht licht. Plafondlicht creëert donkere hoeken, verkleint optisch de ruimte. Wandverlichting doet dat niet en het diffuus licht van de vloerlampen is voor mij een zegen. Maar wat zit ik hier te leuteren. Eigenlijk wou ik zeggen dat wanneer men in de eerste alinea van een tekst een lijn of twee besteedt aan licht en/of lichtinval, die waarschijnlijk mee een sfeer bepalen en mogelijk de aandacht van de lezer efkes vasthouden. Op 06min30 vermeldt Helsen ivm licht schilders, fotografen, cameramensen. Hij vergeet de mensen die de belichting doen. En hij vergeet Vergilius. Over Andrea Croonenberghs : https://nl.wikipedia.org/wiki/Andrea_Croonenberghs , Over Ilja Leonard Pfeijffer : https://nl.wikipedia.org/wiki/Ilja_Leonard_Pfeijffer , was dit seizoen al te gast, markant figuur : https://www.vrt.be/vrtnu/a-z/winteruur/5/winteruur-s5a8/ , 13min33 en interessant gesprek Over het boek Grand Hotel Europa, 2018 : De schrijver neemt zijn intrek in het illustere maar in verval geraakte Grand Hotel Europa om te overdenken waar het is misgegaan met Clio, op wie hij in Genua verliefd is geworden en met wie hij in Venetië is gaan wonen. Hij reconstrueert het meeslepende verhaal van liefde in tijden van massatoerisme, van hun reizen naar Malta, Palmaria, Portovenere en de Cinque Terre en hun spannende zoektocht naar het laatste schilderij van Caravaggio. Intussen vat hij een fascinatie op voor de mysteries van Grand Hotel Europa en raakt hij steeds meer betrokken bij het wedervaren van de memorabele personages die het bevolken en die uit een eleganter tijdperk lijken te stammen, terwijl de globalisering ook op die schijnbaar in de tijd gestolde plek om zich heen begint te grijpen.
|